MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 341 of 719

4–185
Tijdens het rijden
Dieseldeeltjes¿ lter (SKYACTIV-D 1.5)
Dieseldeeltjes¿ lter
(SKYACTIV-D 1.5)
Het dieseldeeltjes¿ lter verzamelt en
verwijdert de meeste deeltjes (PM) in de
uitlaatgassen van een dieselmotor.
Dieseldeeltjes die verzameld zijn door
het dieseldeeltjes¿ lter worden tijdens
normaal rijden afgevoerd, echter in de
volgende gevallen bestaat de kans dat de
dieseldeeltjes niet worden verwijderd en
dat het dieseldeeltjes¿ lter indicatielampje
gaat branden:
 


 Als er met de auto continu met een
snelheid van 15 km/h of minder wordt
gereden.
 


 Als er met de auto bij herhaling
gedurende een korte periode van tijd
(10 minuten of minder) wordt gereden
wanneer de motor koud is.
 


 Als de auto langdurig stationair blijft
draaien.
OPMERKING
Het is mogelijk dat het motorgeluid en
de reuk van de uitlaatgassen verandert
wanneer de dieseldeeltjes tijdens het
rijden worden afgevoerd.
Dieseldeeltjes¿ lter indicatielampje



Wanneer het lampje brandt
De dieseldeeltjes (PM) kunnen niet
automatisch verwijderd worden en de
hoeveelheid verzamelde deeltjes (PM)
hebben een bepaalde hoeveelheid bereikt. Trap nadat de motor
voldoende is opgewarmd
(motorkoelvloeistoftemperatuur 80 °C of
hoger) het gaspedaal in en rijd met een
snelheid van 20 km/h of meer gedurende
ongeveer 15 tot 20 minuten om de
dieseldeeltjes te elimineren.
Wanneer het lampje knippert
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
OPGELET
Als het dieseldeeltjes¿ lter
indicatielampje brandt en u als normaal
met de auto blijft doorrijden, zullen de
dieseldeeltjes toenemen en bestaat de
kans dat het indicatielampje begint te
knipperen. Laat de auto onmiddellijk
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren als het dieseldeeltjes¿ lter
indicatielampje begint te knipperen. Als
de auto niet geïnspecteerd wordt en u
met de auto blijft doorrijden, bestaat de
kans dat de motor defect raakt.
OPMERKING
Wanneer het dieseldeeltjes¿ lter
indicatielampje knippert, wordt het
motorvermogen beperkt om het
dieseldeeltjes¿ lter te beschermen.


Page 342 of 719

4–186
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
*Bepaalde modellen.
Achteruitkijkmonitor *
De achteruitkijkmonitor geeft bij het achteruitrijden visuele beelden van de achterzijde van
de auto.
WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig
is door rechtstreeks te kijken met uw ogen:
Achteruitrijden met de auto door enkel naar het scherm te kijken is gevaarlijk en kan
een ongeval of een botsing met een voorwerp veroorzaken. De achteruitkijkmonitor is
enkel een visuele hulpinrichting voor het achteruitrijden met de auto. De beelden op het
scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.
OPGELET
  Gebruik de achteruitkijkmonitor niet onder de volgende omstandigheden: Onder de
volgende omstandigheden is gebruik van de achteruitkijkmonitor gevaarlijk en kan dit
letsel en/of schade aan de auto tot gevolg hebben.
 


 Bij het rijden op wegen die bedekt zijn met ijs of sneeuw.



 Wanneer sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn aangebracht.



 Wanneer de achterklep niet volledig gesloten is.



 Wanneer de auto op een helling staat. 

 Wanneer de display koud is, bestaat de kans dat beelden over de monitor of het scherm
lopen en dat deze minder duidelijk zichtbaar zijn dan normaal, wat het bepalen van de
veiligheid van de omgeving rondom de auto kan bemoeilijken. Rijd altijd voorzichtig
en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig is door rechtstreeks
te kijken met uw ogen.
  Oefen geen overmatige druk uit op de camera. De positie van de camera en de hoek
kunnen afwijken.
  De camera niet demonteren, wijzigen of verwijderen aangezien deze dan mogelijk niet
langer waterdicht is.
  De behuizing van de camera is gemaakt van plastic. Breng geen ontvettingsmiddelen,
organische oplosmiddelen, was of ruitcoatings op de behuizing van de camera aan.
Als een dergelijk middel op de behuizing is terechtgekomen, dit onmiddellijk met een
zachte doek afvegen.
  De afdekking van de camera niet krachtig afvegen met een schuurmiddel of harde
borstel. De afdekking of lens van de camera zou bekrast kunnen raken, wat een
nadelige invloed heeft op de beelden.


Page 343 of 719

4–187
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
OPMERKING
  Als water, sneeuw of modder op de cameralens is terechtgekomen, dit afvegen
met behulp van een zachte doek. Als dit niet afgeveegd kan worden, een zacht
reinigingsmiddel gebruiken.
  Als de temperatuur van de camera snel verandert (warm naar koud, koud naar warm),
bestaat de kans dat de achteruitrijmonitor niet correct werkt.
  Raadpleeg voor het vervangen van de banden een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur. Vervangen van de banden kan tot gevolg hebben dat de
richtlijnen die op de display verschijnen afwijken.
  Als de voorzijde, zijkant of achterzijde van de auto betrokken is geweest bij een
botsing, bestaat de kans dat de uitlijning van de achteruitparkeercamera (plaats,
montagehoek) afwijking vertoont. Raadpleeg altijd een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur om de auto te laten inspecteren.

 Als “Geen Videosignaal Beschikbaar” wordt aangegeven op de display, is er mogelijk
een probleem met de camera. Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Plaats van de achteruitparkeercamera
Achteruitparkeercamera
Overschakelen naar de achteruitkijkmonitordisplay
Zet met het contact op ON de keuzehendel in stand R om de display over te schakelen naar
de achteruitkijkmonitordisplay.
OPMERKING
Wanneer de keuzehendel vanuit stand R in een andere keuzehendelstand wordt gezet,
keert het scherm terug naar de voorgaande display.


Page 344 of 719

4–18 8
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Weergavebereik op het scherm
De beelden op het scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.


(Schermdisplay)
Sierstuk
Bumper
(Werkelijke aanzicht)
Voorwerp



Page 345 of 719

4–189
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
OPMERKING
  Het weergavebereik varieert afhankelijk van de auto en de wegsituatie. 
 Het weergavebereik is beperkt. Voorwerpen onder de bumper of rondom de
bumperuiteinden kunnen niet worden weergegeven.
  De afstand die verschijnt in het getoonde beeld is verschillend van de werkelijke
afstand omdat de achteruitkparkeercamera uitgerust is met een speci¿ eke lens.

 Het is mogelijk dat bepaalde als optie op de auto gemonteerde accessoires door de
camera worden opgenomen. Monteer geen optionele onderdelen die het uitzicht van
de camera kunnen hinderen, zoals lichtgevende onderdelen of onderdelen gemaakt van
reÀ ecterend materiaal.

 Onder de volgende omstandigheden is het mogelijk dat de display moeilijk zichtbaar
is, echter dit duidt niet op een defect.
 


 Op donkere plaatsen.



 Wanneer de temperatuur rondom de lens hoog/laag is.



 Wanneer de camera nat is, zoals op een regenachtige dag of tijdens perioden van
hoge luchtvochtigheid.
 


 Wanneer zich vreemde bestanddelen zoals modder rondom de camera hebben
vastgehecht.
 


 Wanneer de cameralens zonlicht of de lichtbundel van koplampen weerkaatst. 

 De beeldweergave kan vertraagd worden als de temperatuur rondom de camera laag is.


Page 346 of 719

4–190
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Gebruik van de display
Richtlijnen die de breedte van de auto aangeven (geel) worden op het scherm getoond bij
wijze van referentie en geven bij benadering de breedte van de auto aan in vergelijking tot
de breedte van de parkeerruimte die u op het punt staat in te rijden.
Gebruik dit displayaanzicht wanneer u uw auto in een parkeerruimte of garage parkeert.

b
a

a) Voertuigbreedterichtlijnen (geel)
Deze richtlijnen dienen als referentie en geven bij benadering de breedte van de auto aan.
b) Afstandrichtlijnen.
Deze richtlijnen geven bij benadering de afstand naar een punt aan gemeten vanaf de
achterzijde van de auto (vanaf het uiteinde van de bumper).
 

 
 De rode en gele lijnen geven de punten ongeveer 50 cm voor de rode lijn en 100 cm
voor de gele lijnen vanaf de achterbumper aan (bij het middelpunt van elk van de
lijnen).

OPGELET
De richtlijnen op het scherm zijn vaste lijnen. Deze bewegen niet mee met de draaiing
van het stuurwiel door de bestuurder. Wees altijd voorzichtig en controleer tijdens het
achteruitrijden altijd de ruimte aan de achterzijde van de auto en het omliggende gedeelte
rechtstreeks met uw ogen.


Page 347 of 719

4–191
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Werking van de achteruitkijkmonitor
De werking van de achteruitkijkmonitor bij het achteruitrijden met de auto varieert
afhankelijk van de verkeers- en wegsituatie en de auto. De hoeveelheid benodigde
stuurbeweging en de timing varieert ook afhankelijk van de omstandigheden, dus controleer
de omgeving rechtstreeks met uw ogen en stuur de auto al naargelang de situatie.
Houd goed rekening met bovenstaande voorzorgsmaatregelen alvorens de
achteruitkijkmonitor te gebruiken.
OPMERKING
Beelden van de achteruitparkeercamera die getoond worden op de monitor zijn
omgekeerde beelden (spiegelbeelden).
1. Zet de keuzehendel in stand R om de display over te schakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay.
2. Controleer de omgeving rondom de auto en rijd achteruit.


(Displayconditie)(Voertuigconditie)

3. Nadat u de parkeerruimte binnen begint te rijden, langzaam achteruit blijven rijden zodat
de afstand tussen de voertuigbreedterichtlijnen en de zijkant van de parkeerruimte aan de
linker- en rechterzijde nagenoeg gelijk zijn.
4. Ga verder met het bijdraaien van het stuurwiel totdat de voertuigbreedterichtlijnen
parallel zijn aan de linker- en rechterzijde van de parkeerruimte.


Page 348 of 719

4–192
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
5. Zodra de lijnen parallel staan, de wielen rechtvooruit zetten en uw auto langzaam
achteruit de parkeerruimte inrijden. Blijf de omliggende ruimte van de auto controleren
en breng vervolgens de auto op de best mogelijke plaats tot stilstand. (Als de
parkeerruimte verdeelstrepen heeft, controleer dan of de voertuigbreedterichtlijnen ten
opzichte hiervan parallel staan.)


(Displayconditie) (Voertuigconditie)



Page 349 of 719

4–193
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
6. Wanneer de keuzehendel vanuit stand R in een andere keuzehendelstand wordt gezet,
keert het scherm terug naar de voorgaande display.
OPMERKING
Aangezien er een verschil kan zijn tussen de getoonde afbeelding, zoals hieronder
aangegeven, en de werkelijke omstandigheden tijdens het parkeren, altijd de veiligheid
aan de achterzijde van de auto en het omliggende gebied rechtstreeks visueel controleren.
 
 In de afbeelding van de parkeerruimte (of garage) welke op het scherm wordt
weergegeven, kan het lijken dat het achterste uiteinde en de afstandrichtlijnen op de
monitor op één lijn zijn, terwijl deze op de grond in feite niet op één lijn zijn.
  Bij het parkeren in een ruimte die enkel aan één zijde van de parkeerruimte een
verdeelstreep heeft, kan het lijken dat de verdeelstreep en de voertuigbreedterichtlijn
op de monitor op één lijn zijn, alhoewel deze in feite op de grond niet op één lijn zijn.




Page 350 of 719

4–194
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Afwijking tussen de werkelijke wegsituatie en het weergegeven beeld
Er is een enige afwijking tussen de werkelijke wegsituatie en de weergegeven wegsituatie.
Een dergelijke afwijking in het afstandsperspectief kan tot een ongeval leiden. Houd
rekening met de volgende omstandigheden die een afwijking in het afstandsperspectief
kunnen veroorzaken.
Wanneer de auto achterover helt als gevolg van het gewicht van passagiers en lading
Wanneer de achterzijde van de auto lager geworden is, lijkt het voorwerp dat op het scherm
wordt weergegeven verder dan de werkelijke afstand.

VariantieVoorwerp
Wanneer er een steile helling achter de auto is
Wanneer er een steile opwaartse helling (neerwaartse helling) achter de auto is, lijkt het
voorwerp dat op het scherm getoond wordt verder weg (neerwaartse helling: dichterbij) dan
de werkelijke afstand.

Lijkt verder
weg dan de
werkelijke
afstand Lijkt
dichterbij
dan de
werkelijke
afstand
Voorwerp in
werkelijke positie Voorwerp in werkelijke
positieVoorwerp op scherm
A: Afstand tussen het voertuig en het voorwerp dat op het scherm wordt getoond.
B: Werkelijke afstand tussen voertuig en voorwerp. Voorwerp op
scherm
A A B
B



Page:   < prev 1-10 ... 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 ... 720 next >