MAZDA MODEL 6 2015 Handleiding (in Dutch)
Page 171 of 841
Rusland/Helling tot 12%
MODELTOTALE
AANHANGERGEWICHTBRUTO
TOTAALGE-
WICHT
Carrosse-
rieMotor Transmissiei-stop
systeemi-ELOOP
systeemAanhanger
zonder remAanhanger
met remAanhanger
met rem
SedanSKYACTIV-G 2.0
STANDAARD
VERMOGENHandgescha-
kelde
versnellings-
bak――680 kg 1300 kg 3235 kg
SedanSKYACTIV-G 2.0
STANDAARD
VERMOGENAutomatische
transmissie――680 kg 1500 kg 3465 kg
SedanSKYACTIV-G 2.0
STANDAARD
VERMOGENHandgescha-
kelde
versnellings-
bak×―680 kg 1300 kg 3235 kg
SedanSKYACTIV-G 2.0
STANDAARD
VERMOGENAutomatische
transmissie×―680 kg 1500 kg 3465 kg
Sedan SKYACTIV-G 2.5Automatische
transmissie×―680 kg 1500 kg 3500 kg
Sedan SKYACTIV-G 2.5Automatische
transmissie× × 680 kg 1500 kg 3500 kg
×: Beschikbaar
―: Niet beschikbaar
KOGELDRUK VAN AANHANGER: 75 kg
Israël/Helling tot 12%
MODELTOTALE
AANHANGERGEWICHTBRUTO
TOTAALGE-
WICHT
Carrosse-
rieMotor Transmissiei-stop
systeemi-ELOOP
systeemAanhanger
zonder remAanhanger
met remAanhanger
met rem
Sedan SKYACTIV-G 2.0Automatische
transmissie×―680 kg 1500 kg 3435 kg
Sedan SKYACTIV-G 2.5Automatische
transmissie× × 680 kg 1500 kg 3465 kg
Wagon SKYACTIV-G 2.0Automatische
transmissie×―680 kg 1500 kg 3460 kg
×: Beschikbaar
―: Niet beschikbaar
KOGELDRUK VAN AANHANGER: 75 kg
Alvorens te gaan rijden
Slepen
3-83
Page 172 of 841
Zuid-Afrika/Helling tot 12%
MODELTOTALE
AANHANGERGEWICHTBRUTO
TOTAALGE-
WICHT
Carrosse-
rieMotor Transmissiei-stop
systeemi-ELOOP
systeemAanhanger
zonder remAanhanger
met remAanhanger
met rem
Sedan SKYACTIV-G 2.0Handgescha-
kelde
versnellings-
bak×―680 kg 1250 kg 3150 kg
Sedan SKYACTIV-G 2.0Automatische
transmissie×―680 kg 1250 kg 3185 kg
Sedan SKYACTIV-G 2.5Automatische
transmissie× × 680 kg 1250 kg 3215 kg
Sedan SKYACTIV-D 2.2Automatische
transmissie×―730 kg 1250 kg 3255 kg
×: Beschikbaar
―: Niet beschikbaar
KOGELDRUK VAN AANHANGER: 75 kg
WAARSCHUWING
Zorg er voor dat het gewicht van de te trekken lading nooit meer bedraagt dan de
voorgeschreven limieten zoals aangegeven in de Tabel van Aanhangergewichten:
Het is gevaarlijk wanneer u probeert een aanhanger te trekken waarvan het gewicht
het toegestane totaalgewicht overschrijdt, aangezien dit ernstige problemen ten
aanzien van de wegligging en de rijprestaties tot gevolg kan hebben, hetgeen tot
persoonlijk letsel en/of schade aan de auto kan leiden.
Zorg er voor dat de kogeldruk nooit meer bedraagt dan de voorgeschreven limieten
zoals aangegeven in de Tabel van Aanhangergewichten:
Het is gevaarlijk wanneer een aanhanger belast wordt met meer gewicht aan de
achterzijde dan aan de voorzijde. Dit kan tot gevolg hebben dat u de macht over het
stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
OPMERKING
lHet totale aanhangergewicht en de kogeldruk kan worden bepaald door het gewicht
van de aanhanger op een weegbrug (bij een weegstation langs de snelweg of bij een
transportbedrijf) te controleren.
lEen juist totaal aanhangergewicht en kogeldruk kan het gevaar voorkomen dat de
aanhanger als gevolg van zijwind, slechte wegen of andere oorzaken gaat slingeren.
3-84
Alvorens te gaan rijden
Slepen
Page 173 of 841
qTrekhaak
Maak bij het trekken van een aanhanger gebruik van de juiste trekhaak. Het wordt
aanbevolen gebruik te maken van een originele Mazda trekhaak. Gebruik de originele
gaten die door de autofabrikant zijn geboord voor het bevestigen van de trekhaak. Neem
voor nadere informatie contact op met uw officiële Mazda dealer.
C
Eenheid: mm
A
BC A: 350—420
B: 1178,5
C: 1046,9 Montagepunten voor trekhaak (Sedan)
Max. 75 kg
Aankoppelpunt van trekhaak
Alvorens te gaan rijden
Slepen
3-85
Page 174 of 841
C
Eenheid: mm
A
BC A: 350—420
B: 1178,5
C: 1046,9 Montagepunten voor trekhaak (Wagon)
Max. 75 kg
Aankoppelpunt van trekhaak
qBanden
Zorg er voor bij het trekken van een aanhanger dat de bandenspanning van alle banden
overeenkomt met de voorgeschreven koude-bandenspanning, zoals aangegeven op de
bandenspanningstabel welke zich op het frame van het bestuurdersportier bevindt. De
bandenmaat van de aanhanger, het toegestane belastbare gewicht en de bandenspanning
dient overeen te komen met de specificaties van de fabrikant.
WAARSCHUWING
Gebruik nooit het noodreservewiel tijdens het trekken van een aanhanger:
Gebruik van het noodreservewiel op uw auto tijdens het trekken van een aanhanger is
gevaarlijk, aangezien dit kan leiden tot het defect raken van de band en verlies van de
macht over het stuur, waardoor de inzittenden van de auto letsel kunnen oplopen.
3-86
Alvorens te gaan rijden
Slepen
Page 175 of 841
qVeiligheidskettingen
Veiligheidskettingen dienen gebruikt te worden bij wijze van voorzorgsmaatregel, in het
geval de aanhanger per ongeluk van de trekhaak los zou raken. Deze kettingen dienen
kruiselings onder de tongplaat van de aanhanger aangebracht te worden en aan de trekstang
bevestigd te worden. Laat voldoende speling over zodat volledige bochten mogelijk zijn.
Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de literatuur die ter beschikking wordt gesteld door
uw aanhanger- of trekhaakfabrikant.
WAARSCHUWING
Controleer vóór vertrek of de veiligheidsketting stevig aan zowel de aanhanger als aan
het trekkende voertuig is bevestigd:
Het trekken van een aanhanger zonder gebruik te maken van een veiligheidsketting
die stevig aan zowel de aanhanger als aan het trekkende voertuig is bevestigd, is
gevaarlijk. Als er schade ontstaat aan de aanhangerkoppeling of de trekstangkogel,
kan de aanhanger naar een andere rijbaan uitzwenken en een botsing veroorzaken.
qAanhangerverlichting
OPGELET
Sluit het verlichtingssysteem van een aanhanger niet rechtstreeks aan op het
verlichtingssysteem van uw Mazda. Hierdoor kan de elektrische installatie en het
verlichtingssysteem van uw auto beschadigd raken. Neem voor het aansluiten van de
verlichting van een aanhanger contact op met een officiële Mazda dealer.
qAanhanger-remsysteem
Controleer de tabel van maximum aanhangergewichten in Gewichtsbeperkingen (pagina
3-75), en als het gewicht van uw aanhanger de waarde aangegeven in TOTALE
AANHANGERGEWICHT (Aanhanger zonder rem) overschrijdt, is een aanhangerrem
vereist.
Indien uw aanhanger van een remsysteem is voorzien, dient dit te voldoen aan alle
landelijke geldende voorschriften.
Alvorens te gaan rijden
Slepen
3-87
Page 176 of 841
WAARSCHUWING
Sluit geen hydraulisch aanhanger-remsysteem op het remsysteem van uw auto aan:
Wanneer een hydraulisch aanhanger-remsysteem rechtstreeks wordt aangesloten op
het remsysteem van de auto, kan dit tot onvoldoende remvermogen leiden waardoor de
kans bestaat op letsel.
qTips voor het trekken van een aanhanger
Alvorens te gaan rijden
lControleer of uw Mazda zich nagenoeg normaal gedraagt wanneer er een belaste of
onbelaste aanhanger aan wordt gekoppeld. Niet gaan rijden wanneer de wagen
abnormaal naar voren of naar achteren overhelt. Inspecteer op een verkeerde belasting
van de trekhaakkogel, versleten onderdelen van de wielophanging en overbelasting van
de aanhanger. Laat de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur controleren.
lZorg er voor dat de lading van de aanhanger stevig bevestigd is om te voorkomen dat
deze gaat schuiven.
lZorg er voor dat de spiegels voldoen aan alle wettelijke bepalingen. Inspecteer deze.
lInspecteer alvorens te gaan rijden de werking van alle lichten van de auto en de
aanhanger en alle verbindingen tussen de auto en de aanhanger. Stop na het rijden van
een korte afstand en inspecteer nogmaals alle lichten en verbindingen.
Rijden
lUw Mazda zal zich tijdens het trekken van een aanhanger anders gedragen dan normaal,
oefen dus het maken van bochten, het achteruit rijden en parkeren op een plaats zonder
verkeer.
lNeem de tijd om gewend te raken aan het extra gewicht en de lengte.
lBij het trekken van een aanhanger nooit harder rijden dan 100 km/h. Als de plaatselijke
wettelijk toegestane maximum snelheid bij het trekken van een aanhanger minder is dan
100 km/h, de wettelijk toegestane snelheid niet overschrijden.
OPGELET
Als u bij het trekken van een aanhanger sneller rijdt dan 100 km/h, bestaat de kans dat
uw auto beschadigd wordt.
lSchakel bij het oprijden van een helling in een lagere versnelling om de kans op
overbelasting of oververhitting van de motor, of beide, te verminderen.
3-88
Alvorens te gaan rijden
Slepen
Page 177 of 841
lSchakel bij het afrijden van een helling in een lagere versnelling en gebruik de
motorcompressiedruk voor het verkrijgen van de benodigde remwerking. Besteed
voortdurend aandacht aan de snelheid en gebruik de remmen enkel wanneer dit nodig is.
Wanneer het rempedaal gedurende langere tijd ingedrukt wordt gehouden, kan dit tot
oververhitting van de remmen en verlies van remvermogen leiden.
Parkeren
Vermijd het parkeren op een helling met een aanhangwagen. Als dit niet anders kan,
onderstaande instrukties volgen.
Parkeren op een helling
1. Trek de handrem aan en druk de voetrem in.
2. Laat iemand de wielen blokkeren van de auto en de aanhangwagen, terwijl u de remmen
aangetrokken houdt.
3. Nadat de wielen geblokkeerd zijn, langzaam de handrem vrijzetten en de voetrem
loslaten en de wielblokken het gewicht laten dragen.
4. Trek de handrem stevig aan.
5. Als de auto een automatische transmissie heeft, de keuzehendel in stand P zetten. Bij
een handgeschakelde versnellingsbak, de versnellingshendel in stand 1 of R zetten.
Starten op een helling
1. Start de motor (pagina 4-4).
2. Laat de handrem los en rijd langzaam een korte afstand van de wielblokken vandaan.
3. Stop op het dichtstbijzijnde horizontale weggedeelte, trek de handrem aan en raap de
wielblokken op.
Alvorens te gaan rijden
Slepen
3-89
Page 178 of 841
3-90
Page 179 of 841
4Tijdens het rijden
Informatie betreffende veilig rijden en stoppen
Motor start/stop ....................................... 4-2
Contactschakelaar ............................... 4-2
Starten van de motor ........................... 4-4
Stopzetten van de motor .................... 4-12
i-stop ................................................. 4-14
Instrumentengroep en display .............. 4-24
Meters en tellers ................................ 4-24
Actief rijden display
í....................... 4-37
Waarschuwings/indikatielampjes ...... 4-40
Transmissie ............................................ 4-79
Schakelaars en regelaars ....................... 4-94
Lichtschakelaar ................................. 4-94
Voormistlichten
í............................ 4-101
Achtermistlichtí............................. 4-103
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering .......................... 4-105
Voorruitenwissers en ruitensproeier .... 4-106
Achterruitenwisser en ruitensproeierí.... 4-111
Koplampsproeierí.......................... 4-111
Achterruitverwarming ..................... 4-112
Claxon ............................................. 4-113
Waarschuwingsknipperlichten ........ 4-114
Remmen ................................................ 4-115
Remsysteem .................................... 4-115
Noodstopsignaalsysteem ................. 4-120
Hellingwegrijsysteem (HLA) .......... 4-121
ABS/TCS/DSC ..................................... 4-123
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ... 4-123
Anti-wielspin regeling (TCS) .......... 4-124
Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) ... 4-125
i-ELOOPí........................................... 4-127
Brandstofverbruikmonitor ................. 4-130Drive-selectie ........................................ 4-136
Drive-selectie (Automatische
transmissie)
í.................................. 4-136
4WD ...................................................... 4-138
Stuurbekrachtiging ............................. 4-140
i-ACTIVSENSE
í................................ 4-141
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem (AFS)í... 4-144
Koplampregelsysteem (HBC)í...... 4-145
Adaptieve LED koplampení.......... 4-148
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)í.... 4-152
Dodehoekmonitorsysteem (BSM)í... 4-158
Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)í... 4-165
Vermoeidheidswaarschuwingí....... 4-169
Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA)í... 4-172
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeemí... 4-177
Rijstrookassistentí......................... 4-188
Afstelbare snelheidsbegrenzerí...... 4-198
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)í... 4-203
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)í.... 4-209
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)í.... 4-215
Vooruitrijcamera (FSC)í................ 4-219
Radarsensor (Voor)í...................... 4-222
Lasersensor (Voor)í....................... 4-225
Radarsensoren (Achter)í................ 4-228
Ultrasonische sensor (Achter)í...... 4-230
Kruissnelheidsregelaar
í..................... 4-231
Bandenspanningcontrolesysteem
í.... 4-237
Dieseldeeltjesfilter ................................ 4-242
Achteruitkijkmonitor
í....................... 4-243
Parkeersensorsysteem
í...................... 4-260
4-1íBepaalde modellen.
Page 180 of 841
Contactschakelaar
qStartdrukknop-posities
Het systeem werkt uitsluitend wanneer de
bestuurder zich in de auto of binnen het
werkingsbereik bevindt en de sleutel bij
zich heeft.
Telkens wanneer de startdrukknop wordt
ingedrukt, schakelt het contact over in de
volgorde van uit, ACC en ON. Door
vanuit ON de startdrukknop opnieuw in te
drukken wordt het contact uit gezet.
Indikatielampje
Startdrukknop
OPMERKING
lDe motor start door het indrukken
van de startdrukknop en daarbij het
koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) ingetrapt
te houden. Druk voor het
overschakelen van de contactstand
de startdrukknop in zonder het
pedaal in te trappen.
lLaat het contact niet op ON staan
wanneer de motor niet draait. Dit kan
tot gevolg hebben dat de accu
uitgeput raakt. Als het contact op
ACC is blijven staan (bij een
automatische transmissie staat de
keuzehendel in de stand P en het
contact op ACC), wordt het contact
na ongeveer 25 minuten automatisch
uitgeschakeld.
Uit
De stroomvoorziening naar de elektrische
apparatuur wordt uitgeschakeld en het
startdrukknopindikatielampje (oranje)
gaat eveneens uit.
4-2
Tijdens het rijden
Motor start/stop