stop start MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 267 of 759

Als deze functie continu wordt
gebruikt, kan het AWD
waarschuwingslampje gaan knipperen.
Zie Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen op pagina
7-57.
OPMERKING
Wanneer het Off-Road Traction Assist
systeem werkt, kan de auto trillen of
kan een werkingsgeluid te horen zijn.
Dit duidt echter niet op een probleem.
▼Off-Road Traction Assist
indicatielampje
xWanneer het contact op ON wordt
gezet, gaat het indicatielampje
branden en vervolgens na enkele
seconden uit.
xWanneer de Off-Road Traction Assist
schakelaar wordt ingedrukt om het
Off-Road Traction Assist systeem te
activeren, gaat het indicatielampje
branden.
xDe volgende gevallen kunnen duiden
op een storing in het systeem. Laat
uw auto door een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controleren.
xHet indicatielampje gaat niet
branden wanneer het contact op
ON wordt gezet, of het blijft
branden.
xHet indicatielampje gaat branden
ook al is het Off-Road Traction
Assist systeem niet geactiveerd.
▼Off-Road Traction Assist
schakelaar
Wanneer de schakelaar wordt
ingedrukt nadat de auto is stilgezet,
wordt het Off-Road Traction Assist
systeem geactiveerd.
Het
Off-Road Traction Assist
indicatielampje in de
instrumentengroep en het
Off-Road
Tra c t i o n A s s i s t
schakelaarindicatielampje gaan
branden.
1. Off-Road Traction Assist
schakelaarindicatielampje
Wanneer de schakelaar opnieuw wordt
ingedrukt, wordt het Off-Road Traction
Assist systeem gestopt en gaan het
Off-Road Traction Assist
indicatielampje en het
Off-Road
Tra c t i o n A s s i s t
schakelaarindicatielampje uit.

OPMERKING
Als de motor wordt stopgezet terwijl
het Off-Road Traction Assist systeem
operationeel is, wordt het systeem
gestopt wanneer de motor de
eerstvolgende keer gestart wordt.
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC/Off-Road Traction Assist
4-97

Page 268 of 759

M Hybrid
▼M Hybrid
M Hybrid gebruikt de Integrated Starter-Generator (ISG) met ongekend efficiënte
vermogensgeneratie om elektriciteit te genereren van de kinetische energie die
wordt opgewekt wanneer de auto afremt. Het systeem gebruikt de elektrische
stroom die in de M Hybrid accu wordt opgeslagen. Dit is een accu met grote
capaciteit die de rijeigenschappen en het brandstofverbruik verbetert door de
motorbelasting te verlagen en de motor te ondersteunen. Bovendien garandeert ISG
stil herstarten van de motor nadat deze is stopgezet door de i-stop functie
(stationair-stop).
1. ISG
2. DC/DC-converter
3. M Hybrid accu
OPGELET
¾De volgende onderdelen zijn uitermate heet en er vloeit hoge spanning door, dus
deze niet aanraken.
¾ISG
¾DC/DC-converter
¾M Hybrid accu
Tijdens het rijden
M Hybrid
4-98

Page 269 of 759

¾Wanneer het bestuurdersportier open is onder de volgende omstandigheden,
bepaalt het voertuig dat de bestuurder de bestuurdersstoel probeert te verlaten,
dus wordt er een waarschuwingsgeluid geactiveerd om de bestuurder te
waarschuwen voor mogelijk gevaar en er wordt een waarschuwingsindicatie
getoond.
¾De motor draait.
¾De keuzehendel staat in een andere stand dan P of N.
¾Als er een probleem is met M Hybrid, dan wordt een waarschuwingsindicatie
getoond.
¾De bedrijfstoestand van M Hybrid wordt getoond op de bedrijfstoestanddisplay
van het systeem van de brandstofverbruikmonitor.
Zie de sectie Informatie in het Mazda Connect instructieboekje.
▼Unieke kenmerken van M Hybrid
Unieke geluiden en trillingen treden
op bij voertuigen met M Hybrid
Voertuigen met M Hybrid hebben
unieke geluiden en trillingen die
anders zijn dan bij normale voertuigen.
De volgende geluiden of trillingen
kunnen zich voordoen, hoewel dit
hoort bij M Hybrid en geen probleem
aangeeft.
Type (geluid/tril-
ling)Status/locatie voorko-
men
Geluid bij werking
remregeneratieTijdens afremmen kan
een brommend geluid
hoorbaar zijn afkomstig
van de motorruimte.
Werkingsgeluid van
relais van M Hybrid
accuEr is een klikklakgeluid
hoorbaar bij de onder-
vloer van het voertuig
wanneer de motor wordt
gestart en stopgezet.
Type (geluid/tril-
ling)Status/locatie voorko-
men
Geluid bij werking
remsysteemEr kan geluid worden ge-
hoord aan de voorzijde
van het voertuig onder
de volgende omstandig-
heden:
xHet bestuurdersportier
wordt geopend.
xHet contact wordt op
ON gezet.
xHet rempedaal wordt
bediend.
xHet remsysteem treedt
automatisch in werk-
ing.
xEr zijn enkele minuten
verstreken sinds de
motor is stopgezet.
Trilling van rempe-
daalEr kan een trilling van het
rempedaal worden ge-
voeld onder de volgende
omstandigheden.
xHet contact wordt op
ON gezet.
xHet rempedaal wordt
bediend.
▼M Hybrid accu
M Hybrid is uitgerust met een speciale
accu.
Tijdens het rijden
M Hybrid
4-99

Page 332 of 759

▼Instellen van het systeem
MRCC met Stop & Go-functie functioneert wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan.
xDe rijsnelheid is als volgt:
x(Europese modellen)
Ongeveer 0 km/h tot 200 km/h
x(Behalve Europese modellen)
Ongeveer 0 km/h tot 145 km/h
xMRCC met Stop & Go-functie is ingeschakeld.xHet rempedaal is niet ingedrukt.xDe handrem wordt vrijgezet (indicatielampje elektrische handrem (EPB) gaat uit).xEr is geen probleem met de DSC.xAlle portieren zijn gesloten.xDe veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.xDe keuzehendel staat in de stand D (rijden) of de stand M (handmatig)
(handgeschakelde modus).
OPMERKING
xIn de volgende gevallen wordt het MRCC systeem met Stop & Go-functie
geannuleerd wanneer de auto met een snelheid van 30 km/h of lager rijdt en in
de multi-informatiedisplay “Mazda Radar Cruise Control uitgeschakeld onder 30
km/h (20mph)” wordt weergegeven.
xDe vooruitrijcamera (FSC) kan doelobjecten niet detecteren (er is een probleem
met de vooruitrijcamera (FSC) of de voorruit is vuil).
xEr is een probleem met de in-stilstandpositie-houdenregeling.xEr is een probleem met de elektrische handrem (EPB).xWanneer het MRCC systeem met Stop & Go-functie is geactiveerd, gaan de
Distance & Speed Alert (DSA) en Smart Brake Support (SBS) systemen
automatisch ook aan.
xHet is wellicht niet mogelijk MRCC met Stop & Go-functie direct na het starten
van de motor in te stellen terwijl de werking van de DSC wordt gecontroleerd.
Het systeem inschakelen
1. CANCEL schakelaar
2. RES schakelaar
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-162

Page 333 of 759

3. MRCC schakelaar

Wanneer de MRCC schakelaar eenmaal wordt ingedrukt, wordt MRCC met Stop &
Go-functie ingeschakeld, gaat de standby-indicatie (wit) van MRCC met Stop &
Go-functie branden en kan in de volgafstandregeling de rijsnelheid en de afstand
tussen voertuigen worden ingesteld.
Bovendien wordt de displayindicatie van MRCC met Stop & Go-functie aangegeven
in de multi-informatiedisplay en de Active Driving Display.
OPMERKING
Als bijvoorbeeld het contact uit wordt gezet terwijl MRCC met Stop & Go-functie in
werking is, zal het systeem gebruiksklaar zijn wanneer het contact de volgende keer
op ON gezet wordt.
Instellen van de snelheid
Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal en
druk de RES schakelaar omhoog (SET+) of omlaag (SET-) om de volgafstandregeling
te starten.
De ingestelde snelheid wordt weergegeven op de display. Tegelijkertijd schakelt de
standby-indicatie (wit) van het MRCC systeem over naar de instelindicatie (groen)
van het systeem.
RijstatusIndicatie op multi-informatie-
displayIndicatie op Active Driving Dis-
play
Tijdens het rijden met constante
snelheid
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-163

Page 337 of 759

operationeel is, gaat het
indicatielampje van MRCC met Stop &
Go-functie branden.
OPMERKING
xWanneer MRCC met Stop &
Go-functie wordt geannuleerd terwijl
de
in-stilstandpositie-houdenregeling
operationeel is, blijft de auto in de
stilstandpositie.
xDe handrem wordt automatisch
aangetrokken wanneer de auto in de
stilstandpositie wordt gehouden
nadat 10 minuten zijn verstreken
sinds de
in-stilstandpositie-houdenregeling
werd geactiveerd. Op dat moment
wordt MRCC met Stop & Go-functie
geannuleerd.
xAls aan de i-stop
bedieningsvoorwaarden wordt
voldaan terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling
actief is, stopt de motor ook al wordt
het rempedaal niet ingetrapt.
Zie i-stop op pagina 4-13.
xDe remlichten gaan branden
wanneer de
in-stilstandpositie-houdenregeling
actief is.
Rijden hervatten
Wanneer het voorliggende voertuig
gaat rijden terwijl uw auto stilstaat met
geactiveerde
in-stilstandpositie-houdenregeling,
druk op de RES schakelaar of trap het
gaspedaal in om de
in-stilstandpositie-houdenregeling te
annuleren en verder te rijden.
OPMERKING
xWanneer u het rijden hervat door de
RES schakelaar in te drukken, gaat de
auto pas rijden wanneer de afstand
tussen uw auto en het voorliggende
voertuig de opgegeven afstand of
langer bedraagt.
xDe motor start automatisch wanneer
een van de acties om het rijden te
hervatten worden uitgevoerd terwijl
i-stop operationeel is.
xAls MRCC met Stop & Go-functie
tijdelijk is geannuleerd terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling
actief was, kunt u het rijden niet
hervatten door te drukken op de RES
schakelaar wanneer er geen
voertuigen voor u zijn. Trap het
gaspedaal in en hervat het rijden.
xAls het voorliggende voertuig gaat
rijden binnen 3 seconden nadat uw
auto door de
in-stilstandpositie-houdenregeling is
gestopt, wordt volgafstandregeling
hervat zelfs als u niet verder rijdt,
bijvoorbeeld door het gaspedaal in
te trappen.
Informatie met betrekking tot
hervatten van rijden
Als u het rijden niet binnen enkele
seconden hervat nadat het
voorliggende voertuig gaat rijden,
knippert de indicatie voorliggend
voertuig in de multi-informatiedisplay
om de bestuurder te informeren dat
deze het rijden moet hervatten.
Wanneer u niet verder stuurt nadat het
indicatielampje knippert, dan wordt
een geluid geactiveerd om u aan te
sporen het sturen hervatten.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-167

Page 345 of 759

▼Instellen van het systeem
Bedieningsvoorwaarden
Volgafstandregelingsfunctie
Het CTS systeem functioneert wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan.
x(Model met automatische transmissie)
xDe rijsnelheid is ongeveer 0 km/h tot 200 km/h*1 /145 km/h*2.xDe keuzehendel staat in de stand D of M (handgeschakelde modus).x(Model met handgeschakelde versnellingsbak)
xDe rijsnelheid is ongeveer 30 km/h tot 200 km/h*1 /145 km/h*2.xDe versnellingshendel staat in een andere stand dan R of N.xHet koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.xHet CTS systeem is actief.xDe volgafstandregelingsfunctie van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem of het Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC met
Stop & Go-functie) systeem is in werking gesteld (wanneer het buiten werking was
gesteld, zet het dan via de gebruikersinstellingenfunctie in werking).
xHet rempedaal is niet ingedrukt.xDe handrem wordt vrijgezet (indicatielampje elektrische handrem (EPB) gaat uit).xEr is geen probleem met de DSC.xAlle portieren zijn gesloten.xDe veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
*1 Europese modellen*2 Behalve Europese modellen

OPMERKING
(Model met automatische transmissie)
xOnder de volgende omstandigheden kan het
CTS-systeem niet worden gebruikt
wanneer de rijsnelheid 30 km/h of lager is.
xEr is een probleem met de in-stilstandpositie-houdenregeling.xEr is een probleem met de elektrische handrem (EPB).xHet CTS systeem start mogelijk niet direct na het starten van de motor.

Besturingshulpfunctie
De besturingshulpfunctie functioneert wanneer aan alle onderstaande voorwaarden
is voldaan.
xDe rijsnelheid is minder dan ongeveer 55 km/h.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-175

Page 353 of 759

OPMERKING
xWanneer u het rijden hervat door de
RES schakelaar in te drukken, gaat de
auto pas rijden wanneer de afstand
tussen uw auto en het voorliggende
voertuig de opgegeven afstand of
langer bedraagt.
xDe motor start automatisch wanneer
een van de acties om het rijden te
hervatten worden uitgevoerd terwijl
i-stop operationeel is.
xAls het CTS systeem tijdelijk is
geannuleerd terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling
actief was, kunt u het rijden niet
hervatten door te drukken op de RES
schakelaar wanneer er geen
voertuigen voor u zijn. Trap het
gaspedaal in en hervat het rijden.
xAls het voorliggende voertuig gaat
rijden binnen 3 seconden nadat uw
auto door de
in-stilstandpositie-houdenregeling is
gestopt, wordt de
volgafstandregeling hervat zelfs als u
niet verder rijdt, bijvoorbeeld door
het gaspedaal in te trappen.

Vertrekinformatie van het voertuig
Als u het rijden niet binnen enkele
seconden hervat nadat het
voorliggende voertuig gaat rijden
tijdens de
in-stilstandpositie-houdenregeling,
knippert de indicatie voorliggend
voertuig in de multi-informatiedisplay
om de bestuurder te informeren dat
deze het rijden moet hervatten.
Wanneer u niet verder stuurt nadat het
indicatielampje knippert, dan wordt
een geluid geactiveerd om u aan te
sporen het sturen hervatten.
Rijstrookassistent (LAS)*
▼Rijstrookassistent (LAS)
Het LAS systeem biedt assistentie bij
de besturing om de bestuurder te
helpen binnen de rijstroken te blijven
wanneer de kans bestaat dat de auto
van zijn rijstrook afwijkt.
De vooruitrijcamera (FSC) bespeurt de
witte strepen (gele strepen) van de
rijstrook waarin de auto zich op dat
moment bevindt en als het systeem
bepaalt dat de auto mogelijk van zijn
rijstrook afwijkt wordt de elektrische
stuurbekrachtiging geactiveerd om de
bestuurder bij de besturing te
assisteren. Het systeem waarschuwt de
bestuurder ook door een
waarschuwing weer te geven op de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display. Gebruik het systeem
bij het rijden op wegen met witte
(gele) strepen, zoals snelwegen of
hoofdwegen.
1. Vooruitrijcamera (FSC)
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-183

Page 429 of 759

Bij wijze van extra
veiligheidsvoorziening is uw auto
uitgerust met een
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) dat een verklikkerlichtje voor
lage bandenspanning laat branden
wanneer de bandenspanning van
één of meerdere van uw banden
beduidend laag is. Wanneer dus het
verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning gaat branden, dient
u te stoppen en uw banden zo
spoedig mogelijk te controleren en
deze op de juiste spanning te
brengen. Rijden met een band
waarvan de bandenspanning
beduidend laag is, kan oververhit
raken van de band en bandenpech
veroorzaken. Te lage
bandenspanning verhoogt ook het
brandstofverbruik, leidt tot snellere
slijtage van het bandenprofiel en kan
de bestuurbaarheid en remweg
nadelig beïnvloeden.
Houd er rekening mee dat het TPMS
systeem geen remedie biedt voor
een onjuist bandenonderhoud en
het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder de juiste
bandenspanning te handhaven, ook
als een te lage bandenspanning nog
niet het niveau heeft bereikt dat het
TPMS verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning gaat branden.
Uw auto is ook uitgerust met een
TPMS storingsindicator om aan te
geven wanneer het systeem niet
correct functioneert.De TPMS storingsindicator is
gecombineerd met het
verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning. Wanneer het
systeem een storing bespeurt, gaat
het verklikkerlichtje gedurende
ongeveer één minuut knipperen en
blijft vervolgens continu branden.
Deze volgorde blijft voortduren
telkens wanneer de auto opnieuw
gestart wordt voor zolang als de
storing blijft bestaan. Wanneer de
storingsindicator brandt, bestaat de
kans dat het systeem een lage
bandenspanning niet zoals bedoeld
kan opsporen of melden. Storingen
in het TPMS systeem kunnen zich
voordoen om uiteenlopende
redenen, zoals het vervangen of
verwisselen van banden of velgen op
de auto welke verhinderen dat het
TPMS systeem juist kan functioneren.
Controleer steeds de TPMS
storingsindicator na het vervangen
van één of meer banden of velgen
op uw auto om er zeker van te zijn
dat na het vervangen of verwisselen
van banden en velgen het TPMS
systeem juist blijft functioneren.
¾Om foutieve aflezingen te
voorkomen neemt het systeem
gedurende een korte tijd
steekproeven alvorens een probleem
te melden. Als gevolg zal een band
die snel leegloopt of plotseling lek is
geraakt niet onmiddellijk door het
systeem gemeld worden.
▼Als er een probleem is met het
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)
Als het TPMS waarschuwingslampje
knippert, is er mogelijk een probleem
in het systeem. Raadpleeg een
deskundige reparateur (bij voorkeur
Tijdens het rijden
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
4-259

Page 480 of 759

▼Gebruik van de audiobedieningsschakelaar
De audiobedieningsschakelaar bevindt zich aan de linkerzijde van het stuurwiel.
Met deze schakelaar kunt de basisfuncties van het audiosysteem bedienen, de
telefoon opnemen /ophangen of spraakbesturing activeren.
De vorm van de schakelaars kan per voertuigmodel verschillend zijn.

Nr. Onderwerp Verklaring
1
Volume-afstellingstoets:
Druk op de (+) of (-) toets om het volume af te stellen.
Wanneer het volume tijdens gesproken begeleiding wordt aangepast,
verandert het volume van de gesproken begeleiding.
Wanneer het volume wordt aangepast tijdens een handsfree gesprek,
verandert het volume van het gesprek.
2
Zoektoets:

Selecteren van een radiozender
(FM/AM radio)
U kunt radiozenders oproepen die als favorieten zijn geregistreerd door
op de zoektoets te drukken tijdens het luisteren naar FM/AM radio.
Elke keer dat u de zoektoets indrukt verandert u van radiozender.
Houd de zoektoets ingedrukt tot een pieptoon hoorbaar is om auto-
matische zenderselectie te starten. Het selecteren stopt wanneer een
radiozender wordt gevonden.
(DAB radio)
*
U kunt radiozenders oproepen die als favorieten zijn geregistreerd door
op de zoektoets te drukken tijdens het luisteren naar DAB radio. Elke
keer dat u de zoektoets indrukt verandert u van radiozender.
Als u de zoektoets ingedrukt houdt totdat een pieptoon hoorbaar is,
wordt overgeschakeld naar de volgende of vorige service. Als er geen
volgende of vorige service in het geselecteerde ensemble is, wordt
overgeschakeld naar een ander ensemble.

Naar begin of eind van een nummer gaan
Interieurvoorzieningen
Mazda Connect
5-22*Bepaalde modellen.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 next >