stop start MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 203 of 889

4–15
Tijdens het rijden
Motor start/stop
*Bepaalde modellen.
i-stop *
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een verkeerslicht stil
staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de motor automatisch om
het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een verminderd brandstofverbruik, minder
uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid van het stationair draaien verdwijnen wanneer
de motor is stopgezet.
Stoppen en herstarten van de motor
OPMERKING
  Het i-stop indicatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden: 



 Wanneer de motor gestopt is.



 Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de motor is
voldaan.

 Het i-stop indicatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
Handgeschakelde versnellingsbak
(AUTOHOLD-bediening uitgeschakeld)

1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het koppelingspedaal
in te trappen.
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de neutraalstand. De
motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten.

Page 204 of 889

4–16
Tijdens het rijden
Motor start/stop
3. (SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5)
De motor herstart automatisch wanneer u het koppelingspedaal intrapt of dit begint los te
laten.
OPMERKING
Het moment waarop de motor herstart verschilt afhankelijk van de kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt.
(SKYACTIV-D 2.2)
De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.

(Wanneer de auto tot stilstand wordt gebracht door de AUTOHOLD functie)
1. Trap eerst het rempedaal in en vervolgens het koppelingspedaal om de auto volledig tot
stilstand te brengen.
2. Zet, terwijl u het koppelingspedaal intrapt, de versnellingshendel in de neutraalstand.
Nadat u uw voet van de koppelingspedaal hebt gehaald, stopt het stationair draaien van
de motor, zelfs als het rempedaal wordt losgelaten.
3. De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.

Automatische transmissie
(AUTOHOLD-bediening uitgeschakeld en wanneer Mazda Radar Cruise Control met
Stop & Go-functie (MRCC met Stop & Go-functie) niet wordt gebruikt)

1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt (behalve tijdens
het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede versnelling) en de auto tot
stilstand is gebracht.
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met de
keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling).
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal nogmaals wordt
ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer
de motor gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal
ingetrapt.)

Page 205 of 889

4–17
Tijdens het rijden
Motor start/stop
(Wanneer de auto tot stilstand wordt gebracht door de in-stilstandpositie-houden
regeling van Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC met Stop &
Go-functie))

1. Wanneer de auto tot stilstand wordt gebracht door Mazda Radar Cruise Control met Stop
& Go-functie (MRCC met Stop & Go-functie), stopt het stationair draaien van de motor,
zelfs zonder het rempedaal in te trappen.
2. Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt of de RES schakelaar wordt bediend terwijl de
auto in stilstand wordt gehouden door Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-
functie (MRCC met Stop & Go-functie), wordt de motor automatisch herstart. De motor
herstart automatisch wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt met de keuzehendel in de
stand D/M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling).

(Wanneer de auto tot stilstand wordt gebracht door de AUTOHOLD functie)
1. Wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt (behalve tijdens het rijden in
de stand R of M, blokkeermodus voor tweede versnelling) en de auto tot stilstand is
gebracht, wordt de i-stop functie geactiveerd en blijft deze actief, zelfs als het rempedaal
wordt losgelaten.
2. De motor herstart automatisch wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt met de
keuzehendel in de stand D/M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling).
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal nogmaals wordt
ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer
de motor gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal
ingetrapt.)

Page 206 of 889

4–18
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Bedieningsvoorwaarden
Wanneer het systeem functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor gestopt en gaat het i-stop indicatielampje (groen)
branden.
 


 (SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5) 
 Wanneer de motor is warmgedraaid.



 (SKYACTIV-D 2.2) 


 
 Wanneer de motor niet koud is.


 
 Het leren van de hoeveelheid brandsto¿ nspuiting dat periodiek en automatisch wordt
uitgevoerd, vindt niet plaats.
 


 De motor is gestart en er is gedurende een bepaalde periode met de auto gereden.



 De motor wordt gestart met de motorkap gesloten.



 De accu is in goede toestand.



 Alle portieren, de achterklep en de motorkap zijn gesloten.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.



 De airconditioning wordt niet gebruikt met de regelknop voor de luchtstroomfunctie in de
stand
. 


 (Automatische airconditioning) 


 
 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in een andere stand dan de stand
voor maximale verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 

 
 De interieurtemperatuur van de auto en de temperatuur die voor de airconditioning is
ingesteld is nagenoeg hetzelfde.
 


 Het i-stop waarschuwingslampje (oranje) brandt niet/knippert niet.



 De functies van de afstandbediende portiervergrendeling en startknopsysteem werken
normaal.
 


 Het remvacuüm is voldoende hoog.



 Het stuurwiel wordt niet gedraaid.



 (Handgeschakelde versnellingsbak) 


 
 De rijsnelheid is 3 km/h of minder.


 
 De keuzehendel staat in de neutraalstand.


 
 Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.

Page 207 of 889

4–19
Tijdens het rijden
Motor start/stop
 


 (Automatische transmissie) 


 
 De auto wordt stopgezet.


 
 De keuzehendel staat in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling).
 

 
 De automatische transmissievloeistof is voldoende opgewarmd.


 
 De temperatuur van de automatische transmissievloeistof is niet abnormaal hoog.


 
 Het stuurwiel staat nagenoeg in de rechtvooruitstand (het is mogelijk dat de motor niet
stopt wanneer het stuurwiel in de rechtvooruitstand staat als kracht op het stuurwiel
wordt uitgeoefend. Oefen geen kracht meer uit op het stuurwiel om de motor te laten
stoppen.).
 

 
 De auto wordt door het intrappen van het rempedaal tot stilstand gebracht.


 
 Er wordt niet plotseling afgeremd.


 
 Wanneer de auto tot stilstand wordt gebracht door de in-stilstandpositie-houden regeling
van Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC met Stop & Go-
functie) (auto’s met Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC met
Stop & Go-functie)).


Wanneer het systeem niet functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor niet gestopt:
 


 De auto is tot stilstand gebracht maar de motor blijft stationair draaien.



 De airconditioning wordt gebruikt met de regelknop voor de luchtstroomfunctie in de
stand
. 


 (Automatische airconditioning) 


 
 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in de stand voor maximale
verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 

 
 Er is een groot verschil tussen de interieurtemperatuur en de ingestelde temperatuur van
de airconditioning.
 


 De omgevingstemperatuur is buitengewoon hoog of laag.



 De atmosferische druk is laag (bij het rijden op grote hoogten).



 (Automatische transmissie) 


 
 De auto wordt op een steile helling tot stilstand gebracht.


 
 De auto is tot stilstand gebracht met het stuurwiel niet in de rechtvooruitstand. 



 (SKYACTIV-D 2.2) 


 
 Dieseldeeltjes (PM) worden verwijderd door het dieseldeeltjes¿ lter (DPF).


 
 De inlering van de hoeveelheid brandsto¿ nspuiting wordt uitgevoerd. (Het i-stop
indicatielampje (groen) gaat uit wanneer de rijsnelheid vóór stopzetten ongeveer 10
km/h of minder is en inlering van de hoeveelheid brandsto¿ nspuiting wordt uitgevoerd
terwijl de auto is stopgezet.)

Page 208 of 889

4–20
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden duurt het enige tijd voordat de motor wordt
stopgezet


 De accu is om een of andere reden uitgeput geraakt, zoals wanneer er langere tijd niet
met de auto is gereden.
  De omgevingstemperatuur is hoog of laag. 
 Nadat de accupolen om een of andere reden zijn losgekoppeld, zoals voor het
vervangen van de accu.
  (SKYACTIV-D 2.2)  Nadat dieseldeeltjes (PM) door het dieseldeeltjes¿ lter (DPF) zijn verwijderd.

Motor herstart niet
Als na het stoppen van de motor de volgende handelingen worden uitgevoerd, zal om
veiligheidsredenen de motor niet herstarten. Start in dergelijke gevallen de motor met
behulp van de normale methode.
 
 (Europees model) 



 De motorkap geopend wordt.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het bestuurdersportier
wordt geopend.

De tijd dat de motor stop staat is kort of het duurt lang voordat de motor de
volgende keer wordt gestopt


 De omgevingstemperatuur is hoog of laag. 
 De accu is uitgeput. 
 Het stroomverbruik van de elektrische onderdelen van de auto is hoog.

Wanneer de motor is gestopt, herstart de motor automatisch
Onder de volgende omstandigheden herstart de motor automatisch.
 
 De i-stop OFF schakelaar wordt ingedrukt totdat de zoemer klinkt. 
 De airconditioning wordt gebruikt met de regelknop voor de luchtstroomfunctie in de
stand
.   (Automatische airconditioning) 



 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in de stand voor maximale
verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 


 De interieurtemperatuur verschilt in hoge mate van de ingestelde temperatuur van de
airconditioning.
 
 Het rempedaal wordt op een helling een weinig losgelaten en de auto begint in
beweging te komen.
  Sinds het stoppen van de motor zijn er twee minuten verstreken. 
 De accu is uitgeput.

Page 209 of 889

4–21
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
  (Automatische transmissie) 



 Het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de keuzehendel in de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) staat.
 


 De keuzehendel wordt verplaatst naar de stand R.



 De keuzehendel wordt vanuit de stand N of P naar de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) verplaatst.
 


 Het stuurwiel wordt gedraaid terwijl de keuzehendel in de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) staat.
 


 De keuzehendel staat in de stand M en de blokkeermodus voor de tweede versnelling
is gekozen.


 (Behalve Europees model) 



 (Handgeschakelde versnellingsbak) 
 Wanneer de versnellingshendel in de neutraalstand staat, de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt, het bestuurdersportier wordt geopend of de motorkap
wordt geopend.
 


 (Automatische transmissie)  Wanneer de keuzehendel in de stand P of N, of het D/M-bereik, staat, de
veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt, het bestuurdersportier wordt
geopend of de motorkap wordt geopend.


De keuzehendel wordt bediend terwijl de motor is gestopt (automatische transmissie)
Als de motor gestopt is en de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus
voor tweede versnelling) verplaatst wordt naar de stand N of P, herstart de motor niet
wanneer het rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart als het rempedaal nogmaals
wordt ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer de motor
gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal ingetrapt.)
Als de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) naar de stand N of P wordt verplaatst en de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend, herstart de motor.
De accupolen zijn losgekoppeld
Het is mogelijk dat vlak na het loskoppelen van de accupolen de motor niet meteen
wordt gestopt. Ook als de accu wordt vernieuwd moeten de i-stop functies gecontroleerd
worden. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-
reparateur.

Page 210 of 889

4–22
Tijdens het rijden
Motor start/stop
i-stop OFF schakelaar

Door de schakelaar in te drukken totdat
een zoemer klinkt, wordt de i-stop
functie uitgeschakeld en gaat het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) in de
instrumentengroep branden. Door de
schakelaar nogmaals in te drukken
totdat de zoemer klinkt, wordt de i-stop
functie ingeschakeld en gaat het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) uit.
OPMERKING
Als de motor wordt stopgezet terwijl de
i-stop functie is uitgeschakeld, wordt de
i-stop functie weer operationeel zodra
de motor de eerstvolgende keer gestart
wordt.

Page 211 of 889

4–23
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Hellingstopfunctie (Automatische transmissie)
Voertuigen met de i-stop functie zijn uitgerust met een hellingstopfunctie. Deze functie
voorkomt dat de auto wegrolt, zoals bijvoorbeeld wanneer het rempedaal op een helling
onder de volgende omstandigheden wordt losgelaten:
 


 Wanneer de motor gestopt is (voorkomt dat de auto achteruit rolt)



 Wanneer de motor na het loslaten van het rempedaal herstart (voorkomt dat de auto als
gevolg van “kruipen” plotseling in beweging komt), wordt door sturing van de remmen
voorkomen dat de auto plotseling in beweging komt.

Neem voet van rempedaal Remkracht behouden
Motor opnieuw gestart Acceleratie

Page 212 of 889

4–24
Tijdens het rijden
Motor start/stop
WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op de hellingstopfunctie.  
 De hellingstopfunctie is een aanvullende functie die gedurende maximaal vier
seconden functioneert wanneer nadat het rempedaal is losgelaten vanuit een
toestand van stopgezette motor wordt geaccelereerd. Overmatig vertrouwen op het
systeem kan echter ongevallen veroorzaken als de snelheid van de auto ineens
toeneemt. Controleer alvorens met de auto te gaan rijden altijd de veiligheid rondom
de auto en bedien de keuzehendel, het rempedaal en het gaspedaal op de juiste wijze.
Het is echter mogelijk dat de auto plotseling in beweging komt, afhankelijk van de
belasting ervan of als er een aanhanger getrokken wordt.
  De auto zou echter nadat de hellingstopfunctie is vrijgezet onder de volgende
omstandigheden plotseling in beweging kunnen komen:
 

 
 De keuzehendel staat in de stand N.


 
 Als de keuzehendel naar de N stand wordt verplaatst en het rempedaal wordt
losgelaten terwijl de i-stop functie in werking is, wordt de remkracht geleidelijk
vrijgegeven. Laat om met de auto weg te rijden nadat de motor opnieuw gestart is
het rempedaal los en zet de keuzehendel in een andere stand dan de N stand.
OPMERKING

 Wanneer de auto op een steile helling tot stilstand wordt gebracht, functioneert de
hellingstopfunctie niet omdat de motor niet gestopt is.
  Het is mogelijk dat als gevolg van de werking van de hellingstopfunctie de reactie van
het rempedaal anders is, dat de remmen geluid maken of dat het rempedaal trilt. Dit
duidt echter niet op een defect.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 60 next >