MAZDA MODEL 2 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 301 of 735

•Als er de kans bestaat op gedeeltelijk contact met een voorliggend voertuig.
•Bij het rijden op continu bochtige wegen en het op- en afrijden van uitritten.
•Wanneer lang uitstekende bagage of lading op een gemonteerde dakdrager vervoerd
wordt die de lasersensor afdekt.
•Uitlaatgas van het voertuig vóór u, zand, sneeuw of waterdamp dat uit mangaten en
goten opstijgt en opspattend water.
•Bij het slepen van een defect voertuig.
•Bij het rijden met banden met een duidelijk verschillend slijtagepatroon.
•Wanneer wordt gereden op de volgende locaties, kan het SCBS F systeem bepalen dat er
sprake is van een mogelijke botsing en daardoor in werking treden.
•Voorwerpen op de weg bij de ingang van een bocht.
•Voertuigen die tijdens het maken van een bocht in de tegenovergestelde rijstrook
passeren.
•Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.
•Bij het passeren van een tolpoort welke voorzien is van een slagboom.
•Bij het rijden onder een plastic gordijn of vlag.
•Plastic voorwerpen zoals palen.
•Tweewielige voertuigen, voetgangers, dieren of bomen.
•Wanneer wordt gereden op de volgende locaties waarbij de binnen-/buitenzijde van het
stralingsgedeelte van de bijna infrarood laser (het zwarte gedeelte in het midden
bovenaan de voorruit) beslagen is of bedekt met waterdruppels, kan het SCBS F systeem
bepalen dat er sprake is van een mogelijke botsing en daardoor in werking treden.
•Er wordt met de auto in tunnels gereden met een laag plafond en op wegen met
constructies boven de weg, zoals verkeersborden.
•Er wordt met de auto dicht bij constructies op de weg gereden, zoals verkeersborden en
vangrails.
•(Handgeschakelde versnellingsbak)
Als de auto door de werking van het SCBS F systeem tot stilstand wordt gebracht en het
koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
•Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door het
knipperen van het stadsverkeer-remassistent (SCBS) indicatielampje (rood) en de Active
Driving Display
*.
•Het stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingslampje (oranje) gaat branden
wanneer er een defect is in het systeem.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-40.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 302 of 735

▼,QGLFDWLHODPSMHYDQ
VWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6
5RRG
$OVKHW6&%6)V\VWHHPLQZHUNLQJLV
JDDWKHWLQGLFDWLHODPSMH URRG NQLSSHUHQ

▼'LVSOD\YDQDXWRPDWLVFKH
UHPZHUNLQJ
:DQQHHUKHW6&%6)V\VWHHPRIGH
UHPKXOS 6&%6)UHPKXOSV\VWHHP LQ
ZHUNLQJLVZRUGW

Page 303 of 735

'UXNQRJPDDOVRSGHVFKDNHODDURPKHW
V\VWHHPRSQLHXZLQWHVFKDNHOHQ+HW
VWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6 2))
LQGLFDWLHODPSMHJDDWXLW
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 304 of 735

6WDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW>$FKWHUXLW@ 6&%65
6&%65LVHHQV\VWHHPGDWEHVWHPGLVRPVFKDGHLQKHWJHYDOYDQHHQERWVLQJWHEHSHUNHQ
GRRUKHWLQZHUNLQJVWHOOHQYDQGHUHPEHVWXULQJ 6&%6UHP ZDQQHHUGHXOWUDVRQLVFKH
VHQVRUHQYDQKHWV\VWHHPHHQKLQGHUQLVDDQGHDFKWHU]LMGHYDQKHWYRHUWXLJEHVSHXUHQELM
HHQULMVQHOKHLGWXVVHQRQJHYHHUWRWNPKHQKHWV\VWHHPEHSDDOWGDWHHQERWVLQJQLHWWH
YHUPLMGHQLV
TerugspoelenUltrasonische sensor (achter)
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet blindelings op het SCBS R systeem:
¾Het SCBS R systeem is enkel bestemd om in het geval van een botsing schade te
verminderen. Wanneer u overmatig op het systeem vertrouwt en daardoor het gaspedaal
of rempedaal per ongeluk intrapt, kan dit een ongeluk veroorzaken.
¾Neem voor de juiste werking van de SCBS R de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
¾Breng geen stickers aan op de ultrasonische sensoren (achter) (inclusief doorzichtige
stickers). Anders bestaat de kans dat de ultrasonische sensor (achter) voertuigen of
obstakels niet kan bespeuren, hetgeen ongelukken kan veroorzaken.
¾De ultrasonische sensoren (achter) niet demonteren.
¾Als er barsten of beschadiging als gevolg van bijvoorbeeld steenslag in de buurt van een
ultrasonische sensor (achter) zichtbaar zijn, onmiddellijk met het gebruik van de SCBS R
stoppen en uw auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur, laten inspecteren. Als u met barsten of krassen in de buurt van een
ultrasonische sensor met de auto blijft doorrijden, bestaat de kans dat het systeem
abusievelijk in werking treedt en een ongeluk veroorzaakt wordt.
Zie Stopzetten van de werking van de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) op
pagina 4-164.
¾Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur, voor
het vervangen van de achterbumper.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 305 of 735

Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, bestaat de kans dat de SCBS R
niet juist functioneert omdat deze obstakels niet correct kan bespeuren.
Oefen geen grote kracht uit op de ultrasonische sensoren (achter):
Spuit bij het wassen van de auto geen water onder hoge druk tegen een ultrasonische sensor
(achter) en er niet met kracht over wrijven. Let er verder op bij het in- en uitladen van lading
niet met kracht tegen de achterbumper te stoten. Anders bestaat de kans dat de sensoren de
obstakels niet correct bespeuren, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R systeem niet
normaal functioneert of abusievelijk functioneert.
23*(/(7
¾Bij het off-road rijden op plaatsen met gras of bladeren, wordt het aanbevolen het SCBS R
systeem uit te schakelen.
¾Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat en van hetzelfde merk, soort en
profielpatroon op alle 4 wielen. Bovendien geen banden met duidelijk zichtbaar
verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Anders bestaat de kans dat het
SCBS R systeem niet normaal functioneert.
¾Als zich een laag ijs of sneeuw op de ultrasonische sensoren (achter) heeft vastgezet,
bestaat de kans dat deze afhankelijk van de omstandigheden obstakels niet correct kunnen
bespeuren. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat het systeem de regelingen niet correct
kan uitvoeren. Rijd altijd voorzichtig en let op de achterzijde van de auto.
OPMERKING
•De stand van de auto verandert afhankelijk van het gebruik van het gaspedaal, rempedaal
en stuurwiel, wat voor het systeem de herkenning van een obstakel kan bemoeilijken of
wat tot onnodige detectie kan leiden. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat de SCBS R
niet functioneert.
•Het SCBS R systeem functioneert onder de volgende omstandigheden.
•Wanneer de motor draait.
•De versnellingshendel (voertuig met handgeschakelde versnellingsbak) of keuzehendel
(voertuig met automatische transmissie) staat in de stand R (achteruit).
•Bij een rijsnelheid van ongeveer 2 tot 8 km/h.
•De SCBS R wordt niet uitgeschakeld.
•Het DSC systeem is niet defect.
•De SCBS R functioneert met behulp van ultrasonische sensoren (achter) welke obstakels
aan de achterzijde bespeuren door middel van het uitzenden van ultrasonische golven en
vervolgens de terugkerende golven die door de obstakels weerkaatst worden weer
opvangen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 306 of 735

•In de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) geen obstakels
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
•Lage obstakels, zoals lage muren of vrachtwagens met lage laadbakken.
•Hoge obstakels, zoals vrachtwagens met hoge laadbakken.
•Kleine obstakels.
•Dunne obstakels, zoals wegwijzerpalen.
•Obstakels die zich op afstand van het midden van de auto bevinden.
•De buitenste zijde van het obstakel bevindt zich niet verticaal ten opzichte van de auto.
•Zachte obstakels, zoals een hangend gordijn of een voertuig bedekt met sneeuw.
•Onregelmatig gevormde obstakels.
•Obstakels die zich uiterst dichtbij bevinden.
•In de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) obstakels niet correct
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
•Er zit iets op de bumper in de buurt van een ultrasonische sensor (achter).
•Het stuurwiel wordt scherp gedraaid, of het rem- of gaspedaal wordt bediend.
•Nabij een obstakel bevindt zich een ander obstakel.
•Tijdens slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.
•Hoge of lage vochtigheid.
•Hoge of lage temperaturen
•Harde wind.
•Het wegtraject is niet vlak.
•Wanneer zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst.
•Objecten zoals een draadloze antenne, mistlamp of verlichte kentekenplaat zijn in de
buurt van een ultrasonische sensor (achter) gemonteerd.
•De richting van een ultrasonische sensor (achter) wijkt af als gevolg van bijvoorbeeld
een botsing.
•De auto staat blootgesteld aan andere geluidsgolven, zoals die van de claxon,
motorgeluiden of de ultrasonische sensor van een ander voertuig.
•In de volgende gevallen is het mogelijk dat een ultrasonische sensor (achter) iets
abusievelijk als een doelobstakel bespeurt, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R
systeem in werking treedt.
•Rijden op een steile helling.
•Wielblokken.
•Hangende gordijnen, poortpalen, zoals bij tolpoorten en spoorwegovergangen.
•Bij het rijden nabij objecten zoals gebladerte, geluidswanden, voertuigen, muren en
hekken langs wegen.
•Bij het off-road rijden op plaatsen met gras en hooi.
•Bij het rijden door lage poorten, smalle poorten, autowasinstallaties en tunnels.
•Wanneer een trekhaak is gemonteerd of een aanhanger wordt getrokken.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 307 of 735

•(Handgeschakelde versnellingsbak)
Als de auto door de werking van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) tot stilstand wordt
gebracht en het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
•De stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingsindicatie (oranje) licht op wanneer
er een defect is in het systeem.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-40.
▼,QGLFDWLHODPSMHYDQ
VWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6
5RRG
$OVGHVWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6
LQZHUNLQJLVJDDWKHWLQGLFDWLHODPSMH
URRG NQLSSHUHQ
▼'LVSOD\YDQDXWRPDWLVFKH
UHPZHUNLQJ
1DGDWKHW6&%65V\VWHHPLQZHUNLQJLV
JHVWHOGZRUGWGHGLVSOD\YDQGH
DXWRPDWLVFKHUHPZHUNLQJDDQJHJHYHQLQ
GH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\
OPMERKING
•Wanneer de SCBS R rem in werking is,
klinkt met tussenpozen de
botsingwaarschuwingszoemer.
•Als de auto door de werking van het
SCBS R systeem tot stilstand wordt
gebracht en het rempedaal niet wordt
ingetrapt, klinkt de
waarschuwingszoemer eenmaal na
ongeveer 2 seconden en wordt de SCBS
R rem automatisch vrijgezet.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 308 of 735

▼6WRS]HWWHQYDQGHZHUNLQJYDQGH
VWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW
>$FKWHUXLW@ 6&%65
+HW6&%65V\VWHHPNDQWLMGHOLMNEXLWHQ
ZHUNLQJJHVWHOGZRUGHQ
:DQQHHUKHW6&%65V\VWHHPZRUGW
XLWJHVFKDNHOGJDDWKHW
VWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6 2))
LQGLFDWLHODPSMHEUDQGHQ
+HWV\VWHHPZRUGWJHEUXLNVNODDU]RGUDGH
PRWRURSQLHXZJHVWDUWZRUGW
=RQGHU6&%62))VFKDNHODDU
=LH*HEUXLNHUVLQVWHOOLQJHQRSSDJLQD

0HW6&%62))VFKDNHODDU
'UXNRSGH6&%62))VFKDNHODDURPKHW
V\VWHHPXLWWHVFKDNHOHQ+HW
VWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6 2))
LQGLFDWLHODPSMHLQGHLQVWUXPHQWHQJURHS
JDDWEUDQGHQ
'UXNQRJPDDOVRSGHVFKDNHODDURPKHW
V\VWHHPRSQLHXZLQWHVFKDNHOHQ+HW
VWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6 2))
LQGLFDWLHODPSMHJDDWXLW
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 309 of 735

6PDUW%UDNH6XSSRUWUHPKXOSV\VWHHP 6%6
+HW6%6V\VWHHPZDDUVFKXZWGHEHVWXXUGHUYRRUHHQPRJHOLMNHERWVLQJGRRUPLGGHOYDQ
HHQGLVSOD\HQHHQZDDUVFKXZLQJVJHOXLGDOVELMULMVQHOKHGHQYDQRQJHYHHUNPKRIKRJHU
GHUDGDUVHQVRU YRRU HQGHYRRUXLWULMFDPHUD )6& EHSDOHQGDWHUNDQVLVRSHHQERWVLQJ
PHWHHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJ%RYHQGLHQDOVGHUDGDUVHQVRU YRRU HQGHYRRUXLWULMFDPHUD
)6& EHSDOHQGDWHHQERWVLQJRQYHUPLMGHOLMNLVZRUGWGHDXWRPDWLVFKHUHPUHJHOLQJ
XLWJHYRHUGRPVFKDGHLQKHWJHYDOYDQHHQERWVLQJWHYHUPLQGHUHQ
:DQQHHUGHEHVWXXUGHUKHWUHPSHGDDOLQWUDSWZRUGHQGHUHPPHQDOVH[WUDKXOSKDUGHQVQHO
DDQJHWURNNHQ 5HPEHNUDFKWLJLQJ 6%6UHPEHNUDFKWLJLQJ
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet volledig op het SBS systeem en rijd altijd voorzichtig:
Het SBS systeem is bestemd om in het geval van een botsing schade te verminderen, niet om
ongelukken te voorkomen. De mogelijkheid voor het bespeuren van een obstakel is beperkt
afhankelijk van het obstakel, weersomstandigheden of verkeerssituaties. Als dus het
gaspedaal of rempedaal per ongeluk wordt ingetrapt, kan dit een ongeluk veroorzaken.
Controleer altijd de veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl
u een veiliger afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
23*(/(7
Schakel in de volgende gevallen het systeem uit om abusievelijk functioneren te voorkomen:
¾De auto wordt gesleept of sleept een ander voertuig.
¾De auto staat op een rollenbank.
¾Bij het rijden op slechte wegen of op plaatsen met dicht gras of
off-road.
OPMERKING
•Het SBS systeem functioneert wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
•Het contact op ON wordt gezet.
•Het SBS systeem is ingeschakeld.
•De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of sneller.
•De relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggende voertuig is ongeveer 15 km/h
of hoger.
•De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt niet.
•Het SBS systeem functioneert mogelijk niet onder de volgende omstandigheden:
•Als u uw auto snel laat accelereren en dit een voorliggend voertuig dicht nadert.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 310 of 735

•De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.
•Het gaspedaal ingetrapt wordt.
•Het rempedaal is ingedrukt.
•Het stuurwiel gedraaid wordt.
•De keuzehendel bediend wordt.
•De richtingaanwijzer gebruikt wordt.
•Wanneer het voorliggende voertuig niet uitgerust is met achterlichten of de
achterlichten niet branden.
•Wanneer waarschuwingen en berichten, zoals die voor een vuile voorruit, verband
houdend met de vooruitrijcamera (FSC) in de middendisplay worden getoond.
•Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt vierwielige voertuigen zijn,
is het mogelijk dat de radarsensor (voor) de volgende objecten bespeurt, bepaalt dat deze
obstakels zijn en het SBS systeem activeert.
•Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en sneeuwbanken).
•Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om een hoek of het
maken van een bocht.
•Bij het rijden over een smalle brug.
•Bij het rijden onder een lage poort of door een tunnel of smalle poort.
•Bij het inrijden van een ondergrondse parkeergarage.
•Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.
•Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.
•Bij het rijden op plaatsen waar hoog gras is of weiland.
•Tweewielige voertuigen zoals motorfietsen of fietsen.
•Voetgangers of niet-metalen objecten zoals bomen.
•Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door de
Active Driving Display.
•De SBS waarschuwingsindicatie (oranje) licht op wanneer er een defect is in het systeem.
Zie Maatregelen nemen op pagina 7-45.
▼,QGLFDWLHODPSMHYDQ6PDUW%UDNH
6XSSRUWUHPKXOSV\VWHHP 6%6
5RRG
$OVKHW6%6LQZHUNLQJLVJDDWKHW
LQGLFDWLHODPSMH URRG NQLSSHUHQ

▼:DDUVFKXZLQJYRRUERWVLQJ
$OVHUGHNDQVEHVWDDWRSHHQERWVLQJPHW
HHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJNOLQNWHU
RQDIJHEURNHQHHQSLHSWRRQHQZRUGWHHQ
ZDDUVFKXZLQJDDQJHJHYHQRSGH$FWLYH
'ULYLQJ'LVSOD\
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 740 next >