MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 251 of 779

▼9RRUUXLWHQVSURHLHU
9RRUKHWVSURHLHQYDQVSURHLHUYORHLVWRIHQ
KHWDFWLYHUHQYDQGHYRRUUXLWHQZLVVHUVGH
UXLWHQZLVVHUKHQGHOPHHUGHUHNHUHQQDDUX
WRHWUHNNHQ

 8,7
 5XLWHQVSURHLHU
OPMERKING
xAls de voorruitensproeier wordt
gebruikt terwijl de voorruitenwissers
niet zijn ingeschakeld, zullen de
voorruitenwissers enkele wisbewegingen
maken.
xWanneer u de ruitenwisserhendel
eenmaal naar u toe trekt, wordt
sproeiervloeistof alleen gesproeid
wanneer de voorruitenwissers zich van
de rustpositie bewegen naar het punt
waar ze weer terugkeren. Wanneer u de
ruitenwisserhendel naar u toe trekt
terwijl de voorruitenwissers terugkeren
naar de rustpositie, wordt de
sproeiervloeistof pas gesproeid tijdens
de volgende cyclus.
,QGLHQGHUXLWHQVSURHLHUQLHWZHUNWKHW
YORHLVWRIQLYHDXLQVSHFWHUHQ SDJLQD
 $OVKHWYORHLVWRIQLYHDXLQRUGHLV
UDDGSOHHJGDQHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXU
ELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GD
UHSDUDWHXU
$FKWHUUXLWHQZLVVHUHQ
UXLWHQVSURHLHU

▼$FKWHUUXLWHQZLVVHUHQ
UXLWHQVSURHLHU
9RRUJHEUXLNYDQGHUXLWHQZLVVHUVPRHW
KHWFRQWDFWRS21VWDDQ
▼$FKWHUUXLWHQZLVVHU
6FKDNHOGHUXLWHQZLVVHULQGRRUKHW
GUDDLHQYDQGHVFKDNHODDU
DFKWHUUXLWHQZLVVHUVSURHLHU
6FKDNHODDUVWDQG%HGLHQLQJYDQGHUXLWHQ(
ZLVVHUV
6SXLWVSURHLHUYORHLVWRIRSGH
DFKWHUUXLWHQEHGLHQGHDFK(
WHUUXLWHQZLVVHU
7\ S H  $ 7\ S H  %
1RUPDDO
7\ S H  $ 7\ S H  %
,QWHUYDOZHUNLQJ
6WRS
6SXLWVSURHLHUYORHLVWRIRSGH
DFKWHUUXLWHQEHGLHQGHDFK(
WHUUXLWHQZLVVHU
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 252 of 779

▼$FKWHUUXLWHQVSURHLHU
9RRUKHWVSURHLHQYDQVSURHLHUYORHLVWRIGH
VFKDNHODDUDFKWHUUXLWHQZLVVHUVSURHLHU
QDDUGH
VWDQGGUDDLHQ1DKHWORVODWHQ
YDQGHVFKDNHODDU]DOGHUXLWHQVSURHLHU
VWRSSHQ
OPMERKING
Wanneer de voorruitensproeiers werken
(vanaf het moment dat aan de
ruitenwisserhendel wordt getrokken totdat
wordt gestopt met het sproeien van
sproeiervloeistof), sproeit de
achterruitensproeier geen
sproeiervloeistof, ook niet als u de
schakelaar bediend.
,QGLHQGHUXLWHQVSURHLHUQLHWZHUNWKHW
YORHLVWRIQLYHDXLQVSHFWHUHQ SDJLQD
 $OVKHWYORHLVWRIQLYHDXLQRUGHLV
HQGHUXLWHQVSURHLHUZHUNWQRJVWHHGVQLHW
UDDGSOHHJGDQHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXU
ELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH
0D]GDUHSDUDWHXU
.RSODPSVSURHLHU
▼▼.RSODPSVSURHLHU
'HPRWRUGLHQWJHVWDUWWH]LMQHQGH
NRSODPSHQGLHQHQLQJHVFKDNHOGWH]LMQ

$OVXGHNRSODPSVSURHLHUVZLOWJHEUXLNHQ
GHUXLWHQZLVVHUKHQGHOWZHHPDDOQDDUXWRH
WUHNNHQ

 8,7
 5XLWHQVSURHLHU
OPMERKING
xWanneer na het inschakelen van de
koplampen de voorruitensproeier voor
de eerste keer wordt gebruikt, werken de
koplampsproeiers automatisch.
xAls er lucht in de
koplampsproeiervloeistofleiding
aanwezig is, bijvoorbeeld in gevallen
wanneer de auto pas nieuw is of nadat
een leeg sproeiervloeistofreservoir
opnieuw met sproeiervloeistof gevuld is,
zal wanneer de ruitenwisserhendel
bediend wordt geen sproeiervloeistof
gesproeid worden. Volg in dit geval
onderstaande procedure:
1. Start de motor.
2. Schakel de koplampen in.
3. Trek de ruitenwisserhendel
herhaalde malen tweemaal naar u
toe totdat de sproeiervloeistof naar
buiten sproeit.
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 253 of 779

$FKWHUUXLWYHUZDUPLQJ
▼$FKWHUUXLWYHUZDUPLQJ
'HDFKWHUUXLWYHUZDUPLQJRQWGRHWGH
DFKWHUUXLWYDQZDVHP

9RRUJHEUXLNYDQGHDFKWHUUXLWYHUZDUPLQJ
PRHWKHWFRQWDFWRS21VWDDQ

'UXNRSGHVFKDNHODDURPGH
DFKWHUUXLWYHUZDUPLQJLQWHVFKDNHOHQ'H
DFKWHUUXLWYHUZDUPLQJIXQFWLRQHHUW
JHGXUHQGHRQJHYHHUPLQXWHQHQZRUGW
GDQDXWRPDWLVFKXLWJHVFKDNHOG
:DQQHHUGHDFKWHUUXLWYHUZDUPLQJLQ
ZHUNLQJLVEUDQGWKHWLQGLFDWLHODPSMH

'UXNQRJPDDOVRSGHVFKDNHODDURPGH
DFKWHUUXLWYHUZDUPLQJXLWWHVFKDNHOHQ
DOYRUHQVGHPLQXWHQ]LMQYHUVWUHNHQ
 ,QGLFDWLHODPSMH
23*(/(7
¾Gebruik nooit scherpe voorwerpen of
ruitreinigingsmiddelen die
schuurmiddelen bevatten om de
binnenzijde van de achterruit te reinigen.
Dit om beschadiging van de
verwarmingsdraden in de ruit te
voorkomen.
OPMERKING
xDeze achterruitverwarming is niet
bestemd voor het doen smelten van
sneeuw. Als sneeuw zich op de
achterruit heeft opgehoopt, deze eerst
verwijderen alvorens de
achterruitverwarming te gebruiken.
xDe werkingsduur van de
achterruitverwarming kan ingesteld
worden van 15 minuten tot continu.
Wanneer de werkingsduur wordt
ingesteld op continue werken, blijft de
achterruitverwarming in werking totdat
het contact op OFF wordt gezet.
Zie de sectie Instellingen in het MZD
Connect instructieboekje.
▼9RRUUXLWHQZLVVHURQWGRRLHU
'HWKHUPLVFKHHOHPHQWHQRSGHYROJHQGH
SRVLWLHVZRUGHQZDUPHQPDNHQKHW
PRJHOLMNVQHHXZWHYHUZLMGHUHQGLH]LFK
RSGHYRRUUXLWKHHIWRSJHKRRSW
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 254 of 779

0RGHOPHWOLQNVVWXXU
0RGHOPHWUHFKWVVWXXU
'HYRRUUXLWHQZLVVHURQWGRRLHUZHUNWLQ
FRPELQDWLHPHWGHDFKWHUUXLWYHUZDUPLQJ
9RRUKHWLQVFKDNHOHQYDQGH
YRRUUXLWHQZLVVHURQWGRRLHUKHWFRQWDFWRS
21]HWWHQHQGH
DFKWHUUXLWYHUZDUPLQJVVFKDNHODDU
LQGUXNNHQ SDJLQD 
 ,QGLFDWLHODPSMH
▼6SLHJHOYHUZDUPLQJ
'HVSLHJHOYHUZDUPLQJHQRQWGRRLHQGH
EXLWHQVSLHJHOV

'HVSLHJHOYHUZDUPLQJHQZHUNHQLQ
FRPELQDWLHPHWGHDFKWHUUXLWYHUZDUPLQJ
9RRUKHWLQVFKDNHOHQYDQGH
VSLHJHOYHUZDUPLQJHQKHWFRQWDFWRS21
]HWWHQHQGH
DFKWHUUXLWYHUZDUPLQJVVFKDNHODDU
LQGUXNNHQ SDJLQD 
 ,QGLFDWLHODPSMH
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 255 of 779

&OD[RQ
▼&OD[RQ
'UXNYRRUKHWJHEUXLNYDQGHFOD[RQRS
KHW
V\PERRORSKHWVWXXUZLHO
:DDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQ
▼:DDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQ
'HZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQGLHQHQ
VWHHGVWHZRUGHQJHEUXLNWZDQQHHUXGH
DXWRLQHHQQRRGJHYDORSGHULMEDDQRI
ODQJVGHNDQWYDQGHZHJWRWVWLOVWDQG
EUHQJW

'HZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQGLHQHQ
DOVZDDUVFKXZLQJYRRUGHRYHULJH
ZHJJHEUXLNHUVRPELM]RQGHUH
YRRU]LFKWLJKHLGLQDFKWWHQHPHQELMKHW
EHQDGHUHQRISDVVHUHQYDQXZDXWR

'UXNGH
ZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWVFKDNHODDULQ
HQDOOHULFKWLQJDDQZLM]HUODPSHQ]XOOHQ
JDDQNQLSSHUHQ'HLQGLFDWLHODPSMHVYDQ
GHZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQLQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSJDDQWHJHOLMNHUWLMG
NQLSSHUHQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV


Page 256 of 779

OPMERKING
xDe richtingaanwijzers kunnen niet
gebruikt worden wanneer de
waarschuwingsknipperlichten zijn
ingeschakeld.
xControleer de plaatselijk geldende
bepalingen betreffende het gebruik van
de waarschuwingsknipperlichten bij het
slepen van de auto om na te gaan of er
geen inbreuk wordt gedaan op de
wettelijke bepalingen.
xAls het rempedaal tijdens het rijden op
gladde wegen wordt ingetrapt, kan het
noodstopsignaalsysteem in werking
treden waardoor alle richtingaanwijzers
en signalen voor rijstrookverandering
gaan knipperen. Zie
Noodstopsignaalsysteem op pagina
4-93.
xWanneer het noodstopsignaalsysteem in
werking is, gaan alle richtingaanwijzers
automatisch snel knipperen om de
bestuurder van het voertuig achter u te
waarschuwen voor een plotselinge
noodstopsituatie. Zie
Noodstopsignaalsysteem op pagina
4-93.
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV


Page 257 of 779

5HPV\VWHHP
▼9R H W U H P
'H]HDXWRLVXLWJHUXVWPHWHHQEHNUDFKWLJG
UHPV\VWHHPGDWELMQRUPDDOJHEUXLN
]LFK]HOIDXWRPDWLVFKDIVWHOW

,QKHWJHYDOGHUHPEHNUDFKWLJLQJXLWYDOW
YDQZHJHKHWDIVODDQYDQGHPRWRURIHQLJH
DQGHUHUHGHQNXQWXGHDXWRDOVQRJWLMGLJ
WRWVWLOVWDQGEUHQJHQGRRUKHWUHPSHGDDO
PHWHHQJURWHUHNUDFKWGDQQRUPDDOLQWH
GUXNNHQ'HUHPDIVWDQGZRUGWGDQHFKWHU
ODQJHUGDQJHEUXLNHOLMN
:$$56&+8:,1*
Laat de auto nadat de motor is afgeslagen
of stopgezet niet doorrijden, maar zoek een
veilige plaats op om te stoppen:
De auto laten doorrijden wanneer de
motor is afgeslagen of stopgezet is
gevaarlijk. Voor het indrukken van het
rempedaal is dan meer kracht vereist en
wanneer u het rempedaal pompend blijft
indrukken, bestaat de kans dat de
rembekrachtiging wegvalt. Dit heeft een
langere remweg tot gevolg en kan zelfs
ongelukken veroorzaken.
Schakel bij afdaling van steile hellingen in
een lagere versnelling:
Het is gevaarlijk wanneer u tijdens het
rijden uw voet onafgebroken op het
rempedaal laat rusten of over lange
afstanden de remmen continu gebruikt. Dit
veroorzaakt oververhitting van de
remmen, hetgeen een langere remweg en
zelfs volledige weigering van de remmen
tot gevolg kan hebben. Dit kan er toe
leiden dat u de macht over het stuur
verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Vermijd doorlopend gebruik van de
remmen.
Droog remmen die nat geworden zijn door
langzaam te rijden, het gaspedaal los te
laten en het rempedaal enkele malen licht
in te trappen totdat de remwerking weer
normaal wordt:
Rijden met natte remmen is gevaarlijk. De
grotere remafstand of het naar één kant
trekken van de auto tijdens het remmen
kan een ernstig ongeluk veroorzaken. Licht
afremmen geeft aan of het remvermogen
verminderd is.
23*(/(7
¾Laat uw voet tijdens het rijden niet op het
koppelingspedaal of rempedaal rusten
en houd het koppelingspedaal niet
onnodig halverwege ingetrapt. Anders
kan dit onderstaande gevolgen hebben:
¾De onderdelen van koppeling en rem
zullen sneller slijten.
¾De remmen kunnen oververhit raken
waardoor de remwerking nadelig
beïnvloed wordt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 258 of 779

¾Trap het rempedaal altijd met uw
rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal
met de niet gewende linkervoet intrapt,
kan dit in een noodsituatie uw reactietijd
vertragen wat een onvoldoende
remwerking tot gevolg kan hebben.
¾Draag schoenen die geschikt zijn voor
het rijden om te voorkomen dat uw
schoen bij het intrappen van het
gaspedaal met het rempedaal in
aanraking komt.
▼▼(OHNWULVFKHKDQGUHP (3%
+HW(3%V\VWHHPWUHNWGHKDQGUHPDDQ
PHWEHKXOSYDQHHQHOHNWULVFKHPRWRU+HW
V\VWHHPNDQDXWRPDWLVFKHQKDQGPDWLJ
ZRUGHQEHGLHQG
:DQQHHUGHKDQGUHPZRUGWDDQJHWURNNHQ
JDDWKHWLQGLFDWLHODPSMHYDQGH(3%
VFKDNHODDUEUDQGHQKHWODPSMHJDDWXLW
ZDQQHHUGHKDQGUHPZRUGWYULMJH]HW
 ,QGLFDWLHODPSMH
:$$56&+8:,1*
Rijd niet met de auto met aangetrokken
handrem:
Als er met aangetrokken handrem met de
auto wordt gereden, kunnen de
remonderdelen oververhit raken en kan het
remsysteem onklaar worden, wat
ongelukken kan veroorzaken.
Zet de handrem vrij voordat u gaat rijden
en controleer of het EPB indicatielampje in
de instrumentengroep uitgaat.
Trek de handrem aan bij het verlaten van
de auto:
Als u de handrem niet aantrekt bij het
parkeren van de auto, kan de auto
onverwacht gaan rijden en een ongeluk
veroorzaken. Trek de handrem aan voordat
u gaat rijden en controleer of het EPB
indicatielampje in de instrumentengroep
gaat branden.
OPMERKING
xDe handrem kan niet aangetrokken of
vrijgezet worden wanneer de accu van
de auto uitgeput is.
Zie Starten met een hulpaccu op pagina
7-49.
xWanneer het waarschuwingslampje
laadsysteem in de instrumentengroep
gaat branden, kan de handrem niet
worden aangetrokken nadat het contact
uit is gezet. Trek de handrem handmatig
aan voordat u het contact uit zet.
xEr is een geluid hoorbaar wanneer de
handrem wordt aangetrokken of
vrijgezet, dit duidt echter niet op een
probleem.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 259 of 779

xAls de EPB gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt, wordt terwijl de auto
geparkeerd staat een automatische
inspectie van het systeem uitgevoerd. Er
is een werkingsgeluid hoorbaar, echter
dit duidt niet op een probleem.
xWanneer de handrem wordt
aangetrokken en het contact uit wordt
gezet, is een werkingsgeluid hoorbaar,
dit duidt echter niet op een probleem.
xHet is mogelijk dat het rempedaal
beweegt terwijl de handrem wordt
aangetrokken of vrijgezet, dit duidt
echter niet op een probleem.
xAls er een probleem is met het
remsysteem (voetrem) tijdens het rijden,
trek dan continu aan de EPB schakelaar
om de remmen aan te trekken en af te
remmen of de auto tot stilstand te
brengen. De zoemer om u eraan te
herinneren dat de handrem is
aangetrokken wordt geactiveerd
wanneer de rem wordt aangetrokken.
Wanneer de schakelaar wordt
losgelaten, wordt de rem vrijgegeven en
stopt de zoemer.
xAls de handrem wordt aangetrokken
terwijl het contact uit staat of in stand
ACC staat, is het mogelijk dat het EPB
indicatielampje in de instrumentengroep
en het indicatielampje in de schakelaar
gedurende 15 seconden gaan branden.
xWanneer een automatische
autowasinstallatie wordt gebruikt
waarbij de voorbanden worden
vastgezet, moet de automatische werking
van de handrem worden geannuleerd
voordat de auto de autowasinstallatie in
gaat. Zie voor bijzonderheden
Annuleren van de automatische werking
van de handrem.
+DQGEHGLHQLQJ
'HKDQGUHPKDQGPDWLJDDQWUHNNHQ
:DQQHHUKHWUHPSHGDDOVWHYLJZRUGW
LQJHWUDSWHQGH(3%VFKDNHODDURPKRRJ
ZRUGWJHWURNNHQZRUGHQGHKDQGUHP
DDQJHWURNNHQRQJHDFKWGHVWDQGYDQKHW
FRQWDFW:DQQHHUGHKDQGUHPZRUGW
DDQJHWURNNHQJDDQKHW(3%
LQGLFDWLHODPSMHLQGHLQVWUXPHQWHQJURHS
HQKHWLQGLFDWLHODPSMHYDQGH(3%
VFKDNHODDUEUDQGHQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 260 of 779

'HKDQGUHPKDQGPDWLJYULM]HWWHQ
:DQQHHUKHWUHPSHGDDOVWHYLJZRUGW
LQJHWUDSWHQGH(3%VFKDNHODDUZRUGW
LQJHGUXNWWHUZLMOKHWFRQWDFWDDQVWDDWRI
GHPRWRUGUDDLWZRUGWGHKDQGUHP
YULMJH]HW:DQQHHUGHKDQGUHPZRUGW
YULMJH]HWJDDQKHW(3%LQGLFDWLHODPSMHLQ
GHLQVWUXPHQWHQJURHSHQKHW
LQGLFDWLHODPSMHYDQGH(3%VFKDNHODDUXLW
:DQQHHUGH(3%VFKDNHODDUZRUGW
LQJHGUXNW]RQGHUGDWKHWUHPSHGDDOZRUGW
LQJHWUDSWZRUGWLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HHQEHULFKW
ZHHUJHJHYHQRPGHEHVWXXUGHUHURSWH
ZLM]HQGDWKHWUHPSHGDDOPRHWZRUGHQ
LQJHWUDSW
=LH%HULFKWHQGLHYHUVFKLMQHQRSGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\RSSDJLQD
$XWRPDWLVFKHZHUNLQJ
'HKDQGUHPDXWRPDWLVFKDDQWUHNNHQ
:DQQHHUKHWFRQWDFWYDQVWDQG21QDDU
VWDQG$&&RI2))ZRUGWJH]HWZRUGWGH
KDQGUHPDXWRPDWLVFKDDQJHWURNNHQ
:DQQHHUGHKDQGUHPZRUGWDDQJHWURNNHQ
JDDQKHW(3%LQGLFDWLHODPSMHLQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSHQKHWLQGLFDWLHODPSMH
YDQGH(3%VFKDNHODDUEUDQGHQ
OPMERKING
De automatische werking van de handrem
moet worden geannuleerd om de handrem
vrij te zetten wanneer het contact op OFF
wordt gezet. Zie voor bijzonderheden
Annuleren van de automatische werking
van de handrem.
'HKDQGUHPDXWRPDWLVFKYULM]HWWHQ
$OVKHWJDVSHGDDOZRUGWLQJHWUDSWWHUZLMO
GHKDQGUHPLVDDQJHWURNNHQHQDDQDOOH
RQGHUVWDDQGHYRRUZDDUGHQLVYROGDDQ
ZRUGWGHKDQGUHPDXWRPDWLVFKYULMJH]HW
:DQQHHUGHKDQGUHPZRUGWYULMJH]HWJDDQ
KHW(3%LQGLFDWLHODPSMHLQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSHQKHWLQGLFDWLHODPSMH
YDQGH(3%VFKDNHODDUXLW
x:DQQHHUGHPRWRUGUDDLW
x+HWEHVWXXUGHUVSRUWLHULVJHVORWHQ
x'HYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGHEHVWXXUGHU
LVYDVWJHPDDNW
x 0RGHOPHWKDQGJHVFKDNHOGH
YHUVQHOOLQJVEDN
x'HYHUVQHOOLQJVKHQGHOVWDDWLQHHQ
DQGHUHVWDQGGDQGHQHXWUDDOVWDQG
x+HWNRSSHOLQJVSHGDDOZRUGW
KDOYHUZHJHLQJHWUDSW
x 0RGHOPHWDXWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH
'HNHX]HKHQGHOVWDQG'0RI5
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 ... 780 next >