MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-3, Model: MAZDA MODEL CX-3 2016Pages: 719, PDF Size: 7.06 MB
Page 301 of 719

4–14 5
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van het systeem
A c t i v e r e n
Met afstelbare snelheidsbegrenzer
Druk voor het activeren van het systeem op de ON/OFF schakelaar.
Zonder afstelbare snelheidsbegrenzer
Druk voor het activeren van het systeem op de ON schakelaar.
ON/OFF schakelaar
OFF schakelaarON schakelaar
Zonder afstelbare snelheidsbegrenzerMet afstelbare snelheidsbegrenzer
CANCEL
schakelaarCANCEL
schakelaar
schakelaar schakelaarRESUME
schakelaarRESUME
schakelaar
schakelaar schakelaar
SET+/SET- schakelaar SET+/SET- schakelaar
Wanneer de ON schakelaar wordt ingedrukt, kan de rijsnelheid en de afstand tussen
voertuigen bij het rijden met volgafstandregeling ingesteld worden. De indicatie van
het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem wordt getoond in de display van de
instrumentengroep.
OPMERKING
Wanneer het contact overgeschakeld wordt van ACC naar OFF terwijl het Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem ON is, blijft het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem automatisch op ON ingesteld.
Page 302 of 719

4–14 6
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de snelheid
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste
instelling met behulp van het
gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de
SET
of SET schakelaar wordt
ingedrukt. De ingestelde snelheid en de
afstand-tussen-voertuigen display
gevuld met witte lijnen wordt getoond.
Het indicatielampje (groen) van het
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem wordt tegelijkertijd getoond.
Rijstatus Display
Tijdens het rijden met
constante snelheid
Tijdens het rijden met
volgafstandregeling
OPMERKING
Als een voorliggend voertuig
wordt bespeurd tijdens het
rijden met constante snelheid,
wordt de voorliggend-voertuig
indicatie getoond en wordt de
volgafstandregeling uitgevoerd.
Wanneer een voorliggend voertuig
niet langer wordt bespeurd, wordt
de voorliggend-voertuig indicatie
uitgeschakeld en schakelt het
systeem terug naar rijden met
constante snelheid.
Volgafstandregeling is niet mogelijk
als het voorliggende voertuig sneller
rijdt dan de ingestelde snelheid.
Stel het systeem af op de gewenste
rijsnelheid met behulp van het
gaspedaal.
(Europees model) Bij verandering naar een
inhaalrijstrook en gebruik van de
richtingaanwijzer, levert het systeem
automatisch meer acceleratie als dit
bepaalt dat meer acceleratie vereist
is. Let tijdens het rijden goed op de
weg vóór u omdat u het voorliggende
voertuig te dicht zou kunnen naderen.
Instellen van de afstand tussen
voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter
ingesteld telkens wanneer de
schakelaar
wordt ingedrukt. De afstand tussen
voertuigen wordt langer ingesteld door het
indrukken van de
schakelaar. De
afstand-tussen-voertuigen kan ingesteld
worden op 4 niveaus; lang, midden, kort
en extreem korte afstand.
Page 303 of 719

4–147
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Richtlijn voor afstand-
tussen-voertuigen
(bij een rijsnelheid van
80 km/h) Indicatie op display
Lang (ongeveer 50 m)
Midden (ongeveer 40 m)
Kort (ongeveer 30 m)
Extreem kort (ongeveer
25 m)
OPMERKING
De afstand tussen voertuigen is
verschillend afhankelijk van de
rijsnelheid en naarmate de rijsnelheid
lager is wordt de afstand korter.
Wanneer het contact op ACC of OFF
wordt gezet en de motor vervolgens
opnieuw gestart wordt, stelt het
systeem automatisch de afstand
tussen voertuigen in op de eerder
gemaakte instelling.
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid
met behulp van de SET schakelaar
Druk op de SET
schakelaar om snelheid
te meerderen.
Druk op de SET
schakelaar om snelheid
te minderen.
De ingestelde rijsnelheid verandert als
volgt telkens wanneer de SET schakelaar
wordt ingedrukt.
Europese
modellen Behalve
Europese
modellen
Korte druk 1 km/h 5 km/h
Lange druk 10 km/h
OPMERKING
U kunt de ingestelde rijsnelheid
bijvoorbeeld veranderen door de SET
schakelaar viermaal als volgt in te
drukken:
(Europees model)
De rijsnelheid wordt met 4 km/h
verhoogd of verlaagd.
(Behalve Europese modellen)
De rijsnelheid wordt met 20 km/h
verhoogd of verlaagd.
Accelereren met behulp van het
gaspedaal
Trap het gaspedaal in en druk de SET
of
SET
schakelaar bij de gewenste snelheid
in en laat deze los. Als een schakelaar niet
gebruikt kan worden, keert het systeem
terug naar de ingestelde snelheid wanneer
u uw voet van het gaspedaal afhaalt.