sensor MAZDA MODEL CX-5 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 100 of 889

2–80
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
Constante controle
De volgende onderdelen van de aanvullende beveiligingssystemen worden door een
diagnosesysteem gecontroleerd:

 


 Impactsensoren en diagnosemodule (SAS eenheid)



 Voorste airbagsensors



 Airbagmodules



 Zij-impactsensors



 Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanner van veiligheidsgordel



 Voorspanners van veiligheidsgordels



 Aanverwante bedrading

(Met Inzittende voorpassagier detectiesysteem) 



 Indicatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag



 Zittingverstellingssensor bestuurdersstoel



 Inzittende voorpassagier detectiesensor



 Inzittende voorpassagier detectiemodule

De diagnosemodule controleert constant of het systeem bedrijfsklaar is. Dit begint zodra het
contact op ON is gezet en gaat door terwijl er met de auto wordt gereden.

Page 109 of 889

3–9
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
*Bepaalde modellen.
Knop elektrisch bediende achterklep *
Druk om de achterklep te openen/sluiten
gedurende één seconde of langer op de
schakelaar van de elektrisch bediende
achterklep als de achterklep geheel
gesloten/geopend is.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen en de achterklep
opent/sluit nadat de pieptonen hebben
geklonken.

Type A Type B

Annuleertoets van inbraaksensor
*
Druk voor het annuleren van de
inbraaksensor (onderdeel van het
anti-diefstal beveiligingssysteem)
binnen 20 seconden na het indrukken
van de vergrendeltoets op de
annuleertoets van de inbraaksensor en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
driemaal knipperen.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem op
pagina 3-65 .


Werkingsbereik
Het systeem werkt uitsluitend wanneer de
bestuurder zich in de auto of binnen het
werkingsbereik bevindt en de sleutel bij
zich heeft.
De motor starten
OPMERKING
  De kans bestaat dat de motor gestart
kan worden als de sleutel zich buiten
de auto bevindt en buitengewoon
dichtbij een portier of raam wordt
gehouden, echter de motor altijd
vanaf de bestuurdersstoel starten.
 Als de auto gestart wordt en de
sleutel bevindt zich niet in de auto,
zal de auto niet opnieuw starten
nadat deze is stopgezet en wordt het
contact op uit gezet.
  De bagageruimte valt buiten het
verzekerde werkingsbereik, echter
als bediening van de sleutel (zender)
mogelijk is kan de motor gestart
worden.
Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie


Interieurantenne
Werkingsbereik

Page 135 of 889

3–35
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Blokkeerbeveiligingsfunctie
Als tijdens het elektrisch openen/sluiten
van de elektrisch bediende achterklep door
het systeem een persoon of een voorwerp
in het pad van de achterklep bespeurd
wordt, zal de achterklep zich automatisch
in de omgekeerde richting bewegen.
WAARSCHUWING
Controleer altijd de ruimte rondom de
elektrisch bediende achterklep alvorens
deze te openen/sluiten:
Niet controleren of er zich mogelijk
inzittenden en voorwerpen in de
ruimte rondom de elektrisch bediende
achterklep bevinden alvorens dit
te openen/sluiten is gevaarlijk. De
blokkeerbeveiligingsfunctie is bestemd
om blokkeren te voorkomen in het
geval er een obstakel in het pad van
de achterklep wordt aangetroffen.
Het systeem detecteert bepaalde
voorwerpen die de achterklep
blokkeren mogelijk niet, afhankelijk
van de manier waarop deze zijn
gepositioneerd en de vorm ervan.
Als de blokkeerbeveiligingsfunctie
echter een obstakel bespeurt en de a in
omgekeerde richting beweegt, bestaat
de kans dat een inzittende die zich
in het pad van de achterklep bevindt
ernstig letsel oploopt.
OPGELET
Aan beide kanten van de elektrisch
bediende achterklep zijn sensoren
geïnstalleerd. Zorg dat de sensoren
niet door scherpe voorwerpen worden
bekrast of beschadigd, anders kan
de achterklep niet meer automatisch
worden geopend/gesloten. Als de sensor
beschadigd raakt terwijl de achterklep
automatisch wordt gesloten, zal het
systeem stoppen.
Sensor

OPMERKING
De blokkeerbeveiligingsfunctie wordt
niet geactiveerd tijdens het automatisch
sluiten wanneer de elektrisch bediende
achterklep zich tussen de bijna gesloten
stand en de volledig gesloten stand
bevindt.
Wanneer de elektrisch bediende achterklep
zich in de openings-/sluitingsrichting
beweegt en er een obstakel wordt
bespeurd, klinkt er een pieptoon en zal
de achterklep in de omgekeerde richting
bewegen en stoppen.

Page 139 of 889

3–39
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Voorzorgsmaatregelen ten aanzien van brandstof en
motoruitlaatgassen
Vereiste brandstof (SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5)
Voertuigen met katalysator of zuurstofsensors dienen gebruik te maken van UITSLUITEND
LOODVRIJE BRANDSTOF, welke de uitstoot van uitlaatgassen vermindert en de
verontreiniging van de bougies minimaal houdt.

Uw Mazda zal de beste prestaties leveren met de soort brandstof die in de tabel is
aangegeven.

Brandstof Octaangetal (RON) Land
Loodvrije
super brandstof
(overeenkomstig EN 228
en binnen E10)
*1
95 of hoger Nieuw-Caledonië, Turkije, Azerbeidzjan, Kazachstan,
Armenië, Georgië, Canarische Eilanden, Réunion,
Marokko, Oostenrijk, Griekenland, Italië, Zwitserland,
België, Denemarken, Finland, Noorwegen, Portugal,
Spanje, Zweden, Hongarije, Duitsland, Polen, Bulgarije,
Kroatië, Slovenië, Luxemburg, Slowakije, Letland,
Litouwen, Rusland, Wit-Rusland, Frankrijk, Oekraïne,
Tsjechië, Estland, Faeröer, IJsland, Roemenië, Nederland,
Macedonië, Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro,
Albanië, Moldavië, Martinique, Frans-Guyana, Guadeloupe,
Cyprus, Malta, Ierland, Verenigd Koninkrijk, Taiwan,
Tahiti, Vanuatu, Iran, Verenigde Arabische Emiraten,
Libanon, Israël, Algerije, Libië, Tunesië, Madagascar,
Guatemala, Bolivia, Uruguay, Honduras, Nicaragua,
Aruba, St. Maarten, Singapore, Hongkong, Brunei, Macau,
Mauritius, Zuid-Afrika, Namibië, Botswana, Swaziland,
Lesotho, Jamaica, Barbados, Grenada, St. Lucia, St.
Vincent, Antigua, Suriname, Mongolië, Seychellen
Normale loodvrije
brandstof 92 of hoger Egypte, Myanmar
90 of hoger Filipijnen, Marshall Eilanden, Ustt
*2 , Koeweit, Oman,
Qatar, Saoedi-Arabië, Bahrein, Syrië, Jordanië, Ivoorkust,
Nigeria, Angola, Chili, El Salvador, Costa Rica, Ecuador,
Haïti, Colombia, Dominicaanse Republiek (LHD), Panama,
Peru, Britse Maagdeneilanden, Curaçao, Indonesië, Nepal,
Sri Lanka, Fiji, Papoea Nieuw-Guinea, Kenia, Zimbabwe,
Trinidad en Tobago, Dominicaanse Gemenebest, Laos,
Cambodja, Iraq, Kameroen, Burundi, Gabon, Ghana,
Tanzania, Mozambique
*1 Europa
*2 Republiek Palau & Federale staten van Micronesië


Brandstof met een lager getal heeft een negatieve invloed op de werking van het
uitlaatgasreinigingssysteem en kan ook pingelen van de motor en ernstige motorschade tot
gevolg hebben.

Page 140 of 889

3–40
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
OPGELET
  GEBRUIK UITSLUITEND LOODVRIJE BRANDSTOF.  Loodhoudende brandstof is schadelijk voor de katalysator en de zuurstofsensors en
leidt tot verminderde werking van het uitlaatgasreinigingssysteem en/of defecten.
  Het gebruik van E10 brandstof met 10 % ethanol in Europa is veilig voor uw auto.
Schade aan uw auto kan optreden wanneer de hoeveelheid ethanol hoger is dan hier
aanbevolen.
  Voorzie het brandstofsysteem nooit van toevoegingen, aangezien het
uitlaatgasreinigingssysteem daardoor beschadigd kan worden. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur, voor
bijzonderheden.
Vereiste brandstof (SKYACTIV-D 2.2)
De auto zal ef¿ ciënt functioneren op dieselbrandstof met speci¿ catie EN590 of
gelijkwaardig.


OPGELET
  Gebruik voor uw auto nooit andere brandstof dan speci¿ catie EN590 of gelijkwaardig.
Gebruik van benzine of petroleum in dieselmotoren heeft beschadiging van de motor
tot gevolg.
  Nooit het brandstofsysteem voorzien van toevoegingen. Anders bestaat de kans
op beschadiging van het uitlaatgasreinigingssysteem. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur, voor bijzonderheden.
OPMERKING
Bij het tanken altijd tenminste 10 liter brandstof bijvullen.

Page 152 of 889

3–52
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
Verminderen van verblinding door
koplampen
Handbediende dag/nacht spiegel
Duw bij het rijden overdag de dag/
nacht hendel naar voren. Trek de hendel
naar achteren om verblinding door
de koplampen van achteropkomende
voertuigen te verminderen.


Dag/nacht hendel
Dag Nacht
Automatische dimspiegel
De automatische dimspiegel vermindert
automatisch verblinding door de
koplampen van achteropkomende
voertuigen wanneer het contact op ON
staat.
OPMERKING
  Gebruik geen glasreiniger en hang
geen voorwerpen op of rondom
de lichtsensor. Anders wordt de
gevoeligheid van de lichtsensor
verminderd en kan deze niet normaal
functioneren.

Lichtsensor
  De automatische dimfunctie wordt
geannuleerd wanneer het contact op
ON staat en de versnellingshendel/
keuzehendel de achteruit (R) staat.

Page 165 of 889

3–65
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.
Buiten werking stellen
Het systeem wordt buiten werking
gesteld wanneer het contact met behulp
van de correcte geprogrammeerde
sleutel op ON gezet wordt. Het
beveiligingssysteemindicatielampje gaat
gedurende ongeveer 3 seconden branden
en gaat dan uit. Als de motor niet met de
correcte sleutel gestart kan worden en
het beveiligingssysteemindicatielampje
blijft branden of knipperen, het volgende
proberen:
Zorg er voor dat de sleutel zich binnen het
werkingsbereik voor signaaloverdracht
bevindt. Zet het contact uit en start
vervolgens de motor opnieuw. Neem
contact op met een of¿ ciële Mazda
reparateur indien de motor na 3 pogingen
of meer niet start.
OPMERKING
  Indien het
beveiligingssysteemindicatielampje
tijdens het rijden voortdurend blijft
knipperen, de motor niet stopzetten.
Ga naar een of¿ ciële Mazda
reparateur en laat het lampje daar
controleren. Als u de motor stop zet
terwijl het indicatielampje knippert,
zult u de motor niet opnieuw kunnen
starten.
  Aangezien bij reparatie van het start-
blokkeersysteem de elektronische
codes opnieuw ingesteld worden, zijn
de sleutels nodig. Breng alle sleutels
naar een of¿ ciële Mazda reparateur
zodat deze geprogrammeerd kunnen
worden.
Anti-diefstal
beveiligingssysteem
*
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
bespeurt dat iemand op een onjuiste
wijze toegang probeert te krijgen tot de
auto of als de inbraaksensor beweging
binnen in de auto bespeurt, hetgeen tot
gevolg kan hebben dat de auto (met
inbraaksensor) of de inhoud er van wordt
gestolen, waarschuwt een alarm de
omgeving voor een abnormale situatie
door het laten klinken van de sirene/
claxon en het laten knipperen van de
waarschuwingsknipperlichten.

Het systeem zal niet functioneren als
dit niet op de juiste wijze in staat van
paraatheid is gebracht. Wanneer u de auto
verlaat, dient u de procedure van het in
staat van paraatheid brengen dus correct te
volgen.
Inbraaksensor
*
De inbraaksensor maakt gebruik van
ultrasonische golven voor het bespeuren
van beweging binnen in de auto en laat
in het geval van inbraak in de auto een
waarschuwingsalarm afgaan.

De inbraaksensor bespeurt bepaalde
vormen van beweging binnen in de
auto, echter deze kan ook reageren op
gebeurtenissen buiten de auto, zoals
bijvoorbeeld trillingen, harde geluiden,
wind en luchtstromen.

Page 166 of 889

3–66
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
OPGELET
Let op de volgende punten om de
inbraaksensor normaal te kunnen laten
functioneren:
 
 Hang geen kleding of voorwerpen
op aan een hoofdsteun of een
kledinghaak.
  Plaats de uitschuifbare zonnekleppen
in hun oorspronkelijke posities terug.
  De inbraaksensor niet afschermen
door deze af te dekken of er
voorwerpen voor te hangen.
  Laat de inbraaksensor niet vuil
worden en deze niet met een
vloeistof afvegen.
  De inbraaksensor of het
inbraaksensorsierstuk niet
blootstellen aan schokken of stoten.
  Breng geen zittingen aan die geen
originele Mazda producten zijn.
  Om afscherming van de
inbraaksensor te voorkomen, geen
voorwerpen of lading hoger dan de
hoofdsteunen in de buurt van de
inbraaksensor plaatsen.

Inbraaksensor en
inbraaksensorsierstuk

Werking
Gevallen waarbij de claxon/sirene wordt
ingeschakeld
De sirene/claxon wordt met
tussenpozen ingeschakeld en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
gedurende ongeveer 30 seconden
knipperen wanneer het systeem door een
van onderstaande oorzaken in werking
wordt gesteld:
 


 Ontgrendelen van een portier
met de hulpsleutel of een
binnenvergrendelknop.
 


 Open forceren van een portier, de
motorkap of de achterklep.
 


 Wanneer de motorkap met behulp van
de motorkapontgrendelhendel wordt
geopend.
 


 Het contact op ON zetten zonder de
startdrukknop te gebruiken.
 


 (Met inbraaksensor) 
 De inbraaksensor registreert een
beweging in de auto.

Het systeem zal opnieuw in werking
gesteld worden (in totaal 10 keer) als een
van de hierboven aangegeven condities
blijft voortbestaan.
 


 (Met inbraaksensor) 
 Losmaken van de accuverbinding (de
waarschuwingsknipperlichten knipperen
niet).

Het systeem zal ongeveer 10 maal in
werking gesteld worden.

Page 167 of 889

3–67
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.
OPMERKING
  De achterklep kan niet worden
geopend terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem is ingeschakeld.
  Bij auto’s met elektrisch bediende
achterklep kan de achterklep zelfs
worden geopend wanneer het anti-
diefstal beveiligingssysteem is
ingeschakeld door op de knop voor
de elektrisch bediende achterklep
op de zender te drukken of op
de schakelaar van de elektrische
achterklepopener terwijl u de sleutel
bij u draagt.
  Als de accu uitgeput raakt terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is, zal de sirene/
claxon geactiveerd worden en zullen
de waarschuwingsknipperlichten
gaan knipperen wanneer de accu
geladen of vervangen wordt.
In staat van paraatheid brengen
van het systeem
1. De ruiten en het schuifdak * goed
sluiten.
OPMERKING
(Met inbraaksensor)
Ook als een ruit of het schuifdak * is
open blijven staan, kan het systeem in
staat van paraatheid gebracht worden,
echter zelfs het gedeeltelijk open laten
staan van de ruiten en het schuifdak
*
kan een uitnodiging zijn tot diefstal, en
wind die in de auto blaast zou het alarm
kunnen activeren.
De functie van de inbraaksensor kan ook
geannuleerd worden.
Zie Annuleren van de inbraaksensor
(Met inbraaksensor) op pagina 3-69 .
2. Zet het contact op OFF.
3. Zorg er voor dat de motorkap, de
portieren en de achterklep gesloten
zijn.

Page 169 of 889

3–69
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.
Annuleren van de inbraaksensor
(Met inbraaksensor)
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
in staat van paraatheid gebracht is wanneer
er sprake is van een van onderstaande
omstandigheden, de inbraaksensor
annuleren om te voorkomen dat het alarm
onnodig geactiveerd wordt.
 


 Wanneer de auto wordt achtergelaten
terwijl er zich een beweegbaar object,
passagiers of huisdieren in bevinden.
 


 Wanneer u een voorwerp in de auto
achterlaat dat heen en weer kan rollen,
zoals bijvoorbeeld wanneer de auto
bij transport op een schuin aÀ opende,
onstabiele ondergrond geplaatst wordt.
 


 Wanneer kleine voorwerpen/accessoires
in de auto zijn opgehangen, kleding
aan een kledinghaak is opgehangen of
andere voorwerpen zijn aangebracht die
gemakkelijk binnen in de auto kunnen
bewegen.
 


 Bij het parkeren op een plaats waar
zich sterke trillingen of harde geluiden
voordoen.
 


 Bij het gebruik van een hogedruk of
automatische autowasinstallatie.
 


 Wanneer voortdurend schokken
en trillingen van hagel of donder
en bliksem op de auto worden
overgebracht.
 


 Portieren vergrendeld worden terwijl
een ruit of het schuifdak * is open blijven
staan.
 


 Een extra verwarming of apparaat dat
luchtstromen en trillingen produceert
in gebruik is, terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid gebracht is.

OPMERKING
Als een portier of de achterklep
gedurende 30 seconden gesloten blijft,
zullen alle portieren en de achterklep
automatisch hervergrendeld worden en
zal het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid gebracht worden
zelfs als een ruit en het schuifdak
* is
open blijven staan.

Voor het annuleren van de inbraaksensor,
de toets op de zender binnen 20 seconden
na het indrukken van de vergrendeltoets
indrukken.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
driemaal knipperen.
OPMERKING
  Voor het opnieuw activeren van
de inbraaksensor, het anti-diefstal
beveiligingssysteem uitschakelen en
dit vervolgens opnieuw in staat van
paraatheid brengen.
  De inbraaksensor is in werking
wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht. Voor het
annuleren van de inbraaksensor,
op de annuleertoets van de
inbraaksensor drukken wanneer het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 100 next >