Peugeot 206 CC 2002.5 Handleiding (in Dutch)

Page 1 of 124

2
UW IN EEN OOGOPSLAG
07-10-2002

Page 2 of 124

1Airbag bestuurder Claxon
2 Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers
3 Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*
4 Schakelaar stoelverwarming
5 Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
6 Dimmerdashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-sproeiers/boordcomputer
8
Stuurkolomschakelaars autoradio
9 Schakelaaralarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatierooster
14 Airbag passagierszijde
15 Middelste verstelbare ventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio RD3
18 Bediening verwarming/venti-latie/airconditioning Achterruitverwarming en ver- warming buitenspiegels
19 Asbak v——r
20 Versnellingshendel
21 Aansteker
22 Schakelaars elektrischbedienbare buitenspiegels
23 Schakelaar dakbediening 24
Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten
25 Handrem
26 Hendel motorkapontgrendeling
27 Stuur-/contactslot
28 Zekeringkast
29 Opbergvak
30 Hoogteverstelling stuurwiel
31 Koplampverstelling
* Volgens land van bestemming. 3
UW IN EEN OOGOPSLAG
07-10-2002

Page 3 of 124

ELEKTRISCH BEDIENBAAR DAK Openen van het dak
Zet de auto op een horizontale ondergrond. ¥Controleer of het afdekscherm 1is
uitgetrokken en vastgemaakt (er mogen geen voorwerpen opgeplaatst zijn; eventuele bagage in
de kofferruimte mag het schermniet omhoogdrukken).
¥ Controleer of er geen voorwer-pen op de hoedenplankgeplaatst zijn.
Zet de auto stil, trek de hand-
rem aan en zet het contact inde stand M.
¥ Ontgrendel de twee haken 2
volledig ; hierbij klinkt een
geluidssignaal.
¥ Trek aan de knop 3tot het
geluidssignaal aangeeft dat hetdak volledig is geopend.
Opmerking: tijdens het bedie-
nen van het dak worden de ruitenautomatisch geopend. Sluiten van het dak
¥ Zet de auto stil,
trek de hand-
rem aan en zet het contact in de stand M.
¥ Druk op de knop 3tot het
geluidssignaal aangeeft dat hetdak volledig is gesloten.
¥ Vergrendel de twee haken 2.
Opmerking: Na het openen of
sluiten van het dak kunnen deruiten weer bediend worden.
UW IN EEN OOGOPSLAG
Bedien het dak niet wan-neer een bagagerek ophet kofferdeksel beves-tigd en beladen is.
Let erop dat er zich, tijdens hetopenen of sluiten van het dak,geen personen in de buurt van hetbedieningsmechanismebevin-den; hiermee wordt risico op letselvoorkomen.
Laat bij gevaar de bedienings-knop los; het dak stopt directmet bewegen.
Laat knop 3 nooit langdurig losen zet het contact niet af als hetdak nog niet geheel geopend ofgesloten is.
4
07-10-200273

Page 4 of 124

ELEKTRISCH BEDIENDE RUITEN
1. Schakelaar ruitbedieningbestuurderszijde
2. Schakelaar ruitbediening passagierszijde
Beide schakelaars bedienen aan
de desbetreffende zijde zowel deportierruit als de achterzijruit. Handbediening  Duw (openen) of trek (sluiten) de schakelaar tot het zwarepunt. De ruit stopt zodra detoets wordt losgelaten. EŽn seconde nadat de portier- ruit volledig is geopend begintde zijruit te openen.
Automatische bediening
¥ Openen
De ruiten worden automatischgeopend (met contact aangezet,draaiende motor). 
Druk op de schakelaar totvoorbij het zware punt:
Ð Druk kort op de schakelaar om de portierruit volledig te openen; drukvervolgens nogmaals op de scha-kelaar om de achterzijruit volledigte openen.
Ð Druk lang op de schakelaar om eerst de portierruit en vervolgensde achterzijruit volledig te openen.
¥ Sluiten Alleen de portierruit aan bestuur- derszijde is automatisch volledig tesluiten (met draaiende motor) alsde achterzijruit is gesloten.  Trek kort aan de schakelaar tot voorbij het zware punt om de por-tierruit aan bestuurderszijde volle-dig af te sluiten.
Opmerking: De schakelaars
van de ruitbediening werken nietals het dak wordt bediend.
ELEKTRISCH VERSTELBA- RE BUITENSPIEGELS
Draai de knop 3naar links of
rechts om de desbetreffende spie- gel te selecteren. Duw de knop 3in de 4 richtingen om
de spiegel af te stellen.
Elektrisch inklapbare spiegelsDraai, als het contact aan is, de knop 3in de stand A. 5
UW IN EEN OOGOPSLAG
07-10-20028281

Page 5 of 124

ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze blokkeert het motorma- nagementsysteem enkele ogen-blikken nadat het contact is afge-zet en voorkomt zo dat de autowordt gestolen.
Werking Elke sleutel heeft een chip met een eigen code. Bij het aanzetten van het contact wordt de code van de sleutel her-kend, waarna de motor gestartkan worden. Als de code ontbreekt of als er een sleutel met andere codewordt gebruikt, dan is starten nietmogelijk.Extra sleutel Er kunnen maximaal 5 sleutelco- des in het geheugen wordenopgeslagen.
Wend u met de codekaart en alle in uw bezit zijnde sleutels tot een
PEUGEOT-servicepunt voor hetverkrijgen van een extra sleutel ofhet vervangen van een sleutel.
Waarschuwingssignaal sleutel in contact Als het contact wordt afgezet, klinkt er een geluidssignaal alshet bestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt.
Codekaart Op deze kaart staat de identifi-
catiecode die uw PEUGEOT-servicepunt nodig heeft bijwerkzaamheden aan de start-blokkering. De code is afgedekt,verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een vei- lige plaats buiten de auto.
6
UW IN EEN OOGOPSLAG
Bij aanschaf van een gebruikte auto:
¥ controleer of de codekaart aanwezig is;
¥ laat de sleutels opnieuw in het geheugen opslaan door uw
PEUGEOT-servicepunt om er zeker van te kunnen zijn dat alleen u beschikt over een set passende sleutels.
Breng geen wijzigingen aan de elektronische startblokkering aan.
07-10-2002
6
70

Page 6 of 124

7
UW IN EEN OOGOPSLAG
STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:STOP:
Contact afgezet.
1 e
stand, Accessoires:
Contact afgezet, maar accessoi-res functioneren wel.
2 e
stand, Contact aan:
Het contact is aangezet.
Starten:
De startmotor wordt in werkinggezet. Stuurslot Ontgrendel, indien nodig, het stuurslot alvorens te starten.
Verdraai het stuurwiel enigszinsterwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaan tevergemakkelijken. Starten van de motor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra de motoraanslaat.
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kun- nen het slot van de portieren, het
kofferdeksel (openen), het slotvan de tankdop, het stuurslot, enhet slot van het dashboardkastjeonafhankelijk worden bediend enkan de airbag aan passagierszij-de worden uitgeschakeld. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier:
Ð kunnen de portieren en het
kofferdeksel gelijktijdig ver- grendeld worden.
Ð kunnen alleen de portieren gelijktijdig ontgrendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen met desleutel in het slot van het koffer-deksel ontgrendeld worden.
AfstandsbedieningDruk op de knop Aom
de portieren en de ach-terklep te vergrende-len. Dit wordt bevestigd door het gedurendeongeveer twee secon-den branden van derichtingaanwijzers. Druk op de knop Bom de portieren
op afstand te ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen vande richtingaanwijzers.
Belast nooit een motor
die koud is.
Laat de motor nooit ineen afgesloten ruimte draaien.
Breng nooit wijzigingen aan hetstuurslot aan.
07-10-200269

Page 7 of 124

8
UW IN EEN OOGOPSLAG
SCHAKELAARS OP STUURKOLOM
Verlichting
Verlichting vooren achter (ring A)
Lichten uit Parkeerlichten aan
Dim-/grootlicht aan Automatisch inschakelen van deverichting Automatisch inschakelen vande verlichting Zet om deze functie in of uit te schakelen het contact in de standaccessoires en de lichtschakelaarin de stand
0. Houd vervolgens
het uiteinde van de lichtschakelaarlanger dan 4 seconden ingedrukt. Mistlampen v——r/ mistachterlicht (ring B)Mistlampen v——r (ring 1
stand naar voren draai-en)
Mistlampen v——r en mistachterlicht (ring
2 standen naarvoren draaien) Ruitenwissers
2 Hoge snelheid
1 Normale snelheid
I Interval
of
AUTO Automatisch wissen
0 Uit


EŽn keer wissen
Automatische ruitenwissers In de stand AUTOwerken de rui-
tenwissers automatisch en wordt
de snelheid van de wissers aan de hoeveelheid neerslag aange-past .
Ruiten- en koplampsproeiers
Trek de hendel van de ruitenwis- serbediening naar u toe. De koplampsproeiers werken wanneer het dim-/groot-licht is ingeschakeld.
07-10-20027577

Page 8 of 124

9
UW IN EEN OOGOPSLAG
STUURWIEL IN HOOGTE VERSTELLEN Druk bij stilstaande auto de hendel naar beneden om het stuurwiel teontgrendelen. Zet het stuurwiel in de gewenste stand en trek aan de hendel omhet stuurwiel te vergrendelen.MOTORKAP OPENEN Binnenzijde:
trek aan de hand-
greep. Buitenzijde:
Druk de veiligheids-
haak omhoog en til de motorkap op. Plaats de stang in de houderom de motorkap te ondersteunen.
07-10-20028372

Page 9 of 124

10
UW IN EEN OOGOPSLAG
VOORSTOELEN1 - Verstelling in lengterichting.
2 - Toegang tot de achterzitplaat- sen.
3 - Hoogteverstelling en verstel-ling van de hoek van de hoofd-steun.
Ga nooit rijden als de
hoofdsteunen zijn verwij-derd.
4 - Verstelling van de hoek van derugleuning.
5 - Hoogteverstelling van debestuurdersstoel.
6 - Schakelaar stoelverwarming.
07-10-200262

Page 10 of 124

11
UW IN EEN OOGOPSLAG
VOORSTE AIRBAGS
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Steek de contactsleutel in de schakelaar 1en draai deze:
Ð op ONairbag aan passagiers-
zijde geactiveerd.
Ð op OFFairbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Controle van de werking
Als bij aangezet contact (2 e
stand) dit
verklikkerlampje op het instrumen-tenpaneel gaat branden in combina-tie met een geluidssignaal en demelding "Airbag passagier uitge-
schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbagaan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aanpassagierszijde isuitgeschakeld, blijfthet verklikkerlampjebranden. Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met een airbagschakelaar:Ð S
chakel de airbag aan
passagierszijde uit als u een kinderzitje metde rugleuning in de rij-richting op de voor-stoel plaatst.
Ð Schakel de airbagin als er een passa-gier op de voor-stoel zit.
Auto's zonder een airbagschakelaar:
Ð Plaats geen kinder- zitje met de rugleu-ning in de rijrichtingop de voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
* Volgens land van bestemming. ISOFIX-BEVESTIGINGEN Deze zijn beschikbaar voor de passagiersstoel v——r en dienenom een
speciaal kinderzitje te
installeren dat verkocht wordt via
de PEUGEOT-servicepunten. De sloten van het kinderzitje wor- den verankerd aan de specialebevestigingspunten en zorgen zo
voor een veilige en snelle montagevan het zitje. Het kinderzitje moet
met de rug in de rijrichtinggeplaatst worden voor kinderentot 13 kg (hierbij is het verplicht
de airbag aan passagierszijdeuit te schakelen) .
Volg de aanwijzingen van defabrikant van het kinderzitje.
07-10-20029064

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 130 next >