sensor MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 650 of 719

7–50
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel

(Oranje)
Waarschuwingslampje
van Smart
Brake Support
remhulpsysteem/
stadsverkeer-
remassistent (SBS/
SCBS)
*
Het lampje gaat branden als de voorruit of
de radarsensor vuil zijn of als er een defect
is in het systeem.
(Voertuigen met type C/type D audio)
Controleer de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt op de
middendisplay (pagina 7-38 ).
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen.
Als het waarschuwingslampje brandt
vanwege een vuile radarsensor, het
voorembleem reinigen.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren als er andere
redenen zijn.
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen. Laat de auto door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur controleren als
er andere redenen zijn.


KEY waarschuwingslampje
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.

Signaal Oorzaak Te nemen maatregel


(Rood)
(Knippert) De batterij van de geavanceerde sleutel is
uitgeput. Vernieuw de sleutelbatterij (pagina
6-41 ).
De geavanceerde sleutel bevindt zich buiten
het werkingsbereik.
Breng de geavanceerde sleutel in het
werkingsbereik (pagina 3-8 ). De geavanceerde sleutel is geplaatst in delen
van het interieur waar de sleutel moeilijk
bespeurd kan worden.
Er bevindt zich een sleutel van een andere
fabrikant welke gelijkt op de geavanceerde
sleutel in het werkingsbereik. Neem de sleutel van een andere fabrikant
welke gelijkt op de geavanceerde sleutel
uit het werkingsbereik.
Zonder het contact uit te zetten, is de
geavanceerde sleutel uit het interieur
genomen en vervolgens zijn alle portieren
gesloten. Breng de geavanceerde sleutel terug in het
interieur.



Page 654 of 719

7–54
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel
V o o r z i t t i n g
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier
niet is vastgemaakt, klinkt continu
een waarschuwingspieptoon. Als
de veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer
90 seconden doorgaan. De pieptoon
stopt nadat de veiligheidsgordel van
de bestuurder of voorpassagier is
vastgemaakt.
OPMERKING
  Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
  Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat
dat de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
  Wanneer een klein kind op
de voorpassagierszitting
zit, is het mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
Achterzitting
*
De waarschuwingszoemer klinkt enkel als
een veiligheidsgordel wordt losgemaakt
nadat deze is vastgemaakt.
Waarschuwingszoemtoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)
Europese modellen
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
6 maal een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Behalve Europese modellen


Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
continu een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.


Page 708 of 719

10–4
Index
D
Dagteller ..................................... 4-27, 4-29
Dakconsole ........................................ 5-162
Dieseldeeltjes¿ lter ............................. 4-185
Directe modus
Automatische transmissie.............. 4-63
Display van ingestelde rijsnelheid van
kruissnelheidsregelaar ......................... 4-34
Display van omgevingstemperatuur ... 4-34
Dodehoekmonitor (BSM) ................. 4-125
Dodehoekmonitorsysteem (BSM)
waarschuwingszoemer ........................ 7-58
Doorwaden van water ......................... 3-63
Drive-selectie .................................... 4-107
Dynamische stabiliteitsregeling
(DSC) .................................................. 4-96
TCS/DSC indicatielampje ............. 4-97
E
Eindscherm ....................................... 4-106
Elektrische ruitbediening .................... 3-42
Energiebesparingsdisplay.................. 4-106
Essentiële informatie ............................. 6-2
F
Fleshouder ......................................... 5-161
G
Garantie ................................................. 8-2
Geavanceerde sleutel
Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelingssysteem ....... 3-10
Werkingsbereik.............................. 3-11
Gebruikersinstellingen ........................ 9-14
Gloeilampen
Technische gegevens ....................... 9-9
Vernieuwen .................................... 6-50
H
Handrem .............................................. 4-88
Handschoenenkast ............................. 5-162
Hellingwegrijsysteem (HLA) .............. 4-91
Hoofdsteun .......................................... 2-10
I
i-ACTIV AWD werking .................... 4-109
i-ACTIVSENSE ................................ 4-112
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) ........................................... 4-115
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) ........................................ 4-137
Actieve
rijondersteuningstechnologie ...... 4-112
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) ........................................ 4-133
Afstelbare snelheidsbegrenzer .... 4-151
Anti-botsingtechnologie .............. 4-113
Camera en sensoren..................... 4-113
Dodehoekmonitor (BSM)............ 4-125
Koplampregelsysteem (HBC) ..... 4-116
Lasersensor .................................. 4-171
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem ........................................ 4-141
Radarsensoren (Achter) ............... 4-173
Radarsensor (voor) ...................... 4-168
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
........................................ 4-119
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................... 4-162
Stadsverkeer-remassistent
(SCBS) ........................................ 4-156
Vooruitrijcamera (FSC) ............... 4-165
i-ELOOP ............................................. 4-98
Bedrijfstoestanddisplay ............... 4-100
i-ELOOP indicatielampje ............ 4-100


Page 710 of 719

10–6
Index
Klimaatregelsysteem ............................. 5-2
Bedieningstips ................................. 5-2
Bediening van de luchtroosters ....... 5-3
Handbediend type............................ 5-5
Volautomatisch type ...................... 5-11
Klok..................................................... 5-34
Knipperautomaat
Koplampen .................................... 4-65
Waarschuwing ............................... 4-86
Koolmonoxide ..................................... 3-34
Koplampen
Dagverlichting ............................... 4-73
Grootlicht-dimlicht ........................ 4-70
Hoogteverstelling .......................... 4-72
Knippert......................................... 4-70
Regelaar......................................... 4-65
Ruitensproeier ............................... 4-83
Thuiskomstverlichting................... 4-71
Vertrekverlichting .......................... 4-71
Koplampregelsysteem (HBC) ........... 4-116
Koplampregelsysteem (HBC)
indicatielampje (groen) ............... 4-118
Koplampsproeier ................................. 4-83
Krik ....................................................... 7-6
Kruissnelheidsregelaar ...................... 4-175
Hoofdindicatielampje van
kruissnelheidsregelaar (Oranje)/
Indicatielampje voor ingestelde
kruissnelheid (Groen) .................. 4-176
Kruissnelheidsregelaarschakelaar ... 4-175
L
Labelinformatie ..................................... 9-2
Lasersensor ....................................... 4-171
Lekke band ............................................ 7-3
Monteren van het reservewiel ....... 7-23
Verwijderen van een lekke band ... 7-20
M
Make-up spiegeltjes .......................... 5-156
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem .............................................. 4-141
Displayaanduiding....................... 4-144
Instellen van het systeem ............ 4-145
Waarschuwing voor korte
volgafstand .................................. 4-144
Weergave van verzoek opschakelen/
terugschakelen ............................. 4-150
Meters ................................................. 4-25
Meters en tellers .................................. 4-25
Mistlichten .......................................... 4-73
Achter ............................................ 4-74
Voor ............................................... 4-73
Mobiele telefoons .................................. 8-4
Moeilijke rijomstandigheden .............. 3-57
Motor
Koelvloeistof ................................. 6-29
Motorkapontgrendeling ................. 6-19
Motoruitlaatgassen ........................ 3-34
Olie ................................................ 6-23
Overzicht van de motorruimte ...... 6-21
Starten ............................................. 4-6
Motorkapontgrendeling ....................... 6-19
Motoruitlaatgassen .............................. 3-34
N
Noodstopsignaalsysteem ..................... 4-90
O
Onderhoudsmonitor ............................ 6-14
Onderhoudspunt
Informatie ........................................ 6-2
Periodiek ......................................... 6-3
Onderste laadcompartiment .............. 5-163


Page 711 of 719

10–7
Index
Opbergvakken ................................... 5-161
Achterste kledinghaken ............... 5-166
Dakconsole .................................. 5-162
Handschoenenkast ....................... 5-162
Onderste laadcompartiment ........ 5-163
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ...................................................... 3-59
Oververhitting ..................................... 7-31
P
Parkeersensorsysteem ....................... 4-196
Gebruik van het
parkeerhulpsensorsysteem........... 4-198
Sensordetectiebereik ................... 4-198
Periodieke onderhoudsbeurten .............. 6-3
Plafondlampen .................................. 5-156
Portiersloten ........................................ 3-13
Probleem
Accu is uitgeput............................. 7-26
Lekke band ...................................... 7-3
Oververhitting ............................... 7-31
Parkeren in noodgevallen ................ 7-2
Slepen in noodgevallen ................. 7-33
Starten in noodgevallen ................. 7-29
Wanneer de achterklep niet geopend
kan worden .................................... 7-60
R
Radarsensor (Voor) ........................... 4-168
Radarsensoren (Achter) .................... 4-173
Registratie van de auto in het
buitenland .............................................. 8-2
Registratie van voertuiggegevens ......... 8-5
Remmen
Handrem ........................................ 4-88
Pro¿ elslijtage-indicator ................. 4-89
Rembekrachtiging ......................... 4-90
Voetrem ......................................... 4-87
Waarschuwingslampje ................... 4-89
Reservewiel ........................................... 7-7
Richtingaanwijzers .............................. 4-76 Rijden in de winter .............................. 3-60
Rijsnelheidsalarm ................................ 7-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-119
LDWS schakelaar........................ 4-122
Rijtips
Automatische transmissie.............. 4-64
Brandstofbesparing en
milieubescherming ........................ 3-56
Doorwaden van water ................... 3-63
Inrijden .......................................... 3-56
Modellen met turbolader
(SKYACTIV-D 1.5) ...................... 3-64
Moeilijke rijomstandigheden ........ 3-57
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ................................................ 3-59
Rijden in de winter ........................ 3-60
Vloermat ........................................ 3-58
Ruiten
Elektrische ruitbediening .............. 3-42
Ruitenwisser
Vernieuwen van de ruitenwisserbladen
van de voorruit .............................. 6-34
Vernieuwen van het ruitenwisserblad
van de achterruit ............................ 6-36
S
SRS airbags
Beperkingen van de SRS airbag .... 2-60
Criteria voor SRS airbag
activering ....................................... 2-59
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag ..................... 2-50
Onderdelen van het aanvullend
beveiligingssysteem ...................... 2-54
Werking van de SRS airbags ......... 2-55
Schuifdak ............................................ 3-45
Signalen voor rijbaanverandering ....... 4-77
Sleepmethoden .................................... 7-33


Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70