OPEL ANTARA 2017.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 51 of 231
Stoelen, veiligheidssystemen49
De ontplooide airbags dempen de
schok. Hierdoor neemt de kans op letsel aan het bovenlichaam en het
hoofd bij de inzittenden voorin
aanzienlijk af.
9 Waarschuwing
Alleen bij een correcte zitpositie is
optimale bescherming mogelijk
3 35.
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen dan kan de airbag bescherming
bieden.
Zijdelings airbagsysteem
Het zijairbagsysteem bestaat uit een
airbag in de rugleuning van beide
voorstoelen. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG.
Het zijairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en het
bekken bij een zijdelingse aanrijding
aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Let op
Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐
zen gebruiken die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdek‐
ken.
Page 52 of 231
50Stoelen, veiligheidssystemenGordijnairbagsysteemDe hoofdairbags bestaan uit een
airbag aan weerskanten in het
dakframe. Ze zijn te herkennen aan
het opschrift AIRBAG op de dakstij‐
len.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse aanrijding aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
De haken aan de handgrepen van het dakframe zijn alleen geschikt
om lichte kledingstukken, zonder
kleerhangers, aan op te hangen.
Geen voorwerpen in de kleding‐
stukken bewaren.
Airbag deactiveren
Het passagiersairbagsysteem vóór moet voor een kinderveiligheidssys‐
teem op de passagiersstoel worden
gedeactiveerd volgens de instructies
in de tabel 3 53. De gordelspanners
en alle bestuurdersairbagsystemen
blijven actief.U deactiveert het airbagsysteem van de voorpassagier met een slot aan de rechterzijde van het instrumentenpa‐
neel.
Gebruik de contactsleutel om de posi‐ tie te kiezen:
*
OFF:airbagsystemen van voor‐
passagier zijn gedeacti‐
veerd en gaan niet af bij een aanrijding. Controlelampje
* brandt permanent aan de
passagierskant van het
instrumentenbordV
ON:airbagsystemen passagier
voorin zijn actief
Page 53 of 231
Stoelen, veiligheidssystemen519Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een
kinderveiligheidssystemen,
volgens de instructies en beper‐
kingen in de tabellen 3 53.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Er zitten controlelampjes voor het
airbagsysteem passagier voor aan de
passagierskant van het instrumen‐
tenbord.
Zolang het controlelampje niet
brandt, zal het airbagsysteem van de passagiersstoel afgaan in geval van
een aanrijding.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende
verandering.
Controlelampje V voor airbag passa‐
gier voor 3 82.Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel-kinderveilig‐ heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Let bij gebruik van een kinderveilig‐ heidssysteem op de volgende
gebruiksaanwijzingen en montage‐
voorschriften en houd u bovendien aan de instructies die bij het kinder‐
veiligheidssysteem werden geleverd.
Houd u altijd aan de plaatselijke of landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde
zitplaatsen verboden.9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
Page 54 of 231
52Stoelen, veiligheidssystemenwerking treden van de airbags hetleven van het kind in gevaar bren‐gen.
Dit is vooral van belang wanneer
naar achteren gerichte kindervei‐
ligheidssystemen op de passa‐
giersstoel voorin worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 50.
Airbaglabel 3 45.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats omeen kinderveiligheidssysteem vast te
maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk
tegen de rijrichting in. Hierdoor wordt
de nog erg zwakke ruggengraat van
het kind bij een ongeval minder
belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐ lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Controleer of het te monteren kinder‐
veiligheidssysteem compatibel is met
het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto
worden gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐
kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet in gebruik is, het met een
veiligheidsgordel vastzetten of uit de
auto verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet
beplakken of met andere materialen afdekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 55 of 231
Stoelen, veiligheidssystemen53Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Gewichts- of leeftijdsgroep
Op passagiersstoel
Op buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde
airbagGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenXU 1U,
<XGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarXU 1U,
<XGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXU 1U,
<XGroep II: 15 tot 25 kg
of ongeveer 3 tot 7 jaarXXUXGroep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer 6 tot 12 jaarXXUX1:Kinderzitje moet met driepuntsgordel zijn vastgezet. Zet de stoel in de hoogste stand en controleer of de veiligheids‐ gordel van het hoogste verankeringspunt naar voren loopt. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat
de gordel bij de gesp gespannen is.<:Autostoel met ISOFIX-bevestiging beschikbaar. Bij montage met ISOFIX-kinderveiligheidssystemenkunnen alleen
de voor uw auto goedgekeurde ISOFIX-systemen worden gebruikt.U:Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.X:Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichts- en leeftijdsgroep niet toegestaan.
Page 56 of 231
54Stoelen, veiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
Gewichts- of leeftijdsgroepMaatklasseBevestigingOp passa‐
giersstoelOp buitenste
zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats
achterinGroep 0: tot en met 10 kg of ca. 10 maandenEISO/R1XILXGroep 0+: tot en met 13 kg of ongeveer 2 jaarEISO/R1XILXDISO/R2XILXCISO/R3XILXGroep I: 9 tot 18 kg of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XILXCISO/R3XILXBISO/F2XIUFXB1ISO/F2XXIUFXAISO/F3XIUFXGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXILXGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXILXIL:Geschikt voor bepaalde ISOFIX-veiligheidssystemen uit de categorieën "modelspecifiek", "beperkt" of "semi- universeel". Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF:Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurdvoor deze gewichts- en leeftijdsgroep.X:ISOFIX-kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichts- en leeftijdsgroep niet goedgekeurd.
Page 57 of 231
Stoelen, veiligheidssystemen55ISOFIX maatklasse en zitgelegenheidA - ISO/F3:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kg.B - ISO/F2:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot 18 kg.D - ISO/R2:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 58 of 231
56Stoelen, veiligheidssystemenIsofix-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels.
Toegestane inbouwposities voor
modelspecifieke ISOFIX kinderveilig‐
heidssystemen worden in de tabel
met IL aangeduid.
U kunt maximaal twee ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen tegelijker‐
tijd op de achterbank monteren,
echter niet op de middelste zitplaats.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met een label op de
rugleuning.
Top-Tether-
bevestigingsogen
De Top-tether-bevestigingspunten
aan de achterkant van de rugleunin‐
gen zijn ontworpen voor kinderveilig‐
heidssystemen die uitsluitend zijn
uitgerust met Top-tether-bevestigin‐
gen. Ga te werk volgens de instruc‐
ties bij het Top-tether-kinderveilig‐
heidssysteem.
ISOFIX - en Top-tether -uitrusting mag
worden gebruikt in combinatie met
universele ISOFIX-kinderveiligheids‐ systemen. Toegestane inbouwposi‐ties worden in de tabel met IUF
aangeduid.
Page 59 of 231
Opbergen57OpbergenOpbergruimten............................. 57
Opbergvakken ........................... 57
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................57
Handschoenenkastje .................58
Bekerhouders ............................ 58
Zonnebrilhouder ........................58
Opbergvak onder passagiersstoel ........................59
Armsteun met opbergruimte ......59
Opbergvak middenconsole ........59
Draagsysteem achterzijde .........59
Bagageruimte .............................. 69
Bagageruimte-afdekking ...........69
Vloerafdekking bagageruimte ....70
Sjorogen .................................... 71
Gevarendriehoek .......................71
Verbanddoos ............................. 71
Brandblusser ............................. 71
Dakdragersysteem .......................71
Dakdrager .................................. 71
Beladingsinformatie .....................72Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kunnen de inzittenden bij
krachtig remmen, plotseling
afslaan of een ongeval letsel door
rondslingerende voorwerpen
oplopen.
Opbergvakken
instrumentenpaneel
Consolenet
In de voetenruimte passagier voor.
Page 60 of 231
58OpbergenMunthouder
Aan hendel opentrekken. Klep stevig
dichtdrukken.
Kaarthouder
Boven het munthoudervak. In de
sleuf kunt u handig een kaart bij de
hand houden.
Handschoenenkastje
Het handschoenenkastje licht op bij
het openen.
De scheidingswand in het hand‐ schoenenkastje kan uit de gleuf
worden getrokken. De scheidings‐
wand in de gleuf uiterst links in het
handschoenenkastje bewaren.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Afsluitbaar handschoenenkastje Handschoenenkastje met de sleutel
vergrendelen en ontgrendelen.
Bekerhouders
Er bevinden zich bekerhouders voor‐
aan in de middenconsole.
De bekerhouder is flexibel en kan
drankverpakkingen van verschillende
afmetingen bevatten.
In de armsteun midden achter bevin‐
den zich nog meer bekerhouders.
Armsteun voor toegang tot de beker‐
houder neerklappen.
Zonnebrilhouder
Openen: op het achterste gedeelte
van de afdekking drukken.