display MAZDA MODEL CX-5 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 248 of 889

4–60
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatie Pagina


* OFF indicatielampje Smart Brake Support remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS) *1 Geavanceerde
stadsverkeer-remassistent
(Advanced SCBS)
4-227
Stadsverkeer-
remassistentsysteem
(SCBS)
4-231
Stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] (SCBS R)
4-237
Smart Brake Support
systeem (SBS)
4-240


(Wit) * Hoofdindicatie afstelbare snelheidsbegrenzer (ASL) 4-218

(Groen)
* Instelindicatie afstelbare snelheidsbegrenzer (ASL) 4-218


(Wit) * Hoofdindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-255


(Groen) * Instelindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-255
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, laat de
auto dan door een deskundige reparateur inspecteren, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur.
*2 Wanneer de elektrische handrem (EPB) wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.

Page 249 of 889

4–61
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Voorgloei-indicatielampje
(SKYACTIV-D 2.2)

Dit indicatielampje kan gaan branden
wanneer het contact op ON gezet wordt.
Het lampje gaat uit wanneer de
gloeibougies warm zijn. Als u nadat de
gloeibougies zijn opgewarmd het contact
gedurende langere tijd in de stand ON
laat staan zonder dat de motor draait,
worden de gloeibougies mogelijk opnieuw
opgewarmd en gaat het voorgloei-
indicatielampje branden.
Moersleutelindicatie/
indicatielampje

Type A instrumentengroep
Laat onderhoud uitvoeren overeenkomstig
het bericht.
Type B instrumentengroep
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het moersleutelindicatielampje
branden en vervolgens na enkele seconden
uit.
Wanneer het lampje brandt
Het moersleutelindicatielampje gaat onder
de volgende omstandigheden branden:
 


 Wanneer het tijd is voor een
vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt.
 


 Wanneer het tijd is de motorolie te
verversen.

Zie Onderhoudsmonitor op pagina 6-19 .
Wanneer het lampje knippert
(SKYACTIV-D 2.2)
De opvanginrichting voor bezinksel
scheidt water van de brandstof.
Indien er zich water in dit ¿ lter heeft
verzameld, gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Als dit gebeurt, dient u
zo spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda-reparateur te raadplegen.
Indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
*

Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.

Page 290 of 889

4–102
Tijdens het rijden
Remmen
Vrijzetten van de EPB
De EPB kan vrijgezet worden terwijl
het contact op ON staat of de motor
draait. Wanneer de EPB wordt vrijgezet,
gaan het EPB indicatielampje en het
indicatielampje van de EPB schakelaar uit.
Handmatig vrijzetten van EPB
Trap het rempedaal stevig in en druk de
EPB schakelaar omlaag.


Trap het rempedaal stevig in en druk de
EPB schakelaar in.
Als de EPB schakelaar wordt
ingedrukt zonder het rempedaal in te
trappen, waarschuwt de display of het
indicatielampje in de instrumentengroep
de bestuurder dat het rempedaal niet is
ingetrapt.
(Type A instrumentengroep)
Er wordt een bericht getoond in de multi-
informatiedisplay in de instrumentengroep.
Zie Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay op pagina 7-67 . (Type B instrumentengroep)
Het indicatielampje van
rempedaalbediening vereist (groen) in de
instrumentengroep gaat branden.

(Groen)
Automatisch vrijzetten van EPB
Als het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl
de EPB is aangetrokken en aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan,
wordt de handrem automatisch vrijgezet.
 


 Wanneer de motor draait.



 Het bestuurdersportier is gesloten.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.

(Handgeschakelde versnellingsbak) 



 De versnellingshendel staat in een
andere stand dan neutraal.
 


 Het koppelingspedaal wordt halverwege
ingetrapt

(Automatische transmissie) 



 De keuzehendel staat in stand D, M of R

Page 294 of 889

4–106
Tijdens het rijden
Remmen
WAARSCHUWING
Trap in de volgende gevallen direct het rempedaal in:
Omdat de AUTOHOLD functie geforceerd wordt geannuleerd, kan de auto toch
onverwacht gaan rijden en een ongeluk veroorzaken.
 
 Het waarschuwingslampje rempedaalbediening vereist (rood) gaat knipperen en
tegelijkertijd wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd.
(Rood)   [Brake Hold Unavailable Depress Brake to Hold Position] wordt in het multi-
informatiedisplay aangegeven en tegelijkertijd wordt het waarschuwingsgeluid
geactiveerd.

Trek altijd de elektrische handrem (EPB) aan bij het parkeren van de auto:
Als u de elektrische handrem (EPB) niet aantrekt bij het parkeren van de auto kan de
auto onverwacht gaan rijden en een ongeluk veroorzaken. Zet bij het parkeren van
de auto de keuzehendel in stand P (automatische transmissie) en trek de elektrische
parkeerrem (EPB) aan.
OPGELET
Als u het gaspedaal niet meer bedient voordat de auto gaat rijden, kan de kracht die de
auto in de stilstandpositie houdt afnemen. Trap het rempedaal krachtig in of trap het
gaspedaal in om te accelereren.

Page 295 of 889

4–107
Tijdens het rijden
Remmen
OPMERKING
  Onder de volgende omstandigheden treedt een probleem met de AUTOHOLD functie
op. Laat uw auto zo spoedig mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda-reparateur, inspecteren.




 Het waarschuwingslampje rempedaalbediening vereist (rood) in de
instrumentengroep gaat knipperen en het waarschuwingsgeluid wordt ongeveer vijf
seconden geactiveerd terwijl de AUTOHOLD functie actief is of wanneer op de
AUTOHOLD schakelaar wordt gedrukt.
 


 Er wordt een bericht getoond in de multi-informatiedisplay en een
waarschuwingsgeluid wordt ongeveer vijf seconden geactiveerd terwijl de
AUTOHOLD functie actief is of wanneer op de AUTOHOLD schakelaar wordt
gedrukt.
 
 Als het contact op OFF is gezet terwijl de AUTOHOLD functie nog actief is, wordt de
elektrische parkeerrem (EPB) automatisch aangetrokken en de versnellingshendel in
stand R gezet.
  (Voertuig met automatische transmissie)  De AUTOHOLD functie wordt geannuleerd wanneer de versnellingshendel naar
stand R wordt verplaatst terwijl de auto op een horizontale ondergrond staat of met de
voorzijde naar een helling is gericht (zie hieronder).
Vlakke ondergrond
: Achteruit rijden (keuzehendel in R)
Auto kantelt voorwaartsAuto kantelt achterwaarts
AUTOHOLD:
WerktAUTOHOLD:
Werkt niet,
geannuleerd AUTOHOLD:
Werkt niet,
geannuleerd

Page 298 of 889

4–110
Tijdens het rijden
Remmen
AUTOHOLD systeem is
uitgeschakeld
Er wordt met de auto gereden
Druk op de AUTOHOLD schakelaar om
de AUTOHOLD functie uit te schakelen
(indicatielampje AUTOHOLD stand-by
gaat uit).
Remmen worden geactiveerd
Trap het rempedaal in en druk op
de AUTOHOLD schakelaar om de
AUTOHOLD functie uit te schakelen
(indicatielampje AUTOHOLD stand-by
en indicatielampje AUTOHOLD actief in
instrumentengroep gaan uit).

Indicatielampje
AUTOHOLD stand-by

OPMERKING
  (Zonder multi-informatiedisplay)  Als de AUTOHOLD schakelaar
wordt ingedrukt zonder dat het
rempedaal wordt ingetrapt terwijl
de AUTOHOLD functie actief is
(indicatielampje AUTOHOLD actief
brandt), gaat het indicatielampje
rempedaalbediening vereist (groen)
in de instrumentengroep branden om
de bestuurder erop te wijzen dat het
rempedaal moet worden ingetrapt.
(Groen)  (Met multi-informatiedisplay)  Als de AUTOHOLD schakelaar
wordt ingedrukt zonder dat het
rempedaal wordt ingetrapt terwijl
de AUTOHOLD functie actief is
(indicatielampje AUTOHOLD
actief brandt in instrumentengroep),
wordt de melding “Rempedaal
intrappen om parkeerrem vrij te
zetten” weergegeven in de multi-
informatiedisplay om de bestuurder
erop te wijzen dat het rempedaal
moet worden ingetrapt.

Page 307 of 889

4–119
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
*Bepaalde modellen.
Brandstofverbruikmonitor *
Bij voertuigen met type B audio, kan de bedrijfstoestand, het brandstofverbruik en de
energiebesparing *1 beurtelings worden getoond door bediening van de pictogrammen in de
display.
Bovendien kan wanneer de einddisplay is ingeschakeld na het voltooien van een rit de totale
energiebesparing tot op dat moment in de einddisplay worden getoond.

1. Selecteer het pictogram op het beginscherm om het scherm “Applicaties” te tonen.
2. Selecteer de “Brandstofverbruik”.
3. Bedien de commanderschakelaar of raak het scherm aan voor het tonen van het menu.
OPMERKING
Wanneer het menu wordt getoond door aanraking van het scherm, wordt de display
automatisch na 6 seconden verborgen.
4. Selecteer het pictogram in het menu en voer de bediening uit. Het gebruik van de
pictogrammen is als volgt:

Indicatie op display Bedrijfstoestand


Verbergt de menudisplay.

Toont het toepassingenscherm.

Schakelt de brandstofverbruikmonitor over in de
volgorde van bedrijfstoestand, brandstofverbruik en
energiezuinigheid
*1 .

Stelt de brandstofverbruikgegevens terug.

Toont het volgende instelscherm. Einddisplay in-/uitschakelen
In-/uitschakelen van de functie die het terugstellen
van de brandstofverbruikgegevens koppelt
aan de dagteller (Dagteller A) (Alleen type B
instrumentengroep)

*1 Met i-stop functie.

Page 308 of 889

4–120
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
OPMERKING
Nadat het contact vanuit ON op OFF is gezet, verandert het
brandstofverbruikmonitorscherm naar het oorspronkelijke
brandstofverbruikmonitorscherm wanneer het contact de volgende keer op ON gezet
wordt.
Brandstofverbruikdisplay
Informatie betreffende het brandstofverbruik wordt getoond.

Indicatie op display Bedrijfstoestand


Toont het brandstofverbruik gedurende de laatste 60
minuten.
Toont het brandstofverbruik elke minuut gedurende
de laatste 1 tot 10 minuten.

Toont het brandstofverbruik elke 10 minuten
gedurende de laatste 10 tot 60 minuten.

Toont het gemiddelde brandstofverbruik over de
laatste 5 terugstellingen en na de huidige
terugstelling.

Berekent het gemiddelde brandstofverbruik elke
minuut na het begin van een rit en toont dit op de
display.

OPMERKING
  De brandstofverbruikgegevens kunnen worden teruggesteld aan de hand van de
volgende procedure:
 


 Druk op de terugstelschakelaar op het menuscherm.



 Wanneer de functie die de brandstofverbruikmonitor koppelt aan de dagteller is
ingeschakeld, dagteller A van de dagteller terugstellen.
 


 Wis de informatie van het gemiddelde brandstofverbruik die wordt getoond in de
boordcomputer.
 
 Na het terugstellen van de brandstofverbruikgegevens wordt “-- -” getoond terwijl het
gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend.

Page 309 of 889

4–121
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Bedrijfstoestanddisplay (Met i-stop functie)
De i-stop bedrijfstoestand wordt weergegeven.

Indicatie op display Bedrijfstoestand


Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie om
aan te geven of deze al dan niet voor gebruik
beschikbaar is.

Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie
vanaf de auto (motor, accu en airconditioning) met
gebruik van gekleurde pictogrammen. De blauwe
kleur geeft aan dat de i-stop functie bedrijfsklaar is
en de grijze kleur geeft aan dat deze niet
bedrijfsklaar is.


Toont de status van de i-stop functie terwijl de auto
stilstaat.

Geeft de handelingen aan die de bestuurder moet
uitvoeren om de i-stop functie te activeren wanneer
deze niet in werking is.

Toont de huidige hoeveelheid tijd dat de i-stop
functie in werking is geweest en de totale
hoeveelheid tijd dat deze in werking is geweest.

De bedrijfstoestand van de i-stop functie wordt
aangegeven door de kleur van het motorgedeelte. De
kleur is blauw wanneer de i-stop functie in werking
is en grijs wanneer deze niet in werking is.

Page 310 of 889

4–122
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Energiebesparingsdisplay (Met i-stop functie)
De actuele prestaties van de energiebesparing worden getoond.

Indicatie op display Bedrijfstoestand


De bladgra¿ ek groeit al naargelang de hoeveelheid
CO
2 uitstoot die door de werking van het systeem
wordt gereduceerd. De totaal verzamelde
hoeveelheid bladgroei wordt aangegeven in termen
van het aantal boomgra¿ eken.

Toont de totale rijafstand die door de werking van de
i-stop functie verlengd kon worden.

Toont het percentage van tijd dat de auto door de
werking van de i-stop functie is stopgezet in
vergelijking tot de totale hoeveelheid tijd dat de auto
is stopgezet.

Toont de hoeveelheid tijd dat de i-stop functie heeft
gefunctioneerd.

Toont de totale hoeveelheid tijd dat de auto is
stopgezet.

Eindschermweergave
Als de einddisplay op de brandstofverbruikmonitor aan is wanneer het contact vanuit de
stand ON op OFF wordt gezet, wordt de werkelijke energiebesparing (met i-stop functie) of
de informatie over het brandstofverbruik (zonder i-stop functie) getoond.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 220 next >