OPEL VIVARO B 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 1 of 217

OPEL VIVAROGebruikershandleiding

Page 2 of 217

Page 3 of 217

Inleiding......................................... 2
Kort en bondig ............................... 6
Sleutels, portieren en ruiten .........20
Stoelen, veiligheidssystemen ......43
Opbergen ..................................... 68
Instrumenten en
bedieningsorganen ......................76
Verlichting .................................... 98
Klimaatregeling .......................... 104
Rijden en bediening ...................116
Verzorging van de auto ..............147
Service en onderhoud ................186
Technische gegevens ................190
Klantinformatie ........................... 203
Trefwoordenlijst ......................... 208Inhoud

Page 4 of 217

2InleidingInleiding

Page 5 of 217

Inleiding3Uw autogegevens
Voer hier de gegevens van de auto in
zodat ze gemakkelijk te vinden zijn.
Deze informatie is beschikbaar in de
kopjes "Service en onderhoud" en
"Technische gegevens", alsmede op
het typeplaatje.
Inleiding
Uw auto is de intelligente combinatie
van vernieuwende techniek, overtui‐
gende veiligheid, milieuvriendelijk‐
heid en zuinigheid.
In deze gebruikershandleiding vindt u alle informatie die u nodig hebt om uw
auto veilig en efficiënt te kunnen be‐
dienen.
Zorg ervoor dat uw passagiers ervan
op de hoogte zijn dat onjuist gebruik
van de auto een ongeval tot gevolg
kan hebben en dat er risico bestaat
voor persoonlijk letsel.
Houd u altijd aan de specifieke wet‐
geving van het land waarin u zich be‐ vindt. Deze wetgeving kan afwijken
van de informatie in deze gebruikers‐
handleiding.Wanneer wij u in deze gebruikers‐
handleiding adviseren de hulp van
een werkplaats in te roepen, raden wij
uw Opel Service Partner aan.
Elke Opel Service Partner biedt u eer‐ steklas service tegen redelijke prij‐
zen. Ervaren, door Opel geschoolde specialisten werken volgens speciale
richtlijnen van Opel.
Houd het informatiepakket voor de
gebruiker altijd onder handbereik in
de auto.
Gebruik van deze handleiding
● Deze handleiding geeft een om‐ schrijving van alle voor dit model
beschikbare opties en functies.
Mogelijk zijn bepaalde
omschrijvingen, waaronder die
voor display- en menufuncties, niet op uw auto van toepassing
wanneer er sprake is van een modelvariant, afwijkende
landenspecificaties of speciale
uitrustingen of accessoires.
● In het hoofdstuk "Kort en bondig"
krijgt u een beknopt overzicht.● De inhoudsopgave aan het begin
van de handleiding en in de af‐
zonderlijke paragrafen geeft aan
waar u de informatie die u zoekt
kunt vinden.
● Met behulp van het trefwoorden‐ register kunt u specifieke infor‐matie zoeken.
● In deze gebruikershandleiding worden linksgestuurde auto's ge‐toond. De bediening van rechts‐
gestuurde auto's is vergelijkbaar.
● In de gebruikershandleiding wor‐
den motoraanduidingen van de
fabriek gebruikt. De bijbehorende
marktaanduidingen vindt u in de
paragraaf "Technische gege‐
vens".
● Richtingaanduidingen in de be‐ schrijvingen, zoals links, rechts,
voor of achter moeten altijd met
de blik in de rijrichting worden ge‐ zien.
● De displays van het voertuig on‐ dersteunen mogelijkerwijs uw
taal niet.
● Displayteksten en opschriften in het interieur zijn vet gedrukt.

Page 6 of 217

4InleidingGevaar, Waarschuwing enVoorzichtig9 Gevaar
Teksten met de vermelding
9 Gevaar wijzen op een mogelijk
levensgevaar. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan levensge‐ vaar inhouden.
9 Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot ver‐
wondingen leiden.
Voorzichtig
Teksten met de vermelding
Voorzichtig wijzen erop dat de
auto mogelijk beschadigd kan ra‐
ken. Het niet naleven van deze richtlijnen kan tot beschadiging
van de auto leiden.
Symbolen
Verwijzingen naar andere pagina's
worden aangeduid met 3. 3 betekent
"zie pagina".
We wensen u vele uren autorijplezier.
Adam Opel AG

Page 7 of 217

Inleiding5

Page 8 of 217

6Kort en bondigKort en bondigBasisinformatieAuto ontgrendelen Ontgrendelen met handzender
c indrukken om het bestuurderspor‐
tier te ontgrendelen. Nogmaals in‐
drukken om auto volledig te ontgren‐
delen.
Open de portieren door aan de hand‐
grepen te trekken.
G indrukken; alleen de deur van de
bagageruimte en de zijschuifdeuren
worden ontgrendeld.
Handzender 3 21, Centrale ver‐
grendeling 3 25, Bagageruimte
3 32, Ontgrendelen met fysieke
sleutel 3 25.
Ontgrendelen met elektronische
sleutel
Druk met de elektronische sleutel bin‐
nen bereik van de detectiezone (on‐
geveer één meter van de voordeuren
of de bagageruimte) op de knop op een van de buitenkrukken en trek aan de kruk om te openen.
- of -
Druk op de toets van de elektronische
sleutel c om alle deuren en de baga‐
geruimte te ontgrendelen.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.

Page 9 of 217

Kort en bondig7Stoelverstelling
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te be‐ wegen om na te gaan of deze op zijnplaats zit.
Stoelpositie 3 44, Stoelverstelling
3 45.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
Rugleuning voorstoelen
Aan hendel trekken, hellingshoek in‐
stellen en hendel loslaten. Rugleu‐
ning laten vastklikken. Bij het verstel‐ len de rugleuning niet belasten.
Stoelpositie 3 44, Stoelverstelling
3 45.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel:
omhoog:stoel omhoogomlaag:stoel omlaag
Stoelpositie 3 44, Stoelverstelling
3 45.

Page 10 of 217

8Kort en bondigHoofdsteunverstelling
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen, vastklikken.
Hoofdsteunen 3 43.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐
delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ del mag niet gedraaid zitten en moet
strak tegen het lichaam aanliggen. De
rugleuningen mogen niet te ver naar
achteren hellen (maximaal ca. 25°).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 44, veiligheidsgor‐
dels 3 50, airbagsysteem 3 54.
Spiegelverstelling
Binnenspiegel
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐ gelbehuizing verstellen.
Binnenspiegel, groothoekspiegel
3 39, binnenspiegel met automati‐
sche dimfunctie 3 40.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 220 next >