MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 741 of 819

7–49
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
(Rood)
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Achterzitting)
Als de veiligheidsgordels van de
achterzitting niet zijn vastgemaakt en het
contact op ON staat, worden de bestuurder
en de passagier gewaarschuwd door het
waarschuwingslampje.
Het waarschuwingslampje werkt ook als
er zich geen passagier op de achterzitting
bevindt.
OPMERKING
Als een veiligheidsgordel van de
achterzitting niet vastgemaakt
wordt binnen een bepaalde tijd
nadat de motor is gestart, gaat het
waarschuwingslampje uit. Maak de veiligheidsgordels vast.
Waarschuwingslampje
voor laag
sproeiervloeistofniveau
*
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat er
weinig sproeiervloeistof over is. Vul sproeiervloeistof bij (pagina 6-38 ).
Open-portier
waarschuwingslampje Het lampje gaat branden als een portier/
het kofferdeksel/de achterklep niet goed
gesloten is. Het portier/het kofferdeksel/de achterklep
goed sluiten.
KEY waarschuwingslampje *
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Oorzaak Te nemen maatregel
(Rood)
(Knippert) De sleutelbatterij is uitgeput. Vernieuw de sleutelbatterij (pagina
6-47 ).
De sleutel bevindt zich buiten het
werkingsbereik.
Breng de sleutel in het werkingsbereik
(pagina 3-9 ). De sleutel is geplaatst in delen van het
interieur waar de sleutel moeilijk bespeurd
kan worden.
Er bevindt zich een soortgelijke sleutel van
een andere fabrikant in het werkingsbereik. Neem de soortgelijke sleutel van de andere
fabrikant uit het werkingsbereik.
De sleutel is uit het interieur genomen
zonder het contact uit te zetten en
vervolgens zijn alle portieren gesloten. Breng de sleutel terug in het interieur.


Page 742 of 819

7–50
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Berichten die verschijnen op de multi-informatiedisplay *
Als er een melding is van het voertuig, verschijnt een bericht op de multi-informatiedisplay.
Controleer de informatie en neem de noodzakelijke maatregel.
(Displayvoorbeeld)
Als het waarschuwingslampje gelijktijdig gaat branden/knipperen of een symbool op de
display wordt aangegeven, de informatie betreffende het waarschuwingslampje of symbool
controleren. (pagina 4-46 )
Display Inhoud Te nemen maatregel
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt terwijl
de keuzehendel niet in stand P staat. Zet de keuzehendel in de stand P.
Wordt aangegeven wanneer een
veiligheidsgordel niet is aangegespt en
het bestuurdersportier wordt geopend
terwijl de i-stop functie in werking is. Druk nogmaals op de startdrukknop
om de motor te starten. Zet bij
voertuigen met automatische
transmissie de keuzehendel in stand
P alvorens de motor te starten.)
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het rempedaal. Trap het rempedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het koppelingspedaal. Trap het koppelingspedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.


Page 743 of 819

7–51
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Display Inhoud Te nemen maatregel
Wordt aangegeven wanneer het
stuurwiel is geblokkeerd. Zet de stuurvergrendeling vrij.


Page 744 of 819

7–52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Berichten die verschijnen op de display *
Als een bericht wordt getoond op de middendisplay (Type C/type D audio), overeenkomstig
het getoonde bericht de juiste maatregel nemen (op kalme wijze).
(Displayvoorbeeld)
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand
Als de volgende berichten in de middendisplay worden getoond (Type C/type D audio), is er
mogelijk een defect in een voertuigsysteem. Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand
en neem contact op met een of¿ ciële Mazda reparateur.
Display Aangegeven toestand
Wordt getoond als de motorkoelvloeistoftemperatuur
buitengewoon is toegenomen.
Wordt getoond als er een defect is in het laadsysteem.


Page 745 of 819

7–53
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Let er op dat het bericht niet langer getoond wordt
Wordt getoond in de volgende gevallen:
Display Aangegeven toestand/Te nemen maatregel
Wordt getoond als het i-ELOOP systeem moet worden
geladen. Laat de motor stationair draaien en wacht totdat
het bericht verdwenen is.
OPMERKING
Als er met de auto wordt gereden terwijl het bericht
wordt getoond, gaat er een zoemer klinken.
Als u het stuurwiel draait terwijl het bericht wordt
getoond, voelt dit zwaarder dan normaal. Dit duidt
echter niet op een afwijking. Nadat het bericht
is verdwenen zal het gebruik van het stuur weer
normaal worden.
Controleer displaygegevens
Wordt getoond in de volgende gevallen:
Display Aangegeven toestand/Te nemen maatregel
Het volgende bericht wordt getoond wanneer de
temperatuur rondom de middendisplay te hoog is
opgelopen.
Verlaging van de temperatuur in het interieur of van
de temperatuur rondom de middendisplay wordt
aanbevolen door direct zonlicht te vermijden.


Page 746 of 819

7–54
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
In de volgende
gevallen wordt een
waarschuwingszoemer
geactiveerd
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting
De waarschuwing voor niet-uitgeschakelde
verlichting is operationeel wanneer
de tijdinstelling
*1 van de automatische
uitschakelfunctie van de koplampen uit is.
Als de verlichting is ingeschakeld en het
contact op ACC of uit gezet wordt, zal er
een continue pieptoon klinken zodra het
bestuurdersportier geopend wordt.
*1 Als u de verlichtingsschakelaar aan
laat staan, schakelt de automatische
uitschakelfunctie van de koplampen
de verlichting ongeveer 30 seconden
na het uitzetten van het contact
automatisch uit. De tijdinstelling kan
worden gewijzigd.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
OPMERKING
  Wanneer het contact op
ACC gezet wordt, heeft de
“Waarschuwingspieptoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)”
(pagina 7-55 ) voorrang boven
de waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
 Een gebruikersfunctie is beschikbaar
voor het veranderen van het
geluidsvolume voor de waarschuwing
voor niet-uitgeschakelde verlichting.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
Waarschuwingszoemer voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels
Als er een probleem is met de systemen
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels en het oplichten van het
waarschuwingslampje, zal er elke minuut
gedurende ongeveer 5 seconden een
waarschuwingszoemer klinken.
Het geluid van de waarschuwingszoemer
voor het systeem van airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners zal
gedurende ongeveer 35 minuten hoorbaar
blijven. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto wanneer de
waarschuwingszoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt:
Rijden met de auto terwijl de
waarschuwingzoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt is gevaarlijk.
Bij een botsing zullen de airbags en
het systeem van de voorspanners van
de veiligheidsgordels niet in werking
treden, hetgeen ernstig of mogelijk
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur om de auto zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren.


Page 747 of 819

7–55
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel
V o o r z i t t i n g
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier
niet is vastgemaakt, klinkt continu
een waarschuwingspieptoon. Als
de veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer
90 seconden doorgaan. De pieptoon
stopt nadat de veiligheidsgordel van
de bestuurder of voorpassagier is
vastgemaakt.
OPMERKING
  Bepaalde modellen zijn
niet voorzien van de
veiligheidsgordelwaarschuwingspieptoon
voor de voorpassagierszitting.
  Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
  Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat
dat de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
  Wanneer een klein kind op
de voorpassagierszitting
zit, is het mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
Achterzitting
De waarschuwingszoemer klinkt enkel als
een veiligheidsgordel wordt losgemaakt
nadat deze is vastgemaakt.
Waarschuwingszoemtoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
continu een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon
Voertuigen met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Als de sleutel uit het voertuig wordt
verwijderd terwijl het contact niet op OFF
is gezet en alle portieren gesloten zijn,
klinkt de pieptoon die buiten het voertuig
hoorbaar is 6 maal, klinkt de pieptoon die
binnen het voertuig hoorbaar is 6 maal
en gaat het KEY waarschuwingslampje
(rood) in de instrumentengroep continu
knipperen om de bestuurder op de hoogte
te stellen dat het contact niet op OFF is
gezet.


Page 748 of 819

7–56
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Voertuigen zonder
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Als de sleutel uit het voertuig wordt
verwijderd terwijl het contact niet
op OFF is gezet en alle portieren
gesloten zijn, klinkt er in het interieur
6 maal een pieptoon en gaat het KEY
waarschuwingslampje (rood) in de
instrumentengroep continu branden om de
bestuurder op de hoogte te stellen dat het
contact niet op OFF is gezet.
OPMERKING
Aangezien de sleutel gebruik maakt
van radiogolven van lage intensiteit,
bestaat de kans dat de Sleutel-uit-auto-
verwijderd waarschuwing geactiveerd
wordt als de sleutel samen met een
metalen voorwerp wordt meegedragen
of als deze op een plaats met slechte
signaalontvangst bewaard wordt.
Zie Verzoekschakelaar-buiten-
werking waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als de verzoekschakelaar wordt ingedrukt
terwijl het portier open staat of niet goed
is gesloten, of het contact niet op OFF
is gezet en de sleutel is meegenomen,
klinkt er gedurende ongeveer 2 seconden
buiten een pieptoon om de bestuurder op
de hoogte te stellen dat het portier of de
achterklep/kofferruimte niet kan worden
vergrendeld.
Sleutel-in-bagageruimte-
achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als de sleutel in de bagageruimte/
kofferruimte is achtergelaten terwijl alle
portieren vergrendeld zijn en de achterklep/
het kofferdeksel gesloten is, klinkt er
gedurende ongeveer 10 seconden buiten
een pieptoon om de bestuurder er op attent
te maken dat de sleutel in de bagageruimte/
kofferruimte ligt. Haal in dit geval de
sleutel uit de auto door de elektrische
achterklep-/kofferdekselopener in te
drukken en de achterklep/het kofferdeksel
te openen. De kans bestaat dat de sleutel
die uit de bagageruimte/kofferruimte wordt
verwijderd niet functioneert, omdat de
functies ervan tijdelijk geannuleerd zijn.
Voor het herstellen van de functies van de
sleutel, de procedure die van toepassing is
uitvoeren (pagina 3-10 ).
Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als de sleutel in het interieur van de
auto is achtergelaten en alle portieren en
de bagageruimte/kofferruimte met een
andere sleutel zijn vergrendeld, klinkt er
gedurende ongeveer 10 seconden buiten
de auto een pieptoon om de bestuurder
er op attent te maken dat de sleutel in
het interieur is achtergelaten. Haal in
dit geval de sleutel uit de auto door het
portier te openen. De kans bestaat dat een
sleutel die op deze manier uit de auto is
verwijderd niet functioneert, omdat de
functies ervan tijdelijk geannuleerd zijn.
Voor het herstellen van de functies van de
sleutel, de procedure die van toepassing is
uitvoeren (pagina 3-10 ).


Page 749 of 819

7–57
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
i-stop waarschuwingszoemer *
 














 Als het stationair draaien van de motor
is gestopt en het bestuurdersportier
wordt geopend, klinkt er een
waarschuwingstoon om de bestuurder
te attenderen dat het stationair draaien
is gestopt. Dit stopt wanneer het
bestuurdersportier wordt gesloten.
 


 De waarschuwingszoemer klinkt als
de motor gestopt is en de volgende
handelingen worden uitgevoerd. In
dergelijke gevallen herstart de motor
om veiligheidsredenen niet automatisch.
Start de motor met behulp van de
normale methode.
 

 
(Europees model)
 De veiligheidsgordel van de bestuurder
is losgemaakt en het bestuurdersportier
wordt geopend.
 

 
(Behalve Europees model)



 
(Handgeschakelde versnellingsbak)
 Wanneer de versnellingshendel
in een andere stand dan neutraal
staat, de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
 

 
(Automatische transmissie)
 Wanneer de keuzehendel in de stand
D of M (niet in blokkeermodus
voor tweede versnelling) staat,
de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
i-ELOOP waarschuwingszoemer *
De pieptoon klinkt als u probeert onder de
volgende omstandigheden te gaan rijden:
 


 Het i-ELOOP indicatielampje knippert
groen.
 


 “i-ELOOP laadt op” wordt aangegeven
in de middendisplay (Type C/Type D
audio).
De pieptoon stopt zodra het voertuig tot
stilstand is gebracht. Controleer dat het
indicatielampje niet langer brandt en dat
het bericht niet langer wordt getoond
alvorens te gaan rijden.
Rijsnelheidsalarm *
De functie van het rijsnelheidsalarm is
bestemd om de bestuurder via een enkele
pieptoon en een waarschuwingsindicatie
in de instrumentengroep te waarschuwen
dat de tevoren ingestelde rijsnelheid is
overschreden.
U kunt de instelling van de rijsnelheid
waarbij de waarschuwing wordt gegeven
veranderen.
Zie Boordcomputer en INFO schakelaar
op pagina 4-34 .
Buitentemperatuurwaarschuwingszoemer*
Waarschuwt de bestuurder voor de
mogelijkheid van gladde wegen wanneer
de buitentemperatuur laag is.
Als de buitentemperatuur lager is
dan ongeveer 4 °C, wordt er eenmaal
een pieptoon gegeven en gaat de
buitentemperatuurdisplay gedurende
ongeveer tien seconden knipperen.
Zie Buitentemperatuurdisplay op pagina
4-32 .


Page 750 of 819

7–58
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingszoemer elektrische
handrem *
Onder de volgende omstandigheden wordt
de waarschuwingszoemer geactiveerd:
 


 Er wordt met de auto gereden terwijl de
elektrische handrem is aangetrokken.
 


 Tijdens het rijden wordt aan de
elektrische handremschakelaar
getrokken.
Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning*
De waarschuwingszoemer klinkt
gedurende ongeveer 3 seconden wanneer
er een afwijking is in de bandenspanning
(pagina 4-238 ).
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid*
Als terwijl het systeem in werking is
bepaald wordt dat de auto op het punt
staat de rijstrook te verlaten, wordt er een
waarschuwingsgeluid gegeven.
OPMERKING
 (Met rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS))
 Het volume van het waarschuwingsgeluid
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) kan worden gewijzigd.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
  Het type waarschuwingsgeluid van
de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) kan worden gewijzigd.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
 (Met
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS))
 Het volume van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
  Het type van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
Dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer*
V o o r u i t r i j d e n
De waarschuwingszoemer klinkt wanneer
de richtingaanwijzerhendel wordt bediend
naar de zijde waar het dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingslampje brandt.


Page:   < prev 1-10 ... 701-710 711-720 721-730 731-740 741-750 751-760 761-770 771-780 781-790 ... 820 next >