PEUGEOT 2008 2013 Instructieboekje (in Dutch)

Page 181 of 324

179
7
Praktische informatie






Trekken van een aanhanger
Wij raden u aan gebruik te maken vaneen speciaal door PEUGEOT getesteen goedgekeurde trekhaak inclusief bedrading en deze door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerdewerkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door een bedrijf dat niet tot het PEUGEOT-netwerk behoort, moet de montage altijd volgens de voorschriften van de fabrikant worden uitgevoerd.
D
e trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem voor het aankoppelen van een
aanhanger of het monteren van een fietsendrager en een elektrische aansluiting
voor de verlichting en signalering.


Het rijden met een aanhanger heeft veelinvloed op het rijgedrag van de auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder.


Uw auto is hoofdzakeli
jk bedoeld voor het
ver voer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.

Page 182 of 324

180
Praktische informatie
Adviezen
Gewichtsverdeling
)Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en houd u aan de toegestane kogeldruk.Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men opgrotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000 m 10% van het maximale aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000 m.
Zijwind
)Houd er rekening mee dat dezijwindgevoeligheid van de auto groter is.


Koeling

Het trekken van een aanhanger opeen helling veroorzaakt een hogere koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en isniet afhankelijk van het motortoerental.)
Pas uw snelheid aan om het toerental te beperken.
Het maximale aanhangergewicht is
a
fhankelijk van het hellingspercentage en debuitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van dekoelvloeistoftemperatuurmeter.
)Als het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur gaat branden in combinatie met het waarschuwingslampje STOP,Pstop dan zo snel mogelijk en zet de motor af.

Remmen

Het trekken van een aanhanger verlengt de
remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te voorkomen dat de remmen over verhit raken, raadzaam om
op de motor a
f te remmen.
Banden
)Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indiennodig op de juiste waarde.

Verlichting
)Controleer de verlichting van de aanhanger.



De parkeerhulp wordt automatisch uitgeschakeld als bij het aankoppelenvan een aanhanger een originele PEUGEOT-trekhaak wordt gebruikt. Raadplee
g de rubriek "Technische gegevens"
voor de gewichten en aanhangergewichten die
voor uw auto van toepassing zijn.

Page 183 of 324

181
7
Praktische informatie








Allesdragers monteren
Max. toegestane daklast op deallesdragers, bij een maximalelaadhoogte van 40 cm (m.u.v.fietsendrager): raadpleeg de meegeleverde handleiding van de allesdragers. Pas bij een belading hoger dan 40 cm de rijsnelheid aan de rijomstandighedenaan om schade aan de allesdragers en de bevestigingsplaatsen op het dak te voorkomen. Raadpleeg de wetgeving van uw land met betrekking tot het ver voeren van voor werpen die langer zijn dan de auto.
Raadplee
g voor het plaatsen van de dakrelingen het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gebruik de merktekens op de onderzi
jde van de dakreling om de allesdragers op de juiste plaats temonteren.
Gebruik door PEUGEOT goedgekeurde accessoires en houd u aan deaanwijzingen en instructies in demontagehandleiding van de fabrikant om beschadiging van de carrosserie(ver vorming, krassen, ...) te voorkomen. Om voor werpen op het dak te kunnen vervoeren, moet de auto zijn voorzienvan allesdragers.
De dakrelingen kunnen niet worden ver wijderd.











Onderhoudstips


In het onderhoudsboekje van uw auto vindt u
de algemene adviezen met betrekking tot hetonderhouden van uw auto.

Page 184 of 324

182
Praktische informatie




Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het PEUGEOT- net wer k . Deze accessoires en onderdelen zijn getest en goedgekeurd ten aanzien van bedrijfszekerheid en
veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over degarantie van PEUGEOT.
Ombouwsets
Het is mogelijk om sets te bestellen genaamd "Entreprise" voor het ombouwen van een personenauto naar een bedrijfsauto.
"Comfort":
windgeleiders, zonneschermen opzij
en zonnescherm achter, aansteker,
bagagestoppers, kledinghanger voor
bevestiging aan de hoofdsteun, parkeerhulp
voor en achter, ...

"Transportoplossingen":

bak voor de bagageruimte, bagagenet,
allesdragers, fietsendrager voor bevestiging op
de trekhaak, fietsendrager voor bevestiging op de
allesdragers, skidrager, dakkoffer, trekhaken, ...

*
Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:
- controleer of de mat
goed op zijn plaatsligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven opelkaar.



"Styling":

pookknop, lichtmetalen velgen, wieldoppen,
verchroomde buitenspie
gelkappen, ...
"Veiligheid":

inbraakalarm, graveren van ruiten, wielbouten met slot, zitverhogingen en kinderzitjes,
alcolholtest, verbandtrommel, gevarendriehoek,
veiligheidsvest, lokalisatiesysteem gestolen
auto, bandenreparatieset, sneeuwkettingen,sneeuwsokken, mistlampen vóór, hondenrek, ...


"Bescherming":

matten * , stoelhoezen geschikt voor
stoelen met zij-airbags, spatlappen,portierdorpellijsten, roestvrijstalen dorpel
bagageruimte, bumperbeschermlijsten,
aluminium voetsteun, ...
De trekhaak moet door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats worden gemonteerd.

Page 185 of 324

183
7
Praktische informatie
Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortimentvan PEUGEOT voorkomen, kanleiden tot storingen in het elektronischsysteem van uw auto en een verhoogdstroomverbruik veroorzaken.
Houdt u rekening met deze te nemen voorzorgmaatregel. Wij raden u aan contact op te nemen met eenver tegenwoordiger van het merkPEUGEOT om u te laten informeren over het assortiment uitrustingen en accessoires voorzien van een artikelnummer.


Installeren vanradiocommunicatiezenders

Voordat u radiozenders als uitrustingachteraf monteert, kunt u bij het PEUGEOT-netwerk informerennaar de technische gegevens(frequentieband, maximaal uitgangsvermogen, positie antenne,specifieke installatievoorschriften) vande voor montage geschikte zenders ter beschikking, volgens de RichtlijnElektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).




Afhankelijk van de lokale wetgevingkan de aanwezigheid van eenveiligheidsvest, een gevarendriehoek eneen set reser velampen en -zekeringenin de auto verplicht zijn. U kunt bi
j het PEUGEOT-netwerk ook
terecht voor het aanschaffen van producten
voor reini
ging, onderhoud (interieur en
exterieur), waaronder de ecologischeproducten uit het gamma "TECHNATURE",
en bijvullen (ruitensproeiervloeistof, ...),lakstiften en spuitbussen met de kleur dieexact overeenkomt met die van uw auto
en producten voor navullen (flacon voor
bandenreparatieset...), ...

"Multimedia":

autoradio's, portable navigatiesystemen, semi-geïntegreerde steun voor een navigatiesysteem, handsfree set, luidsprekers, DVD-speler, kit
voor de aansluiting van een MP3 - of portableCD-speler, WiFi on board, CD-speler voor
uitvoeringen met touchscreen, ...

Page 186 of 324

184
Onderhoud
PEUGEOT & TOTAL

Page 187 of 324

185
8
Onderhoud











Motorkap
)Open het linker voorportier.


Schakel het Stop&Start-systeem altijduit als u handelingen onder de motorkapwilt uitvoeren, om letsel door het automatisch activeren van de STA R T-stand te voorkomen.


Sluiten
)
Haal de motorkapsteun uit de uitsparing. )
Bevestig de motorkapsteun in de houder. )
Laat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in hetslot vallen.
) Trek aan de motorkap om te controleren of
deze goed vergrendeld is.


)
Neem de motorkapsteun uit de houder en bevestig deze in de uitsparing om demotorkap geopend te houden.

Open de motorkap niet als het hard waait. Wees bij warme motor voorzichtig methet bedienen van de veiligheidshaak en de motorkapsteun (kans op brandwonden).Gebruik nooit
een hogedrukreiniger omde motorruimte schoon te maken: deelektrische componenten kunnen dan beschadigd raken.


Openen
)
Duw de hendel omhoog en til de motorkap op.


)Trek de hendel aan de onderzijde van het por tierkader naar u toe.

Page 188 of 324

186
Onderhoud
Dit overzicht is een hulpmiddel bijhet controleren van de verschillendevloeistofniveaus en het ver vangen van
bepaalde onderdelen.














Benzinemotoren
1.
Reservoir ruitensproeiervloeistof.2.
Reservoir koelvloeistof.3.
Reservoir remvloeistof.4.
Accu/zekeringen. 5.
Zekeringkast.
6.Luchtfilter.
7. Oliepeilstok. 8.Motorolie (bij)vullen.

Page 189 of 324

187
8
Onderhoud
Dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren
van de verschillende vloeistofniveaus, het
ver van
gen van bepaalde onderdelen en het ontluchten van het brandstofcircuit.














Dieselmotoren
1.
Reservoir ruitensproeiervloeistof. 2.Reservoir koelvloeistof. 3.Reservoir remvloeistof.4.
Accu/zekeringen.
5. Zekeringkast.
6.Luchtfilter.
7. Oliepeilstok.8.Motorolie (bij)vullen.

Page 190 of 324

188
Onderhoud
Waarschuwing brandstofniveau
Als dit verklikkerlampje gaat branden, is het minimale niveau
in de brandstoftank bereikt. Opdat moment zit er nog ongeveer 5 liter brandstofin de tank. Als het fverklikkerlampje knipper t, zit er nog maar een minimale hoeveelheid
brandstof in de tank.
Zolang de brandstoftankdop niet is vastgedraaid, kan de sleutel niet uit dedop worden ver wijderd.Bij het openen van de brandstoftankdop kan een aanzuiggeluid van luchthoorbaar zijn. Dit is normaal en komt doordat de afdichting vanhet brandstofcircuit een onderdruk veroorzaakt.



























Brandstoftank
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 50 liter.
Op een label aan de binnenzijde van de
tankklep staat de voorgeschreven soor tbrandstof voor uw auto aangegeven.
Voor een juiste weergave van debrandstofmeter is het noodzakelijk minimaal5 liter brandstof te tanken.


Ta n k e n

Veilig tanken: )zet altijd de motor af,)open de brandstoftankklep door op hetachterste deel ervan te drukken,)steek de sleutel in de dop en draai de sleutel linksom,
Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem is afgezet; zet in dat geval altijd het contact af met de sleutel.
)ver wijder de dop en bevestig deze aan dehaak aan de binnenzijde van de klep, )u kunt de auto aftanken, maar laat het
vulpistool nooit meer dan 3 keer afslaan
. Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen optreden.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomendat u met een lege tank strandt. Raadpleeg indien u strandt met een lege tank(diesel) de rubriek "Brandstoftank leeg (diesel)".

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 330 next >