MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 171 of 759

4Tijdens het rijden
Informatie
betreffende veilig rijden en stoppen.
Motor start/stop....................... 4-4
Contactschakelaar................. 4-4
De motor starten................... 4-6
Stopzetten van de motor...... 4-12
i-stop
*................................. 4-13
Cilinderdeactivering
*............ 4-22
Instrumentengroep en display..........
............................................ 4-23
Instrumentengroep en
display................................ 4-23
Instrumentengroep.............. 4-23
Active Driving Display.......... 4-43
Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak....................... 4-46
Schakelpatroon van de
handgeschakelde
versnellingsbak.................... 4-46
Automatische transmissie.........4-49
Regeling van de automatische
transmissie.......................... 4-49
Schakelblokkeersysteem....... 4-50
Transmissiestanden.............. 4-51
Modus voor handbediende
overschakeling..................... 4-53
Directe modus
*.................... 4-60
Rijtips................................. 4-61
Schakelaars en regelaars.......... 4-62
Lichtschakelaar.................... 4-62
Mistachterlicht
*....................4-67
Richtingaanwijzers en signalen
voor rijstrookverandering...... 4-68
Voorruitenwissers en
ruitensproeier...................... 4-70
Achterruitenwisser en
ruitensproeier...................... 4-74
Koplampsproeier
*................ 4-75
Achterruitverwarming...........4-75
Claxon................................ 4-77
Waarschuwingsknipperlichten ......
.......................................... 4-77
Remmen................................ 4-79
Remsysteem........................ 4-79
AUTOHOLD........................ 4-85
Noodstopsignaalsysteem...... 4-90
Hellingwegrijsysteem
(HLA).................................. 4-90
ABS/TCS/DSC/Off-Road
Traction Assist.........................4-92
Anti-blokkeerremsysteem
(ABS).................................. 4-92
Anti-wielspinregeling
(TCS).................................. 4-93
Dynamische stabiliteitsregeling
(DSC)................................. 4-95
Off-Road Traction Assist
*...... 4-96
M Hybrid............................... 4-98
M Hybrid............................ 4-98
*Bepaalde modellen.4-1

Page 172 of 759

Drive-selectie....................... 4-103
Drive-selectie
*................... 4-103
i-ACTIV AWD....................... 4-105
i-ACTIV AWD werking........4-105
Stuurbekrachtiging................ 4-107
Stuurbekrachtiging............. 4-107
i-ACTIVSENSE....................... 4-108
i-ACTIVSENSE.................... 4-108
Aanpasbaar
voorverlichtingssysteem (AFS)
*.....
........................................ 4-113
Koplampregelsysteem (HBC)
*......
........................................ 4-113
Adaptieve LED-koplampen
(ALH)
*............................... 4-115
Rijstrookafwijkingswaarschuwings
systeem (LDWS)
*............... 4-117
Dodehoekmonitor (BSM)
*...........
........................................ 4-121
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR)
*................................4-127
Distance & Speed Alert (DSA)
*.....
........................................ 4-134
Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA)
*.............................. 4-136
Driver Monitoring (DM)
*.... 4-138
Front Cross Traffic Alert
(FCTA)
*............................. 4-140
Rear Cross
Tra ffi c Alert (RCTA)
*....
........................................ 4-143
Mazda Radar Cruise Control
(MRCC)
*........................... 4-147
Mazda Radar Cruise Control met
Stop & Go-functie (MRCC met
Stop & Go-functie)
*........... 4-157
Cruising & Traffic Support
(CTS)
*............................... 4-168
Rijstrookassistent (LAS)
*......4-183
Afstelbare snelheidsbegrenzer
(ASL)
*................................4-187
Intelligente
snelheidsondersteuning (ISA)
*......
........................................ 4-191
Smart Brake Support (SBS)
*..........
........................................ 4-197
Smart Brake Support [Rear]
(SBS-
R)
*.................................... 4-2004-2*Bepaalde modellen.

Page 173 of 759

Smart Brake Support [Rear
Crossing]
(SBS-RC)
*........... 4-204
360° rondomkijkmonitor
*... 4-209
Vooruitrijcamera (FSC)
*...... 4-241
Voorste radarsensor
*.......... 4-245
Voorste zijradarsensor
*....... 4-248
Achterste zijradarsensor
*.... 4-249
Achterste ultrasonische sensor/
hoeksensor/zijsensor
*........ 4-251
Voorcamera/zijcamera’s/
achtercamera
*....................4-251
Driver Monitoring-camera
*..........
........................................ 4-252
Kruissnelheidsregelaar........... 4-253
Kruissnelheidsregelaar
*....... 4-253
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)................................ 4-258
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)
*.............................4-258
Benzinedeeltjesfilter..............4-262
Benzinedeeltjesfilter
(SKYACTIV-X
2.0).................................. 4-262
Dieseldeeltjesfilter................ 4-263
Dieseldeeltjesfilter (SKYACTIV-D
1.8).................................. 4-263
Achteruitkijkmonitor............. 4-264
Achteruitkijkmonitor
*......... 4-264
Parkeersensorsysteem............4-279
Parkeersensorsysteem
*........4-279
*Bepaalde modellen.4-3

Page 174 of 759

Contactschakelaar
▼Startdrukknop-posities
Het systeem functioneert alleen
wanneer de sleutel zich binnen het
werkingsbereik bevindt.
Telkens wanneer de startdrukknop
wordt ingedrukt, schakelt het contact
over in de volgorde van uit, ACC en
ON. Door vanuit ON de startdrukknop
opnieuw in te drukken wordt het
contact uit gezet.
1. Indicatielampje
2. Startdrukknop
OPMERKING
xDe motor start door het indrukken
van de startdrukknop en daarbij het
koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) ingetrapt
te houden. Druk voor het
overschakelen van de contactstand
de startdrukknop in zonder het
pedaal in te trappen.
xLaat het contact niet op ON staan
wanneer de motor niet draait. Dit
kan tot gevolg hebben dat de accu
uitgeput raakt. Als het contact op
ACC is blijven staan (bij een
automatische transmissie staat de
keuzehendel in de stand P en het
contact op ACC), wordt het contact
na ongeveer 25 minuten
automatisch uitgeschakeld.
Uit
De stroomvoorziening naar de
elektrische apparatuur wordt
uitgeschakeld en het indicatielampje
(oranje) gaat eveneens uit.
In deze stand is het stuurwiel
vergrendeld.
WAARSCHUWING
Alvorens de bestuurdersstoel te
verlaten, altijd het contact uitzetten,
de handrem aantrekken en erop
letten dat de keuzehendel in stand P
staat (automatische transmissie) of in
de 1e of R versnelling gezet is
(handgeschakelde versnellingsbak):
Het verlaten van de bestuurdersstoel
zonder het contact uit te zetten, de
handrem aan te trekken en de
keuzehendel in stand P te zetten
(automatische transmissie) of in de 1e
of R versnelling te zetten
(handgeschakelde versnellingsbak), is
gevaarlijk. De kans bestaat dat de auto
onvoorzien in beweging komt en een
ongeluk veroorzaakt.
Ook als het uw bedoeling is om de
auto slechts voor een kort ogenblik
achter te laten, is het belangrijk het
contact uit te zetten, aangezien
bepaalde beveiligingssystemen van uw
auto niet geactiveerd zijn en de accu
uitgeput kan raken wanneer u het
contact in een andere stand laat staan.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-4

Page 175 of 759

OPMERKING
(Vergrendeld stuurwiel)
Als het startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert, een melding wordt
weergegeven op de
multi-informatiedisplay en de
pieptoon gegeven wordt, geeft dit aan
dat het stuurwiel niet ontgrendeld is.
Om het stuurwiel te ontgrendelen, op
de startdrukknop drukken en het
stuurwiel naar links en naar rechts
bewegen.
ACC (Accessoire)
Bepaalde elektrische accessoires
functioneren en het indicatielampje
(oranje) gaat branden.
In deze stand is het stuurwiel
ontgrendeld.
OPMERKING
Het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem
functioneert niet wanneer de
startdrukknop op ACC is gezet en de
portieren zullen niet vergrendelen/
ontgrendelen, ook niet als deze met de
hand vergrendeld zijn.
ON
Dit is de normale stand waarbij de
motor draait nadat deze gestart is. Het
indicatielampje (oranje) gaat uit. (Het
indicatielampje (oranje) gaat branden
wanneer het contact op ON gezet
wordt en de motor niet draait.)
Bepaalde indicatie-/
waarschuwingslampjes dienen
gecontroleerd te worden alvorens de
motor gestart wordt.
Zie Waarschuwings-/indicatielampjes
op pagina 4-35.
Zie “Indicatie/indicatielampjes” op
pagina 4-37.
OPMERKING
(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5,
SKYACTIV-X 2.0)
Wanneer de startdrukknop op ON
wordt gedrukt, is het werkingsgeluid
van de brandstofpompmotor in de
nabijheid van de brandstoftank
hoorbaar. Dit duidt echter niet op een
storing.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-5

Page 176 of 759

De motor starten
▼De motor starten
WAARSCHUWING
Radiogolven van de sleutel kunnen
van invloed zijn op medische
apparatuur zoals pacemakers:
Alvorens de sleutel te gebruiken in de
nabijheid van personen die medische
apparatuur gebruiken, de fabrikant van
de apparatuur of uw arts vragen of de
radiogolven van de sleutel van invloed
zijn op de apparatuur.
OPMERKING
xU dient de sleutel met u mee te
dragen omdat in de sleutel een
start-blokkeerchip is ingebouwd die
op korte afstand met het
motorstuursysteem moet
communiceren.
xDe motor kan gestart worden
wanneer de startdrukknop vanuit uit,
ACC of ON wordt ingedrukt.
xDe functies van het
startdrukknopsysteem (functie
waarmee de motor gestart kan
worden door enkel het meedragen
van de sleutel) kunnen buiten
werking gesteld worden om
mogelijke nadelige invloeden op een
gebruiker die een pacemaker of
andere medische apparatuur draagt
te voorkomen. Als het systeem
buiten werking is gesteld, zult u de
motor niet kunnen starten wanneer u
de sleutel bij u draagt. Raadpleeg
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor
bijzonderheden. Als de functies van
het startdrukknopsysteem buiten
werking zijn gesteld, kunt u de motor
starten door het volgen van de
procedure die wordt aangegeven
voor wanneer de sleutelbatterij
uitgeput is.
Zie Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is op pagina
4-9.
xNa het starten van een koude motor,
neemt het motortoerental toe en
wordt een gierend geluid vanuit de
motorruimte hoorbaar.
Dit is om de uitlaatgasreiniging te
verbeteren en duidt niet op defecte
onderdelen.
1. Zorg ervoor dat u de sleutel bij u
draagt.
2. De inzittenden dienen hun
veiligheidsgordels vast te maken.
3. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
4. Blijf het rempedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
5.(Handgeschakelde
versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig
intrappen totdat de motor volledig
gestart is.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-6

Page 177 of 759

(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P
(parkeren). Als u de motor moet
starten wanneer de auto in
beweging is, dient u de
keuzehendel in stand N (neutraal)
te zetten.
OPMERKING
x(Handgeschakelde
versnellingsbak)
De startmotor zal niet werken als
het koppelingspedaal niet
voldoende wordt ingetrapt.
x(Automatische transmissie)
De startmotor zal niet werken als
de keuzehendel niet in stand P of
N staat en het rempedaal niet
voldoende wordt ingetrapt.
6. Controleer of het
startdrukknopindicatielampje
(groen) gaat branden.
1. Indicatielampje
2. Startdrukknop
OPMERKING
xAls het
startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert, er op letten dat
u de sleutel bij u draagt.
xAls het
startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert terwijl u de
sleutel bij u draagt, de
startdrukknop met de sleutel
aanraken en de motor starten.
Zie Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is op
pagina 4-9.
OPGELET
Als de KEY waarschuwingsindicatie
(rood) wordt getoond of het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit duiden
op een probleem in het
motorstartsysteem. Dit kan het
starten van de motor of het op ACC
of ON zetten van het contact
verhinderen.
Zie KEY waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (rood) op
pagina 7-65.
Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur
(bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controleren.
OPMERKING
xOnder de volgende
omstandigheden wordt na het
indrukken van de startdrukknop
de KEY waarschuwingsindicatie
(rood) getoond. Dit informeert
de bestuurder dat de
startdrukknop niet naar ACC
overgeschakeld kan worden als
deze vanuit uit wordt ingedrukt
(pagina 7-65).
xDe sleutelbatterij is uitgeput.xDe sleutel bevindt zich buiten
het werkingsbereik.
xDe sleutel bevindt zich op
plaatsen waar het moeilijk is
voor het systeem het signaal te
ontvangen (pagina 3-8).
xEr bevindt zich een sleutel van
een andere fabrikant in het
werkingsbereik die op de
sleutel lijkt.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-7

Page 178 of 759

x(Methode van geforceerd starten
van de motor)
Als de KEY
waarschuwingsindicatie (rood)
wordt getoond of het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit erop
duiden dat de motor niet start
met gebruik van de normale
startmethode (pagina 7-65).
Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur
(bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controleren.
In dit geval kan de motor
geforceerd gestart worden. Houd
de startdrukknop ingedrukt totdat
de motor start. Voor het starten
van de motor zijn overige
procedures zoals het aanwezig
zijn van de sleutel in de cabine en
het intrappen van het
koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie)
vereist.
xWanneer de motor geforceerd
gestart wordt, blijft de KEY
waarschuwingsindicatie (rood)
getoond worden en blijft het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knipperen.
x(Automatische transmissie)
Wanneer de keuzehendel in de
neutraalstand (N) staat, gaat het
startdrukknopindicatielampje
(groen) niet branden.
7. Druk de startdrukknop in nadat het
startdrukknopindicatielampje
(groen) is gaan branden.
OPMERKING
xNa het starten van de motor, gaat
het startdrukknopindicatielampje
(oranje) uit en schakelt het
contact over naar de stand ON.
x(SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G
2.5, SKYACTIV-X 2.0)
Na het indrukken van de
startdrukknop en voordat de
motor start is het werkingsgeluid
van de brandstofpompmotor van
nabij de brandstoftank hoorbaar,
echter dit duidt niet op een
defect.
x(SKYACTIV-D 1.8)
xDe startmotor draait niet rond
totdat het
voorgloei-indicatielampje is
uitgegaan.
xAls u nadat de gloeibougies zijn
opgewarmd het contact
gedurende langere tijd in de
stand ON laat staan zonder dat
de motor draait, worden de
gloeibougies mogelijk opnieuw
opgewarmd en gaat het
voorgloei-indicatielampje
branden.
xLaat bij het starten van de
motor het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het
rempedaal (automatische
transmissie) niet los totdat het
voorgloei-indicatielampje in de
instrumentengroep uitgaat en
de motor start na het indrukken
van de startdrukknop.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-8

Page 179 of 759

xAls voor het starten van de
motor het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het
rempedaal (automatische
transmissie) wordt losgelaten,
het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het
rempedaal (automatische
transmissie) nogmaals
intrappen en de startdrukknop
indrukken om de motor te
starten.
8. Laat de motor na het starten
ongeveer gedurende 10 seconden
stationair draaien (in Duitsland
verboden).
OPMERKING
x(Duitsland)
Ga na het starten van de motor
onmiddellijk rijden. Gebruik
echter geen hoge
motortoerentallen totdat de
motor de normale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
x(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5, SKYACTIV-X 2.0)
xOngeacht of de motor warm of
koud is, dient deze zonder
gebruik van het gaspedaal
gestart te worden.
xZie Starten van een verzopen
motor onder Starten in
noodgevallen als de motor de
eerste keer niet start. Laat uw
auto inspecteren door een
deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) als de
motor nog niet start (pagina
7-49).
x(SKYACTIV-D 1.8)
Als de buitentemperatuur lager is
dan ongeveer –10 °C, wordt het
maximale motortoerental na het
starten van de motor mogelijk
gedurende ongeveer 3 minuten
niet bereikt om de motor te
beschermen.
x(Voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak met i-stop
functie)
Als de motor als gevolg van
afslaan is gestopt, kan deze
opnieuw worden gestart door het
koppelingspedaal in te trappen
binnen 3 seconden nadat de
motor is gestopt.
De motor kan onder de volgende
omstandigheden ook als het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
niet opnieuw worden gestart:
xHet bestuurdersportier
geopend is.
xDe veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
xNa het afslaan van de motor is
het koppelingspedaal niet
volledig losgelaten.
xHet koppelingspedaal wordt
ingetrapt terwijl de motor niet
volledig is stopgezet.
▼Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is
OPGELET
Wanneer de motor gestart wordt door
de zender boven de startdrukknop te
houden als gevolg van een uitgeputte
sleutelbatterij of een defecte sleutel, er
voor zorgen het volgende te
voorkomen, omdat anders het signaal
van de sleutel niet correct wordt
ontvangen en de kans bestaat dat de
motor niet start.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-9

Page 180 of 759

¾Metalen delen van andere sleutels of
metalen voorwerpen komen in
aanraking met de sleutel.
¾Reservesleutels of sleutels voor
andere voertuigen die uitgerust zijn
met een start-blokkeersysteem
komen in aanraking met of in de
buurt van de sleutel.
¾Elektronische betaalpassen of
doorlaatpassen komen in aanraking
met of in de buurt van de sleutel.
Als de motor niet gestart kan worden
omdat de batterij van de sleutel is
uitgeput, kan de motor met behulp
van onderstaande procedure gestart
worden:
1. Blijf het rempedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
2.(Handgeschakelde
versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig
intrappen totdat de motor volledig
gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P
(parkeren). Als u de motor moet
starten wanneer de auto in
beweging is, dient u de
keuzehendel in stand N (neutraal)
te zetten.
3. Controleer of het
startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert.
4. Lijn het middelste deel van het
embleem op de zender af met het
middelste deel van de
startdrukknop terwijl het
startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert.

1. Indicatielampje
2. Startdrukknop
3. Zender
4. Embleem

5. Controleer of het
startdrukknopindicatielampje
(groen) gaat branden.
6. Druk op de startdrukknop om de
motor te starten.
OPMERKING
xDe motor kan niet gestart worden
tenzij het koppelingspedaal
volledig is ingetrapt
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
volledig is ingetrapt
(automatische transmissie).
xAls de functie van de
startdrukknop defect is, gaat het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knipperen. In dit geval is
het mogelijk dat de motor start,
echter laat de auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige
reparateur (bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur)
controleren.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-10

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 760 next >