air condition MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 143 of 889

3–43
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Motoruitlaatgassen (Koolmonoxide)
WAARSCHUWING
Niet met uw auto rijden als u uitlaatgas binnen in de auto ruikt:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Dit gas bevat koolmonoxide (CO), dat kleurloos, geurloos
en giftig is. Bij inademing kan dit bewusteloosheid en verstikking veroorzaken. Als
u uitlaatgassen in de auto ruikt, alle ramen volledig openen en onmiddellijk contact
opnemen met een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur.

Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte draaien:
Het laten draaien van de motor in een afgesloten ruimte, zoals een garage, is gevaarlijk.
Uitlaatgas dat giftige koolmonoxide bevat kan gemakkelijk het interieur binnendringen.
Dit kan bewusteloosheid en verstikking veroorzaken.

Open de ramen of stel de verwarming of de airconditioning af op aanvoer van verse
buitenlucht wanneer u de motor stationair laat draaien:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Wanneer de auto met gesloten ramen stilstaat en u de
motor gedurende langere tijd zelfs in een open ruimte laat draaien, bestaat de kans
dat uitlaatgas, dat giftige koolmonoxide bevat, het interieur binnendringt. Dit kan
bewusteloosheid en verstikking veroorzaken.

Verwijder de sneeuw van de onderzijde en rondom uw auto, vooral rondom de uitlaat,
alvorens de motor te starten:
Het laten draaien van de motor wanneer de auto in diepe sneeuw geparkeerd staat
is gevaarlijk. De uitlaatpijp kan door de sneeuw geblokkeerd raken, waardoor het
uitlaatgas het interieur kan binnendringen. Aangezien uitlaatgas giftig koolmonoxide
bevat, kunnen de inzittenden van de auto bewusteloos of zelfs verstikt raken.

Page 171 of 889

3–71
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
I n r i j d e n
Er is geen speciale inrijperiode
noodzakelijk. Echter het opvolgen van
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen
gedurende de eerste 1000 km, kan het
motorrendement, het brandstofverbruik
en de levensduur van de auto ten goede
komen.
 


 Voer het toerental van de motor niet te
hoog op.
 


 Rijd niet gedurende langere tijd met
dezelfde snelheid, snel of langzaam.
 


 Niet gedurende langere tijd constant met
volgas of met hoge motortoerentallen
rijden.
 


 Vermijd krachtig afremmen, behalve in
noodgevallen.
 


 Vermijd het starten bij volgas.



 Geen aanhanger trekken.
Brandstofbesparing en
milieubescherming
De manier waarop u uw Mazda
gebruikt bepaalt de afstand die u met
een volle tank kunt aÀ eggen. Volg
onderstaande suggesties om brandstof
te helpen besparen en de CO
2 -uitstoot te
verminderen.
 


 Laat de motor niet langdurig stationair
draaien om op te warmen. Begin te
rijden, zodra de motor soepel draait.
 


 Bespaar brandstof door snel accelereren
te vermijden.
 


 Rijd met lagere snelheden.



 Anticipeer bij het gebruik van de
remmen (vermijd plotseling afremmen).
 


 Houd u aan het schema van periodieke
onderhoudsbeurten (pagina 6-4 )
en laat een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur,
controles en onderhoud uitvoeren.
 


 Gebruik de airconditioning uitsluitend
indien dit noodzakelijk is.
 


 Rijd langzaam tijdens het rijden op
slechte wegen.
 


 Zorg er voor dat de banden steeds de
voorgeschreven spanning hebben.
 


 Vervoer geen onnodig gewicht in de
auto mee.
 


 Laat uw voet tijdens het rijden niet op
het rempedaal rusten.
 


 Zorg er voor dat de wielen steeds correct
uitgelijnd zijn.
 


 Houd bij het rijden met hoge snelheden
de ramen gesloten.
 


 Neem snelheid terug bij het rijden met
sterke zijwind of tegenwind.

Page 202 of 889

4–14
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
  (SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
 Het is mogelijk dat de koelventilator
in de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit
ON op OFF gezet is gaat draaien,
ongeacht of de airconditioning aan
of uit is, voor het snel koelen van de
motorruimte.
  Als het systeem bespeurt dat de
resterende batterijcapaciteit van de
sleutel laag is wanneer het contact
van ON op ACC of OFF wordt gezet,
wordt het volgende aangegeven.
 Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar
wordt.
 Zie Vernieuwen van de sleutelbatterij
op pagina 6-46 .
 (Voertuig uitgerust met type A
instrumentengroep)
 Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
 (Voertuig uitgerust met type B
instrumentengroep)
 Het KEY indicatielampje (groen)
knippert gedurende ongeveer 30
seconden.
 Zie Waarschuwings-/indicatielampjes
op pagina 4-53 .

 (Automatische transmissie)  Als de motor wordt stopgezet
terwijl de keuzehendel in een andere
stand dan P staat, zal het contact
overschakelen naar ACC.
Motornoodstop
Wanneer terwijl de motor draait of tijdens
het rijden de startdrukknop continu
ingedrukt wordt gehouden, of een aantal
malen achtereen snel wordt ingedrukt, zal
de motor onmiddellijk worden stopgezet.
Het contact schakelt over naar ACC.

Page 206 of 889

4–18
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Bedieningsvoorwaarden
Wanneer het systeem functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor gestopt en gaat het i-stop indicatielampje (groen)
branden.
 


 (SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5) 
 Wanneer de motor is warmgedraaid.



 (SKYACTIV-D 2.2) 


 
 Wanneer de motor niet koud is.


 
 Het leren van de hoeveelheid brandsto¿ nspuiting dat periodiek en automatisch wordt
uitgevoerd, vindt niet plaats.
 


 De motor is gestart en er is gedurende een bepaalde periode met de auto gereden.



 De motor wordt gestart met de motorkap gesloten.



 De accu is in goede toestand.



 Alle portieren, de achterklep en de motorkap zijn gesloten.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.



 De airconditioning wordt niet gebruikt met de regelknop voor de luchtstroomfunctie in de
stand
. 


 (Automatische airconditioning) 


 
 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in een andere stand dan de stand
voor maximale verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 

 
 De interieurtemperatuur van de auto en de temperatuur die voor de airconditioning is
ingesteld is nagenoeg hetzelfde.
 


 Het i-stop waarschuwingslampje (oranje) brandt niet/knippert niet.



 De functies van de afstandbediende portiervergrendeling en startknopsysteem werken
normaal.
 


 Het remvacuüm is voldoende hoog.



 Het stuurwiel wordt niet gedraaid.



 (Handgeschakelde versnellingsbak) 


 
 De rijsnelheid is 3 km/h of minder.


 
 De keuzehendel staat in de neutraalstand.


 
 Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.

Page 207 of 889

4–19
Tijdens het rijden
Motor start/stop
 


 (Automatische transmissie) 


 
 De auto wordt stopgezet.


 
 De keuzehendel staat in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling).
 

 
 De automatische transmissievloeistof is voldoende opgewarmd.


 
 De temperatuur van de automatische transmissievloeistof is niet abnormaal hoog.


 
 Het stuurwiel staat nagenoeg in de rechtvooruitstand (het is mogelijk dat de motor niet
stopt wanneer het stuurwiel in de rechtvooruitstand staat als kracht op het stuurwiel
wordt uitgeoefend. Oefen geen kracht meer uit op het stuurwiel om de motor te laten
stoppen.).
 

 
 De auto wordt door het intrappen van het rempedaal tot stilstand gebracht.


 
 Er wordt niet plotseling afgeremd.


 
 Wanneer de auto tot stilstand wordt gebracht door de in-stilstandpositie-houden regeling
van Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC met Stop & Go-
functie) (auto’s met Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC met
Stop & Go-functie)).


Wanneer het systeem niet functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor niet gestopt:
 


 De auto is tot stilstand gebracht maar de motor blijft stationair draaien.



 De airconditioning wordt gebruikt met de regelknop voor de luchtstroomfunctie in de
stand
. 


 (Automatische airconditioning) 


 
 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in de stand voor maximale
verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 

 
 Er is een groot verschil tussen de interieurtemperatuur en de ingestelde temperatuur van
de airconditioning.
 


 De omgevingstemperatuur is buitengewoon hoog of laag.



 De atmosferische druk is laag (bij het rijden op grote hoogten).



 (Automatische transmissie) 


 
 De auto wordt op een steile helling tot stilstand gebracht.


 
 De auto is tot stilstand gebracht met het stuurwiel niet in de rechtvooruitstand. 



 (SKYACTIV-D 2.2) 


 
 Dieseldeeltjes (PM) worden verwijderd door het dieseldeeltjes¿ lter (DPF).


 
 De inlering van de hoeveelheid brandsto¿ nspuiting wordt uitgevoerd. (Het i-stop
indicatielampje (groen) gaat uit wanneer de rijsnelheid vóór stopzetten ongeveer 10
km/h of minder is en inlering van de hoeveelheid brandsto¿ nspuiting wordt uitgevoerd
terwijl de auto is stopgezet.)

Page 208 of 889

4–20
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden duurt het enige tijd voordat de motor wordt
stopgezet


 De accu is om een of andere reden uitgeput geraakt, zoals wanneer er langere tijd niet
met de auto is gereden.
  De omgevingstemperatuur is hoog of laag. 
 Nadat de accupolen om een of andere reden zijn losgekoppeld, zoals voor het
vervangen van de accu.
  (SKYACTIV-D 2.2)  Nadat dieseldeeltjes (PM) door het dieseldeeltjes¿ lter (DPF) zijn verwijderd.

Motor herstart niet
Als na het stoppen van de motor de volgende handelingen worden uitgevoerd, zal om
veiligheidsredenen de motor niet herstarten. Start in dergelijke gevallen de motor met
behulp van de normale methode.
 
 (Europees model) 



 De motorkap geopend wordt.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het bestuurdersportier
wordt geopend.

De tijd dat de motor stop staat is kort of het duurt lang voordat de motor de
volgende keer wordt gestopt


 De omgevingstemperatuur is hoog of laag. 
 De accu is uitgeput. 
 Het stroomverbruik van de elektrische onderdelen van de auto is hoog.

Wanneer de motor is gestopt, herstart de motor automatisch
Onder de volgende omstandigheden herstart de motor automatisch.
 
 De i-stop OFF schakelaar wordt ingedrukt totdat de zoemer klinkt. 
 De airconditioning wordt gebruikt met de regelknop voor de luchtstroomfunctie in de
stand
.   (Automatische airconditioning) 



 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in de stand voor maximale
verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 


 De interieurtemperatuur verschilt in hoge mate van de ingestelde temperatuur van de
airconditioning.
 
 Het rempedaal wordt op een helling een weinig losgelaten en de auto begint in
beweging te komen.
  Sinds het stoppen van de motor zijn er twee minuten verstreken. 
 De accu is uitgeput.

Page 282 of 889

4–94
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
*Bepaalde modellen.
Koplampsproeier *
De motor dient gestart te zijn en de
koplampen dienen ingeschakeld te zijn.

Als u de koplampsproeiers wilt gebruiken,
de ruitenwisserhendel tweemaal naar u toe
trekken.


Ruitensproeier
UIT

OPMERKING
  Wanneer na het inschakelen van de
koplampen de voorruitensproeier
voor de eerste keer wordt gebruikt,
werken de koplampsproeiers
automatisch.
  Als er lucht in de
koplampsproeiervloeistoÀ eiding
aanwezig is, bijvoorbeeld in
gevallen wanneer de auto pas
nieuw is of nadat een leeg
sproeiervloeistofreservoir opnieuw
met sproeiervloeistof gevuld is,
zal wanneer de ruitenwisserhendel
bediend wordt geen sproeiervloeistof
gesproeid worden. Volg in dit geval
onderstaande procedure:

1. Start de motor.
2. Schakel de koplampen in.
3. Trek de ruitenwisserhendel
herhaalde malen tweemaal naar u
toe totdat de sproeiervloeistof naar
buiten sproeit.
Achterruitverwarming
D e a c h t e r r u i t v e r w a r m i n g o n t d o e t d e
achterruit van wasem.

Voor gebruik van de achterruitverwarming
moet het contact op ON staan.

Druk op de schakelaar om de
achterruitverwarming in te schakelen.
De achterruitverwarming functioneert
gedurende ongeveer 15 minuten en wordt
dan automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de achterruitverwarming in
werking is brandt het indicatielampje.

Druk nogmaals op de schakelaar om de
achterruitverwarming uit te schakelen
alvorens de 15 minuten zijn verstreken.
Handbediende airconditioning

Indicatielampje

Page 283 of 889

4–95
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
*Bepaalde modellen.
Volledig automatische airconditioning

Indicatielampje

OPGELET
Gebruik nooit scherpe voorwerpen
of ruitreinigingsmiddelen die
schuurmiddelen bevatten om de
binnenzijde van de achterruit te
reinigen. Dit om beschadiging van
de verwarmingsdraden in de ruit te
voorkomen.
OPMERKING
  Deze achterruitverwarming is niet
bestemd voor het doen smelten
van sneeuw. Als sneeuw zich op
de achterruit heeft opgehoopt,
deze eerst verwijderen alvorens de
achterruitverwarming te gebruiken.
  De instelling van de
achterruitverwarming kan gewijzigd
worden. Na het veranderen
van de instelling, stopt de
achterruitverwarming automatisch
nadat 15 minuten zijn verstreken en
wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is. Wanneer de
omgevingstemperatuur laag is, blijft
de achterruitverwarming in werking
totdat de schakelaar opnieuw wordt
ingedrukt.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-12 .
Spiegelverwarming *
De spiegelverwarmingen ontdooien de
buitenspiegels.

De spiegelverwarmingen werken in
combinatie met de achterruitverwarming.
Voor het inschakelen van de
spiegelverwarmingen, het
contact op ON zetten en de
achterruitverwarmingsschakelaar
indrukken (pagina 4-94 ).

Page 284 of 889

4–96
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
Handbediende airconditioning

Indicatielampje

Volledig automatische airconditioning

Indicatielampje

Voorruitenwisserontdooier
De thermische elementen op de volgende
posities worden warm en maken het
mogelijk sneeuw te verwijderen die zich
op de voorruit heeft opgehoopt.
Model met links stuur


Model met rechts stuur


De voorruitenwisserontdooier werkt in
combinatie met de achterruitverwarming.
Voor het inschakelen van de
voorruitenwisserontdooier, het
contact op ON zetten en de
achterruitverwarmingsschakelaar
indrukken (pagina 4-94 ).

Page 285 of 889

4–97
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
Handbediende airconditioning

Indicatielampje

Volledig automatische airconditioning

Indicatielampje

Claxon
Druk voor het gebruik van de claxon op
het
symbool op het stuurwiel.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 40 next >