OPEL MERIVA 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 41 of 255

Stoelen, veiligheidssystemen39Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog:stoel omhoogomlaag:stoel omlaagZithoek
Pompbeweging van de hendel
omhoog:voorkant omhoogomlaag:voorkant omlaagLendensteun
Stel de lendensteun naar uw per‐
soonlijke wens af met de vierweg‐
schakelaar.
Lendensteun omhoog en omlaag:
duw de schakelaar omhoog of om‐
laag.
Meer of minder ondersteuning: duw
de schakelaar naar voren of ach‐
teren.

Page 42 of 255

40Stoelen, veiligheidssystemenVerstelbare dijbeensteun
Trek aan de hendel en verschuif de
dijbeensteun.
Armsteun
Verwijderbare armsteun
De armsteun bevat een opbergvak.
Opbergvak 3 64.
Armsteun op de middenconsole
monteren
Druk op de achterste knop en steek
de achterste geleidepennen in de bo‐ venste geleiderails. Laat de knop los.

Page 43 of 255

Stoelen, veiligheidssystemen41
Laat de armsteun vooraan zakken.
Trek stevig aan de voorste hendel en steek de voorste geleidepennen in de
bovenste geleiderails. Laat de hendel los. Beweeg de armsteun totdat deze hoorbaar vastklikt.
Let op
Installeer de armsteun in de richting
zoals getoond in de afbeelding. An‐
ders zit de armsteun mogelijk niet
goed vast.
Armsteun bewegen
Trek iets aan de voorste hendel en zet
de armsteun in de gewenste stand.
Laat de hendel los. Beweeg de arm‐
steun totdat deze hoorbaar vastklikt.
Zorg er bij het aanbrengen van een
bekerhouder in de onderste geleide‐
rail voor dat het frame van de beker‐
houder in de beginstand staat.
Let op
Bij te veel gewicht op de armsteun
kan deze ontgrendeld raken. Er is
wellicht minder bewegingsvrijheid.
Til de armsteun iets op om deze
weer te vergendelen.
Opbergruimte armsteun 3 64.
Bekerhouders 3 62.
Armsteun verwijderen
Trek stevig aan de voorste hendel en til de armsteun vooraan op. Druk op
de achterste knop en verwijder de
armsteun.
De armsteun kan ook op de neerge‐ klapte middelste zitplaats worden
aangebracht 3 44.
Verwarming

Page 44 of 255

42Stoelen, veiligheidssystemenAfhankelijk van de gewenste verwar‐
ming, ß van de desbetreffende stoel
een of meerdere malen indrukken. De
controlelamp in de toets geeft de sta‐
tus aan.
Langdurig gebruik van de hoogste in‐ stelling wordt afgeraden voor perso‐
nen met een gevoelige huid.
De stoelverwarming werkt bij een
draaiende motor en tijdens een Auto‐
stop.
Stop/Start-systeem 3 145.Achterbank
Zitplaatsen achterin Stoelinstelling9 Waarschuwing
Rijd alleen als de buitenste stoe‐
len in de geleiderails vastgeklikt zijn.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
De buitenste zitplaatsen achter kun‐
nen afzonderlijk naar voren of naar
achteren worden versteld. De stoelen
kunnen in de lengte- of dwarsrichting
worden versteld.
In de lengterichting kunnen de stoe‐
len in tussengelegen standen worden vastgezet.
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten en
stoel laten vastklikken.

Page 45 of 255

Stoelen, veiligheidssystemen43Flexibel stoelensysteem
(FlexSpace)
De achterste stoelenrij kan worden
afgesteld als twee zitplaatsen voor
zoveel mogelijk zitruimte in stand 1 of
met drie stoelen in stand 2. In stand
1 wordt de middelste zitplaats neer‐
gelaten.
De buitenste zitplaatsen kunnen in
stand 3 naar voren worden versteld.
Stoelen in stand 1 zetten
Trek aan de band en klap de middel‐
ste stoel neer.
Trek aan de hendel en schuif de stoel in de dwarsrichting naar achteren in
stand 1. De stoel wordt automatisch
naar binnen geleid. Laat de hendel
los en laat de stoel vastklikken.
Stoelen in stand 2 zetten
Trek aan de hendel en schuif de stoel in de dwarsrichting naar voren in
stand 2. De stoel wordt automatisch
naar buiten geleid. Laat de hendel los en laat de stoel vastklikken.

Page 46 of 255

44Stoelen, veiligheidssystemen9Waarschuwing
Maak de armsteun los voordat u
de rugleuning van de middelste
zitplaats achteraan omhoog klapt.
Armsteun 3 40.
Trek aan de band en klap de middel‐
ste stoel omhoog.
De middelste stoel is niet bruikbaar
als de buitenste stoelen naar stand
3 naar voren worden versteld.
Armsteun
Op de rugleuning van de middelstezitplaats kan een armsteunadapter
worden aangebracht. Aan de adapter
kan een afneembare armsteun wor‐
den bevestigd.
Adapter monteren Trek aan de band en klap de middel‐ste stoel neer 3 42.
Steek de haken van de adapter in de
uitsparingen van de rugleuning en
druk de adapter naar voren.
Vergrendel de adapter door het con‐
tactslot rechtsom in het slot te
draaien. De adapter is goed vergren‐
deld als het groene merkteken zicht‐
baar is.
Monteer de armsteun op de adapter.
Armsteun 3 40.

Page 47 of 255

Stoelen, veiligheidssystemen45Armsteun aan adapter
bevestigen
Druk op de voorste knop en steek de
voorste geleidepennen in de geleide‐
rails. Beweeg de armsteun totdat
deze hoorbaar vastklikt. Laat de knop los.
Laat de armsteun achteraan zakken.
Trek stevig aan de achterste hendel
en steek de achterste geleidepennen in de geleiderails. Laat de hendel los.
Let op
Installeer de armsteun in de richting
zoals getoond in de afbeelding. An‐
ders zit de armsteun mogelijk niet
goed vast.
De armsteun verwijderen
Trek stevig aan de achterste hendel
en til de armsteun achteraan op. Druk
op de voorste knop en verwijder de
armsteun.
Adapter demonteren
Ontgrendel de adapter door het con‐
tactslot linksom in het slot te draaien.
De adapter is ontgrendeld als het
rode merkteken zichtbaar is.
Druk de adapter naar achteren en
haal deze weg.

Page 48 of 255

46Stoelen, veiligheidssystemenVeiligheidsgordels
De veiligheidsgordels worden bij sneloptrekken of hard remmen geblok‐
keerd om de inzittenden op hun stoel te houden. Daarom neemt het gevaar
voor letsel aanzienlijk af.
9 Waarschuwing
Veiligheidsgordel vóór elke rit om‐
doen.
Inzittenden die geen gebruik ma‐
ken van de veiligheidsgordel bren‐ gen bij eventuele aanrijdingen me‐
depassagiers en zichzelf in ge‐
vaar.
Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor
gebruik door slechts één persoon te‐ gelijk. Kinderveiligheidssysteem
3 56.
Alle onderdelen van het gordelsys‐
teem regelmatig op schade, veront‐
reiniging en juiste werking controle‐
ren.
Beschadigde onderdelen laten ver‐
vangen. Na een aanrijding de veilig‐
heidsgordels en de gordelspanners
door een werkplaats laten vervangen.
Let op
Zorg dat de veiligheidsgordels niet
door schoenen of voorwerpen met
scherpe randen beschadigd raken
klem komen te zitten. Oprolautoma‐
ten vrijhouden van vuil.
Gordelverklikker X 3 96.
Gordelkrachtbegrenzers
De kracht die inwerkt op de carrosse‐ rie wordt beperkt doordat de gordels
tijdens een botsing geleidelijk worden
ontspannen.
Gordelspanners
De gordelsloten van de voorstoelen worden bij een voldoende zware fron‐ tale botsing of bij een aanrijding van
achteren strakgetrokken.9 Waarschuwing
Onjuist handelen (bijv. het verwij‐
deren of aanbrengen van gordels) kan de gordelspanners in werking
stellen.
Geactiveerde gordelspanners zijn te
herkennen aan de continu brandende
controlelamp v 3 96.
Geactiveerde gordelspanners door
een werkplaats laten vervangen. Gor‐ delspanners worden slechts eenmaal geactiveerd.

Page 49 of 255

Stoelen, veiligheidssystemen47Let op
Bevestig of monteer geen accessoi‐
res of andere voorwerpen die de
werking van de gordelspanners kun‐ nen verstoren. Geen aanpassingen
aan onderdelen van de gordelspan‐
ners aanbrengen, anders vervalt de typegoedkeuring van de auto.
Driepuntsgordel
Veiligheidsgordel omdoen
Gordel uit de oprolautomaat trekken,
zonder te verdraaien voor u langs ha‐
len en de gesp in het slot steken.
Heupgordel tijdens het rijden van tijd
tot tijd strak trekken door aan de
schoudergordel te trekken.
Gordelverklikker 3 96.
Loszittende kleding belemmert het
strak trekken van de gordel. Geen
voorwerpen zoals handtassen of mo‐
biele telefoons tussen de gordel en
uw lichaam leggen.
9 Waarschuwing
De gordel niet over harde of breek‐
bare voorwerpen in de zakken van
uw kleding laten lopen.
Hoogteverstelling
1. Gordel iets uittrekken.
2. Schuif de hoogteverstelling om‐ hoog of druk op de knop om de
hoogteverstelling uit te schakelen
en omlaag te duwen.

Page 50 of 255

48Stoelen, veiligheidssystemen
Hoogte zo instellen dat de gordel over
de schouder loopt. Gordel mag niet
langs de hals of bovenarm lopen.
Niet instellen tijdens het rijden.
Veiligheidsgordel afdoen
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Veiligheidsgordels van
achterbank
De middelste zitplaats op de achter‐
bank is uitgerust met een driepunts‐
gordel.
Trek de slotplaten uit de gordelhou‐ der in het dak.
Klik de onderste slotplaat in de rech‐
tergesp ( 1) bij de middelste zitplaats.
Haal de bovenste slotplaat uit de hou‐
der, geleid deze over de schouders
en de schoot met de riem (niet ver‐
draaien) en klik deze in de linkergesp ( 2 ) bij de middelste zitplaats.
Doe de veiligheidsgordel los door
eerst op de knop op de linkergesp ( 2)
te drukken en de bovenste slotplaat
weg te halen. Druk daarna op de knop
op de rechtergesp ( 1) en demonteer
de onderste slotplaat. De veiligheids‐ gordel wordt automatisch opgerold.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 260 next >