MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 581 of 663

7–43
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
FLAT TIRE
waarschuwingslampje*
Als een runÀ at band lek raakt, gaat het FLAT TIRE waarschuwingslampje in
de instrumentengroep branden en klinkt er gedurende ongeveer 30 seconden
een zoemtoon.
Rijd voorzichtig met de auto onmiddellijk naar de dichtstbijzijnde Mazda
reparateur en laat de lekke band verwisselen.
Zie Voertuigen met runÀ at banden op pagina 7-4 .
WAARSCHUWING
Laat zo spoedig mogelijk de banden controleren of de juiste reparatie
uitvoeren door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur:
Als het lekke band waarschuwingslampje gaat branden of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt gegeven,
is het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of plotseling te
manoeuvreren of te remmen. De kans bestaat dat u de macht over het
stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Als het lekke band waarschuwingslampje gaat branden of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt gegeven,
onmiddellijk de rijsnelheid verminderen en plotseling manoeuvreren en
remmen vermijden.
(Rood)
KEY waarschuwingsindicatie *
“Storing in Keyless systeem” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond als er een probleem is met de geavanceerde
afstandbediende portiervergrendeling & startdrukknopsysteem.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur.
OPGELET
Als het bericht wordt aangegeven of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, bestaat de kans dat de motor niet start. Als de motor
niet gestart kan worden, deze proberen te starten met behulp van de
noodprocedure voor het starten van de motor en de auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van de motor op pagina 4-11 .
(Oranje)
KEY waarschuwingsindicatie *
“Zet contactslot op UIT” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer het bestuurdersportier wordt geopend
zonder het contact uit te zetten.
“Sleutel niet gevonden” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer een van de volgende handelingen wordt
uitgevoerd wanneer de sleutel buiten het werkingsbereik is of zich op plaatsen
in de cabine bevindt waar de sleutel moeilijk bespeurd kan worden.
De startdrukknop wordt ingedrukt terwijl het contact uit staat Het contact wordt aan gezet Alle portieren zijn gesloten zonder dat het contact is uitgezet


Page 582 of 663

7–44
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
(Rood)
(Brandt)
KEY waarschuwingslampje
*
In het geval van een defect in het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem, gaat het lampje continu branden.
OPGELET
Als het sleutelwaarschuwingslampje brandt of het
startdrukknopindicatielampje (oranje) knippert, bestaat de kans dat de
motor niet start. Als de motor niet gestart kan worden, deze proberen te
starten met behulp van de noodprocedure voor het starten van de motor en
de auto zo spoedig mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van de motor op pagina 4-11 .
(Brandt)
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
*
De waarschuwingsindicatie/het waarschuwingslampje gaat branden als er
een probleem is in het systeem. Laat uw auto bij een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Het LDWS werkt niet wanneer de waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje brandt.
OPGELET
De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem. Laat
uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
Wanneer de waarschuwingsindicatie/het waarschuwingslampje tijdens
het rijden gaat branden.
Wanneer het systeem automatisch uitgeschakeld wordt, gaat
de waarschuwingsindicatie/het waarschuwingslampje branden.
Normaal herstelt het systeem zich automatisch en gaat de
waarschuwingsindicatie/het waarschuwingslampje uit, echter als de
waarschuwingsindicatie/het waarschuwingslampje blijft branden,
bestaat de kans dat er een storing is in het systeem.
De waarschuwingsindicatie/het waarschuwingslampje gaat niet branden
wanneer het contact op ON wordt gezet.
Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen
en van hetzelfde merk, soort en pro¿ elpatroon. Bovendien geen banden
met duidelijk zichtbaar verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto
gebruiken. Als dergelijke ongeschikte banden gebruikt worden, bestaat
de kans dat het LDWS niet normaal functioneert.
Wanneer een noodreservewiel wordt gebruikt, bestaat de kans dat het
systeem niet normaal functioneert.
OPMERKING
Als het gedeelte van de voorruit aan de voorzijde van de vooruitrijcamera
(FSC) beslagen of geblokkeerd is, gaat het lampje tijdelijk branden. Als
het lampje blijft branden, is er mogelijk een storing in het systeem.


Page 583 of 663

7–45
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
(Oranje)
Koplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
*
De waarschuwingsindicatie/het waarschuwingslampje gaat branden als er een
probleem is in het systeem. Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
OPMERKING
Als het gedeelte van de voorruit aan de voorzijde van de vooruitrijcamera
(FSC) beslagen of geblokkeerd is, gaat de waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje tijdelijk branden. Als de waarschuwingsindicatie/
het waarschuwingslampje gaat branden, is er mogelijk een probleem in het
systeem.
Dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatie*
Het bericht wordt getoond wanneer er een defect is in het systeem. Laat
uw auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met minder verkeer en de radarsensoren
weinig voertuigen kunnen detecteren, bestaat de kans dat het systeem
pauzeert. Dit duidt echter niet op een defect.
Dodehoekmonitor (BSM) OFF
indicatielampje*
De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem.
Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON wordt gezet. Het lampje blijft branden ook wanneer het systeem van de dodehoekmonitor
(BSM) gebruikt kan worden.
Het lampje gaat tijdens het rijden branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met minder verkeer en de radarsensoren
weinig voertuigen kunnen detecteren, bestaat de kans dat het systeem
pauzeert (de dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje in de
instrumentengroep gaat branden). Dit duidt echter niet op een defect.
Waarschuwingsindicatie voor
inklapbare fastback *
Het bericht wordt getoond wanneer er een defect is in het systeem. Laat
uw auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
LED
koplampwaarschuwingslampje Dit lampje gaat branden als er een defect is in de LED koplamp. Laat uw auto
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
controleren.


Page 584 of 663

7–46
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Maatregelen nemen
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje gaat
branden als de bestuurdersstoel of passagierszitting
bezet is en de veiligheidsgordel niet vastgemaakt is
terwijl het contact op ON staat.
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of
passagier niet aangegespt is (alleen wanneer de
passagierszitting bezet is) en de snelheid van de
auto hoger is dan ongeveer 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje knipperen. Na een korte tijd
stopt het waarschuwingslampje met knipperen,
maar blijft branden. Als een veiligheidsgordel niet
aangegespt blijft, gaat het waarschuwingslampje
opnieuw voor een bepaalde tijd knipperen.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder
of passagier niet aangegespt wordt nadat het
waarschuwingslampje is gaan branden en
de rijsnelheid hoger is dan 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje opnieuw knipperen.
(Met inzittende passagier detectiesysteem)
Geen extra zitkussen op de passagierszitting
plaatsen om er voor te zorgen dat de
inzittende passagier detectiesensor juist
kan functioneren. De kans bestaat dat de
sensor niet goed functioneert omdat het extra
zitkussen de werking van de sensor zou
kunnen hinderen.
(Zonder inzittende passagier
detectiesysteem)
Door het plaatsen van zware voorwerpen
op de passagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de passagierszitting geactiveerd
worden, afhankelijk van het gewicht van
het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
passagierszitting plaatsen en er niet op
gaan zitten om er voor te zorgen dat
de passagiergewichtsensor juist kan
functioneren. De kans bestaat dat de
sensor niet goed functioneert omdat het
extra zitkussen de werking van de sensor
zou kunnen hinderen.
Als een klein kind op de passagierszitting
meerijdt, bestaat de kans dat het
waarschuwingslampje niet werkt.
Maak de veiligheidsgordels vast.


Page 585 of 663

7–47
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Open-portier/
open-kofferdeksel
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje Het lampje gaat branden als een portier/
het kofferdeksel niet goed gesloten is. Het portier/het kofferdeksel goed sluiten.
Waarschuwingslampje voor
laag brandstofpeil Het lampje gaat branden wanneer de
resterende brandstof ongeveer 9,0 liter
bedraagt.
OPMERKING
De momenten waarop het
lampje gaat branden kunnen
variëren, aangezien de brandstof
in de tank overeenkomstig de
rijomstandigheden en de stand van de
auto in beweging is. Brandstof bijtanken.
120km/h
waarschuwingslampje*
Het 120 km/h waarschuwingslampje
gaat branden wanneer de rijsnelheid
hoger wordt dan 120 km/h. Verminder de rijsnelheid.
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
voor laag
sproeiervloeistofniveau
*
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat
er weinig sproeiervloeistof over is. Vul sproeiervloeistof bij (pagina
6-24 ).


Page 586 of 663

7–48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem (Brandt) *
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Voertuigen met conventionele banden
Waarschuwing Te nemen maatregel
Wanneer het waarschuwingslampje brandt en de
waarschuwingszoemer klinkt (ongeveer 3 seconden), is
de bandenspanning in één of meerdere van de banden
te laag.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat branden of
knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid
verminderen en plotseling manoeuvreren en remmen
vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat branden of
knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, is het gevaarlijk met hoge
snelheden te rijden of plotseling te manoeuvreren of te
remmen. De kans bestaat dat u de macht over het stuur
verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende band of een
lekke band heeft, de auto op een veilige plaats parkeren
waar u visueel de toestand van de band kunt controleren
en bepalen of de band voldoende lucht heeft om verder te
gaan naar een plaats waar lucht bijgevuld kan worden en
het systeem opnieuw gecontroleerd kan worden door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur of een bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit genegeerd
worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is gevaarlijk,
ook als u de reden weet waarom het brandt. Laat het
probleem zo spoedig mogelijk verhelpen alvorens dit tot een
ernstigere situatie leidt, zoals het plotseling lek raken van
een band met een gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg.
Inspecteer de banden en stel deze af op de
voorgeschreven bandenspanning (pagina 6-36 ).
OPMERKING
Stel de bandenspanning af wanneer de banden koud zijn. De
bandenspanning varieert naargelang de bandentemperatuur,
laat daarom de auto gedurende ongeveer 1 uur staan of rijd
er enkel 1,6 km of minder mee alvorens de bandenspanning
af te stellen. Wanneer de bandenspanning bij warme banden
wordt afgesteld op de koude bandendruk, bestaat de kans
dat het TPMS waarschuwingslampje/zoemer aan gaat nadat
de banden zijn afgekoeld en dat de druk tot beneden de
speci¿ catie terugvalt.
Ook is het mogelijk dat een TPMS waarschuwingslampje
dat brandt doordat de bandenspanning bij een lage
omgevingstemperatuur is teruggevallen blijft branden als
de omgevingstemperatuur omhoog gaat. In dit geval zal
het eveneens noodzakelijk zijn de bandenspanning af te
stellen. Als het TPMS waarschuwingslampje gaat branden
als gevolg van een terugval in de bandenspanning, de
bandenspanning controleren en afstellen.
Banden verliezen na verloop van tijd vanzelf lucht en
het TPMS systeem kan niet het verschil aantonen of de
banden na verloop van tijd vanzelf zacht geworden zijn of
dat er sprake is van een lekke band. Wanneer u echter één
zachte band in een set van vier aantreft, wijst dit op een
probleem; iemand anders dient dan langzaam met de auto
vooruit te rijden zodat u de zachte band kunt inspecteren op
inkervingen en metalen voorwerpen die vanuit het pro¿ el
of de zijwand naar buiten steken. Breng enkele druppels
water aan op het ventiel om te zien of er luchtbelletjes
verschijnen die wijzen op een defect ventiel. Lekkages
moeten grondiger aangepakt worden dan het enkel opnieuw
oppompen van de defecte band aangezien lekkages
gevaarlijk zijn - breng de auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.


Page 587 of 663

7–49
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Voertuigen met runÀ at banden
Waarschuwing Te nemen maatregel
Wanneer het waarschuwingslampje brandt en de
waarschuwingszoemer klinkt, is de bandenspanning in
één of meerdere van de banden te laag.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat branden of
knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor
lage bandenspanning wordt gegeven, onmiddellijk
de rijsnelheid verminderen en plotseling
manoeuvreren en remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat branden
of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon
voor lage bandenspanning wordt gegeven, is
het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of
plotseling te manoeuvreren of te remmen. De kans
bestaat dat u de macht over het stuur verliest en
een ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende
band of een lekke band heeft, de auto op een
veilige plaats parkeren waar u visueel de toestand
van de band kunt controleren en bepalen of
de band voldoende lucht heeft om verder te
gaan naar een plaats waar lucht bijgevuld kan
worden en het systeem opnieuw gecontroleerd
kan worden door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur of een
bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit
genegeerd worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is
gevaarlijk, ook als u de reden weet waarom het
brandt. Laat het probleem zo spoedig mogelijk
verhelpen alvorens dit tot een ernstigere situatie
leidt, zoals het plotseling lek raken van een band
met een gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg. Inspecteer de banden en stel deze af op de
voorgeschreven bandenspanning (pagina 6-36 ).
OPGELET
Bij het vervangen/repareren van banden of velgen of
beide, het werk door een of¿ ciële Mazda reparateur
laten uitvoeren, omdat anders de kans bestaat dat de
bandenspanningsensoren beschadigd worden.
OPMERKING
Stel de bandenspanning af wanneer de banden koud zijn. De bandenspanning
varieert naargelang de bandentemperatuur, laat daarom de auto gedurende
ongeveer 1 uur staan of rijd er enkel 1,6 km of minder mee alvorens de
bandenspanning af te stellen. Wanneer de bandenspanning bij warme banden
wordt afgesteld op de koude bandendruk, bestaat de kans dat het TPMS
waarschuwingslampje/zoemer aan gaat nadat de banden zijn afgekoeld en dat
de druk tot beneden de speci¿ catie terugvalt.
Ook is het mogelijk dat een TPMS waarschuwingslampje dat brandt doordat
de bandenspanning bij een lage omgevingstemperatuur is teruggevallen
uit gaat als de omgevingstemperatuur omhoog gaat. In dit geval zal het
eveneens noodzakelijk zijn de bandenspanning af te stellen. Als het TPMS
waarschuwingslampje gaat branden als gevolg van een terugval in de
bandenspanning, de bandenspanning controleren en afstellen.
Nadat de bandenspanning is afgesteld, kan het enige tijd duren voordat het
TPMS waarschuwingslampje uit gaat. Als het TPMS waarschuwingslampje
blijft branden, gedurende 10 minuten met een snelheid van tenminste 25 km/h
blijven rijden en vervolgens controleren of het lampje uit gaat.
Banden verliezen na verloop van tijd vanzelf lucht en het TPMS systeem
kan niet het verschil aantonen of de banden na verloop van tijd vanzelf zacht
geworden zijn of dat er sprake is van een lekke band. Wanneer u echter één
zachte band in een set van vier aantreft, wijst dit op een probleem; iemand
anders dient dan langzaam met de auto vooruit te rijden zodat u de zachte
band kunt inspecteren op inkervingen en metalen voorwerpen die vanuit het
pro¿ el of de zijwand naar buiten steken. Breng enkele druppels water aan
op het ventiel om te zien of er luchtbelletjes verschijnen die wijzen op een
defect ventiel. Lekkages moeten grondiger aangepakt worden dan het enkel
op spanning brengen van de defecte band aangezien lekkages gevaarlijk zijn
— breng de auto naar een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur die over alle apparatuur beschikt voor het repareren van
banden, TPMS systemen en de meest geschikte nieuwe band voor uw auto
kan bestellen.
Als het waarschuwingslampje opnieuw gaat branden nadat de bandenspanning
is afgesteld, is er mogelijk sprake van een lekke band.
Zie Voertuigen met runÀ at banden op pagina 7-4 .


Page 588 of 663

7–50
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
KEY indicatie (Wit)/waarschuwingslampje (Rood) *
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Oorzaak Te nemen maatregel
(Wit)
KEY indicatie *
De batterij van de geavanceerde sleutel is
uitgeput. Vernieuw de sleutelbatterij (pagina
6-33 ).
(Rood)
(Knippert)
K E Y
waarschuwingslampje
*
(Rood)
(Knippert)
K E Y
waarschuwingslampje
*
De geavanceerde sleutel bevindt zich buiten
het werkingsbereik.
Breng de geavanceerde sleutel in het
werkingsbereik (pagina 3-9 ). De geavanceerde sleutel is geplaatst in delen
van het interieur waar de sleutel moeilijk
bespeurd kan worden.
Er bevindt zich een sleutel van een andere
fabrikant welke gelijkt op de geavanceerde
sleutel in het werkingsbereik. Neem de sleutel van een andere fabrikant
welke gelijkt op de geavanceerde sleutel
uit het werkingsbereik.
Zonder het contact uit te zetten, is de
geavanceerde sleutel uit het interieur
genomen en vervolgens zijn alle portieren
gesloten. Breng de geavanceerde sleutel terug in het
interieur.


Page 589 of 663

7–51
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Berichten die verschijnen op de multi-informatiedisplay *
Als er een melding is van het voertuig, verschijnt een bericht op de multi-informatiedisplay.
Controleer de informatie en neem de noodzakelijke maatregel.
(Displayvoorbeeld)
Als het waarschuwingslampje gelijktijdig gaat branden/knipperen of een symbool op de
display wordt aangegeven, de informatie betreffende het waarschuwingslampje of symbool
controleren. (pagina 4-46 )
Display Inhoud Te nemen maatregel
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt terwijl
de keuzehendel niet in stand P staat. Zet de keuzehendel in de stand P.
Wordt aangegeven wanneer een
veiligheidsgordel niet is aangegespt en
het bestuurdersportier wordt geopend
terwijl de i-stop functie in werking is. Druk nogmaals op de startdrukknop om
de motor te starten. Zet bij voertuigen
met automatische transmissie de
keuzehendel in stand P alvorens de
motor te starten.)
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het rempedaal. Trap het rempedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het koppelingspedaal. Trap het koppelingspedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer het
stuurwiel is geblokkeerd. Zet de stuurvergrendeling vrij.


Page 590 of 663

7–52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Berichten die verschijnen op de display *
Als een bericht wordt getoond op de middendisplay (type B/type C audio), overeenkomstig
het getoonde bericht de juiste maatregel nemen (op kalme wijze).
(Displayvoorbeeld)
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand
Als de volgende berichten in de middendisplay worden getoond (type B/type C audio), is er
mogelijk een defect in een voertuigsysteem. Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand
en neem contact op met een of¿ ciële Mazda reparateur.
Display Aangegeven toestand
Wordt getoond als de motorkoelvloeistoftemperatuur
buitengewoon is toegenomen.
Wordt getoond als er een defect is in het laadsysteem.


Page:   < prev 1-10 ... 541-550 551-560 561-570 571-580 581-590 591-600 601-610 611-620 621-630 ... 670 next >