sensor MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 683 of 819

6–81
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Onderhoud van de lak
W a s s e n
OPGELET
  Wanneer de ruitenwisserhendel in de
stand
staat en het contact op
ON wordt gezet, is het mogelijk dat
de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
 


 Als de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt of
met een doek wordt afgeveegd.
 


 Als vanaf de buitenzijde of
binnenzijde van de auto met een
hand of ander voorwerp tegen de
voorruit wordt gestoten.
  Houd handen en ruitenkrabbers uit de
buurt van de voorruit wanneer de
ruitenwisserhendel in de stand
staat en het contact op ON gezet is,
aangezien vingers beklemd kunnen
raken of de ruitenwissers en
wisserbladen beschadigd kunnen
worden wanneer de ruitenwissers
automatisch in werking gesteld
worden.
 Als u de voorruit gaat reinigen, er op
letten dat de ruitenwissers volledig
zijn uitgeschakeld (wanneer de kans
het grootst is dat de motor aan blijft)
—dit is vooral belangrijk bij het
verwijderen van ijs en sneeuw.
OPGELET
 

 Spuit geen water in de motorruimte.
Anders kan dit motorstartproblemen
veroorzaken of beschadiging van de
elektrische onderdelen.
  Wees voorzichtig bij het wassen en
in de was zetten van het voertuig niet
teveel kracht uit te oefenen op één
enkel deel van het dak of de antenne.
Anders bestaat de kans op indeuken
van het voertuig of beschadiging van
de antenne.
Om de laklaag tegen aantasting en
roestvorming te beschermen, dient u uw
Mazda regelmatig (tenminste éénmaal per
maand) grondig met lauw of koud water te
wassen.
Als de auto op de verkeerde manier wordt
gewassen, bestaat de kans op het ontstaan
van krassen op de laklaag. Hier volgen
enkele voorbeelden hoe krassen kunnen
ontstaan.
Krassen kunnen ontstaan op de laklaag,
wanneer:
 


 De auto wordt gewassen zonder dat vuil
en overige vreemde bestanddelen eerst
afgespoeld worden.
 


 De auto wordt gewassen met een ruwe,
droge of vuile doek.
 


 De auto wordt gewassen in een auto-
wasinstallatie waarvan de borstels vuil
of te hard zijn.
 


 Wanneer er een reinigingsmiddel of
was gebruikt wordt die polijstmiddelen
bevat.


Page 736 of 819

7–44
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
(Oranje)
Adaptieve LED
koplampen (ALH)
waarschuwingslampje
*
Als er een storing is in het systeem blijft het lampje branden. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
OPMERKING
Als het gedeelte van de voorruit aan de voorzijde van de vooruitrijcamera (FSC)
beslagen of geblokkeerd is, gaat het lampje tijdelijk branden. Als het lampje blijft
branden, is er mogelijk een storing in het systeem.
Dodehoekmonitor
(BSM) OFF
indicatielampje
*
De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem.
Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON wordt gezet. Het lampje blijft branden ook wanneer het systeem van de dodehoekmonitor (BSM)
gebruikt kan worden.
Het lampje gaat tijdens het rijden branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met minder verkeer en de radarsensoren weinig
voertuigen kunnen detecteren, bestaat de kans dat het systeem pauzeert (de
dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje in de instrumentengroep gaat
branden). Dit duidt echter niet op een defect.
(Oranje)
Waarschuwingslampje
van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC)
systeem
*
“Systeem van voorste radarsensor defect” wordt weergegeven als er een defect is in
het systeem terwijl het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingeschakeld.
Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
*
Het waarschuwingslampje gaat knipperen als het systeem defect is. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Het LDWS werkt niet wanneer het waarschuwingslampje knippert.
OPMERKING
Als zich een van onderstaande gevallen voordoet, is er mogelijk een defect in het
systeem. Laat de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen. Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON gezet wordt. Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van
hetzelfde merk, soort en pro¿ elpatroon. Bovendien geen banden met duidelijk
zichtbaar verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Als dergelijke
ongeschikte banden gebruikt worden, bestaat de kans dat het LDWS niet normaal
functioneert.
Wanneer een noodreservewiel wordt gebruikt, bestaat de kans dat het systeem niet
normaal functioneert.


Page 739 of 819

7–47
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Waarschuwingslampje van Smart
Brake Support remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent
(SBS/SCBS)
*
Het lampje gaat branden als de voorruit of
de radarsensor vuil zijn of als er een defect
is in het systeem. Controleer de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt op de
middendisplay.
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen.
Als het waarschuwingslampje brandt
vanwege een vuile radarsensor, het
voorembleem reinigen.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren als er andere
redenen zijn.
Waarschuwingslampje
voor laag brandstofpeil Het lampje gaat branden wanneer de
resterende brandstof ongeveer 9,0 liter
bedraagt.
OPMERKING
De momenten waarop het lampje gaat
branden kunnen variëren, aangezien de
brandstof in de tank overeenkomstig de
rijomstandigheden en de stand van de
auto in beweging is. Brandstof bijtanken.
120km/h
waarschuwingslampje*
Het 120 km/h waarschuwingslampje gaat
branden wanneer de rijsnelheid hoger
wordt dan 120 km/h. Verminder de rijsnelheid.


Page 740 of 819

7–48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Voorzitting)
Met waarschuwingslampje voor voorpassagierszitting
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel of
voorpassagierszitting bezet is en de veiligheidsgordel
niet vastgemaakt is terwijl het contact op ON staat.
Zonder waarschuwingslampje voor voorpassagierszitting
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje gaat branden
als de bestuurdersstoel bezet is en de veiligheidsgordel
niet vastgemaakt is terwijl het contact op ON staat.
Veiligheidsgordelwaarschuwing
Als er met de auto wordt gereden terwijl de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier niet is vastgemaakt, gaat
het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje branden en klinkt
er een waarschuwingszoemer.
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of de
voorpassagier niet aangegespt is (alleen wanneer
de voorpassagierszitting bezet is) en de snelheid
van de auto hoger is dan ongeveer 20 km/h, gaat
het waarschuwingslampje knipperen en wordt er
een zoemtoon gegeven. Na een korte tijd stopt
het waarschuwingslampje met knipperen. Dit
blijft echter branden en de zoemtoon stopt. Als
een veiligheidsgordel niet aangegespt blijft, gaat
het waarschuwingslampje knipperen en wordt de
zoemtoon weer voor een bepaalde tijd geactiveerd.
De zoemtoon stopt niet totdat de veiligheidsgordel
wordt aangegespt of een bepaalde tijd is verstreken, ook
niet als de rijsnelheid afneemt tot minder dan 20 km/h.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of
de voorpassagier niet aangegespt wordt nadat
de zoemtoon gestopt is (waarschuwingslampje
blijft branden) en de rijsnelheid hoger is dan 20
km/h, gaat het waarschuwingslampje knipperen
en wordt de zoemtoon opnieuw geactiveerd.
Door het plaatsen van zware voorwerpen
op de voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie van
de voorpassagierszitting geactiveerd worden,
afhankelijk van het gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat de
voorpassagiergewichtsensor juist kan
functioneren. De kans bestaat dat de sensor niet
goed functioneert omdat het extra zitkussen de
werking van de sensor zou kunnen hinderen.
Wanneer een klein kind op de
voorpassagierszitting zit, is het mogelijk
dat het waarschuwingslampje niet werkt.
Maak de veiligheidsgordels vast.


Page 747 of 819

7–55
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel
V o o r z i t t i n g
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier
niet is vastgemaakt, klinkt continu
een waarschuwingspieptoon. Als
de veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer
90 seconden doorgaan. De pieptoon
stopt nadat de veiligheidsgordel van
de bestuurder of voorpassagier is
vastgemaakt.
OPMERKING
  Bepaalde modellen zijn
niet voorzien van de
veiligheidsgordelwaarschuwingspieptoon
voor de voorpassagierszitting.
  Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
  Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat
dat de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
  Wanneer een klein kind op
de voorpassagierszitting
zit, is het mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
Achterzitting
De waarschuwingszoemer klinkt enkel als
een veiligheidsgordel wordt losgemaakt
nadat deze is vastgemaakt.
Waarschuwingszoemtoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
continu een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon
Voertuigen met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Als de sleutel uit het voertuig wordt
verwijderd terwijl het contact niet op OFF
is gezet en alle portieren gesloten zijn,
klinkt de pieptoon die buiten het voertuig
hoorbaar is 6 maal, klinkt de pieptoon die
binnen het voertuig hoorbaar is 6 maal
en gaat het KEY waarschuwingslampje
(rood) in de instrumentengroep continu
knipperen om de bestuurder op de hoogte
te stellen dat het contact niet op OFF is
gezet.


Page 808 of 819

10–2
Index
1
120 km/h waarschuwingszoemer ........ 7-60
A
Aanbevolen olie .................................. 6-26
Aanbevolen smeermiddelen .................. 9-7
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS)................................................. 4-122
Accu .................................................... 6-44
Inspectie van het niveau van het accu-
elektroliet....................................... 6-46
Laden ............................................. 6-47
Onderhoudspunt ............................ 6-46
Technische gegevens ....................... 9-6
Vernieuwen .................................... 6-47
Accu is uitgeput .................................. 7-25
Starten met een hulpaccu .............. 7-25
Achterklep ........................................... 3-25
Achterruitensproeier ........................... 4-89
Achterruitenwisser .............................. 4-88
Achterruitverwarming ......................... 4-90
Achterruit ...................................... 4-90
Achterste kledinghaken ..................... 5-175
Achteruitkijkmonitor ......................... 4-243
Afstelling van de beeldkwaliteit ... 4-252
Afwijking tussen de werkelijke
wegsituatie en het weergegeven
beeld ............................................ 4-251
Gebruik van de
achteruitkijkmonitor .................... 4-248
Gebruik van de display................ 4-247
Overschakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay ........ 4-244
Plaats van
achteruitparkeercamera ............... 4-244
Weergavebereik op het scherm ... 4-245
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA).............................................. 4-155
Achterzitting ......................................... 2-9
Active Driving Display ....................... 4-43
Adaptieve LED koplampen (ALH) ... 4-123 Afmetingen ......................................... 9-11
Afstandbediende portiervergrendeling ... 3-4
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) .............................................. 4-149
Indicatie op display ..................... 4-150
Afstelbare snelheidsbegrenzer .......... 4-189
Activering/deactivering ............... 4-193
Afstelbare
snelheidsbegrenzerdisplay........... 4-190
Hoofdindicatie van afstelbare
snelheidsbegrenzer (wit) ............. 4-191
Indicatie (wit)/indicatielampje (groen)
van instelfunctie van afstelbare
snelheidsbegrenzer ...................... 4-191
Instellen van het systeem ............ 4-194
Tijdelijk annuleren van het
systeem ........................................ 4-195
Waarschuwingspieptoon
snelheidsbegrenzer ...................... 4-192
Airbagsystemen ................................... 2-45
Als de Active Driving Display niet
functioneert ......................................... 7-63
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen .......................... 7-36
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ..... 4-102
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) ............................ 3-57
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) ....................... 3-62
Anti-wielspin regeling (TCS) ........... 4-103
TCS/DSC indicatielampje ........... 4-104
Asbak ................................................ 5-175
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume .............. 5-78
Audio-uit toets ............................... 5-79
Zoektoets ....................................... 5-78


Page 809 of 819

10–3
Index
Audio-installatie .................................. 5-20
Antenne ......................................... 5-20
Audiobedieningsschakelaar........... 5-77
Audioset [Type A/
Type B (niet-aanraakscherm)] ....... 5-36
Audioset [Type C/
Type D (aanraakscherm)] .............. 5-53
AUX/USB modus.......................... 5-79
Bedieningstips voor
audio-installatie ............................. 5-21
Automatische transmissie ................... 4-58
Actieve Aangepaste Overschakeling
(AAS) ............................................ 4-62
Bedieningsorganen van de
automatische transmissie ............... 4-58
Directe modus ............................... 4-70
Modus voor handbediende
overschakeling............................... 4-62
Rijtips ............................................ 4-71
Schakelblokkeersysteem ............... 4-59
Schakelstanden .............................. 4-60
B
Bagageruimteverlichting ................... 5-165
Banden ................................................ 6-50
Bandenspanning ............................ 6-50
Lekke band ...................................... 7-4
Noodreservewiel ........................... 6-53
Onderling verwisselen van de
banden ........................................... 6-51
Sneeuwbanden............................... 3-70
Sneeuwkettingen ........................... 3-70
Technische gegevens ..................... 9-14
Vernieuwen van een band.............. 6-52
Vernieuwen van een velg .............. 6-53
Bandenspanningcontrolesysteem ...... 4-238
Bedrijfstoestanddisplay ..................... 4-112
Bekerhouder ...................................... 5-170
Berichten die verschijnen op de
multi-informatiedisplay ....................... 7-50 Beveiligingssysteem
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) ...................... 3-57
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) ................. 3-62
Start-blokkeersysteem ................... 3-55
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek .................................... 7-3
Binnenspiegel ...................................... 3-44
Bluetooth
® ......................................... 5-101
Bluetooth® Audio
(Type A/Type B) .......................... 5-147
Bluetooth
® Audio
(Type C/Type D).......................... 5-150
Bluetooth
® handsfree
(Type A/Type B) .......................... 5-129
Bluetooth
® handsfree
(Type C/Type D).......................... 5-137
Oplossen van problemen ............. 5-161
Boordcomputer ................................... 4-34
Brandstof
Meter ............................................. 4-31
Tankinhoud ...................................... 9-8
Tankklep en -dop ........................... 3-37
Vereisten (MZR 1.6, SKYACTIV-G
1.5, SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5) ................................................ 3-32
Vereisten (SKYACTIV-D 1.5,
SKYACTIV-D 2.2) ........................ 3-33
Brandstofbesparing en
milieubescherming .............................. 3-65
Brandstofverbruikdisplay .................. 4-111
Brandstofverbruikmonitor ................. 4-110
Bedrijfstoestanddisplay ............... 4-112
Brandstofverbruikdisplay ............ 4-111
Einddisplay .................................. 4-115
Energiebesparingsdisplay ............ 4-115
Buitenspiegels ..................................... 3-41
Buitentemperatuurdisplay ................... 4-32


Page 811 of 819

10–5
Index
I
i-ACTIVSENSE ................................ 4-119
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) ........................................... 4-122
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) ........................................ 4-155
Actieve
rijondersteuningstechnologie ...... 4-119
Adaptieve LED koplampen
(ALH) .......................................... 4-123
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) ........................................ 4-149
Afstelbare snelheidsbegrenzer .... 4-189
Anti-botsingtechnologie .............. 4-120
Camera en sensoren..................... 4-120
Dodehoekmonitor (BSM)............ 4-134
Geavanceerde stadsverkeer-
remassistent (Advanced SCBS)
... 4-196
Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem ......................... 4-160
Radarsensoren (achter) ................ 4-229
Radarsensor (voor) ...................... 4-226
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ....................................... 4-127
Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ....................................... 4-174
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................... 4-216
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) ..................................... 4-209
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) ..................................... 4-202
Ultrasonische sensor (achter) ...... 4-231
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR) ........................................... 4-141
Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA) ......................................... 4-152
Vooruitrijcamera (FSC) ............... 4-219 i-ELOOP ........................................... 4-107
Bedrijfstoestanddisplay ............... 4-109
i-ELOOP indicatielampje ............ 4-109
i-ELOOP waarschuwingspieptoon ...... 7-57
i-stop ................................................... 4-15
Hellingstopfunctie ......................... 4-25
i-stop OFF schakelaar ................... 4-24
Indicatielampje (Groen) ................ 4-21
Waarschuwingslampje (Oranje) .... 4-21
i-stop waarschuwingszoemer .............. 7-57
In de volgende gevallen wordt een
waarschuwingszoemer geactiveerd ..... 7-54
120 km/h waarschuwingszoemer ... 7-60
Dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer .................. 7-58
i-ELOOP waarschuwingspieptoon ... 7-57
i-stop waarschuwingszoemer ........ 7-57
Rijsnelheidsalarm .......................... 7-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid ... 7-58
Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-56
Sleutel-in-bagageruimte-achtergelaten
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-56
Sleutel-uit-auto-verwijderd
waarschuwingspieptoon ................ 7-55
Verzoekschakelaar-buiten-werking
waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) ........ 7-56
Waarschuwingen van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
... 7-59
Waarschuwingspieptoon
buitentemperatuur ......................... 7-57
Waarschuwingspieptoon elektronische
stuurvergrendeling ......................... 7-59
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer ........................ 7-59
Waarschuwingspieptoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) ....... 7-55


Page 814 of 819

10–8
Index
P
Parkeersensorsysteem ....................... 4-253
Gebruik van het
parkeerhulpsensorsysteem........... 4-257
Sensordetectiebereik ................... 4-255
Periodieke onderhoudsbeurten .............. 6-3
Plafondlampen .................................. 5-165
Portiersloten ........................................ 3-13
Probleem
Accu is uitgeput............................. 7-25
Lekke band ...................................... 7-4
Oververhitting ............................... 7-30
Parkeren in noodgevallen ................ 7-2
Slepen in noodgevallen ................. 7-32
Starten in noodgevallen ................. 7-28
Wanneer de achterklep/het
kofferdeksel niet geopend kan
worden ........................................... 7-61
R
Radarsensor (Voor) ........................... 4-226
Radarsensoren (Achter) .................... 4-229
Registratie van de auto in het
buitenland .............................................. 8-2
Registratie van voertuiggegevens ......... 8-5
Remmen
Elektrische handrem ...................... 4-96
Handrem ............................... 4-95, 4-96
Pro¿ elslijtage-indicator ................. 4-99
Rembekrachtiging ......................... 4-99
Voetrem ......................................... 4-94
Waarschuwingslampje ................... 4-98
Reservewiel ........................................... 7-8
Richtingaanwijzers .............................. 4-82
Rijden in de winter .............................. 3-69
Rijsnelheidsalarm ................................ 7-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid ... 7-58
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-127
LDWS OFF schakelaar ............... 4-130 Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-174
Rijtips
Automatische transmissie.............. 4-71
Brandstofbesparing en
milieubescherming ........................ 3-65
Doorwaden van water ................... 3-72
Inrijden .......................................... 3-65
Modellen met turbolader
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D
2.2) ................................................ 3-73
Moeilijke rijomstandigheden ........ 3-66
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ................................................ 3-68
Rijden in de winter ........................ 3-69
Vloermat ........................................ 3-67
Ruiten
Elektrische ruitbediening .............. 3-46
Ruitenwisser
Vernieuwen van de ruitenwisserbladen
van de voorruit .............................. 6-40
Vernieuwen van het ruitenwisserblad
van de achterruit (Hatchback) ....... 6-42
S
Schuifdak ............................................ 3-52
Signalen voor rijbaanverandering ....... 4-83
Sleepmethoden .................................... 7-32
Slepen
Haak .............................................. 7-33
Trekken van caravans en aanhangers
(Europa/Rusland/Turkije/Israël/Zuid-
Afrika) ........................................... 3-74
Slepen in noodgevallen
Sleephaken .................................... 7-33
Sleepmethoden .............................. 7-32


Page 816 of 819

10–10
Index
U
Uitlaatgasreinigingssysteem (MZR 1.6,
SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G 2.5) .............................. 3-34
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-D 1.5,
SKYACTIV-D 2.2) .............................. 3-35
Ultrasonische sensor (Achter) ........... 4-231
V
Veiligheidsgordelsysteem
3-punts type ................................... 2-20
Noodblokkering............................. 2-19
Zwangere vrouwen ........................ 2-18
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR)................................................. 4-141
Verlichtingsregelaar ............................ 4-72
Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA) ............................................... 4-152
Vernieuwen
Banden........................................... 6-52
Gloeilampen .................................. 6-56
Ruitenwisser .................................. 6-40
Sleutelbatterij ................................ 6-47
Wiel ............................................... 6-53
Zekering ........................................ 6-74
Vertrekverlichting ............................... 4-77
Verzoekschakelaar-buiten-werking
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-56
Verzorging van de carrosserie ............. 6-79
Bescherming van holle ruimten .... 6-84
Bijwerken van lakbeschadigingen ... 6-84
Chassiscoating ............................... 6-85
Onderhoud van aluminium velgen ... 6-85
Onderhoud van de lak ................... 6-81
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-86
Onderhoud van verchroomde en
aluminium onderdelen ................... 6-84 Verzorging van het interieur ................ 6-86
Onderhoud van bekleding ............. 6-87
Onderhoud van de Active Driving
Display .......................................... 6-89
Onderhoud van de bovenkant van het
instrumentenpaneel
(zachte bekleding) ......................... 6-89
Onderhoud van de
veiligheidsgordels ......................... 6-87
Onderhoud van het paneel ............. 6-89
Onderhoud van kunststof
bekleding ....................................... 6-87
Onderhoud van lederen bekleding ... 6-87
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-89
Reinigen van de binnenzijde van de
ruiten ............................................. 6-90
Vloeistof
Automatische transmissie
(4-versnellingsbak) ........................ 6-37
Rem/koppeling .............................. 6-36
Ruitensproeier ............................... 6-38
Vloeistoffen
Classi¿ catie ..................................... 9-7
Vloermat ............................................. 3-67
Voertuiginformatielabels ....................... 9-2
Voetrem ............................................... 4-94
Voorruitensproeier ............................... 4-88
Voorruitenwissers ................................ 4-84
Vooruitrijcamera (FSC) ..................... 4-219
Voorzitting ............................................. 2-6


Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80