MAZDA MODEL 6 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 671 of 841

qVernieuwen van een band
WAARSCHUWING
Gebruik steeds banden die in goede
conditie zijn:
Rijden met versleten banden is
gevaarlijk. Het verminderde
remvermogen, de verslechtering van
de bestuurbaarheid en de wegligging
kan een ongeluk veroorzaken.
Vervang alle vier banden tegelijkertijd:
Het vervangen van enkel één band is
gevaarlijk. Dit kan een slechte
bestuurbaarheid en een langere
remweg tot gevolg hebben, hetgeen er
toe kan leiden dat u de macht over het
stuur verliest. Het wordt door Mazda
ten sterkste aanbevolen alle vier
banden tegelijkertijd te vervangen.
Indien een band gelijkmatig geheel
afgesleten is, verschijnt er een
ononderbroken lijn overdwars op het
profiel.
De band dient in een dergelijk geval
vernieuwd te worden.
Nieuw profiel
Profielslijtage-indikator
Versleten profiel
U dient de band te vernieuwen alvorens
de lijn van de slijtage-indikator over het
gehele profiel verschijnt.
(Met bandenspanningcontrolesysteem)
Na het afstellen van de bandenspanning is
initialisering van het
bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op
pagina 4-240.
qNoodreservewielí
Controleer tenminste eens per maand of
het noodreservewiel de juiste
bandenspanning heeft en stevig op zijn
plaats bevestigd is.
OPMERKING
De conditie van het noodreservewiel
gaat geleidelijk achteruit ook als dit niet
in gebruik geweest is.
Het noodreservewiel is gemakkelijker te
hanteren als gevolg van zijn constructie
welke lichter en kleiner is dan die van een
conventionele band. Deze band dient
enkel gebruikt te worden in een
noodgeval en enkel voor een korte
afstand.
Gebruik het noodreservewiel uitsluitend
totdat de conventionele band is
gerepareerd, hetgeen zo spoedig mogelijk
dient te gebeuren.
Zie Banden op pagina 9-12.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-49íBepaalde modellen.

Page 672 of 841

OPGELET
lDe velg van het noodreservewiel niet
gebruiken voor het monteren van een
conventionele band of voor het
aanbrengen van sneeuwkettingen.
Geen van beiden zal juist passen
waardoor zowel de band als de velg
beschadigd kunnen raken.
lHet profiel van de band van het
noodreservewiel heeft een
levensduur van maximaal 5000 km.
Het is mogelijk dat de levensduur
van het profiel korter is, afhankelijk
van de rijomstandigheden.
lHet noodreservewiel is voor beperkt
gebruik, echter wanneer de
doorlopende lijn van de slijtage-
indikator op het profiel zichtbaar
wordt, dient de band door hetzelfde
type noodreserveband vervangen te
worden (pagina 6-50).
qVernieuwen van een velg
WAARSCHUWING
Gebruik steeds velgen van de juiste
maat op uw auto:
Het gebruik van een verkeerde
velgmaat is gevaarlijk. Het
remvermogen en de bestuurbaarheid
kunnen daardoor nadelig beïnvloed
worden, hetgeen tot verlies van de
macht over het stuur en een ongeluk
kan leiden.
OPGELET
Een velg van een verkeerde maat kan
een nadelige invloed hebben op:
lPassing van de band op de velg
lLevensduur van de velg en het
wiellager
lGrondspeling
lSpeling van sneeuwkettingen
lJuiste werking van de snelheidsmeter
lRichting van de lichtbundel van de
koplampen
lBumperhoogte
lBandenspanningcontrolesysteemí
Wanneer u om een of andere reden de
velgen wenst te vervangen, dient u er op
te letten dat de nieuwe velgen
gelijkwaardig zijn aan de origineel van
fabriekswege gemonteerde velgen voor
wat betreft diameter, velgbreedte en offset
(binnen/buiten).
Wanneer de banden op de juiste wijze
gebalanceerd zijn, geeft dit het beste
rijcomfort en helpt het slijtage van het
bandenprofiel te verminderen. Banden
welke uit balans zijn kunnen irriterende
trillingen en ongelijkmatige
bandenslijtage veroorzaken, zoals
uitstulpingen en gladde plekken.
6-50
Onderhoud en verzorging
íBepaalde modellen.
Zelf uit te voeren onderhoud

Page 673 of 841

NOTITIES
6-51

Page 674 of 841

Gloeilampen
Met LED koplampen
(Sedan) (Wagon)
(Sedan) (Wagon) Met halogeen koplampen
6-52
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud

Page 675 of 841

Koplampen (Grootlicht)
Dagverlichting/Positielampen
Koplampen (Dimlicht)
Koplampen (Grootlicht)/Dagverlichtingí
Mistlampen voorí
Voorste richtingaanwijzerlampen
Positielampen
Signatuurverlichtingí
Zijrichtingaanwijzerlampen
Lampen van remlichten
Achterlichten
Lampen van rem-/achterlichten
Achterste richtingaanwijzerlampen
Achterlichten (Zijde kofferdeksel/zijde achterklep)
Achteruitrijlamp (Model met links stuur)
Achteruitrijlamp (Model met rechts stuur)
Mistlamp achter*1/Achteruitrijlamp*2(Model met links stuur)
Mistlamp achter*1/Achteruitrijlamp*2(Model met rechts stuur)
Middelste remlicht
Kentekenplaatlampen
Plafondlamp/Voorste kaartleeslampen
Make-up spiegeltje verlichtingení
Instapverlichtingen
Achterste kaartleeslampen
Kofferruimtelamp (Sedan)
Bagageruimteverlichting (Wagon)
*1 Met achtermistlicht
*2 Zonder achtermistlicht
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-53íBepaalde modellen.

Page 676 of 841

WAARSCHUWING
Nooit het glasgedeelte van een
halogeenlamp met de blote handen
aanraken en steeds oogbescherming
gebruiken wanneer u in de buurt van
de lampen werkt of deze gaat
vastnemen:
Wanneer een halogeenlamp breekt is
dit gevaarlijk. Deze gloeilampen
bevatten gas dat onder druk staat. Als
zo'n lamp breekt, kan deze uit elkaar
springen en kan door het rondvliegend
glas ernstige verwondingen worden
toegebracht.
Als het glasgedeelte met blote handen
wordt aangeraakt, blijft er huidvet op
de gloeilamp achter waardoor deze
oververhit kan raken en bij het
branden uit elkaar kan springen.
Houd halogeenlampen steeds buiten
het bereik van kinderen:
Spelen met een halogeenlamp is
gevaarlijk. Door een halogeenlamp te
laten vallen of deze op een andere
manier te breken, kunnen ernstige
verwondingen worden toegebracht.
OPMERKING
lNeem voor het vervangen van de
gloeilamp contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
lAls de halogeenlamp per ongeluk
wordt aangeraakt, deze met
schoonmaakalcohol schoonvegen
alvorens de lamp te gebruiken.
lGebruik het beschermkapje en het
doosje van de nieuwe gloeilamp om
de oude gloeilamp onmiddellijk en
buiten het bereik van kinderen op te
ruimen.
qVervangen van de gloeilampen
van de buitenverlichting
Koplampen (Met LED koplampen)
Dimlicht/grootlicht gloeilampen
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een officiële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Koplampen (Met halogeen koplampen)
Dimlichtgloeilampen
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Als u de rechter gloeilamp gaat
vernieuwen, de motor starten, het
stuurwiel volledig naar links draaien en
de motor stopzetten. Als u de linker
gloeilamp gaat vernieuwen, het
stuurwiel naar rechts draaien.
6-54
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud

Page 677 of 841

3. Trek aan het midden van elk van de
plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
Verwijderen
Monteren
4. Draai de schroef linksom en verwijder
deze en trek vervolgens de stofkap
gedeeltelijk van zijn plaats.
5. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
6. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
reflector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-55

Page 678 of 841

Grootlichtgloeilampen/Dagverlichting
(Met dagverlichting)
(Linkerzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
3. Verwijder de klem.
4. Verplaats het luchtfilterdeksel en maak
een ruimte die voldoende groot is om
in te werken.
5. Draai de kap linksom en verwijder
deze.
6. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
(Rechterzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
6-56
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud

Page 679 of 841

3. Maak de klem los.
Klem
4. Verwijder het
ruitensproeiervloeistofreservoir van de
voorruit en de bouten.
Reservoir van
voorruitensproeiervloeistofBout
Geleider
5. Verwijder de geleider.
Geleider
6. Draai de kap linksom en verwijder
deze.
7. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
8. Monteer de nieuwe gloeilamp in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Grootlichtgloeilampen (Zonder
dagverlichting)
(Linkerzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-57

Page 680 of 841

3. Verwijder de klem.
4. Verplaats het luchtfilterdeksel en maak
een ruimte die voldoende groot is om
in te werken.
5. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
6. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
reflector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
(Rechterzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
6-58
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud

Page:   < prev 1-10 ... 631-640 641-650 651-660 661-670 671-680 681-690 691-700 701-710 711-720 ... 850 next >