PEUGEOT 2008 2013 Instructieboekje (in Dutch)

Page 151 of 324

149
7
Praktische informatie

2. Op spanning brengen
)
Sluit de stekker van de compressor weer
aan op de 12V-aansluiting in de auto.) Star t de motor opnieuw en laat de motor draaien.
)
Breng de band met behulp van decompressor op de voorgeschreven spanning (spanning verhogen: schakelaar B
in stand "I"; spanning
verlagen: schakelaar B in stand "O"en knop C
indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in deportieropening aan bestuurderszijde.
Als de bandenspanning sterk daalt, ishet lek niet goed gedicht; neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om u verder te helpen.) Ver wijder de set en berg deze op. )
Rijd niet harder dan 80 km/h en niet verder
dan 200 km.


Ga zo snel mogelijk naar een servicepunt van het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats. Vergeet niet de technicus te ver tellendat u de set hebt gebruikt. Na nadere inspectie kan de technicus u ver tellenof de band gerepareerd kan worden of moet worden ver vangen.
)Zet de schakelaar A
in de stand "Bandenspanning". )Rol de zwar te slang H
volledig uit.)Sluit de zwar te slang aan op het ventiel van
de gerepareerde band.

Page 152 of 324

150
Praktische informatie
Uitnemen van de flacon
)Berg de zwar te slang op. )Neem het gebogen aansluitstuk van de
witte slang los.)Houd de compressor rechtop. )Draai de flacon aan de onderzijde los.

Let op dat er geen afdichtmiddel uit de flacon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan slechts één keer gebruikt worden enmoet daarna worden vervangen, ookals hij niet leeg is. Werp de patroon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk of een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats een nieuwe patroon metafdichtmiddel te kopen.



Controle / aanpassen
bandenspannin
g

U kunt de compressor, zonder inspuiting van
het afdichtmiddel, ook gebruiken om:


- uw bandenspanning te controleren of uwbanden op spanning te brengen,

- andere opblaasbare voor werpen op te
pompen (ballen, fietsbanden...).
) Draai de schakelaar A
in destand "Op spanning brengen". )
Rol de zwarte slang Hvolledig uit.)
Sluit de zwar te slang aan op het ventiel van de band of van de accessoire.
Breng indien nodig eerst een van de
meegeleverde verloopstukken aan.
)Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto. )Start de auto en laat de motor draaien.)Breng de band op spanning met behulp
van de compressor (op spanning brengen:schakelaar Bin stand "I"; leeg laten lopen:schakelaar Bin stand "O"
en druk op de
knop C), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto of het
opblaasbare voor werp.
)Ver wijder de set en berg deze op.

Page 153 of 324

151
7
Praktische informatie










Wiel verwisselen

Het gereedschap bevindt zich onder de vloer
van de bagageruimte:)open de achterklep,)til de vloerplaat op en ver wijder deze, )ver wijder het vulstuk van polystyreen, )haal de houder met het gereedschaper uit.


To egang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap *
3.Gereedschap voor het ver wijderen van
sierdoppen.
Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten worden
ver wi
jderd.4.Dop voor het ver wijderen van slotbouten(in het dashboardkastje).
Hiermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
ver wijderd.
5.Sleepoog.
Zie de paragraaf "Slepen van de auto".

In het
geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Dit
gereedschap is specifiek voor uw auto
en kan, afhankelijk van de uitvoering van uwauto, verschillen. Gebruik het niet voor anderedoeleinden.1.Wielsleutel. Hiermee kan de wieldop worden verwijderd
en kunnen de wielbouten wordenlosgedraaid.
2. Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
*
Volgens land van bestemming.

Page 154 of 324

152
Praktische informatie

Wiel met wieldop
Monteren:
plaats de wieldop, begin bij de ventielopening en druk de wieldop rondom met de hand vast.

H
et reservewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Het betreft een noodreservewiel.
Zie de paragraaf "Toegang tot hetgereedschap" voor meer informatie.












To egang tot het reservewiel *

Verwijderen van het reservewiel
)Draai de gele centrale bout los.)Til het reservewiel aan de achterzijde op en trek het naar u toe. )Verwijder het wiel uit de bagageruimte.


*
Vol
gens land van bestemming.

Page 155 of 324

153
7
Praktische informatie
Terugplaatsen van het reservewiel
)
Plaats de houder met het gereedschap in
het hart van het reservewiel en maak dehouder vast.) Plaats het vulstuk van polystyreen zodat de
houder op zijn plaats blijft.


)Leg het reser vewiel in de reser vewielbak.)Draai de gele centrale bout een aantal
omwentelingen los en plaats de bout in het hart van het reservewiel. )Draai de centrale bout vast tot deze klikt en
het reservewiel goed vastzit.

Page 156 of 324

154
Praktische informatie
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto

Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale,stabiele en stroeve ondergrond staat.

Trek de handrem aan, zet het contact af en schakel de eerste versnelling *
in omde wielen te blokkeren.
Controleer of de verklikkerlampjesvan de parkeerrem op hetinstrumentenpaneel branden. Controleer of de inzittenden de autohebben verlaten en zich op een veiligeplaats bevinden. Ga nooit onder een auto liggen diealleen op de krik steunt; gebruik een bok.




Procedure
)
Ver wijder de sierdop van de wielbouten
met het gereedschap 3 (volgens uitvoering). ) Bevestig de dop 4op de wielsleutel 1en draai de slotbout een omwenteling los(volgens uitvoering). )
Draai de overige wielbouten een omwenteling los met alleen de wielsleutel 1
.
*

Stand Rvan de elektronisch gestuurde
versnellingsbak of stand Pvan de
automatische transmissie.

Page 157 of 324

155
7
Praktische informatie
)Plaats de krik 2 onder één van de twee steunpunten aan de voorzijde Aof achterzijde B(bij het te ver wisselen wiel).
)
Ver wijder de wielbouten en leg ze op eenschone plaats weg. )
Ver wijder het wiel.


)
Draai de krik 2uit tot het voetstuk op de grond staat. Zorg ervoor dat het voetstukzich loodrecht onder het gebruiktesteunpunt A
of B
bevindt.)
Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.

Page 158 of 324

156
Praktische informatie
Monteren van het wiel
Bevestiging van het noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen is het normaaldat bij het monteren van het
noodreservewiel de ringen van de bouten de velg niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt hetconische draagvlak van de bouten voor de bevestiging van het reservewiel.
Na het verwisselen van het wiel
Ver wijder de naafdop van het wiel om het op de juiste manier in de bagageruimte op te bergen.Rijd met een noodreser vewiel niet sneller dan 80 km/h.Laat zo snel mogelijk het aanhaalmomentvan de wielbouten en de bandenspanningvan het reservewiel controlerendoor het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en ver wissel hem met het reservewiel.


Procedure
)Plaats het wiel op de naaf. )Draai de wielbouten met de hand vast. )Draai de slotbout met de wielsleutel 1en de dop 4
enigszins vast (volgens
uitvoering).)Draai de overige wielbouten enigszins vast met alleen de wielsleutel 1.

Page 159 of 324

157
7
Praktische informatie
)Laat de krik zakken.)Vouw de krik 2 op en ver wijder hem. )
Draai de slotbout vast met de wielsleutel1
en de dop 4 (volgens uitvoering).)
Draai de overige wielbouten vast metalleen de wielsleutel 1.)
Bevestig de doppen op de overige
wielbouten
(volgens uitvoering). ) Berg het gereedschap op in de houder.

Page 160 of 324

158
Praktische informatie




Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag
van de auto.

Uitsluitend de voor wielen mogen van sneeuwkettingen worden voorzien. Een noodreservewiel mag niet wordenvoorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende regelgeving over het gebruikvan sneeuwkettingen en de maximaaltoegestane snelheid.

Gebruik uitsluitend kettin
gen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
N
eem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde
werkplaats.



Montagetips
)Als u onder weg sneeuwkettingen moetmonteren, zet de auto dan langs de kant
van
de weg stil op een vlakke ondergrond.)Trek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om tevoorkomen dat de auto wegglijdt.)Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant. )Rijd langzaam weg en rijd een klein stukjemet een snelheid van maximaal 50 km/h. )Zet de auto stil en controleer of dekettingen correct gespannen zijn.


Rijd niet met sneeuwkettingen opeen sneeuwvrij gemaakte weg om
schade aan de banden en het wegdekte voorkomen. Het is raadzaamvoor vertrek het monteren van de sneeuwkettingen te oefenen; doe dit op een vlakke en droge ondergrond. Alsuw auto is voorzien van lichtmetalen velgen, controleer dan of de ketting en de bevestigingen de velg niet raken.


Maat van de af fabriek gemonteerdebanden


Maximale afmeting van de schakels


195/65 R15


9 mm 1
95/60 R16

205
/55 R16
2
05/50 R17

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 330 next >