reset MAZDA MODEL CX-5 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 134 of 889

3–34
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
De volledig geopende stand van de
elektrisch bediende achterklep wijzigen
De volledig geopende stand van de
elektrisch bediende achterklep kan worden
gewijzigd zodat rekening wordt gehouden
met de hoogte van een garage.
De stand wijzigen
1. Stop de achterklep in de gewenste
stand.
2. Druk gedurende ongeveer drie
seconden op de schakelaar voor het
sluiten van de elektrisch bediende
achterklep.
Er is tweemaal een pieptoon hoorbaar
om aan te geven dat de standwijziging
is uitgevoerd.

OPMERKING
Stel de gewenste volledig geopende
stand van de achterklep in op de stand
waarbij deze voor meer dan halverwege
is geopend. Er kan geen stand worden
ingesteld waarbij de achterklep minder
dan halverwege is geopend. Resetten
1. Open de achterklep.
2. Druk gedurende ongeveer zeven
seconden op de schakelaar voor het
sluiten van de elektrisch bediende
achterklep.
Er is driemaal een pieptoon hoorbaar
om aan te geven dat de reset is
uitgevoerd.

OPMERKING
Nadat ongeveer 3 seconden zijn
verstreken nadat op de schakelaar is
gedrukt, is 2 maal een pieptoon hoorbaar
om aan te geven dat de volledig
geopende stand van de achterklep is
gewijzigd. Blijf gedurende ongeveer 7
seconden op de schakelaar drukken om
de reset te voltooien.

Page 229 of 889

4–41
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Kilometerteller, dagteller en
dagtellerkeuzeschakelaar
Wanneer het contact op ON staat wordt
de kilometerteller constant op het scherm
getoond en door bediening van de INFO
schakelaar kan het TRIP A of TRIP B
scherm worden getoond.


Druk op de INFO toetsINFO schakelaar
Kilometerteller,
Dagteller A
Kilometerteller,
Dagteller B

Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale door de
auto afgelegde afstand aan.
Dagteller
De rijafstand voor een opgegeven
tussenafstand wordt aangegeven. Voor elk
van beide kunnen twee typen (TRIP A,
TRIP B) tussenafstand en het gemiddelde
brandstofverbruik worden gemeten.

Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand
vanaf het punt van vertrek registreren en
dagteller B kan het punt registreren waar
de brandstoftank gevuld is.

Wanneer dagteller A wordt gekozen,
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer
dagteller B wordt gekozen, verschijnt
TRIP B.

De dagteller en het gemiddelde
brandstofverbruik kan gereset worden door
in elk van de standen de INFO schakelaar
gedurende 1,5 seconde of langer ingedrukt
te houden.
OPMERKING
  Enkel door de dagtellers worden
tienden van kilometers geregistreerd.
  De registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
 


 De stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
 


 De gereden afstand 9999,9 km
overschrijdt.

Page 240 of 889

4–52
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Alle instellingen/afstellingen voor de Active Driving Display kunnen worden gemaakt op de
middendisplay.

1. Selecteer het pictogram op het beginscherm om het Instellingenscherm te tonen.
2. Selecteer het AD-Disp tabblad.
3. Selecteer het gewenste item en maak de instelling/afstelling.
 

 
 Methode voor het afstellen van de schermhelderheid (automatisch/handmatig)


 
 Begin-instellingen schermhelderheid (bij selectie van automatische afstelling)


 
 Afstelling van schermhelderheid (bij selectie van handmatige afstelling)


 
 Displaypositie van Active Driving Display (displayhoogte)


 
 Hoek afstellen van Active Driving Display (correctie displayhoek)


 
 De combinatie van rijbaanbegeleiding en stapsgewijze weergave (TBT) kan gewijzigd
worden. (navigatiebegeleiding)
 

 
 Active Driving Display AAN/UIT (indicatie)


 
 Navigatiebegeleiding AAN/UIT


 
 Instellingen resetten (reset)
OPMERKING
De gewenste rijpositie (displaypositie, helderheidsniveau, displayinformatie) kan na het
programmeren van de positie worden opgeroepen.
Zie Rijpositiegeheugen op pagina 2-9 .

Page 582 of 889

5–106
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
Pictogram Functie

Stelt het scherm af.
Toont het video-instellingenscherm aan de onderzijde van het scherm.

OPMERKING
  Om veiligheidsredenen worden
tijdens het rijden geen beelden
getoond.
  Schuif de van de controller om
de controller te verplaatsen.
  Als de modus wordt overgeschakeld
naar DVD modus nadat het afspelen
van de DVD is gestopt, begint het
afspelen opnieuw zonder dat het
DVD menuscherm wordt getoond.
Instellen van de DVD functies
Instellingen voor geluidskwaliteit en
aspectverhouding kunnen worden
uitgevoerd.
Instellen van de geluidskwaliteit
1. Selecteer het pictogram
.
2. Selecteer
voor het
afstellen van de geluidskwaliteit.
Zie Volume/Display/Geluidsregelaars
op pagina 5-90 .

Instellen van de aspectverhouding
1. Selecteer het pictogram
.
2. Selecteer
.
3. Selecteer een gewenste
aspectverhouding.

Instellen van de beeldkwaliteit
Helderheid, contrast, tint en kleurdichtheid
kunnen worden afgesteld.
Wanneer het
pictogram wordt
geselecteerd, worden de volgende
tabbladen aan de onderzijde van het
scherm getoond.

Uitsteeksel Functie

Schermhelderheid
kan worden afgesteld
met gebruik van de
schuifregelaar.

Schermcontrast kan worden
afgesteld met gebruik van de
schuifregelaar.

Kleurtoon van het scherm
kan worden afgesteld
met gebruik van de
schuifregelaar.

Schermkleur kan worden
afgesteld met gebruik van de
schuifregelaar.

Scherminstellingen kunnen
gereset worden naar de
standaardwaarden.
Selecteer
.

Page 620 of 889

5–14 4
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
Communicatie-instellingen
Selecteer het pictogram op het beginscherm voor het tonen van het Communicatiescherm.
Selecteer
om de instelling wijzigen.

Onderwerp Instelling Functie
Bluetooth
® — Ga naar het Bluetooth ® instelmenu.
Zie Gereed maken van Bluetooth ® op pagina 5-119 .
Binnenkomende
gespreksinformatie Aan/Uit Geeft een melding wanneer een inkomend gesprek wordt ontvangen.
Autom. download
SMS Aan/Uit Wanneer de Bluetooth
® eenheid is aangesloten op het apparaat worden
sms'en automatisch gedownload.
SMS informatie Aan/Uit Geeft een melding wanneer een nieuwe SMS wordt ontvangen.
Autom. download
Email
*1 Aan/Uit Wanneer de Bluetooth
® eenheid is aangesloten op het apparaat worden
e-mails automatisch gedownload.
Email informatie Aan/Uit Geeft een melding wanneer een nieuwe e-mail wordt ontvangen.
Autom. download
belhistorie Aan/Uit Wanneer de Bluetooth
® eenheid is aangesloten op het apparaat wordt de
belhistorie automatisch gedownload.
Autom. download
contactpersonen
*1 Aan/Uit Wanneer de Bluetooth
® eenheid is aangesloten op het apparaat wordt
het telefoonboek automatisch gedownload.
Ringtone Fixed/Phone/
Uit Verandert de beltooninstelling.
Volume telefoon Dit wordt
afgesteld met
behulp van de
schuifregelaar. Voor afstelling van het gespreksvolume.
VR en ringtone Dit wordt
afgesteld met
behulp van de
schuifregelaar. Voor afstelling van het volume van de gesproken begeleiding en de
beltoon.
Sorteervolgorde
contactpersonen Voornaam,
achternaam Toont de contactinformatie in alfabetische volgorde op voornaam.
Achternaam,
voornaam Toont de contactinformatie in alfabetische volgorde op achternaam.
Berichten instellen — Voor bewerking van een voorgeprogrammeerd bericht.
Zie Berichten ontvangen en beantwoorden (alleen beschikbaar bij
telefoons die compatibel zijn met e-mail/SMS) op pagina 5-140 .
Reset — Voor het terugstellen van alle communicatie-instellingen.
*1 Afhankelijk van het apparaat, kan het nodig zijn van het apparaat downloadgoedkeuring te verkrijgen.

Page 625 of 889

5–149
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
Uitsteeksel Onderwerp Functie
Apparat. Bluetooth Zie Gereed maken van Bluetooth ® op pagina
5-119 .
Network Management Wi-Fi™ wordt gebruikt voor het verkrijgen
van navigatie NP’s/functie voor actuele
verkeersinformatie (zoals benzineprijzen,
weerbericht, dichtstbijzijnde restaurant)
Systeem Tooltips Hiermee worden toetsverklaringen aan/uit
gezet.
Taal Verandert de taal.
Temperatuur Verandert de instelling tussen Fahrenheit en
Celsius.
Afstand Verandert de instelling tussen mijlen en
kilometers.
Muziekdatabase updaten Gebruikt voor het bijwerken van Gracenote
® .
Gracenote ® wordt gebruikt met USB-audio en
biedt:
1. Aanvullende muziekinformatie (zoals naam
van muziekstuk, artiest)
2. Assistentie bij spraakherkenning voor Artiest
afspelen en Album afspelen
Gracenote
® kan worden gedownload van de
Mazda handsfree website.
Zie Gracenote
® Database op pagina 5-112 .
Fabrieksreset Geheugen en instellingen worden teruggesteld
naar de fabrieksinstellingen.
Het terugzetten wordt gestart door het
selecteren van de
toets.
Systeem informatie Overeenkomsten en
rechten Lees de overeenkomst en ga akkoord.
Versie-informatie Hier kunt u de versie van het besturingssysteem
van de huidige audio-installatie en de versie
van de Gracenote
® Database veri¿ ëren.

Page 664 of 889

6–6
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Opmerkingen:
*1 Inspecteer in onderstaande landen de bougies elke 10.000 km of 12 maanden alvorens deze bij de genoemde
interval te vernieuwen.
Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Letland, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Oekraïne,
Roemenië, Servië, Slowakije
*2 Indien de auto gebruikt wordt in gebieden met veel zand of stof, dient het lucht¿ lter vaker gereinigd en indien
nodig vernieuwd te worden dan bij de normaal aanbevolen intervallen.
*3 Voor bepaalde Europese landen is À exibele instelling van fabriekswege vooringesteld. Raadpleeg een of¿ ciële
Mazda reparateur voor details. Een À exibele instelling kan worden ingesteld als het voertuig hoofdzakelijk
wordt gebruikt op plaatsen waar geen van onderstaande condities van toepassing zijn.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stof¿ ge gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
Als À exibel onderhoud wordt geselecteerd, berekent het voertuig de resterende gebruiksduur van de olie
op basis van de gebruiksomstandigheden van de motor en wordt u op de hoogte gesteld wanneer een
olieverversingsbeurt nodig is door het oplichten van het moersleutelindicatielampje in de instrumentengroep.
Reset de motoroliegegevens bij elke motorolieverversingsbeurt, ongeacht het verschijnen van de melding/
moersleutelindicatielampje.
*4 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
10.000 km of korter de motorolie te verversen en het olie¿ lter te vernieuwen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stof¿ ge gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*5 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke 5000
km of 6 maanden de motorolie te verversen en het olie¿ lter te vernieuwen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stof¿ ge gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*6 Reset bij SKYACTIV-D 2.2 de motoroliegegevens bij elke motorolieverversingsbeurt, ongeacht het verschijnen
van de melding/moersleutelindicatielampje.
*7 Voer de correctie voor de hoeveelheid brandsto¿ nspuiting uit.
*8 Tap het water in het brandstofsysteem af als het indicatielampje AAN is.
*9 De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
De aandrijfriemen dienen elke 20.000 km (12.500 mijl) of 12 maanden te worden gecontroleerd als de auto
voornamelijk onder een van de volgende omstandigheden gebruikt wordt.
a) Gebruik in bijzonder stof¿ ge gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden

Page 672 of 889

6–14
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
*3 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke 5.000
km of 6 maanden de motorolie te verversen en het olie¿ lter te vernieuwen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stof¿ ge gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*4 Reset bij SKYACTIV-D 2.2 de motoroliegegevens bij elke motorolieverversingsbeurt, ongeacht het verschijnen
van de melding/moersleutelindicatielampje.
*5 Voer de correctie voor de hoeveelheid brandsto¿ nspuiting uit.
*6 Indien de auto gebruikt wordt in gebieden met veel zand of stof, het lucht¿ lter elke 5.000 km of 6 maanden
reinigen.
*7 Bij het vervangen van de motorkoelvloeistof wordt het gebruik van FL-22 aanbevolen. Gebruik van andere
motorkoelvloeistof dan FL-22 kan ernstige schade aan de motor en het koelsysteem toebrengen.
*8 Inspecteer het elektrolytniveau van de accu, het soortelijk gewicht en het uiterlijk van de accu. Bij de
onderhoudsvrije accu is alleen een inspectie van het uiterlijk vereist.
*9 Indien u een intensief gebruik van de remmen maakt (bijvoorbeeld, regelmatig met hoge snelheid of in
berggebieden rijdt), of wanneer de auto in zeer vochtige klimaten gebruikt wordt, de remvloeistof jaarlijks
verversen.
*10 Als dit onderdeel ondergedompeld is geweest in water, dient de olie ververst te worden.
*11 Om de 10.000 km wordt onderling verwisselen van de banden aanbevolen.
*12 Controleer de uiterste gebruiksdatum van de bandreparatievloeistof elk jaar tijdens het uitvoeren van periodiek
onderhoud. Vervang de À es met bandreparatievloeistof door een nieuwe voor het verstrijken van de uiterste
gebruiksdatum.



Page 675 of 889

6–17
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Onderhoudsfrequentie
Aantal maanden of kilometers, naargelang de situatie welke zich het eerst voordoet
Maanden 6 12 18 24 30 36 42 48 54 60 66 72 78 84 90 96
×1000 km 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100 110 120 130 140 150 160
×1000 miles 6,25 12,5 18,75 25 31,25 37,5 43,75 50 56,25 62,5 68,75 75 81,25 87,5 93,75 100
Cabinelucht¿ lter (indien voorzien) R R R R R R R R
Banden (inclusief reservewiel)
(met afstelling van de
bandenspanning) I I I I I I I I I I I I I I I I
Onderling verwisselen van de
banden Elke 10.000 km onderling verwisselen.
Lekke band noodreparatieset
(indien voorzien)
*11 Jaarlijks inspecteren.
Tabelsymbolen:
I
: Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
R: Vernieuwen
C: Reinigen
T: Vastdraaien
D: Aftappen
Opmerkingen:
*1 Indien de auto voornamelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen de
motorolie vaker te verversen en het olie¿ lter vaker te vernieuwen dan de normaal aanbevolen intervallen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stof¿ ge gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*2 Inspecteer in onderstaande landen de bougies elke 10.000 km of 1 jaar alvorens deze bij de genoemde interval te
vernieuwen.
Algerije, Angola, Armenië, Bahrein, Bolivia, Britse Maagdeneilanden, Burundi, Cambodja, Chili, Costa
Rica, Curaçao, Democratische Republiek Congo (Congo-Kinshasa), El Salvador, Filipijnen, Gabon, Georgië,
Ghana, Guatemala, Haïti, Honduras, Hongkong, Iran, Ivoorkust, Jordanië, Kameroen, Kenia, Macau, Maleisië,
Mongolië, Mozambique, Myanmar, Nicaragua, Nigeria, Oman, Panama, Papoea-Nieuw-Guinea, Peru, Senegal,
Seychellen, Syrië, Tanzania, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam, Zimbabwe
*3 Reset bij SKYACTIV-D 2.2 de motoroliegegevens bij elke motorolieverversingsbeurt, ongeacht het verschijnen
van de melding/moersleutelindicatielampje.
*4 Voer de correctie voor de hoeveelheid brandsto¿ nspuiting uit.
*5 De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
Indien de auto voornamelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de aandrijfriemen vaker
inspecteren dan de normaal aanbevolen intervallen.
a) Gebruik in bijzonder stof¿ ge gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden

Page 677 of 889

6–19
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Onderhoudsmonitor
Onderhoudsmonitor (Type A audio)
“Olie verversen” met À exibele instelling *1 is beschikbaar. Raadpleeg een of¿ ciële
Mazda reparateur voor details *2 . Wanneer de À exibele instelling voor het tijdstip van het
verversen van de motorolie is geselecteerd, gaat het moersleutelindicatielampje in de
instrumentengroep branden wanneer de resterende gebruiksduur van de olie minder is dan
1.000 km of het resterende aantal dagen minder is dan 15 (naargelang de situatie welke zich
het eerst voordoet).
Terugstelmethode
Houd met het contact uitgeschakeld de dashboardverlichtingsknop ingedrukt en schakel het
contact vervolgens in. Blijf de dashboardverlichtingsknop langer dan 5 seconden ingedrukt
houden. Het hoofdwaarschuwingslampje gaat gedurende enkele seconden knipperen
wanneer het resetten voltooid is.

Instrumentenpaneelverlichtingknop

*1 Er is een À exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie
beschikbaar (alleen bepaalde modellen). Op basis van de gebruiksomstandigheden van
de motor, berekent de boordcomputer in uw auto de resterende gebruiksduur van de olie.
*2 Wanneer de À exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie is
geselecteerd, moet het systeem bij elke olieverversing teruggesteld worden, ongeacht het
verschijnen van het moersleutelindicatielampje.

Onderhoudsmonitor (Type B audio)
1. Selecteer het pictogram op het beginscherm om het Toepassingenscherm te tonen.
2. Selecteer “Monitor voertuigstatus”.
3. Selecteer “Onderhoud” voor het tonen van het onderhoudsbeurtenscherm.
4. Verander het tabblad en selecteer het instellingsitem dat u wilt veranderen.

Page:   1-10 11-20 next >