OPEL KARL 2018.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 51 of 207

Stoelen, veiligheidssystemen49Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane opties voor het bevestigen van een kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel
Gewichtsklasse
Op passagiersstoel
Op buitenste zitplaatsen achterinOp middelste zitplaatsachteringeactiveerde airbaggedeactiveerdeairbagGroep 0: tot 10 kgXU1U 2XGroep 0+: tot 13 kgXU1U2XGroep I: 9 tot 18 kgXU1U2, 3XGroep II: 15 tot 25 kgXXU2, 3XGroep III: 22 tot 36 kgXXU2, 3XU:universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsgordelX:kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan1:zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat de gordel naar voren loopt vanaf het bovenste veranke‐
ringspunt2:zet de bestuurders- en/of passagiersstoel naar voren en zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop om er zeker
van te zijn dat het kinderveiligheidssysteem geen hinder ondervindt van de rugleuning van de voorstoel.3:de betreffende hoofdsteun verstellen of verwijderen, indien nodig.

Page 52 of 207

50Stoelen, veiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteemGewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp buitenste zitplaatsenachterinOp middelste zitplaatsachterinGroep 0: tot 10 kgFISO/L1XXXGISO/L2XXXEISO/R1XIL1XGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XIL1XDISO/R2XIL 1XCISO/R3XIL1XGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XIL1,2XCISO/R3XIL1,2XBISO/F2XIL, IUF 1,2XB1ISO/F2XXIL, IUF1,2XAISO/F3XIL, IUF1,2XGroep II: 15 tot 25 kgXIL1,2XGroep III: 22 tot 36 kgXIL 1,2XIL:geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐
seel'. Het ISOFIX -veiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg de voer‐
tuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem)IUF:geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasseX:geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse

Page 53 of 207

Stoelen, veiligheidssystemen511:alleen van toepassing op buitenste zitplaats aan passagierszijde achterin met stoel in de voorste stand en recht‐opstaande rugleuning.2:de betreffende hoofdsteun verstellen of verwijderen, indien nodig.
Let op
Zet de bestuurders- en/of passagiersstoel naar voren en zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop om er zeker van te zijn dat het kinderveiligheidssysteem geen hinder ondervindt van de rugleuning van de voorstoel.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot 18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kgF - ISO/L1:in de dwarsrichting met hoofd naar links gericht kinderveiligheidssysteem (reiswieg) voor kleinere
kinderen in de gewichtsklasse tot 10 kgG - ISO/L2:in de dwarsrichting met hoofd naar rechts gericht kinderveiligheidssysteem (reiswieg) voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 10 kg.
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een i-size-kinderveiligheidssysteem met ISOFIX-beugels
Op passagiersstoel
Op buitenste
zitplaatsen achterinOp middelste
zitplaats achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde
airbagi-size-
kinderveiligheidssystemenXXXX

Page 54 of 207

52Stoelen, veiligheidssystemeni - U:geschikt voor 'universele' i-size voorwaarts of achterwaarts gerichte kinderveiligheidssystemenX:stoelpositie niet geschikt voor 'universele' i-size kinderveiligheidssystemen

Page 55 of 207

Opbergen53OpbergenOpbergruimten............................. 53
Opbergvakken ........................... 53
Handschoenenkastje .................53
Bekerhouders ............................ 53
Opbergvak middenconsole ........54
Bagageruimte .............................. 54
Bagageruimte-afdekking ...........56
Vloerplaat bagageruimte ...........57
Gevarendriehoek .......................57
Verbanddoos ............................. 58
Dakdragersysteem .......................58
Dakdrager .................................. 58
Beladingsinformatie .....................59Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kan de klep van de
opbergruimte open gaan en
kunnen de inzittenden bij krachtig
remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslinge‐
rende voorwerpen oplopen.
Handschoenenkastje
Open de klep van het handschoenen‐
kastje door aan de hendel te trekken.
Het handschoenenkastje bevat een
adapter voor de wielborgbouten.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.

Page 56 of 207

54OpbergenOpbergvak middenconsole
Het opbergvak wordt gebruikt voor
kleine voorwerpen.
Bagageruimte
Bagageruimte vergrotenVoorzichtig
Klap eerst de achterbankzitting
omhoog voordat u de rugleuning
van de achterbank neerklapt.
Doet u dit niet, dan kan de achter‐ bank beschadigd raken.
Let op
Om voldoende ruimte te hebben
voor handelingen aan de achter‐
bankzittingen, schuift u de voorstoel
naar voren en zet u de rugleuning
van de voorstoel rechtop.
1. Trek aan de voorkant van de achterbankzitting om deze los te
maken.
2. Zet de achterkant van de achter‐ bankzitting rechtop.
3. Verwijder de hoofdsteunen van de achterbank 3 33.

Page 57 of 207

Opbergen55
4. Trek aan de ontgrendelknopboven op de rugleuning van de
achterbank.
5. Klap de rugleuning neer en plaats
de hoofdsteunen van de achter‐
bank in de houders.
6. Steek de gordels van de buitenste
zitplaatsen in de gordelgeleiders.
7. Stel de voorstoelen in de gewen‐ ste positie.
Rugleuning terugzetten in de
oorspronkelijke stand:
1. Klap de rugleuning omhoog en trek de veiligheidsgordels uit de
gordelgeleiders. Druk de rugleu‐
ning stevig op zijn plaats.
9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk
letsel of schade aan de bagage of de auto tot gevolg hebben bij
krachtig remmen of een botsing.
Controleer of de veiligheidsgor‐
dels niet klem raken door de
verankering.
2. Plaats de hoofdsteunen achter terug.
3. Plaats de achterkant van het zitkussen terug in de oorspronke‐
lijke stand.
Let op
Voorkom dat de veiligheidsgordels
verdraaid raken of onder de stoelzit‐ ting komen.
4. Druk het voorste deel van het zitkussen stevig naar beneden tothet vergrendelt.

Page 58 of 207

56OpbergenDe veiligheidsgordel achter in het
midden kan blokkeren wanneer u de
rugleuning omhoog trekt. Als dat
gebeurt, laat de gordelband dan hele‐ maal terugrollen en begin opnieuw.
Als de veiligheidsgordel nog steeds
geblokkeerd is, klap dan het zitting‐
kussen neer en probeer het
nogmaals.
Als u de zitting van de achterbank weer terug wilt plaatsen, zet dan deachterzijde van de zitting in zijn
oorspronkelijke stand en zorg ervoor dat de lussen van de veiligheidsgor‐
del niet gedraaid of onder de zitting
geklemd zijn; druk vervolgens de
voorzijde van de zitting stevig naar
beneden totdat deze vergrendelt.Voorzichtig
Zet de veiligheidsgordel en gespen tussen de rugleuning en
één van de kussens bij het terug‐
klappen van de rugleuning van de
achterbank. Let erop dat de
gordels en de gespen niet onder
een achterbankkussen klem
komen te zitten.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgor‐
dels niet gedraaid of beklemd
raken in de rugleuning en in hun juiste positie geplaatst zijn.
Om de achterbankzitting te verwijde‐
ren, drukt u de scharnieren in de rich‐
ting van de pijl.
Bagageruimte-afdekking
Leg geen zware voorwerpen op de
afdekking.
Demonteren
Til de afdekking achteraan op en duw
deze vooraan omhoog.
Verwijder het deksel.
Opbergen
Wanneer de bagageruimte vol gela‐
den is, de bagageruimte-afdekking op
de achterbank opbergen of uit de auto verwijderen.
Vastmaken
Steek de afdekking in de zijgeleiders en klap deze omlaag. Haak de
ophangkoorden aan de achterklep.

Page 59 of 207

Opbergen57Vloerplaat bagageruimte
Til de vloerplaat van de bagageruimteop om bij de bandenreparatieset, het
boordgereedschap en de gevaren‐
driehoek te komen.
Bij uitvoeringen met een reservewiel
bevindt het reservewiel zich samen
met het andere boordgereedschap
onder de vloerplaat van de bagage‐
ruimte.
Gereedschap 3 157.
Algemene tip9 Waarschuwing
Berg omwille van de veiligheid alle
onderdelen in de bagageruimte op hun plek op en rijd altijd met geslo‐
ten afdekking laadruimte en, zo
mogelijk, met omhoog geklapte
rugleuningen.
Anders kunnen de inzittenden bij krachtig remmen, plotseling
afslaan of een ongeval letsel door
rondslingerende voorwerpen
oplopen.
Gevarendriehoek
Auto's met reservewiel
Berg de gevarendriehoek op in de
bagageruimte.

Page 60 of 207

58OpbergenAuto’s met bandenreparatieset
Berg de gevarendriehoek op in de
gereedschapskoffer van de auto onder de vloerplaat in de bagage‐
ruimte.
Verbanddoos
Verbanddoos in de bagageruimte
opbergen.
Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐
ding van dakschade wordt geadvi‐
seerd een voor uw auto goedge‐
keurde dakdrager te gebruiken.
Monteer de dakdrager op de dakrails
zoals beschreven in de bij de dakdra‐
ger meegeleverde montage-instruc‐
ties.
Dakdrager wegnemen als deze niet
wordt gebruikt.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 210 next >