PEUGEOT 2008 2013 Instructieboekje (in Dutch)

Page 171 of 324

169
7
Praktische informatie
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F2
35 A Ver lichting dashboardkastje, make-upspiegels, kaartleeslampen.
F2
615 A Claxon.
F2715 A Ruitensproeierpomp.
F2
85 A Stuurslot.
F29 15 A
Aircocompressor.
F3
015 A
Ruitenwisser achter.

Page 172 of 324

170
Praktische informatie
ZekeringStroomsterkteFuncties
F0
140 A Achterruitverwarming.
F02 10 A
Verwarmde buitenspie
gels.
F0
330 A
Impulsruitbediening vóór.
F0
4- Niet gebruikt.
F05
30 A
Impulsruitbediening achter.
F06 10 A
Inklapbare buitenspie
gels.
F0
710 A
Inklapbare buitenspiegels.
F08
- Niet gebruikt.
F0
915 A
Stoelverwarmingen vóór.
F1
020 A Hifi-versterker.
F1
1- Niet gebruikt.
F12- Niet gebruikt.
Zekeringkast achter het
dashboardkast
je

Page 173 of 324

171
7
Praktische informatie
ZekeringStroomsterkteFuncties
F1
615 A Mistlampen vóór.
F18 10 A
Grootlicht rechts.
F1
910 A Grootlicht links.
F25
30 A Relais koplampsproeiers (montage achteraf).
F2
940 A Ruitenwissermotor vóór.
F3
080 A Gloeibougies (diesel).

Zekeringkast in de
motorruimte

De zekeringkast bevindt zich onder demotorkap, naast de accu (links).

Toegang tot de zekeringen
)Maak het deksel los.)Ver vang de zekering (zie de
desbetreffende paragraaf).)Sluit na het ver vangen van de zekering
zorgvuldig het deksel voor een goede afdichting van de zekeringkast.
Overzicht zekeringen

Page 174 of 324

172
Praktische informatie




12V- ac c u






Deze sticker geeft aan dat er een speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of ver vangen mag worden bij het PEUGEOT-netwerkof bij een gekwalificeerde werkplaats. Het negeren van deze aanwijzing kan ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aanver vanging toe is.


Na het monteren van de accukan het, afhankelijk van de
weersomstandigheden en delaadtoestand van de accu, enkele uren (tot ongeveer 8 uur) duren voordat het Stop & Start-systeem weer zal werken.
)Trek de vergrendelingshendel zo ver mogelijk omhoog.




Accukabels loskoppelen

Weer aansluiten van de kabels
)Plaats de geopende accupoolklem 1
op depluspool (+) van de accu.
)Druk ver ticaal op de accupoolklem 1omhem goed tegen de accu aan te drukken.)Zet de accupoolklem vast door de pasnok
opzij te bewegen en vervolgens de hendel2omlaag te duwen.
Forceer de hendel niet, aangeziende accupoolklem niet kan wordenvergrendeld als deze niet correct is geplaatst; herhaal de procedure. Procedure voor het opladen van de accu en het
gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels.

De accu bevindt zich in de motorruimte.
Toegang tot de accu: ) open de motorkap via hendel in het
interieur en bedien gebruik ver volgens de
veili
gheidshaak aan de buitenzijde,) bevestig de motorkapsteun,
)
ver wijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de pluspool.







To egang tot de accu

Page 175 of 324

173
7
Praktische informatie
Voor het opladen van de accu van het Stop & Start-systeem hoeven de accukabels niet losgenomen te worden.










Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
)Sluit de rode kabel aan op de (+) pool van de ontladen accu Aen vervolgens op de (+) pool van de hulpaccu B.)Sluit de groene of zwar te kabel aan op de(-) pool van de hulpaccu B.
)
Sluit het andere uiteinde van de groene of zwar te kabel aan op het massapunt C
van uw auto (motorsteun). )
Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien. ) Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.









Laden met behulp van een
acculader
)
Maak de accupoolklemmen los.)
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader. )
Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel. )
Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.

Page 176 of 324

174
Praktische informatie
Het is raadzaam de accu los tekoppelen als uw auto langer dan eenmaand buiten gebruik is.










Accu's bevatten schadelijke stoffen, zoals zwavelzuur en lood. Accu's moetenvolgens de wettelijke voorschrif ten worden afgevoerd en mogen in geengeval bij het huisvuil terechtkomen. Lever lege batterijen en accu's in bij eenspeciaal afvalstoffendepot.
Bescherm u ogen en gezicht voordat u de accu hanteert.Ver r icht uitsluitend ingrepen aan de accu in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van open vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk risico van brand- of explosiegevaar uit te sluiten.Probeer niet een bevroren accu op teladen: de acci moet eerst worden ontdooid om explosiegevaar uit te sluiten. Als deze bevroren is, laat hem dan eerst controleren, voordat u hem laat opladendoor het netwerk van PEUGEOT of een gekwalificeerde werkplaats. Zij controleren voor u of de inwendige componentensoms zijn beschadigd en of de behuizing scheuren vertoont, waardoor giftigeen corrosie-veroorzakende accuzuren zouden kunnen weglekken. Keer de polariteiten niet om en gebruik uitluitend een 12-volts accu.Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor. Laad de accu niet op zonder deaccupoolklemmen los te nemen. Was uw handen als u klaar bent met dezeingreep.
Het aanduwen om de motor te star ten is bij een auto met een elektronisch gestuurdeversnellinsbak of een automatischetransmissie niet toegestaan.






Vóór het loskoppelen van deaccukabels

Wacht 2 minuten na het afzetten van hetcontact.
Sluit de ruiten en de voorportieren voordat u de
accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van deaccukabels

Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens
de motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als er zich na dezehandeling toch nog problemen voordoen.
Raadpleeg de desbetreffende paragraaf voor het zelf opnieuw initialiseren van:


- de sleutel met afstandsbediening,

- het geïntegreerde GPS-navigatiesysteem.

Page 177 of 324

175
7
Praktische informatie
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en
telematicas
ysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.






Eco-mode
Inschakelen van de
eco-mode

Als deze tijd is verstreken, geeft een melding
op het display aan dat de eco-mode is ingeschakeld en worden de actieve functies in de ruststand gezet.
Als u o
p het moment dat de eco-mode wordt ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan hetgesprek nog gedurende ongeveer 10 minutenworden voortgezet via de handsfree set van uwautoradio.


Uitschakelen van de
eco-mode

De functies worden automatisch weer ingeschakeld als de motor gestart wordt. )
Start om de functies direct weer te kunnen gebruiken de motor en laat deze minstens5 minuten draaien.

Als de accu ontladen is, kan demotor niet gestart worden (zie de desbetreffende paragraaf).







Spaarfase

De spaar fase stuurt de elektrische functies van de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Ti
jdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies(airconditioning, achterruitver warming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van deaccu dit toelaat.

Page 178 of 324

176
Praktische informatie






Wisserbladen vervangen

Voordat u een wisserblad
demonteert
)
Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Demonteren
)
Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.)
Maak het wisserblad los en verwijder het.



Monteren
)Breng het nieuwe wisserblad aan en klikhet vast.
)Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.


Na het monteren van een
wisserblad vóó
r
)Zet het contact aan.)Bedien nogmaals de ruitenwisserschakelaar om deruitenwissers in de ruststand te zetten.

Page 179 of 324

177
7
Praktische informatie




Slepen van de auto


To egang tot het gereedschap



Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte: )open de achterklep,)til de vloerplaat op en ver wijder deze, )neem het sleepoog uit de houder.

Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op. Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept. De bestuurder van de auto die wordt gesleept moet over een geldig rijbewijs beschikken.Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang;touwen en riemen zijn verboden.Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en stuurbekrachtiginguitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een professioneel bergingsbedrijf :- als de auto is gestrand op de autosnelweg, - bij auto's met vier wielaandrijving, - als het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te ontgrendelen of de handrem los te zetten,- bij takelen met slechts twee wielen op de grond, - bij het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...

U kunt de auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het ver wi
jderbare sleepoog.

Page 180 of 324

178
Praktische informatie
Slepen van uw auto
Slepen van een andere auto
)Maak het klepje in de voorbumper los door het platte uiteinde van het sleepoog in de gleuf aan de onderkant van het klepje testeken.)Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
)Bevestig de sleepstang.
)Maak het klepje in de achterbumper los
door op de onderkant ervan te drukken.)Draai het sleepoog vast tot de aanslag. )Bevestig de sleepstang.)Schakel de alarmknipperlichten van de
tw
ee auto's in.)Rijd voorzichtig weg en houd zowelde snelheid als het af te leggen traject beperkt.

)Zet de versnellingshendel in de neutraalstand (stand Nbijde 2Tronic versnellingsbak of automatische transmissie).Het niet opvolgen van dit voorschrift kan er toe leiden dat bepaaldecomponenten (remsysteem,transmissie...) beschadigd raken en dat de rembekrachtiger na hetstarten mogelijk niet meer werkt.
)
Ontgrendel de stuurinrichting door de sleutel in het contact één stand teverdraaien en zet de parkeerrem vrij. )
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.
)
Rijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject beperkt.

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 330 next >