OPEL CASCADA 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 201 of 263
Verzorging van de auto199Gloeilamp vervangen
Contact uitschakelen en desbetref‐
fende schakelaar uitschakelen of por‐
tieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
Lampcontrole Schakel het contact in na het vervan‐
gen van een lamp en bedien en con‐
troleer de lichten.Halogeenkoplampen
Bi-halogeenkoplamp (1) met één
lamp voor dim- en grootlicht.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2) .
Dimlicht/grootlicht (1)
1.Draai de kap (1) naar links en ver‐
wijder.
Page 202 of 263
200Verzorging van de auto
2. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Klik de lamphouder los van de stekker door op de borgnok te
drukken.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2)
1. Lampfitting (2) linksom los‐draaien. Lampfitting met lamp uit
het reflectorhuis nemen.
2. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
3. Plaats een nieuwe lamp in de fit‐ ting.
4. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
Adaptief rijlicht (AFL)9 Gevaar
Het adaptieve rijlicht (AFL) is uit‐
gerust met Xenonkoplampen.
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
De lampen van richtingaanwijzers
en hoekverlichting kunt u wel zelf
vervangen.
Zijmarkeringslicht/dagrijlichten zijn
uitgevoerd met led's en kunnen niet
worden vervangen.
Page 203 of 263
Verzorging van de auto201
Afslagverlichting
1. Draai de kap naar links en verwij‐der deze.
2. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Trek de lamp uit de stekker.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Mistlampen
U kunt de lampen bereiken langs de onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.
Page 204 of 263
202Verzorging van de auto
2.Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
3. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor door hem rechtsom te draaien
en zet hem vast.
Richtingaanwijzers
vooraan
1. Draai kap (1) naar links en verwij‐
der deze.
2. Op de afbeelding ziet u de versie met halogeenkoplampen.
Page 205 of 263
Verzorging van de auto203
Op de afbeelding ziet u de versie
met koplampen met Adaptive For‐ ward Lighting.
Draai de lampfitting linksom los uit
de reflector.
3. Haal de gloeilamp uit de fitting door deze naar links te draaien.
4. Plaats een nieuwe lamp door deze naar rechts in de fitting te
draaien.
5. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Achterlichten
1. Open en verwijder de afdekking aan de binnenkant van het koffer‐
deksel door de schroef met een
munt los te draaien.
2. De remlichten, de achterlichten en de mistlamp zijn uitgevoerd alsLED's en kunnen niet worden ver‐ vangen.
Draai de gloeilamphouder
linksom eruit.
Richtingaanwijzers ( 1)
Achteruitrijlichten ( 2)
Page 206 of 263
204Verzorging van de auto
3. Verwijder de gloeilamp en ver‐vang deze
4. Steek de gloeilamphouder in het achterlicht compleet en draai
deze vast.
5. Sluit de afdekking door eerst de bevestigingsclips erin te steken.
Sluit de afdekking door de schroef
met een munt rechtsom te
draaien.
Extra verlichting in het frame
van het kofferdeksel
1. Open het kofferdeksel.
2. Maak de kap in het zijbekledings‐ paneel los en verwijder deze.
3. Draai de gloeilamphouderlinksom eruit.
Richtingaanwijzers ( 1)
Achterlichten ( 2)
4. Verwijder de gloeilamp en ver‐
vang deze.
5. Draai de lamphouder rechtsom in de behuizing vast.
6. Bevestig de afdekking van de zij‐ bekleding.
Page 207 of 263
Verzorging van de auto205ZijrichtingaanwijzersDemonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:
1. Schuif de lamp naar de linkerkant
ervan en haal deze aan de rech‐
terkant ervan los.
2. Draai de lamphouder linksom uit de behuizing.
3. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang deze.
4. Breng de lamphouder aan endraai deze rechtsom.
5. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en
steek de rechterkant erin.
Kentekenverlichting
1. Plaats een schroevendraaier in de uitsparing van de afdekking,
duw naar de zijkant en maak de
veer los.
2. Lamp naar beneden toe verwijde‐
ren, hierbij niet aan de kabel trek‐ ken.
Page 208 of 263
206Verzorging van de auto
3. Draai de lamphouder linksom uitde lampbehuizing.
4. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
5. Steek de lamphouder in de lamp‐ behuizing en draai deze
rechtsom.
6. Steek de lamp in de bumper en laat deze vastklikken.
Binnenverlichting Interieurverlichting, leeslampjesGloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Bagageruimteverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Elektrisch systeem
Zekeringen
Controleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Er zitten drie zekeringenkasten in de
auto:
■ Linksvoor in de motorruimte,
■ Bij auto's met het stuur links, in het interieur achter het opbergvak, of
bij auto's met het stuur rechts, ach‐
ter het handschoenenkastje,
■ Achter een deksel aan de linker‐ kant van de bagageruimte.
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.
Zekering pas vervangen wanneer de oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Page 209 of 263
Verzorging van de auto207
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op de zekering steken en de ze‐
kering lostrekken.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Klik de klep los en klap deze geheel
omhoog. Haal de klep recht omhoog
eraf.
Page 210 of 263
208Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring1Motorregelmodule2Lambdasonde3Brandstofinspuiting, ontste‐
kingssysteem4Brandstofinspuiting, ontste‐
kingssysteem5–6Spiegelverwarming7Aanjagerregeling8Lambdasonde, motorkoeling9Achterruitsensor10Accusensor11Ontgrendeling kofferruimte12Adaptief rijlicht (AFL), automati‐
sche verlichting13ABS-kleppen14–15Motorregelmodule16Startmotor17TransmissieregelmoduleNr.Stroomkring18Verwarmbare achterruit19Elektrische ruitbediening voorin20Elektrische ruitbediening
achterin21Relais- en zekeringhouder
achter22Grootlicht links (halogeen)23Koplampsproeiers24Rechter dimlicht (xenon)25Linker dimlicht (xenon)26Mistlampen27Verwarming dieselbrandstof28Start-stopsysteem29Elektrische handrem30ABS-pomp31–32Airbag33Adaptief rijlicht (AFL), automati‐
sche verlichting34Uitlaatgasrecirculatie