MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 781 of 889

7–43
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
7. Controleer nadat de motor is afgekoeld
het niveau van de koelvloeistof.
Als het niveau laag is, kijken of er
lekkages van koelvloeistof zijn bij de
radiateur en de slangen.


Als u een lekkage of andere
beschadiging aantreft of als er nog
steeds koelvloeistof naar buiten lekt:
Zet de motor stop en neem contact op met
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda-reparateur.
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5

Dop van koelsysteem
Koelvloeistofreservoir
Koelventilator

SKYACTIV-D 2.2

Dop van koelsysteem
Koelvloeistofreservoir
Koelventilator

Als u geen problemen aantreft, de motor
afgekoeld is en er geen tekenen van
lekkage zijn:
Vul voorzichtig koelvloeistof bij al
naargelang vereist (pagina 6-33 ).
OPGELET
Indien de motor oververhit blijft of
regelmatig oververhit raakt, dient u
het koelsysteem te laten inspecteren.
Als er in dat geval geen reparatie
wordt uitgevoerd, kan de motor ernstig
beschadigd raken. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda-reparateur.

Page 782 of 889

7–44
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt
het aanbevolen dit aan een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda-reparateur of aan een erkend
sleepbedrijf over te laten.

Om beschadiging van de auto te
voorkomen, is het van belang dat de
juiste takel- en sleepmethoden gebruikt
worden. In het bijzonder bij het slepen
van een 4WD voertuig waarbij alle wielen
aangesloten zijn op het aandrijfaggregaat,
is het juiste vervoer van de auto absoluut
van groot belang om beschadiging van het
aandrijfsysteem te voorkomen. Daarbij
dient men de wettelijke bepalingen
omtrent het slepen van auto's in acht te
nemen.

Wieldollies


Een 2WD auto die gesleept wordt dient
met de aangedreven wielen (voorwielen)
omhoog getakeld voortgetrokken te
worden. Indien dit door buitengewoon
grote schade aan de auto niet mogelijk is,
dienen wieldollies gebruikt te worden.
Ontspan de handrem bij het slepen van een
auto met 2WD met de achterwielen op de
grond.
Zie Elektrische handrem (EPB) op pagina
4-100 .

Een auto met 4WD welke gesleept wordt
dient met alle vier wielen van de grond af
gesleept te worden.
WAARSCHUWING
Sleep een auto met 4WD steeds met alle
vier wielen van de grond af:
Het slepen van een auto met 4WD met
de voorwielen of de achterwielen op
de grond is gevaarlijk, aangezien het
aandrijfaggregaat daardoor beschadigd
kan raken of de auto van de takelwagen
kan wegdraaien en een ongeluk
veroorzaken. Als het aandrijfaggregaat
beschadigd is, de auto op een platte
takelwagen vervoeren.

Page 783 of 889

7–45
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
OPGELET
  De auto nooit in achterwaartse
richting slepen met de aangedreven
wielen op de grond. Dit kan interne
beschadiging van de transmissie
veroorzaken.
  De auto niet slepen met behulp
van een vrijdragend takelsysteem.
Hierdoor kan uw auto beschadigd
worden. Maak steeds gebruik
van wieldollies of van een
takeltransportvoertuig.

OPGELET
  Als de elektrische parkeerrem
(EPB) niet kan worden ontgrendeld
wanneer de auto wordt gesleept,
vervoer de auto dan met alle voor-
en achterwielen van de grond zoals
in de afbeelding is aangegeven. Als
de auto wordt gesleept zonder de
wielen van de grond te tillen, kan het
remsysteem worden beschadigd.
Wieldollies

Als in een noodgeval geen sleepdienst
beschikbaar is, mag de auto met alle vier
wielen op de grond gesleept worden met
behulp van de sleephaak aan de voorzijde
van de auto.
De auto mag alleen gesleept worden op
een verhard wegdek over een korte afstand
en met lage snelheid.

Page 784 of 889

7–46
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
OPGELET
Volg onderstaande instructies wanneer u
de auto met alle vier wielen op de grond
gaat slepen.

1. Schakel over naar neutraal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of naar stand N
(automatische transmissie).
2. Zet het contact op ON.
3. Ontspan de handrem.
Zie Elektrische handrem (EPB) op
pagina 4-100 .

U dient er rekening mee te houden
dat de rembekrachtiging en de
stuurbekrachtiging niet zullen
functioneren wanneer de motor niet
draait.
Sleephaken
OPGELET
  Het sleepoog dient gebruikt
te worden in noodsituaties,
(bijvoorbeeld, bij het uit sneeuw of
uit een greppel trekken van de auto).
  Wanneer de sleepogen gebruikt
worden, dient men steeds in een
rechte lijn ten opzichte van het
sleepoog aan de kabel of ketting te
trekken. Nooit kracht in zijdelingse
richting uitoefenen.
OPMERKING
Bij het slepen met een ketting of een
sleepkabel, de ketting of de sleepkabel
vlak bij de bumper met een lap
omwikkelen om beschadiging van de
bumper te voorkomen.

Page 785 of 889

7–47
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
Sleephaken
1. Verwijder het sleepoog en de
wielmoersleutel uit de bagageruimte
(pagina 7-17 ).
2. Omwikkel een schroevendraaier met
plat uiteinde of soortgelijk gereedschap
met een zachte doek om beschadiging
van de laklaag van de bumper te
voorkomen en open het kapje in de
voorbumper of achterbumper.
Voor



Achter


Krikslinger

OPGELET
Niet forceren, aangezien anders het
kapje of de laklaag van de bumper
beschadigd kan raken.
OPMERKING
Verwijder het kapje volledig en berg dit
op zodat het niet verloren raakt.
3. Het sleepoog stevig bevestigen met
behulp van de wielmoersleutel of een
soortgelijk gereedschap.
Raadpleeg een of¿ ciële Mazda-
reparateur.
Voor


Wielmoersleutel
Sleepoog

Page 786 of 889

7–48
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
Achter


Sleepoog
Wielmoersleutel

4. Haak de sleepkabel vast in het
sleepoog.
OPGELET
  Als het sleepoog niet stevig is
vastgedraaid, kan dit los komen
te zitten of tijdens het slepen van
de auto uit de bumper getrokken
worden. Zorg er voor dat het
sleepoog stevig aan de bumper wordt
bevestigd.
  Wees voorzichtig bij het slepen
onder de volgende omstandigheden
het sleepoog en de sleephaak, de
carrosserie of het aandrijfsysteem
niet te beschadigen:
 


 Trek geen voertuig dat zwaarder is
dan het uwe.
 


 Niet plotseling accelereren,
aangezien dit een zware schok
overbrengt op het sleepoog en de
sleephaak of de sleepkabel.
 


 De sleepkabel enkel aan het
sleepoog en de sleephaak
bevestigen.

Page 787 of 889

7–49
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen
Als een van de waarschuwingslampjes gaat branden/knipperen, voor het betreffende lampje
de juiste actie ondernemen. Er is geen probleem als het lampje uit gaat, maar als het lampje
niet uit gaat of opnieuw gaat branden/knipperen, raadpleeg dan een of¿ ciële Mazda-
reparateur.
(Voertuigen met type B audio)
De gegevens van de betreffende waarschuwing kunnen op de middendisplay gecontroleerd
worden.

1. Wanneer het waarschuwingslampje brandt, selecteer dan het pictogram op het
beginscherm om het Toepassingenscherm te tonen.
2. Selecteer “Monitor voertuigstatus”.
3. Selecteer “Waarschuwing” voor het weergeven van de huidige waarschuwingen.
4. Selecteer de betreffende waarschuwing voor het tonen van de details van de
waarschuwing.

Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand.
Als een van onderstaande waarschuwingslampjes gaat branden, is er mogelijk een defect in
het systeem. Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact
op met een of¿ ciële Mazda-reparateur.

Page 788 of 889

7–50
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Remwaarschuwingslampje
Als het remsysteemwaarschuwingslampje blijft branden, bestaat de kans dat het
remvloeistofniveau laag is of dat er een probleem is met het remsysteem. Breng de auto
onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur.
WAARSCHUWING
Niet rijden wanneer het remwaarschuwingslampje brandt. Neem contact op met
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur om de
remmen zo spoedig mogelijk te laten inspecteren:
Rijden terwijl het remwaarschuwingslampje brandt is gevaarlijk. Het geeft aan
dat de remmen wellicht totaal niet functioneren of dat ze op elk moment volledig
buiten bedrijf kunnen raken. Laat de remmen onmiddellijk inspecteren indien
dit lampje blijft branden nadat u gecontroleerd heeft of de handrem volledig
ontspannen is.
OPGELET
Ook is het mogelijk dat het effectieve remvermogen vermindert, zodat u het
rempedaal krachtiger moet intrappen dan normaal om de auto tot stilstand te
brengen.

Waarschuwing
van elektronisch
remkrachtverdelingssysteem
Als de stuureenheid van het elektronisch remkrachtverdelingssysteem vaststelt
dat bepaalde onderdelen niet goed functioneren, is het mogelijk dat de
stuureenheid het remwaarschuwingslampje en het ABS-waarschuwingslampje
tegelijkertijd laat branden. Er is vermoedelijk een probleem in het elektronisch
remkrachtverdelingssysteem.
WAARSCHUWING
Rijd niet wanneer zowel het ABS waarschuwingslampje als het
remwaarschuwingslampje beide branden. Laat de auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur slepen om de remmen zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren:
Rijden terwijl het ABS waarschuwingslampje en remwaarschuwingslampje
tegelijkertijd branden is gevaarlijk.
Wanneer beide lampjes branden, kunnen de achterwielen tijdens een noodstop
sneller gaan blokkeren dan onder normale omstandigheden.

Page 789 of 889

7–51
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Laadsysteemwaarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
Als het waarschuwingslampje tijdens het rijden gaat branden, geeft dit een storing aan
in de dynamo of in het laadsysteem.
Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur.
OPGELET
Wanneer het waarschuwingslampje van het laadsysteem brandt, niet met de auto
doorrijden omdat de motor plotseling zou kunnen stoppen.
Motoroliewaarschuwingslampje
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de druk van de motorolie laag is.
OPGELET
De motor niet laten draaien wanneer de oliedruk laag is. Anders kan dit uitgebreide
motorschade tot gevolg hebben.
Als tijdens het rijden het lampje gaat branden of de waarschuwingsindicatie wordt
getoond:
1. Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige en vlakke plaats tot
stilstand.
2. Zet de motor stop en wacht 5 minuten om de olie naar het carter te laten terugvloeien.
3. Inspecteer het motoroliepeil 6-32 . Als het peil laag is, de juiste hoeveelheid
motorolie bijvullen en er daarbij op letten niet teveel bij te vullen.
OPGELET
De motor niet laten draaien als het oliepeil laag is. Anders kan dit uitgebreide
motorschade tot gevolg hebben.
4. Start de motor en controleer het waarschuwingslampje.

Indien het lampje blijft branden ook als het oliepeil normaal is of nadat u olie heeft
bijgevuld, de motor onmiddellijk stopzetten en uw auto naar een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur laten slepen.

Page 790 of 889

7–52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
(Rood)
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur
*
Het lampje knippert wanneer de motorkoelvloeistoftemperatuur buitengewoon hoog is
en gaat branden wanneer de motorkoelvloeistoftemperatuur verder toeneemt.
Te nemen maatregelen
Lampje knippert
Rijd langzaam om de motorbelasting te verminderen totdat u een veilige plaats heeft
gevonden om de auto tot stilstand te brengen en wacht totdat de motor afgekoeld is.
Lampje brandt
Dit geeft de mogelijkheid van oververhitting aan. Parkeer de auto onmiddellijk op een
veilige plaats en zet de motor stop.
Zie Oververhitting 7-42 .
OPGELET
Niet met de auto rijden wanneer het waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur brandt. Anders kan dit beschadiging van de motor
veroorzaken.

Stuurbekrachtiging
defect indicatie * Het bericht wordt getoond als er een defect is in de elektrische stuurbekrachtiging.
Als het bericht wordt getoond, de auto op een veilige plaats tot stilstand brengen en het
stuurwiel niet draaien. Als het bericht op de display na enige tijd verdwijnt, is er geen
probleem. Neem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda-reparateur, als het bericht continu wordt getoond.
OPMERKING
Als het bericht wordt getoond, zal de stuurbekrachtiging niet normaal
functioneren. In dit geval kan het stuurwiel alsnog gedraaid worden, echter het
sturen gaat dan zwaarder dan normaal of het is mogelijk dat het stuurwiel tijdens
het draaien trilt.

Als tijdens stilstand of uiterst langzaam rijden het stuurwiel bij herhaling naar
links en naar rechts gedraaid wordt, is het mogelijk dat de defectbeveiliging van
het stuurbekrachtigingssysteem in werking treedt waardoor het sturen zwaarder
wordt. Dit duidt echter niet op een probleem. Parkeer in dit geval de auto op een
veilige plaats en wacht enkele minuten totdat het systeem weer normaal werkt.

Page:   < prev 1-10 ... 741-750 751-760 761-770 771-780 781-790 791-800 801-810 811-820 821-830 ... 890 next >