ESP MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 379 of 759

360°
rondomkijkmonitor
*
▼360° rondomkijkmonitor
De 360° rondomkijkmonitor bestaat
uit de volgende functies en helpt de
bestuurder bij het controleren van het
gebied rondom de auto door middel
van indicaties in de middendisplay en
een waarschuwingszoemer tijdens het
rijden met lage snelheden of tijdens
parkeren.
xBovenaanzicht
Het bovenaanzicht toont een beeld
van de auto direct van boven op de
middendisplay door het combineren
van beelden opgenomen door de 4
camera’s opgesteld aan alle zijden
van de auto. Het bovenaanzicht
wordt aan de rechterzijde (stuur
links)/linkerzijde (stuur rechts) van
het scherm getoond wanneer het
vooraanzicht of achteraanzicht wordt
getoond. Het bovenaanzicht helpt
de bestuurder bij het controleren van
het gebied rondom de auto bij het
vooruit of achteruit rijden.
xVooraanzicht/
groothoekvooraanzicht
Het beeld van de voorzijde van de
auto wordt op de middendisplay
getoond.
Het beeld van de voorzijde van de
auto helpt de bestuurder bij het
controleren van de voorzijde van de
auto doordat richtlijnen op het
weergegeven beeld van de voorzijde
worden getoond.
xZijaanzicht
De beelden van de linker- en
rechtervoorzijde van de auto worden
op de middendisplay getoond.
Het zijaanzicht helpt de bestuurder
bij het controleren van de voorzijde
van de auto doordat richtlijnen op
het weergegeven beeld van de
linker- en rechtervoorzijde worden
getoond.
xAchteraanzicht/
groothoekachteraanzicht
Het beeld van de achterzijde van de
auto wordt op de middendisplay
getoond.
Het beeld van de achterzijde van de
auto helpt de bestuurder bij het
controleren van de omgeving
doordat richtlijnen op het
weergegeven beeld van de
achterzijde worden getoond.
xParkeersensor
Als er obstakels in de nabijheid van
de auto zijn terwijl bovenaanzicht/
zijaanzicht wordt weergegeven, gaat
rond de bumper in de
middendisplay een
hindernisdetectieaanduiding
branden.
De parkeersensoren maken gebruik
van ultrasonische sensoren voor het
bespeuren van obstakels rondom de
auto bij het rijden met lage
snelheden, zoals bij het parkeren in
een garage of file parkeren, en
informeert de bestuurder bij
benadering over de afstand van de
auto tot het omliggende obstakel
door middel van een zoemer en een
hindernisdetectieaanduiding.
Zie Parkeersensorsysteem op pagina
4-279.
xVooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA)
Als er kans bestaat op een botsing
met een naderend voertuig terwijl
vooraanzicht/
groothoekvooraanzicht/zijaanzicht
wordt weergegeven, wordt op de
middendisplay een waarschuwing
getoond.
Het Vooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA) is bedoeld om de bestuurder
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-209

Page 380 of 759

te helpen bij het controleren van
beide zijden van het voertuig
wanneer het voertuig een kruising op
rijdt.
Zie Vooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA) op pagina 4-140.
xAchteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA)
Als er kans bestaat op een botsing
met een naderend voertuig terwijl
achteraanzicht/
groothoekachteraanzicht wordt
weergegeven, wordt op de
middendisplay een waarschuwing
getoond.
Het
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) maakt gebruik van achterste
zijradarsensoren voor het bespeuren
van voertuigen die vanaf de linker-
en rechterachterzijde naderen en
helpt de bestuurder bij het
controleren van de achterzijde van
de auto tijdens het achteruitrijden
door het knipperen van de
dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingslampjes en het
activeren van de
waarschuwingszoemer.
Zie
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) op pagina 4-143.
Bereik van de 360°
rondomkijkmonitor
1. Camera’s
2. Ultrasonische sensoren
3. Voorste/achterste zijradarsensoren
WAARSCHUWING
Controleer tijdens het rijden altijd de
veiligheid van de omgeving van de
auto in de spiegels en rechtstreeks
visueel:
De 360° rondomkijkmonitor is een
hulpinrichting die de bestuurder helpt
de veiligheid van de omgeving van de
auto te controleren.
Het beeldbereik van de camera’s en
het detectiebereik van de sensoren zijn
beperkt. De zwarte gebieden aan de
voor- en achterzijde van het beeld van
de auto en de randen waar de beelden
van de camera’s samenkomen zijn
blinde vlekken waar een obstakel
bijvoorbeeld mogelijk niet zichtbaar is.
De verruimde voertuigbreedtelijnen en
verwachte rijlijnen worden alleen ter
referentie gebruikt, en de beelden op
het scherm kunnen afwijken van de
werkelijke omstandigheden.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-210

Page 388 of 759

De handrem is aangetrokken.x(Automatische transmissie)
De keuzehendel wordt in stand P gezet (wordt getoond wanneer de
keuzehendel in een andere stand dan stand P staat).
x(Wordt getoond wanneer de rijsnelheid ongeveer 15 km/h of lager is)
x4 minuten en 30 seconden zijn verstreken.xDe rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.x(Wordt getoond wanneer de rijsnelheid ongeveer 15 km/h of hoger is)
xDe rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger nadat 8 seconden zijn verstreken
sinds de 360° rondomkijkmonitorschakelaar is ingedrukt.
x8 seconden na het bedienen van de 360° rondomkijkmonitorschakelaar zijn 4
minuten en 22 seconden verstreken vanaf het moment dat de rijsnelheid
minder was dan ongeveer 15 km/h.
xDe instellingen van de 360° rondomkijkmonitor kunnen als volgt worden
gewijzigd.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda Connect instructieboekje.
xAutomatische weergave van de 360° rondomkijkmonitor wanneer de
ultrasonische sensor een obstakel bespeurt.
xAutomatische weergave van de 360° rondomkijkmonitor wanneer het contact
op ON gezet wordt.
xSchermprioriteit wanneer het systeem opstart.
Bovenaanzicht/achteraanzicht, bovenaanzicht/groothoekachteraanzicht
De combinatie van bovenaanzicht/achteraanzicht en bovenaanzicht/
groothoekachteraanzicht wordt weergegeven wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan:
xHet contact wordt op ON gezet.xVersnellingshendel/keuzehendel staat in stand R.
Overschakelen van de schermweergave
Het getoonde scherm kan worden gewijzigd telkens wanneer de 360°
rondomkijkmonitorschakelaar wordt ingedrukt.
1. Bovenaanzicht/achteraanzicht
2. Bovenaanzicht/groothoekachteraanzicht
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-218

Page 404 of 759

Schermaanzicht

Weergave/pictogram Inhoud
(1) Verruimde voertuigbreedtelijnen en
afstandsrichtlijnen (rood/blauw)Deze richtlijnen geven bij benadering de breedte van de
auto en de afstand naar een punt aan gemeten vanaf de
achterzijde van de auto (vanaf het uiteinde van de bum-
per).
xDe rode lijnen geven de punten aan ongeveer 0,5 m
vanaf het achtereinde van de bumper.
OPMERKING
Het scherm met het bovenaanzicht/groothoekachteraanzicht toont het beeld aan
de achterzijde van de auto in een brede hoek en corrigeert het beeld om van de
zijkant aankomende obstakels te detecteren. Er is dus verschil met het werkelijke
beeld.
▼Foutmarge tussen wegdek getoond op het scherm en het werkelijke wegdek
Er kan sprake zijn van een foutmarge tussen het wegdek getoond op het scherm en
het werkelijke wegdek. Een foutmarge in de waargenomen afstand kan een ongeluk
veroorzaken, dus houd rekening met de volgende situaties waarbij zich gemakkelijk
fouten in de waargenomen afstand kunnen voordoen.

De auto helt over als gevolg van het gewicht van passagiers en lading.
Als de auto schuin staat, kunnen obstakels die door de camera worden bespeurd
verder weg of dichterbij lijken dan de werkelijke afstand tot de auto.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-234

Page 405 of 759

Voorcamera
1. Obstakel
2. Foutmarge
Zijcamera
1. Obstakel
2. Foutmarge
Achtercamera
1. Obstakel
2. Foutmarge

Er is een steile oplopende of aflopende helling in de weg aan de voor- of
achterkant van de auto
Als er een steile oplopende of aflopende helling in de weg is aan de voor- of
achterkant van de auto, kunnen obstakels die door de camera worden bespeurd
verder weg of dichterbij lijken dan de werkelijke afstand tot de auto.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-235

Page 408 of 759

Achtercamera
1. Lijkt verder weg dan de werkelijke afstand
2. Afstand van obstakel weergegeven op scherm
3. Werkelijke afstand van obstakel tot auto
4. Obstakel weergegeven op scherm
5. Werkelijk obstakel
6. Lijkt dichterbij dan de werkelijke afstand
OPMERKING
Als de auto op een helling staat, kunnen obstakels die door de camera worden
bespeurd verder weg of dichterbij lijken dan de werkelijke afstand tot de auto.

Driedimensionaal object aan voor- of achterkant van auto
Aangezien de richtlijnen voor het voorste uiteinde van de auto (zijcamera) of de
afstandsrichtlijnen (achtercamera) getoond worden uitgaande van een plat vlak,
bestaat de kans dat de afstand naar het driedimensionale object dat op het scherm
wordt getoond verschilt van de werkelijke afstand.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-238

Page 411 of 759

Vooruitrijcamera (FSC)*
▼Vooruitrijcamera (FSC)
Uw auto is uitgerust met een
vooruitrijcamera (FSC). De
vooruitrijcamera (FSC) is geplaatst
nabij de binnenspiegel en wordt
gebruikt door de volgende systemen.
xKoplampregelsysteem (HBC)xAdaptieve LED-koplampen (ALH)xRijstrookafwijkingswaarschuwingssyst
eem (LDWS)
xVerkeersbordherkenningsysteem
(TSR)
xDistance & Speed Alert (DSA)xVermoeidheidswaarschuwing (DAA)xMazda Radar Cruise Control
(MRCC)
xMazda Radar Cruise Control met
Stop & Go-functie (MRCC met Stop
& Go-functie)
xRijstrookassistent (LAS)xCruising & Traffic Support (CTS)xSmart Brake Support (SBS)
1. Vooruitrijcamera (FSC)

De vooruitrijcamera (FSC) bepaalt de
omstandigheden aan de voorzijde van
de auto bij het rijden in het donker en
herkent rijstroken. De afstand
waarover de vooruitrijcamera (FSC)
objecten kan herkennen varieert
afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden.
WAARSCHUWING
Geen wijzigingen aan de vering
aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de
overhelling gewijzigd wordt, kan het
systeem voorliggende voertuigen niet
correct bespeuren. Dit heeft tot gevolg
dat het systeem niet normaal
functioneert of abusievelijk
functioneert, wat een ernstig ongeluk
kan veroorzaken.
OPGELET
¾Breng geen accessoires, stickers of
folie op de voorruit aan in de buurt
van de vooruitrijcamera (FSC).
Als het gedeelte voor de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) door iets
geblokkeerd wordt, heeft dit tot
gevolg dat het systeem niet correct
functioneert. Dit kan tot gevolg
hebben dat de systemen niet
normaal kunnen functioneren wat
ongelukken kan veroorzaken.
¾De vooruitrijcamera (FSC) niet
demonteren of wijzigen.
Demonteren of wijzigen van de
vooruitrijcamera (FSC) heeft defect
raken of foutieve werking tot gevolg.
Dit kan tot gevolg hebben dat de
systemen niet normaal kunnen
functioneren wat ongelukken kan
veroorzaken.
¾Neem voor de juiste werking van de
vooruitrijcamera (FSC) de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
¾Wees voorzichtig de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) niet te
beschadigen en voorkom dat deze
vuil wordt.
¾De afdekking van de
vooruitrijcamera (FSC) niet
verwijderen.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-241

Page 413 of 759

¾Gebruik altijd banden van het
voorgeschreven formaat voor alle
wielen en van hetzelfde merk, soort
en profielpatroon. Gebruik ook geen
banden met duidelijk verschillende
slijtagepatronen op dezelfde auto,
aangezien de kans bestaat dat het
systeem niet normaal functioneert.
¾De vooruitrijcamera (FSC) beschikt
over een functie die verontreiniging
van de voorruit bespeurt en de
bestuurder informeert, echter,
afhankelijk van de omstandigheden
is het mogelijk dat plastic zakken, ijs
of sneeuw op de voorruit niet
bespeurd worden. In dergelijke
gevallen kan het systeem niet
nauwkeurig een voorliggend voertuig
bepalen en bestaat de kans dat dit
niet normaal functioneert. Rijd altijd
voorzichtig en let op de weg vóór u.
OPMERKING
xIn de volgende gevallen kan de
vooruitrijcamera (FSC) doelobjecten
niet correct bespeuren, waardoor de
systemen niet normaal kunnen
functioneren.
xDe hoogte van het voorliggende
voertuig is laag.
xU rijdt met dezelfde snelheid als
het voorliggende voertuig.
xDe koplampen zijn bij avond of
tijdens het rijden door een tunnel
niet ingeschakeld.
xIn de volgende gevallen bestaat de
kans dat de vooruitrijcamera (FSC)
doelobjecten niet correct kan
bespeuren.
xBij slechte weersomstandigheden,
zoals regen, mist en sneeuw.
xDe ruitensproeier wordt gebruikt
of de voorruitenwissers worden
niet gebruikt wanneer het regent.
xIJs, mist, sneeuw, rijp, regen, vuil of
vreemde bestanddelen zoals een
plastic zak die op de voorruit
vastzit.
xVrachtwagens met lage
laadbodems en voertuigen met
een buitengewoon lage of hoge
opbouw.
xBij het rijden langs muren zonder
patronen (zoals hekwerken en in
de lengte gestreepte muren).
xDe achterlichten van het
voorliggende voertuig branden
niet.
xEr bevindt zich een voertuig buiten
het verlichtingsbereik van de
koplampen.
xBij het maken van een scherpe
bocht of het beklimmen of afdalen
van een steile helling.
xIn- of uitrijden van een tunnel.xDe auto is zwaar beladen zodat
deze achterover helt.
xEr schijnt fel licht aan de voorzijde
van de auto (achteruitrijlicht of
grootlicht van tegemoetkomende
voertuigen).
xHet voorliggende voertuig heeft
veel lichtbronnen.
xWanneer het voorliggende voertuig
niet uitgerust is met achterlichten
of de achterlichten bij donker niet
branden.
xWanneer lang uitstekende bagage
of lading op een gemonteerde
dakdrager vervoerd wordt die de
vooruitrijcamera (FSC) afdekt.
xUitlaatgas van het voertuig voor u,
zand, sneeuw of waterdamp dat
uit mangaten en goten opstijgt en
opspattend water.
xBij het slepen van een defect
voertuig.
xDe banden op de auto vertonen
duidelijk verschillende
slijtagepatronen.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-243

Page 414 of 759

xBij het rijden op lange afdalingen
of hobbelige wegen.
xEr zijn waterplassen op de weg.xDe omgeving is donker, zoals bij
het rijden 's nachts, in de vroege
avond of ochtend, in een tunnel of
parkeergarage.
xDe helderheid van de
koplampverlichting is verminderd
of de koplampverlichting is
afgezwakt als gevolg van vuil of
een afwijkende optische as.
xHet doelobject komt in de dode
hoek van de vooruitrijcamera
(FSC).
xEen persoon of object springt
plotseling vlak voor uw auto de
weg op vanuit de berm.
xU verandert van rijstrook en nadert
een voorliggend voertuig.
xBij het buitengewoon dicht in de
buurt rijden van het doelobject.
xWanneer sneeuwkettingen of een
noodreservewiel zijn aangebracht.
xHet voorliggende voertuig heeft
een speciale vorm. Bijvoorbeeld
een voertuig dat een caravan of
bootaanhanger trekt, of een
autotransporter welke een voertuig
achterstevoren vervoert.
xAls de vooruitrijcamera (FSC) niet
normaal kan werken als gevolg van
regen, tegenlicht of mist, worden de
systeemfuncties die verband houden
met de vooruitrijcamera (FSC)
tijdelijk stopgezet en gaan de
volgende waarschuwingslampjes
branden. Dit duidt echter niet op
een defect.
xKoplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xAdaptieve LED-koplampen (ALH)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xi-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
xAls de vooruitrijcamera (FSC) niet
normaal kan werken als gevolg van
hoge temperaturen, worden de
systeemfuncties die verband houden
met de vooruitrijcamera (FSC)
tijdelijk stopgezet en gaan de
volgende waarschuwingslampjes
branden. Dit duidt echter niet op
een defect. Laat het gedeelte
rondom de vooruitrijcamera (FSC)
afkoelen door bijvoorbeeld het
inschakelen van de airconditioning.
xKoplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xAdaptieve LED-koplampen (ALH)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xi-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
xAls de vooruitrijcamera (FSC)
bespeurt dat de voorruit vuil of
beslagen is, worden de
systeemfuncties die verband houden
met de vooruitrijcamera (FSC)
tijdelijk stopgezet en gaan de
volgende waarschuwingslampjes
branden. Dit duidt echter niet op
een probleem. Verwijder het vuil van
de voorruit of druk op de
voorruitontwasemingsschakelaar en
ontwasem de voorruit.
xKoplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xAdaptieve LED-koplampen (ALH)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xi-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-244

Page 415 of 759

xAls er duidelijk barsten of
beschadiging als gevolg van
bijvoorbeeld steenslag op de
voorruit zichtbaar zijn, de voorruit
altijd laten vervangen. Raadpleeg
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor vervanging.
xDe vooruitrijcamera (FSC) herkent
voetgangers wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden is
voldaan:
xDe lengte van een voetganger is
ongeveer 1 tot 2 meter.
xContouren, zoals die van het
hoofd, beide schouders of benen
kunnen worden bepaald.
xIn de volgende gevallen bestaat de
kans dat de vooruitrijcamera (FSC)
doelobjecten niet correct kan
bespeuren:
xEr lopen meerdere voetgangers of
groepen van personen.
xEen voetganger bevindt zich nabij
een afzonderlijk object.
xEen voetganger is gehurkt, zit of
ligt.
xEen voetganger springt plotseling
de weg op, vlak voor de auto.
xEen voetganger opent een paraplu,
of draagt een groot stuk bagage of
grotere voorwerpen.
xEen voetganger bevindt zich op
een donkere plek, zoals bij avond,
of is moeilijk te onderscheiden van
de achtergrond doordat zijn
kleding overeenkomt met de kleur
van de achtergrond.
Voorste radarsensor*
▼Voorste radarsensor
Uw auto is uitgerust met een voorste
radarsensor.
De volgende systemen maken
eveneens gebruik van de voorste
radarsensor.
xDistance & Speed Alert (DSA)xMazda Radar Cruise Control
(MRCC)
xMazda Radar Cruise Control met
Stop & Go-functie (MRCC met Stop
& Go-functie)
xCruising & Traffic Support (CTS)xSmart Brake Support (SBS)
De voorste radarsensor zendt
radiogolven uit die op hun beurt
weerkaatst worden door een
voorliggend voertuig of een obstakel.
De voorste radarsensor is gemonteerd
achter het voorembleem.
1. Voorste radarsensor

Als “Veiligheids- en bestuurdershulp-
systemen tijdelijk uitgeschakeld.
Voorste radar is bedekt. Rijd
voorzichtig.” wordt getoond op de
multi-informatiedisplay van de
instrumentengroep, het gedeelte
rondom de voorste radarsensor
reinigen.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-245

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 110 next >