display MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 9 of 889

1–3
Afbeeldingenindex
Overzicht van het interieur (Model met links stuur)
Interieuruitrusting (Aanzicht B)


Actief rijden display ........................................................................................... pagina 4-49

Instrumentengroep ............................................................................................. pagina 4-28

Instrumentenpaneelverlichtingknop ................................................................... pagina 4-33

Stoelverwarmingschakelaars ................................................................................ pagina 2-8

Stuurwielverwarmingsschakelaar ...................................................................... pagina 3-46

Waarschuwingsknipperlichtschakelaar .............................................................. pagina 4-98

Audio .........................................................................................................pagina 5-24 , 5-85

CD-speler ................................................................................................pagina 5-32 , 5-100

DVD-speler ...................................................................................................... pagina 5-104

Handschoenenkast ............................................................................................ pagina 5-177

Klimaatregelsysteem ............................................................................................ pagina 5-4

Achterruitverwarmingsschakelaar ..................................................................... pagina 4-94

Stekkerbus voor accessoires............................................................................. pagina 5-172

Startdrukknop ....................................................................................................... pagina 4-4

Claxon ................................................................................................................ pagina 4-97

Ontgrendelhendel ............................................................................................... pagina 3-46

Motorkapontgrendelhendel ................................................................................ pagina 6-24

Ontgrendeling voor afsluitklep brandstoftankdop ............................................. pagina 3-45
De uitrusting en de montagepositie is al naargelang het model verschillend

Page 14 of 889

1–8
Afbeeldingenindex
Overzicht van het interieur (Model met rechts stuur)
Interieuruitrusting (Aanzicht B)


Handschoenenkast ............................................................................................ pagina 5-177

Stoelverwarmingschakelaars ................................................................................ pagina 2-8

Stuurwielverwarmingsschakelaar ...................................................................... pagina 3-46

Waarschuwingsknipperlichtschakelaar .............................................................. pagina 4-98

CD-speler ................................................................................................pagina 5-32 , 5-100

DVD-speler ...................................................................................................... pagina 5-104

Audio .........................................................................................................pagina 5-24 , 5-85

Instrumentengroep ............................................................................................. pagina 4-28

Actief rijden display ........................................................................................... pagina 4-49

Instrumentenpaneelverlichtingknop ................................................................... pagina 4-33

Ontgrendeling voor afsluitklep brandstoftankdop ............................................. pagina 3-45

Motorkapontgrendelhendel ................................................................................ pagina 6-24

Claxon ................................................................................................................ pagina 4-97

Ontgrendelhendel ............................................................................................... pagina 3-46

Startdrukknop ....................................................................................................... pagina 4-4

Klimaatregelsysteem ............................................................................................ pagina 5-4

Achterruitverwarmingsschakelaar ..................................................................... pagina 4-94

Stekkerbus voor accessoires............................................................................. pagina 5-172
De uitrusting en de montagepositie is al naargelang het model verschillend

Page 29 of 889

2–9
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
OPGELET
Gebruik geen organische oplosmiddelen
voor het reinigen van de zitting. Dit kan
schade aan het zittingoppervlak en de
verwarming veroorzaken.
OPMERKING
  Als het contact wordt uitgeschakeld
terwijl de stoelverwarming in
werking is (Hoog, Midden of Laag)
en vervolgens opnieuw wordt
ingeschakeld, zal de stoelverwarming
automatisch werken op de
temperatuur die ingesteld is alvorens
het contact werd uitgeschakeld.
  Gebruik de stoelverwarming
wanneer de motor draait. Als de
stoelverwarming gedurende langere
tijd ingeschakeld blijft terwijl de
motor niet draait, kan de accu
uitgeput raken.
  De temperatuur van de
stoelverwarming kan niet verder
worden afgesteld dan Hoog, Midden
en Laag, omdat de stoelverwarming
geregeld wordt door een thermostaat.
Rijpositiegeheugen *
De gewenste rijpositie kan na het
programmeren van de positie opgeroepen
worden.
De volgende rijposities kunnen
geprogrammeerd worden.
 


 Bestuurdersstoelpositie
(zittingverstelling, hoogteafstelling,
voorste uiteinde van zitkussen,
rugleuningverstelling)
  Zie Gebruik van de zittingen op pagina
2-6 .
 


 Active Driving Display (displaypositie,
helderheidsniveau, displayinformatie)
  Zie Active Driving Display op pagina
4-49 .

OPGELET
Plaats geen vingers of handen rondom
de onderzijde van de zitting terwijl de
zittinggeheugenfunctie in werking is.
De zitting beweegt automatisch terwijl
de zittinggeheugenfunctie in werking
is waardoor vingers of handen beklemd
kunnen raken en letsel kan ontstaan.

Page 30 of 889

2–10
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen

SET toets
1
2

De rijpositie kan geprogrammeerd of
bediend worden met behulp van de toetsen
aan de zijkant van de stoel of de sleutel.
OPMERKING
  Afstelling voor de lendesteun kan
niet geprogrammeerd worden.
  Afzonderlijke zittingposities
kunnen geprogrammeerd worden
onder de twee beschikbare
programmeertoetsen aan de
zijde van de bestuurdersstoel,
plus één zittingpositie voor elke
geregistreerde sleutel.
  Als de auto in onderhoud is
geweest en de accukabels
werden losgekoppeld, zullen de
geprogrammeerde zittingposities
gewist zijn. Herprogrammeer de
zittingposities.
Programmering
1. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
2. (Automatische transmissie)
Controleer dat de keuzehendel in de
stand P staat.
3. Start de motor.
4. Stel de stoel en de Active Driving
Display af in de gewenste rijpositie.
5. Druk op de toets SET op de zitting
totdat u eenmaal een pieptoon hoort.
6. Maak binnen 5 seconden na het
voltooien van stap 5 hierboven een van
de volgende instellingen:
 

 
 Programmeren met behulp van een
toets aan de zijkant van de stoel

 Druk op de toets die u wilt
programmeren, toets 1 of 2, totdat u
eenmaal een pieptoon hoort.
 

 
 Programmeren met behulp van de
sleutel

 Druk op de sleuteltoets totdat u
eenmaal een pieptoon hoort.

OPMERKING
Als u driemaal een pieptoon hoort,
wordt de bediening geannuleerd.
Verstellen van de rijpositie naar een
geprogrammeerde positie
(Met behulp van een toets aan de
zijkant van de stoel)
1. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
2. (Automatische transmissie)
Controleer dat de keuzehendel in de
stand P staat.
3. Start de motor.
4. Druk op de programmeertoets voor de
rijpositie die u wilt oproepen (toets 1 of
2).
5. U hoort een pieptoon wanneer de
afstelling van de rijpositie voltooid is.

Page 31 of 889

2–11
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPMERKING
  Als de rijpositie niet veranderd
wordt, klinkt enkel de pieptoon.
  Een zittingpositie kan opgeroepen
worden ook als de motor niet draait.
  De afstelling van de rijpositie wordt
in de volgende gevallen geannuleerd:
 


 Wanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
 


 De toets SET wordt ingedrukt.



 Programmeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
 


 De sleuteltoets of toets wordt
bediend.
 


 Wanneer de auto begint te rijden.



 De Active Driving Display wordt
afgesteld.
(Met behulp van een geprogrammeerde
sleutel)
1. Ontgrendel de portieren door het
indrukken van een verzoekschakelaar
of de sleuteltoets
.
2. Na het ontgrendelen van de portieren
begint de afstelling van de zittingpositie
binnen 40 seconden na het openen van
het bestuurdersportier en klinkt er een
pieptoon wanneer de afstelling voltooid
is.
3. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
4. (Automatische transmissie)
Controleer dat de keuzehendel in de
stand P staat.
5. Start de motor.
6. De afstelling van de Active Driving
Display begint.

OPMERKING
  Als er geen verandering in de
rijpositie nodig is, hoort u geen
pieptoon.
  De afstelling van de rijpositie wordt
in de volgende gevallen geannuleerd:
 


 Wanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
 


 De toets SET wordt ingedrukt.



 Programmeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
 


 De sleuteltoets of toets wordt
bediend.
 


 Wanneer de auto begint te rijden.



 De Active Driving Display wordt
afgesteld.
Wissen van de geprogrammeerde
rijposities
(Wissen van de rijposities die op de
sleutel geprogrammeerd zijn)
1. Zet het contact op OFF.
2. Druk op de toets SET op de zijkant van
de stoel totdat u eenmaal een pieptoon
hoort.
3. Druk na het klinken van de pieptoon de
sleuteltoets
binnen 5 seconden in
totdat u eenmaal een pieptoon hoort.

OPMERKING
Als u driemaal een pieptoon hoort,
wordt de bediening geannuleerd.

Page 189 of 889

4–1*Bepaalde modellen.4–1
4Tijdens het rijden
Informatie betreffende veilig rijden en stoppen.

Motor start/stop................................... 4-4
Contactschakelaar .......................... 4-4
De motor starten ............................. 4-6
Stopzetten van de motor ............... 4-13
i-stop
* ........................................... 4-15

Instrumentengroep en display ......... 4-28
Meters en tellers ........................... 4-28
Multi-informatiedisplay
* .............. 4-39
Active Driving Display * ............... 4-49
Waarschuwings-/
indicatielampjes ........................... 4-53

Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak .................................. 4-62
Schakelpatroon van de
handgeschakelde
versnellingsbak ............................ 4-62

Automatische transmissie ................. 4-65
Bedieningsorganen van de
automatische transmissie ............. 4-65
Schakelblokkeersysteem .............. 4-66
Schakelstanden ............................. 4-67
Modus voor handbediende
overschakeling ............................. 4-69
Rijtips ........................................... 4-76
Schakelaars en regelaars .................. 4-78
Lichtschakelaar ............................ 4-78
Voormistlichten
* ........................... 4-84
Mistachterlicht * ............................ 4-85
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering ....................... 4-87
Voorruitenwissers en
ruitensproeier ............................... 4-88
Achterruitenwisser en
ruitensproeier ............................... 4-93
Koplampsproeier
* ......................... 4-94
Achterruitverwarming .................. 4-94
Claxon .......................................... 4-97
Waarschuwingsknipperlichten ..... 4-98

Remmen ............................................. 4-99
Remsysteem ................................. 4-99
AUTOHOLD ............................. 4-105
Noodstopsignaalsysteem ............ 4-111
Hellingwegrijsysteem (HLA) ..... 4-112

ABS/TCS/DSC ................................. 4-114
Anti-blokkeerremsysteem
(ABS) ......................................... 4-114
Anti-wielspinregeling (TCS) ..... 4-115
Dynamische
stabiliteitsregeling (DSC) ........... 4-117

Brandstofverbruikmonitor ............. 4-119
Brandstofverbruikmonitor
* ........ 4-119

Drive-selectie ................................... 4-123
Drive-selectie
* ............................ 4-123

Page 202 of 889

4–14
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
  (SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
 Het is mogelijk dat de koelventilator
in de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit
ON op OFF gezet is gaat draaien,
ongeacht of de airconditioning aan
of uit is, voor het snel koelen van de
motorruimte.
  Als het systeem bespeurt dat de
resterende batterijcapaciteit van de
sleutel laag is wanneer het contact
van ON op ACC of OFF wordt gezet,
wordt het volgende aangegeven.
 Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar
wordt.
 Zie Vernieuwen van de sleutelbatterij
op pagina 6-46 .
 (Voertuig uitgerust met type A
instrumentengroep)
 Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
 (Voertuig uitgerust met type B
instrumentengroep)
 Het KEY indicatielampje (groen)
knippert gedurende ongeveer 30
seconden.
 Zie Waarschuwings-/indicatielampjes
op pagina 4-53 .

 (Automatische transmissie)  Als de motor wordt stopgezet
terwijl de keuzehendel in een andere
stand dan P staat, zal het contact
overschakelen naar ACC.
Motornoodstop
Wanneer terwijl de motor draait of tijdens
het rijden de startdrukknop continu
ingedrukt wordt gehouden, of een aantal
malen achtereen snel wordt ingedrukt, zal
de motor onmiddellijk worden stopgezet.
Het contact schakelt over naar ACC.

Page 213 of 889

4–25
Tijdens het rijden
Motor start/stop
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/i-stop indicatielampje (Groen)

Voor een veilig en comfortabel gebruik van de auto controleert het i-stop systeem
constant de handelingen van de bestuurder, de omgeving binnen en buiten de auto,
alsmede de bedrijfstoestand van de auto en informeert met behulp van het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) en het i-stop indicatielampje (groen) de bestuurder over
diverse voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
OPMERKING
Bij voertuigen uitgerust met de middendisplay, wordt de bedrijfstoestand van het i-stop
systeem getoond in de brandstofverbruikcontroledisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina 4-121 .

Page 216 of 889

4–28
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Meters en tellers


Stuurwielschakelaar
Active Driving Display
Type A
(Met multi-informatiedisplay)
(Zonder multi-informatiedisplay) Instrumentengroep
Type B
(Type voorruit)(Type automatisch opklappen)


Snelheidsmeter ................................................................................................... pagina 4-30

Kilometerteller, dagteller en dagtellerkeuzeschakelaar ..................................... pagina 4-30

Toerenteller ........................................................................................................ pagina 4-31

Page 217 of 889

4–29
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
 Dashboardverlichting ......................................................................................... pagina 4-33

Boordcomputer en INFO schakelaar.................................................................. pagina 4-36

Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter ................................................................ pagina 4-32

Brandstofmeter ................................................................................................... pagina 4-32

Buitentemperatuurdisplay .................................................................................. pagina 4-34

Display van ingestelde rijsnelheid van kruissnelheidsregelaar .......................... pagina 4-36

Display van afstelbare snelheidsbegrenzer (ASL) ............................................. pagina 4-35

Rijsnelheidsalarm ............................................................................................... pagina 4-38

Multi-informatiedisplay en INFO schakelaar .................................................... pagina 4-39

Active Driving Display ...................................................................................... pagina 4-49

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 220 next >