MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 731 of 819

7–39
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Motoroliewaarschuwingslampje
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de druk van de motorolie laag is.
OPGELET
De motor niet laten draaien wanneer de oliedruk laag is. Anders kan dit uitgebreide
motorschade tot gevolg hebben.
Als tijdens het rijden het lampje gaat branden of de waarschuwingsindicatie wordt
getoond:
1. Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige en vlakke plaats tot
stilstand.
2. Zet de motor stop en wacht 5 minuten om de olie naar het carter te laten terugvloeien.
3. Inspecteer het motoroliepeil 6-32 . Als het peil laag is, de juiste hoeveelheid
motorolie bijvullen en er daarbij op letten niet teveel bij te vullen.
OPGELET
De motor niet laten draaien als het oliepeil laag is. Anders kan dit uitgebreide
motorschade tot gevolg hebben.
4. Start de motor en controleer het waarschuwingslampje.
Indien het lampje blijft branden ook als het oliepeil normaal is of nadat u olie heeft
bijgevuld, de motor onmiddellijk stopzetten en uw auto naar een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur laten slepen.
(Rood)
Waarschuwingslampje
voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur
Het lampje knippert wanneer de motorkoelvloeistoftemperatuur buitengewoon hoog is
en gaat branden wanneer de motorkoelvloeistoftemperatuur verder toeneemt.
Te nemen maatregelen
Lampje knippert
Rijd langzaam om de motorbelasting te verminderen totdat u een veilige plaats heeft
gevonden om de auto tot stilstand te brengen en wacht totdat de motor afgekoeld is.
Lampje brandt
Dit geeft de mogelijkheid van oververhitting aan. Parkeer de auto onmiddellijk op een
veilige plaats en zet de motor stop.
Zie Oververhitting 7-30 .
OPGELET
Niet met de auto rijden wanneer het waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur brandt. Anders kan dit beschadiging van de motor
veroorzaken.


Page 732 of 819

7–40
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Indicatielampje voor
defecte
stuurbekrachtiging Het lampje gaat branden/knipperen als er een defect is in de elektrische
stuurbekrachtiging.
Als het lampje gaat branden/knipperen, de auto op een veilige plaats tot stilstand
brengen en het stuurwiel niet draaien. Als het lampje na enige tijd uit gaat, is er geen
probleem. Neem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur als het lampje blijft branden/knipperen.
OPMERKING
Als het indicatielampje brandt/knippert, zal de stuurbekrachtiging niet normaal
functioneren. In dat geval kan het stuurwiel alsnog gedraaid worden, echter het
sturen gaat dan zwaarder dan normaal of het is mogelijk dat het stuurwiel tijdens
het draaien trilt.
Als tijdens stilstand of uiterst langzaam rijden het stuurwiel bij herhaling naar
links en naar rechts gedraaid wordt, is het mogelijk dat de defectbeveiliging van
het stuurbekrachtigingssysteem in werking treedt waardoor het sturen zwaarder
wordt. Dit duidt echter niet op een probleem. Parkeer in dit geval de auto op een
veilige plaats en wacht enkele minuten totdat het systeem weer normaal werkt.
Neem contact op met een of¿ ciële Mazda reparateur en laat de auto
inspecteren
Als een van de volgende waarschuwingslampjes of het indicatielampje gaat branden/
knipperen, is er mogelijk een defect in het systeem. Raadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur, om uw auto te laten inspecteren.
Signaal Waarschuwing
Waarschuwingslampje
van anti-blokkeer
remsysteem (ABS) Wanneer het ABS waarschuwingslampje van het ABS systeem tijdens het rijden
blijft branden, geeft dit aan dat de ABS besturingseenheid een defect in het systeem
vastgesteld heeft. In dat geval zal het remsysteem op dezelfde wijze werken als bij een
auto zonder ABS.
Als dit gebeurt, dient u zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur te raadplegen.
OPMERKING
Wanneer de motor met behulp van een hulpaccu gestart wordt, is het toerental
ongelijkmatig en is het mogelijk dat het ABS waarschuwingslampje gaat branden.
In dit geval is dit het gevolg van een nagenoeg uitgeputte accu en duidt dit niet op
een defect in het ABS systeem.
(Modellen met DSC)
Wanneer het ABS waarschuwingslampje brandt werkt het
rembekrachtigingsysteem niet.


Page 733 of 819

7–41
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
Hoofdwaarschuwingslampje
(Voertuigen met type C/type D audio)
Het lampje gaat branden wanneer er een defect is in het systeem.
Bedien de middendisplay en controleer de gegevens.
Zie Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen op pagina 7-36 .
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Het lampje gaat in de volgende gevallen continu branden. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
Er is een defect in het accubeheersysteem. Er is een defect in de remschakelaar.
Waarschuwingslampje
elektrische handrem *
Het waarschuwingslampje gaat branden als het systeem defect is. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Indicatielampje
elektrische handrem *
Dit waarschuwingslampje heeft de volgende functies:
Waarschuwings-/indicatielampje voor aangetrokken handrem inspecteren
Het lampje gaat branden wanneer de elektrische handrem is aangetrokken en het
contact op START of ON gezet wordt. Het waarschuwingslampje gaat uit, zodra de
elektrische handrem ontspannen wordt.
Wanneer het lampje brandt
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur, als
het lampje blijft branden als de elektrische handremschakelaar uitgezet wordt.
Wanneer het lampje knippert
Als er een defect is in de elektrische handrem gaat het lampje knipperen. Raadpleeg
zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur, als het lampje blijft knipperen als de elektrische handremschakelaar
bediend wordt.
Motorwaarschuwingslampje
Als dit indicatielampje tijdens het rijden gaat branden, bestaat de kans dat er een
probleem met de auto is. Noteer de rijomstandigheden waarbij het lampje begon te
branden en raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur.
Het motorwaarschuwingslampje kan in de volgende gevallen gaan branden:
(SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5)
Wanneer het niveau van de brandstof in de tank bijzonder laag is of wanneer de tank
nagenoeg leeg is.
Wanneer er een probleem is met de elektrische installatie van de motor. Wanneer er een probleem is met het systeem van de uitlaatgasreiniging.
Als het motorwaarschuwingslampje blijft branden of continu knippert, niet met hoge
snelheden rijden en zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur raadplegen.


Page 734 of 819

7–42
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
(Oranje)
i-stop
waarschuwingslampje
*
Wanneer het lampje brandt
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
als het i-stop waarschuwingslampje (oranje) blijft branden nadat de i-stop OFF
schakelaar onder andere omstandigheden dan wanneer de motorkap geopend is of de
bestuurder de auto verlaten heeft (veiligheidsgordel van bestuurder is losgemaakt en
bestuurdersportier is geopend) continu ingedrukt is gehouden.
Wanneer het lampje knippert
Het lampje knippert als er een defect in het i-stop systeem is. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
Waarschuwingslampje
voor automatische
transmissie De indicatie/het lampje gaat branden wanneer er een probleem is met de transmissie.
OPGELET
Als de waarschuwingsindicatie/-lampje voor de automatische transmissie gaat
branden, is er een elektrisch probleem in de transmissie. Wanneer u in deze
toestand met uw Mazda blijft doorrijden, kan dit beschadiging van uw transmissie
tot gevolg hebben. Raadpleeg zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
(Brandt)
TCS/DSC
indicatielampje Als het lampje blijft branden, is er mogelijk een defect in het TCS, DSC of het
rembekrachtigingsysteem en bestaat de kans dat deze niet correct functioneren. Breng
uw auto naar een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
Waarschuwingslampje
voor systeem van airbag/
voorspanners van
veiligheidsgordels Een defect in het systeem wordt aangeduid als het waarschuwingslampje constant
knippert, constant brandt of helemaal niet brandt wanneer het contact op ON gezet
wordt. Bij elk van deze gevallen dient u zo spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur te raadplegen. Het systeem zal
dan wellicht in het geval van een aanrijding niet in werking treden. WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/voorspannersystemen en laat altijd alle
onderhoud en reparatie door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of sleutelen aan de systemen is gevaarlijk.
De kans bestaat dat een airbag/voorspanner onvoorzien geactiveerd of buiten
werking gesteld wordt.


Page 735 of 819

7–43
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
(Knippert)
Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
*
Als het bandenspanningcontrolesysteem defect is, gaat het waarschuwingslampje
voor de bandenspanning gedurende ongeveer 1 minuut knipperen wanneer het
contact op ON gezet wordt en vervolgens continu branden. Laat uw auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
controleren.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid verminderen en
plotseling manoeuvreren en remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, is het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of
plotseling te manoeuvreren of te remmen. De kans bestaat dat u de macht over
het stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende band of een lekke band heeft,
de auto op een veilige plaats parkeren waar u visueel de toestand van de band
kunt controleren en bepalen of de band voldoende lucht heeft om verder te
gaan naar een plaats waar lucht bijgevuld kan worden en het systeem opnieuw
gecontroleerd kan worden door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur of een bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is gevaarlijk, ook als u de reden
weet waarom het brandt. Laat het probleem zo spoedig mogelijk verhelpen
alvorens dit tot een ernstigere situatie leidt, zoals het plotseling lek raken van een
band met een gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg.
(Rood)
(Brandt)
K E Y
waarschuwingslampje In het geval van een defect in het afstandbediende portiervergrendelingssysteem, gaat
het lampje continu branden.
OPGELET
Als het sleutelwaarschuwingslampje brandt of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, bestaat de kans dat de motor niet start. Als de motor niet gestart
kan worden, deze proberen te starten met behulp van de noodprocedure voor
het starten van de motor en de auto zo spoedig mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van de motor op pagina 4-13 .
Beveiligingssysteemindicatielampje
Als de motor niet met de correcte sleutel gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindicatielampje blijft branden of knipperen, het volgende proberen:
Zorg er voor dat de sleutel zich binnen het werkingsbereik voor signaaloverdracht
bevindt. Zet het contact uit en start vervolgens de motor opnieuw. Neem contact op
met een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur indien de
motor na 3 pogingen of meer niet start.


Page 736 of 819

7–44
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
(Oranje)
Adaptieve LED
koplampen (ALH)
waarschuwingslampje
*
Als er een storing is in het systeem blijft het lampje branden. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
OPMERKING
Als het gedeelte van de voorruit aan de voorzijde van de vooruitrijcamera (FSC)
beslagen of geblokkeerd is, gaat het lampje tijdelijk branden. Als het lampje blijft
branden, is er mogelijk een storing in het systeem.
Dodehoekmonitor
(BSM) OFF
indicatielampje
*
De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem.
Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON wordt gezet. Het lampje blijft branden ook wanneer het systeem van de dodehoekmonitor (BSM)
gebruikt kan worden.
Het lampje gaat tijdens het rijden branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met minder verkeer en de radarsensoren weinig
voertuigen kunnen detecteren, bestaat de kans dat het systeem pauzeert (de
dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje in de instrumentengroep gaat
branden). Dit duidt echter niet op een defect.
(Oranje)
Waarschuwingslampje
van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC)
systeem
*
“Systeem van voorste radarsensor defect” wordt weergegeven als er een defect is in
het systeem terwijl het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingeschakeld.
Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
*
Het waarschuwingslampje gaat knipperen als het systeem defect is. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Het LDWS werkt niet wanneer het waarschuwingslampje knippert.
OPMERKING
Als zich een van onderstaande gevallen voordoet, is er mogelijk een defect in het
systeem. Laat de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen. Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON gezet wordt. Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van
hetzelfde merk, soort en pro¿ elpatroon. Bovendien geen banden met duidelijk
zichtbaar verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Als dergelijke
ongeschikte banden gebruikt worden, bestaat de kans dat het LDWS niet normaal
functioneert.
Wanneer een noodreservewiel wordt gebruikt, bestaat de kans dat het systeem niet
normaal functioneert.


Page 737 of 819

7–45
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
Waarschuwingslampje van
rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
*
Het bericht wordt getoond wanneer er een defect is in het systeem. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Het systeem werkt niet wanneer het waarschuwingsbericht wordt getoond.
OPGELET
Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van
hetzelfde merk, soort en pro¿ elpatroon. Bovendien geen banden met duidelijk
zichtbaar verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Als
dergelijke ongeschikte banden gebruikt worden, bestaat de kans dat het systeem
niet normaal functioneert.
Wanneer een noodreservewiel wordt gebruikt, bestaat de kans dat het systeem niet
normaal functioneert.
LED
koplampwaarschuwingslampje*
Dit lampje gaat branden als er een defect is in de LED koplamp. Laat uw auto door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.


Page 738 of 819

7–46
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Maatregelen nemen
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
(Brandt)
Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
*
Wanneer het waarschuwingslampje brandt en
de waarschuwingszoemer klinkt (ongeveer
3 seconden), is de bandenspanning in één of
meerdere van de banden te laag.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van
het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of
als de waarschuwingszoemtoon
voor lage bandenspanning wordt
gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid
verminderen en plotseling
manoeuvreren en remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van
het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, is het
gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of
plotseling te manoeuvreren of te remmen.
De kans bestaat dat u de macht over het
stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam
leeglopende band of een lekke band
heeft, de auto op een veilige plaats
parkeren waar u visueel de toestand van
de band kunt controleren en bepalen of
de band voldoende lucht heeft om verder
te gaan naar een plaats waar lucht
bijgevuld kan worden en het systeem
opnieuw gecontroleerd kan worden door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur of een
bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag
nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS
waarschuwingslampje is gevaarlijk, ook
als u de reden weet waarom het brandt.
Laat het probleem zo spoedig mogelijk
verhelpen alvorens dit tot een ernstigere
situatie leidt, zoals het plotseling lek
raken van een band met een gevaarlijk
ongeluk als mogelijk gevolg.
Inspecteer de banden en stel deze af op de
voorgeschreven bandenspanning (pagina 6-50 ).
OPMERKING
Stel de bandenspanning af wanneer de
banden koud zijn. De bandenspanning
varieert naargelang de bandentemperatuur,
laat daarom de auto gedurende ongeveer 1
uur staan of rijd er enkel 1,6 km of minder
mee alvorens de bandenspanning af te
stellen. Wanneer de bandenspanning bij
warme banden wordt afgesteld op de koude
bandendruk, bestaat de kans dat het TPMS
waarschuwingslampje/zoemer aan gaat
nadat de banden zijn afgekoeld en dat de
druk tot beneden de speci¿ catie terugvalt.
Ook is het mogelijk dat een TPMS
waarschuwingslampje dat brandt
doordat de bandenspanning bij een lage
omgevingstemperatuur is teruggevallen
blijft branden als de omgevingstemperatuur
omhoog gaat. In dit geval zal het eveneens
noodzakelijk zijn de bandenspanning af te
stellen. Als het TPMS waarschuwingslampje
gaat branden als gevolg van een terugval
in de bandenspanning, de bandenspanning
controleren en afstellen.
Banden verliezen na verloop van tijd
vanzelf lucht en het TPMS systeem kan
niet het verschil aantonen of de banden na
verloop van tijd vanzelf zacht geworden
zijn of dat er sprake is van een lekke
band. Wanneer u echter één zachte band
in een set van vier aantreft, wijst dit op
een probleem; iemand anders dient dan
langzaam met de auto vooruit te rijden
zodat u de zachte band kunt inspecteren
op inkervingen en metalen voorwerpen
die vanuit het pro¿ el of de zijwand naar
buiten steken. Breng enkele druppels
water aan op het ventiel om te zien of
er luchtbelletjes verschijnen die wijzen
op een defect ventiel. Lekkages moeten
grondiger aangepakt worden dan het enkel
opnieuw oppompen van de defecte band
aangezien lekkages gevaarlijk zijn - breng
de auto naar een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.


Page 739 of 819

7–47
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Waarschuwingslampje van Smart
Brake Support remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent
(SBS/SCBS)
*
Het lampje gaat branden als de voorruit of
de radarsensor vuil zijn of als er een defect
is in het systeem. Controleer de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt op de
middendisplay.
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen.
Als het waarschuwingslampje brandt
vanwege een vuile radarsensor, het
voorembleem reinigen.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren als er andere
redenen zijn.
Waarschuwingslampje
voor laag brandstofpeil Het lampje gaat branden wanneer de
resterende brandstof ongeveer 9,0 liter
bedraagt.
OPMERKING
De momenten waarop het lampje gaat
branden kunnen variëren, aangezien de
brandstof in de tank overeenkomstig de
rijomstandigheden en de stand van de
auto in beweging is. Brandstof bijtanken.
120km/h
waarschuwingslampje*
Het 120 km/h waarschuwingslampje gaat
branden wanneer de rijsnelheid hoger
wordt dan 120 km/h. Verminder de rijsnelheid.


Page 740 of 819

7–48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Voorzitting)
Met waarschuwingslampje voor voorpassagierszitting
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel of
voorpassagierszitting bezet is en de veiligheidsgordel
niet vastgemaakt is terwijl het contact op ON staat.
Zonder waarschuwingslampje voor voorpassagierszitting
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje gaat branden
als de bestuurdersstoel bezet is en de veiligheidsgordel
niet vastgemaakt is terwijl het contact op ON staat.
Veiligheidsgordelwaarschuwing
Als er met de auto wordt gereden terwijl de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier niet is vastgemaakt, gaat
het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje branden en klinkt
er een waarschuwingszoemer.
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of de
voorpassagier niet aangegespt is (alleen wanneer
de voorpassagierszitting bezet is) en de snelheid
van de auto hoger is dan ongeveer 20 km/h, gaat
het waarschuwingslampje knipperen en wordt er
een zoemtoon gegeven. Na een korte tijd stopt
het waarschuwingslampje met knipperen. Dit
blijft echter branden en de zoemtoon stopt. Als
een veiligheidsgordel niet aangegespt blijft, gaat
het waarschuwingslampje knipperen en wordt de
zoemtoon weer voor een bepaalde tijd geactiveerd.
De zoemtoon stopt niet totdat de veiligheidsgordel
wordt aangegespt of een bepaalde tijd is verstreken, ook
niet als de rijsnelheid afneemt tot minder dan 20 km/h.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of
de voorpassagier niet aangegespt wordt nadat
de zoemtoon gestopt is (waarschuwingslampje
blijft branden) en de rijsnelheid hoger is dan 20
km/h, gaat het waarschuwingslampje knipperen
en wordt de zoemtoon opnieuw geactiveerd.
Door het plaatsen van zware voorwerpen
op de voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie van
de voorpassagierszitting geactiveerd worden,
afhankelijk van het gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat de
voorpassagiergewichtsensor juist kan
functioneren. De kans bestaat dat de sensor niet
goed functioneert omdat het extra zitkussen de
werking van de sensor zou kunnen hinderen.
Wanneer een klein kind op de
voorpassagierszitting zit, is het mogelijk
dat het waarschuwingslampje niet werkt.
Maak de veiligheidsgordels vast.


Page:   < prev 1-10 ... 691-700 701-710 711-720 721-730 731-740 741-750 751-760 761-770 771-780 ... 820 next >