MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 41 of 759

Stuurwielverwarming*
▼Stuurwielverwarming
De handgrepen aan de linker- en
rechterzijde van het stuurwiel kunnen
verwarmd worden wanneer het
contact op ON wordt aangezet.
Wanneer de stuurwielverwarming
werkt, gaat het indicatielampje in de
stuurwielverwarmingsschakelaar
branden.
1. Stuurwielverwarmingsschakelaar
2. Verwarmd gedeelte

Handbediende modus
De stuurwielverwarming functioneert
gedurende ongeveer 30 minuten
wanneer de
stuurwielverwarmingsschakelaar wordt
ingedrukt en wordt daarna
automatisch uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de stuurwielverwarming handmatig uit
te schakelen.
Automatische modus
De stuurwielverwarming kan aan de
hand van de volgende procedure in
automatische modus worden bediend.
1. Wanneer “Zetel-en
aircotemperaturen koppelen” is
uitgeschakeld, schakel deze in aan
de hand van de volgende
procedure.
a) Selecteer “Instellingen” in het
beginscherm van Mazda
Connect.
b) Selecteer “Voertuiginstellingen”.
c) Schakel “Zetel-en
aircotemperaturen koppelen” in.
2. Druk op de AUTO schakelaar.
In de automatische modus gaat de
stuurwielverwarming automatisch
werken/uit op basis van de
omstandigheden in de cabine.
OPMERKING
xWanneer de
stuurwielverwarmingsschakelaar
wordt ingedrukt tijdens de
automatische modus, schakelt de
stuurwielverwarming over op
handbediende modus. Druk op de
AUTO schakelaar om de
automatische modus weer te
activeren.
xAls het contact uit wordt gezet terwijl
de stuurwielverwarming in
automatische modus wordt bediend,
wordt de volgende keer dat het
contact aan wordt gezet de
automatische modus weer
geactiveerd.

OPGELET
De volgende soort van personen
moeten voorzichtig zijn en het
stuurwiel niet aanraken. Anders kan dit
een lage temperatuur brandwond
veroorzaken.
¾Baby's, kleine kinderen, ouderen en
gehandicapten
¾Personen met een gevoelige huid
¾Personen die buitengewoon
vermoeid zijn
¾Personen die onder invloed zijn
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Stoelverwarming/Stuurwielverwarming
*Bepaalde modellen.2-21

Page 42 of 759

¾Personen die slaapverwekkende
medicijnen gebruiken zoals
slaaptabletten of medicijnen tegen
verkoudheid
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Stoelverwarming/Stuurwielverwarming
2-22

Page 43 of 759

Voorzorgsmaatregelen bij
gebruik van de
veiligheidsgordels
▼Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
van de veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels helpen de kans op
ernstig letsel tijdens ongevallen en
plotseling stoppen te verminderen. Het
wordt door Mazda aangeraden dat de
bestuurder en passagiers te allen tijde
gebruik maken van de
veiligheidsgordels.
Alle zittingen zijn voorzien van heup/
schoudergordels. Deze gordels zijn
ook uitgerust met oprolautomaten met
traagheidsvergrendeling die er voor
zorgen dat de gordels geen hinder
vormen wanneer ze niet gebruikt
worden. De vergrendelingen maken
het mogelijk dat de gordels soepel en
comfortabel om het lichaam sluiten,
maar zullen op het moment van een
aanrijding in positie blokkeren.
WAARSCHUWING
Draag altijd uw veiligheidsgordel en
let er op dat alle inzittenden hun
veiligheidsgordels op de juiste wijze
omgedaan hebben:
Het niet dragen van veiligheidsgordels
is buitengewoon gevaarlijk. Inzittenden
die tijdens een botsing geen
veiligheidsgordels dragen kunnen
tegen iemand anders of tegen objecten
in de auto geslingerd worden. Zij
kunnen daardoor ernstig letsel
mogelijk met dodelijke afloop
oplopen. Bij dezelfde botsing zullen de
inzittenden die wel gebruik van de
veiligheidsgordels maken aanzienlijk
minder letsel oplopen.
Draag nooit veiligheidsgordels die
verdraaid zitten:
Veiligheidsgordels die verdraaid zitten
zijn gevaarlijk. Bij een aanrijding is de
volle breedte van de gordel dan niet
beschikbaar om de schok van de
botsing op te vangen. Dit leidt er toe
dat er een grotere druk op de botten
onder de gordel wordt uitgeoefend,
waardoor botbreuk of overig ernstig of
dodelijk letsel kan ontstaan. Dus als
uw veiligheidsgordel verdraaid is, moet
u de gordel recht trekken en de
verdraaiingen er uit halen zodat de
veiligheidsgordel over de volledige
breedte gebruikt kan worden.
Gebruik nooit meer dan één
veiligheidsgordel voor meer dan één
persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel
voor meer dan één persoon
tegelijkertijd is gevaarlijk. Een
veiligheidsgordel die op deze wijze
wordt gebruikt kan de kracht van de
schok niet op de juiste manier
spreiden en de twee passagiers zouden
tegen elkaar aan gedrukt kunnen
worden en ernstig of mogelijk dodelijk
letsel kunnen oplopen. Gebruik nooit
meer dan één veiligheidsgordel voor
meer dan één persoon tegelijkertijd en
ga pas met de auto rijden wanneer alle
inzittenden hun veiligheidsgordels op
de juiste wijze hebben omgedaan.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-23

Page 44 of 759

Rijd niet met een auto met een
beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde
veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een
ongeluk kan het gordelmateriaal van
de veiligheidsgordel die op dat
moment werd gedragen beschadigd
raken. Een beschadigde
veiligheidsgordel kan tijdens een
aanrijding geen voldoende
bescherming bieden. Laat een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur) alle
veiligheidsgordelsystemen die tijdens
een aanrijding in gebruik waren
inspecteren alvorens deze weer in
gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels
onmiddellijk vernieuwen als de
voorspanner of drukbegrenzer
geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een
officiële
Mazda-reparateur) de voorspanners
van de veiligheidsgordels en de airbags
inspecteren. Juist zoals de airbags
functioneren de voorspanners en
drukbegrenzers van de
veiligheidsgordels slechts eenmaal en
moeten deze na elke botsing waarbij
deze geactiveerd werden worden
vernieuwd. Als de voorspanners en
drukbegrenzers van de
veiligheidsgordels niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een
botsing toenemen.Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde
wijze wordt gedragen is gevaarlijk.
Zorg er steeds voor dat de
schoudergordel over uw schouder en
in de nabijheid van uw nek wordt
geplaatst, maar nooit onder de arm,
op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt
gedragen is gevaarlijk. Bij een
aanrijding wordt de schok van de
botsing dan rechtstreeks op de
onderbuik overgebracht, hetgeen
ernstig letsel kan veroorzaken. Zorg er
voor dat de heupgordel nauwsluitend
past en draag deze zo laag mogelijk
om de heupen.
Instructies voor gebruik van de
veiligheidsgordels:
Veiligheidsgordels dienen op het
beenderstelsel van het lichaam te
drukken en behoren laag om de
voorzijde van het bekken, of om het
bekken, de borst en schouders
gedragen te worden, al naargelang van
toepassing; het dragen van de
heupgordel rondom de buik dient
vermeden te worden.
Veiligheidsgordels behoren zo
nauwsluitend mogelijk afgesteld te
worden, in overeenstemming met
comfort, om de bescherming te
kunnen bieden waarvoor zij bestemd
zijn. Een gordel die niet voldoende
gespannen is zal de drager ervan
aanzienlijk minder bescherming
kunnen bieden.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-24

Page 45 of 759

Zorg ervoor verontreiniging van het
gordelmateriaal door
schoonmaakmiddelen, olie en
chemische middelen, in het bijzonder
accuzuur, te voorkomen. De gordels
kunnen het veiligste gereinigd worden
met een oplossing van zachte zeep en
water. Vernieuw de gordels als het
materiaal gerafeld, verontreinigd of
beschadigd is.
Het is belangrijk de veiligheidsgordels
als geheel te vernieuwen nadat deze
bij een ernstige botsing zijn gedragen,
ook als beschadiging van het
gordelsysteem niet duidelijk
waarneembaar is.
Veiligheidsgordels behoren niet
gedraaid te worden gedragen.
Elke veiligheidsgordel dient slechts
door één inzittende te worden
gebruikt; het is gevaarlijk een
veiligheidsgordel aan te brengen
rondom een kind dat op iemands
schoot zit.
Door de gebruiker mogen er geen
wijzigingen of toevoegingen worden
aangebracht die verhinderen dat de
afstelmechanismen van de
veiligheidsgordels de gordels strakker
kunnen aanspannen of die verhinderen
dat de gordels door de gebruiker
strakker kunnen worden afgesteld.OPGELET
Het oprollen van de veiligheidsgordels
verloopt stroever wanneer de gordels
en de gordelgeleiders verontreinigd
zijn. Houd deze dus altijd schoon. Zie
voor meer bijzonderheden betreffende
het reinigen van de veiligheidsgordels
“Onderhoud van de veiligheidsgordels”
(pagina 6-67).

1. Ring
▼Gebruik van de veiligheidsgordels
door zwangere vrouwen en
personen met ernstige medische
aandoeningen
Zwangere vrouwen dienen altijd van
de veiligheidsgordels gebruik te
maken. Raadpleeg uw dokter voor
nader advies.
De heupgordel dient NAUWSLUITEND
EN ZO LAAG MOGELIJK OM DE
HEUPEN gedragen te worden.
De schoudergordel dient correct over
uw schouder gedragen te worden,
echter nooit over de buik.
Personen met ernstige medische
condities dienen eveneens van de
veiligheidsgordels gebruik te maken.
Raadpleeg uw dokter voor bijzondere
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-25

Page 46 of 759

instructies betreffende bepaalde
medische aandoeningen.
▼Noodblokkeerstand
Wanneer de veiligheidsgordel is
vastgemaakt, zal deze zich altijd in de
noodblokkeerstand bevinden.
In de noodblokkeerstand blijft de
gordel comfortabel om de gebruiker
zitten en zal de oprolautomaat tijdens
een aanrijding in positie blokkeren.
Als de gordel geblokkeerd is en niet
naar buiten getrokken kan worden, de
gordel eenmaal laten oprollen en deze
vervolgens langzaam proberen naar
buiten te trekken. Als dit niet werkt, de
gordel 1 maal krachtig aantrekken en
loslaten en vervolgens opnieuw
langzaam naar buiten trekken.
Veiligheidsgordels
▼Vastmaken van de
veiligheidsgordels
Plaats de veiligheidsgordeltong in de
gesp.
1. Veiligheidsgordeltong
2. Veiligheidsgordelgesp

Plaats de heupgordel zo laag mogelijk,
niet op de onderbuik, en stel
vervolgens de schoudergordel zodanig
af dat deze nauwsluitend om uw
lichaam past.
1. Laag om de heupen houden
2. Aantrekken
3. Te hoog

Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
van de achterzitting correct door de
veiligheidsgordelgeleider wordt geleid
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-26

Page 47 of 759

en dat deze niet is verdraaid voordat u
de gordel vastmaakt.
▼Losmaken van de
veiligheidsgordels
Druk de knop op de
veiligheidsgordelgesp in. Als de gordel
niet volledig wordt opgerold, deze
naar buiten trekken en op verdraaiing
en knikken inspecteren. Kijk vervolgens
of bij het oprollen de gordel
onverdraaid blijft.
1. Toets
OPMERKING
Als een gordel niet volledig wordt
opgerold, deze op verdraaiing en
knikken inspecteren. Als de gordel dan
nog steeds niet correct wordt
opgerold, deze door een deskundige
reparateur (bij voorkeur een
officiële
Mazda-reparateur) laten inspecteren.
▼Voorste schoudergordelafsteller
De veiligheidsgordels van de
voorzittingen hebben een voorste
schoudergordelafsteller. Als de
veiligheidsgordel uw nek raakt of van
uw schouder glijdt, stelt u de hoogte
van de veiligheidsgordel in.
Hoger zetten
Beweeg de voorste
schoudergordelafsteller omhoog om
de veiligheidsgordel te verhogen.
Lager zetten
Houd de voorste
schoudergordelafsteller vast en verlaag
de gordel met de knop van de voorste
schoudergordelafsteller ingedrukt om
de veiligheidsgordel te verlagen.

Duw na het afstellen de voorste
schoudergordelafsteller omlaag en
controleer dat deze stevig op zijn
plaats zit.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-27

Page 48 of 759

Veiligheidsgordelwaarsch
uwingssystemen
▼Veiligheidsgordelwaarschuwingssy
stemen
Als deze bespeuren dat de
veiligheidsgordel van de inzittende niet
is vastgemaakt, wordt de inzittende
door een waarschuwingslampje of een
zoemtoon gewaarschuwd.
Zie Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
veiligheidsgordel (voorzitting) op
pagina 7-69.
Zie Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel (achterzitting) (rood)
op pagina 7-69.
Zie Waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel op pagina 7-77.

Veiligheidsgordelindicatielampje
(achterzitting) (groen)
Het lampje gaat branden wanneer de
veiligheidsgordel van de achterzitting
wordt vastgemaakt terwijl het contact
op ON wordt gezet, en gaat uit nadat
een bepaalde tijd is verstreken.
Voorspanners van
veiligheidsgordels en
begrenzingsystemen
▼Voorspanners van
veiligheidsgordels en
begrenzingsystemen
Voor een optimale bescherming zijn
de veiligheidsgordels van de
voorzittingen en van de buitenste
zitplaatsen van de achterzitting
*
uitgerust met voorspanner- en
begrenzingsystemen. Om deze beide
systemen correct te kunnen laten
functioneren dient u de
veiligheidsgordel op de juiste wijze te
dragen.

Voorspanners:
Wanneer een botsing wordt bespeurd,
worden de voorspanners gelijktijdig
met de airbags geactiveerd.
(Met rolsensor)
Wanneer tevens een kanteling (over de
kop slaan) wordt bespeurd, worden de
voorspanners gelijktijdig met de
airbags geactiveerd.
Zie voor bijzonderheden over
activering, Criteria voor SRS airbag
activering (pagina 2-66).

Wanneer de airbags worden
opgeblazen, trekken de
oprolautomaten van de
veiligheidsgordels de gordels snel strak
aan. Nadat de airbags en de
veiligheidsgordelvoorspanners
geactiveerd werden dienen deze
steeds vernieuwd te worden.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor systeem
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-28*Bepaalde modellen.

Page 49 of 759

van airbag/
veiligheidsgordelvoorspanner op
pagina 7-64.
(Met deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag)
Bovendien is het voorspannersysteem
van de voorpassagierszitting , precies
zoals de voor- en zijpassagiersairbag ,
zodanig ontworpen dat dit enkel in
werking treedt wanneer de
deactiveringsschakelaar voor de
voorpassagiersairbag in de stand ON is
gezet.
Zie voor bijzonderheden,
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag (pagina 2-59).

Drukbegrenzer:
Het begrenzingsysteem zorgt ervoor
dat de gordel op een gecontroleerde
manier losser gemaakt wordt om de
druk die door de gordel op het
bovenlichaam van de inzittende wordt
uitgeoefend te reduceren. Alhoewel de
grootste druk op een veiligheidsgordel
bij frontale botsingen wordt
uitgeoefend, heeft de drukbegrenzer
een automatische mechanische functie
en kan bij voldoende beweging van de
inzittende bij elk soort ongeval
geactiveerd worden.
Ook wanneer de voorspanners niet
geactiveerd werden, dient de
drukbegrenzingsfunctie door een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur)
gecontroleerd te worden.WAARSCHUWING
Maak enkel gebruik van de
veiligheidsgordels op de wijze zoals in
dit instructieboekje wordt
aangegeven:
Verkeerde plaatsing van de
veiligheidsgordels is gevaarlijk. Als
deze niet op de juiste wijze worden
gedragen, kunnen de voorspanner- en
begrenzingsystemen van de
veiligheidsgordels tijdens een ongeval
geen adequate bescherming bieden,
hetgeen ernstig letsel tot gevolg kan
hebben. Zie voor meer
bijzonderheden over het dragen van
de veiligheidsgordels, “Vastmaken van
de veiligheidsgordels” (pagina 2-26).
Laat uw veiligheidsgordels
onmiddellijk vernieuwen als de
voorspanner of drukbegrenzer
geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) de voorspanners
van de veiligheidsgordels en de airbags
inspecteren. Juist zoals de airbags
functioneren de voorspanners en
drukbegrenzers van de
veiligheidsgordels slechts eenmaal en
moeten deze na elke botsing waarbij
deze geactiveerd werden worden
vernieuwd. Als de voorspanners en
drukbegrenzers van de
veiligheidsgordels niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een
botsing toenemen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-29

Page 50 of 759

Breng nooit wijzigingen aan de
onderdelen of de bedrading aan en
gebruik nooit elektronische
testapparatuur op het
voorspannersysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
onderdelen of de bedrading van het
voorspannersysteem, zoals
bijvoorbeeld het gebruik van
elektronische testapparatuur is
gevaarlijk. De kans bestaat dat het
systeem dan per ongeluk geactiveerd
of onbruikbaar gemaakt wordt,
waardoor dit tijdens een ongeval niet
in werking kan treden. De kans bestaat
dan dat bestuurder, voorpassagier of
monteurs ernstig letsel oplopen.
Ruim het voorspannersysteem op de
juiste wijze op:
Het op verkeerde wijze opruimen van
het voorspannersysteem of het slopen
van een auto waarvan het
voorspannersysteem niet eerst onklaar
is gemaakt, is gevaarlijk. Ernstig letsel
kan het gevolg zijn wanneer niet alle
veiligheidsmaatregelen in acht worden
genomen. Laat een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) het
voorspannersysteem veilig opruimen of
een auto uitgerust met een
voorspannersysteem slopen.
OPMERKING
xHet is mogelijk dat het
voorspannersysteem niet
functioneert, afhankelijk van het type
botsing. Zie voor bijzonderheden,
Criteria voor SRS airbag activering
(pagina 2-66).
xBij het in werking treden van de
airbags en de voorspanners zal er
enige rook (een niet-toxisch gas)
vrijkomen. Dit duidt echter niet op
brand. Dit gas heeft normaal geen
effect op de inzittenden, echter bij
personen met gevoelige huid is het
mogelijk dat er een lichte
huidirritatie optreedt. Als er
restanten van de activering van de
airbags of van het
voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels op de huid of in
de ogen terechtkomt, dit zo spoedig
mogelijk met water afspoelen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-30

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 760 next >