OPEL ZAFIRA C 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 281 of 353
Verzorging van de auto2792.Lamphouder met gloeilamp uit het
reflectorhuis nemen.
3. Haal de lamp uit de stekker door deze eruit te trekken.
4. Vervang de lamp en sluit deze aan op de stekker.
5. Steek en druk de lampfitting in het
reflectorhuis door het lipje op zijn
plaats te zetten.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Richtingaanwijzers vooraan (3)
1. Lampfitting linksom losdraaien. Lampfitting uit het reflectorhuis
nemen.
2. Haal de gloeilamp uit de fitting door deze naar links te draaien ente trekken.
3. Plaats een nieuwe lamp door deze naar rechts in de fitting te
draaien.
4. Draai de lampfitting rechtsom in het reflectorhuis vast.
LED-koplampen
Koplampen voor groot- en dimlicht,
zijmarkeringslicht, dagrijlicht en rich‐
tingaanwijzers zijn uitgevoerd met
LED's en kunnen niet worden vervan‐
gen.
Laat lichten bij eventuele storingen
door een werkplaats vervangen.
Mistlampen
De gloeilampen zijn van onder de
auto bereikbaar.
Page 282 of 353
280Verzorging van de auto
1.Draai de buitenste schroeven van
de kap eruit, zoals weergegeven
in de illustratie.
2. Draai de kap weg.
Draai de lampfitting naar links en
verwijder deze uit het reflector‐
huis.
3. Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
4. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
5. Plaats de lampfitting in het reflec‐ torhuis, draai deze rechtsom en
zet deze vast.
6. Monteer de kap met de schroe‐ ven.
Achterlichten
1. Draai de schroefkap weg.
2. Verwijder de met pijlen gemar‐keerde schroeven.
Page 283 of 353
Verzorging van de auto281
3. Haal de lamp voorzichtig uit deborgpennen en verwijder deze.
4. Haal de stekker van de lichtmo‐ dule los.
5. Vervang de lamp door de lampfit‐ting te draaien.
Richtingaanwijzer ( 1)
Achterlichten ( 2)
Remlicht ( 3)
Achterlichten met led in achter- en
remlicht
Alleen de lamp van de richting‐
aanwijzer ( 1) kan worden vervan‐
gen.
Vervang de lamp door de lampfit‐
ting te draaien.
6. Sluit de stekker op de lichtmodule
aan.
7. Plaats de lichtmodule op de borg‐
pennen en monteer de lichtmo‐
dule met de schroeven.
8. Druk de afdekking vast.
Achterlichten (4) in de achterklep
1. Open de achterklep en verwijder de afdekking.
Page 284 of 353
282Verzorging van de auto
2. Draai de lamphouder linksom enverwijder deze uit de reflector.
3. Haal de lamp uit de fitting doordeze eruit te trekken.
4. Plaats een nieuwe lamp in defitting.
5. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
6. Afdekking aanbrengen.
Mistachterlicht
De gloeilampen zijn van onder de
auto bereikbaar.
1. Draai de lampfitting naar links en verwijder deze uit het reflector‐
huis.
2. Haal de gloeilamp uit de fitting door deze naar links te draaien.
3. Plaats een nieuwe lamp door deze naar rechts in de fitting te
draaien.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor, draai naar rechts vast.
Lampcontrole Schakel de ontsteking in en kijk of alle
lampen werken.
Page 285 of 353
Verzorging van de auto283ZijrichtingaanwijzersDemonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:
1. Schuif de lamp naar de linkerkant
ervan en haal deze aan de rech‐
terkant ervan los.
2. Draai de lamphouder linksom uit de behuizing.
3. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang deze.
4. Breng de lamphouder aan endraai deze rechtsom.
5. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en
steek de rechterkant erin.
Kentekenverlichting
1. Plaats een schroevendraaier in de uitsparing van de afdekking,
duw naar de zijkant en maak de
veer los. Haal de afdekking weg.
Page 286 of 353
284Verzorging van de auto
2. Haal de lamp uit de fitting doordeze eruit te trekken.
3. Lamp vervangen en in de fitting plaatsen.
4. Afdekking in de behuizing druk‐ ken.
Binnenverlichting
Interieurverlichting, leeslampjes Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Bagageruimteverlichting
Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten drie zekeringenkasten in de
auto:
● linksvoor in de motorruimte
● bij auto's met het stuur links, in het interieur achter het opberg‐
vak, of bij auto's met het stuur rechts, achter het handschoe‐
nenkastje
● achter een deksel aan de linker‐ kant van de bagageruimte
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Page 287 of 353
Verzorging van de auto285
Er zitten verschillende soorten zeke‐
ringen in de auto.
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herken‐
baar aan de gesmolten draad. Zeke‐
ring pas vervangen wanneer de
oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op de zekering steken en de
zekering lostrekken.
Page 288 of 353
286Verzorging van de autoZekeringenkast inmotorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Klik de klep los en klap deze geheel
omhoog. Haal de klep recht omhoog
eraf.
Nr.Stroomkring1Motorregelmodule2Lambdasonde3Brandstofinspuiting/ontste‐
kingssysteem4Brandstofinspuiting/ontste‐
kingssysteem5–6Buitenspiegelverwarming/dief‐
stalalarmsysteem7Ventilatorregeling/motorregel‐
module/transmissieregelmodule8Lambdasonde/motorkoeling9Achterruitsensor10Accusensor11Ontgrendeling achterklep12Adaptief rijlicht (AFL)/automati‐
sche verlichting13ABS14Achterruitwisser15Motorregelmodule16Startmotor
Page 289 of 353
Verzorging van de auto287Nr.Stroomkring17Transmissieregelmodule18Verwarmbare achterruit19Elektrische ruitbediening voorin20Elektrische ruitbediening
achterin21Relais- en zekeringhouder
achter22Grootlicht links (halogeen)23–24Koplamp rechts (LED)25Koplamp links (LED)26Mistlampen27Verwarming dieselbrandstof28Stop-startsysteem29Elektrische handrem30ABS31Adaptieve cruise control32Airbag33Adaptief rijlicht (AFL)/automati‐
sche verlichting34UitlaatgasrecirculatieNr.Stroomkring35Buitenspiegel/regensensor36Verwarming en ventilatie37Magneetklep koolstofreservoir38Vacuümpomp39Centrale regelmodule40Voorruitsproeier/achterruits‐
proeier41Grootlicht rechts (halogeen)42Koelventilator43Voorruitwissers44Voorruitwissers45Koelventilator46–47Claxon48Koelventilator49Brandstofpomp50Koplamphoogteregeling/adap‐
tief rijlicht (AFL)51Ventilatieklep52Hulpverwarming/dieselmotorNr.Stroomkring53Transmissieregelmodule/motor‐
regelmodule54Vacuümpomp/instrumenten‐
groep/verwarming ventilatie/
airco
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kunnen
er storingen optreden.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Page 290 of 353
288Verzorging van de autoBij auto's met het stuurwiel links zit
het zekeringenkastje achter het
opbergvak in het instrumentenbord.
Open het opbergvak en druk het naar links om het te ontgrendelen. Klap hetopbergvak omlaag en verwijder het.
Bij rechtsgestuurde auto's zit de
zekeringenkast achter een deksel in
het handschoenenkastje. Open het
handschoenenkastje, open daarna
de afdekking en klap die omlaag.
Nr.Stroomkring1Cruise control/snelheidsbe‐
grenzer/adaptieve cruise
control/stuurbedienings‐
knoppen2Rijverlichting/carrosserieregel‐
module3Rijverlichting/carrosserieregel‐
module4Infotainmentsysteem5Infotainmentsysteem/instru‐
ment612 V-aansluiting/aanstekerNr.Stroomkring712 V-aansluiting8Dimlicht links/carrosserieregel‐
module9Dimlicht rechts/carrosseriere‐
gelmodule/airbagmodule10Portiersloten/carrosserieregel‐
module11Aanjager12–13–14Diagnosestekker15Airbag1612 V-aansluiting17Airconditioningssysteem18Logistiek19Carrosserieregelmodule20Carrosserieregelmodule21Instrumentengroep/diefstala‐
larmsysteem22Contactsensor23Carrosserieregelmodule