Peugeot 207 CC 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 131 of 207

i
i
PRAKTISCHE INFORMATIE
121

 Activeer de compressor door de
schakelaar B in de stand "1" te zet-
ten, tot de bandenspanning 2,0 bar
bedraagt.

 Verwijder de set en zorg ervoor dat
restanten van de vloeistof niet in de
auto terecht kunnen komen. Houd
de set bij de hand.

 Rijd onmiddellijk ongeveer vijf kilo-
meter met beperkte snelheid (tus-
sen 20 en 60 km/h), zodat het af-
dichtmiddel het lek kan dichten.

 Zet de auto stil en controleer de re-
paratie en de bandenspanning met
de set.

 Zet de schakelaar A in de stand
"Bandenspanning (AIR)".

 Sluit de zwarte slang D aan op het
ventiel van de gerepareerde band. Als na vijf tot zeven minuten de
desbetreffende bandenspanning
niet bereikt kan worden, kan de
band niet met de set gerepareerd
worden; neem dan contact op
met het PEUGEOT-netwerk om u
te helpen.
Controle / aanpassen
bandenspanning
U kunt deze set ook gebruiken
voor het oppompen van bijvoor-
beeld voetballen of fi etsbanden.
Zet de schakelaar hiervoor op
"Bandenspanning (AIR)", sluit de
zwarte slang met een geschikt
verloopstuk aan op het op te
pompen voorwerp en volg de on-
derstaande procedure tot aan het
afkoppelen van de set.
U kunt de set ook gebruiken om
de bandenspanning te controle-
ren of aan te passen. Hiervoor
hoeft u uitsluitend de volgende
zes stappen uit te voeren.

Page 132 of 207

!
!
PRAKTISCHE INFORMATIE
122

 Sluit de stekker van de compressor
weer aan op de 12 V-aansluiting in
de auto.

 Start de motor opnieuw en laat de
motor draaien.

 Breng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschre-
ven spanning (spanning verhogen:
schakelaar B in stand "1" ; spanning
verlagen: schakelaar B in stand "0"
en knop E indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in de
opening van het bestuurdersportier.
Wanneer de bandenspanning sterk is afgenomen, is het lek niet goed
gedicht; neem dan contact op met
het PEUGEOT-netwerk om u te hel-
pen.

 Verwijder de set en berg deze op. Let op: dit product is schade-
lijk (ethyleenglycol, colofonium,
ethaandiol...) bij inname en ir-
riterend voor de ogen. Houd het
middel buiten het bereik van kin-
deren.
De uiterste gebruiksdatum staat
op de patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan
slechts één keer gebruikt worden
en moet na gebruik dus worden
vervangen, ook al is deze nog niet
geheel leeg.
Verwijderen van de patroon: draai
de patroon bij de dop helemaal los
en trek aan de patroon.
Werp de patroon na gebruik niet
weg, maar lever deze in bij het
PEUGEOT-netwerk of een offi ci-
eel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-
netwerk een nieuwe patroon met
afdichtmiddel te kopen.

 Neem zo snel mogelijk con-
tact op met het PEUGEOT-
netwerk.
Nadat een specialist de band heeft onderzocht, zal hij u
aanraden de band te laten re-
pareren of te vervangen.

 Rijd niet harder dan 80 km/h over
een afstand van maximaal onge-
veer 200 km.

Page 133 of 207

i
PRAKTISCHE INFORMATIE
123
* Volgens land van bestemming.
WIEL VERWISSELEN *
In het geval van een lekke band kunt u
het wiel met het bij de auto geleverde
gereedschap verwisselen volgens de
onderstaande procedure.
Toegang tot het gereedschap
Het gereedschap bevindt zich in een
houder op de bodem van de bagage-
ruimte, onder het reservewiel.
Zie paragraaf "Toegang tot het reser-
vewiel" op de volgende bladzijde voor
meer informatie over de toegang tot het
gereedschap. Beschikbaar gereedschap

1. Wielsleutel.
Hiermee kan de wieldop worden verwijderd en kunnen de wielbou-
ten worden losgedraaid.

2. Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden op- gekrikt.

3. Gereedschap voor het verwijde-
ren van sierdoppen.
Hiermee kunnen bij lichtmeta- len velgen de sierdoppen van de
wielbouten worden verwijderd.

4. Dop voor het verwijderen van slot-
bouten (in het dashboardkastje).
Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de speciale slot-
bouten worden verwijderd.
5. Afneembaar sleepoog.
Zie de paragraaf "Slepen van uw auto".
Al dit gereedschap is specifi ek voor
uw auto. Gebruik het niet voor ande-
re doeleinden.
Overige accessoires
Wiel met wieldop

Demonteren: verwijder eerst de
wieldop door deze met behulp van
de wielsleutel 1 bij de ventielope-
ning los te wippen en vervolgens
los te trekken.

Monteren: Plaats de wieldop, be-
gin bij de ventielopening en druk
de wieldop rondom met de hand
vast.

Page 134 of 207

i
i
PRAKTISCHE INFORMATIE
124
Toegang tot het reservewiel
Het noodreservewiel bevindt zich onder
de vloer van de bagageruimte.
Om bij het reservewiel te komen:

 sluit het dak,

 open het kofferdeksel,

 til de vloer op.
Bevestiging van het
noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van licht-
metalen velgen is het normaal dat
bij het monteren van het noodre-
servewiel de ringen van de bouten
de velg niet raken. Als de bouten
volledig zijn aangedraaid, zorgt het
conische draagvlak van de bouten
voor de bevestiging van het nood-
reservewiel.
Verwijderen van het reservewiel

 Maak de riem los.

 Til het reservewiel aan de achter-
zijde op en trek het naar u toe.

 Verwijder het wiel uit de bagage-
ruimte.
Terugplaatsen van het reservewiel

 Leg het reservewiel in de reserve-
wielbak.

 Plaats de riem en maak deze vast.

 Plaats de vloerplaat terug.
Detectie te lage
bandenspanning
Het reservewiel is niet voorzien van
een bandenspanningssensor. Laat
het repareren van de lekke band
uitvoeren door het PEUGEOT-net-
werk.

Page 135 of 207

i
PRAKTISCHE INFORMATIE
125
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar
het verkeer niet gehinderd wordt
en zorg ervoor dat de auto op een
vlakke en bij voorkeur horizontale,
stabiele en stroeve ondergrond
staat.
Trek de handrem aan, zet het con-
tact af en schakel de eerste ver-
snelling * in om de wielen te blok-
keren.
Plaats indien nodig een wielblok
onder het wiel kruislings tegenover
het te verwisselen wiel.
U dient er zeker van te zijn dat alle
inzittenden de auto hebben verla-
ten en zich op een veilige plaats
bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt; gebruik
een kriksteun.
Demonteren van het wiel
Procedure

 Verwijder de chromen sierdop van de
wielbouten met het gereedschap 3 .

 Bevestig, volgens uitvoering, de dop

4 op de wielsleutel 1 en draai de
slotbout een omwenteling los.

 Draai de overige wielbouten een
omwenteling los met alleen de wiel-
sleutel 1 .

 Plaats de krik 2 onder één van de
twee steunpunten aan de voorzijde

A of achterzijde B (bij het te verwis-
selen wiel).

 Draai de krik 2 uit tot het voetstuk op
de grond staat. Zorg ervoor dat het
voetstuk zich loodrecht onder het
gebruikte steunpunt A of B bevindt.

 Krik de auto op tot er voldoende
ruimte tussen het wiel en de grond
is om het (niet lekke) reservewiel te
monteren.

 Verwijder de wielbouten en leg ze
op een schone plaats weg.

 Verwijder het wiel.
* stand P van de automatische
transmissie.

Page 136 of 207

i
PRAKTISCHE INFORMATIE
126
Na het verwisselen van het wiel
Bij gebruik van een noodreserve-
wiel:

 monteer de wieldop niet,

 rijd niet harder dan 80 km/h.
Laat zo snel mogelijk het aanhaalmo-
ment van de wielbouten en de ban-
denspanning van het reservewiel con-
troleren door het PEUGEOT-netwerk.
Laat de lekke band zo spoedig mo-
gelijk repareren en verwissel hem
met het reservewiel.
Monteren van het wiel
Procedure

 Plaats het wiel op de naaf.

 Draai de wielbouten met de hand
vast.

 Draai de slotbout met de wielsleutel

1 en de dop 4 (volgens uitvoering)
enigszins vast.

 Draai de overige wielbouten enigs-
zins vast met alleen de wielsleutel 1 .

 Laat de krik zakken.

 Vouw de krik 2 op en verwijder
hem.

 Draai de slotbout vast met de wiel-
sleutel 1 en de dop 4 (volgens uit-
voering).

 Draai de overige wielbouten vast
met alleen de wielsleutel 1 .

 Bevestig de verchroomde doppen
op de overige wielbouten.

 Berg het gereedschap op in de hou-
der op de bodem van de bagage-
ruimte.

 Berg de lekke band op in een hoek
van de bagageruimte.

Page 137 of 207

i
i
PRAKTISCHE INFORMATIE
127
LAMPEN VERVANGEN
Een defecte lamp kan volgens de on-
derstaande procedure zonder gereed-
schap worden vervangen.
1. Richtingaanwijzers
(PY21W amberkleurig).

2. Parkeerlicht (W5W).

3. Dimlicht (H7-55W).

4. Grootlicht (H1-55W).

5. Bochtverlichting
(H7-55W).

6. Mistlampen (H11-55W). Richtingaanwijzers

 Raak de lamp niet met de vin-
gers aan, maar gebruik een
niet-pluizende doek.
Bij het vervangen van halogeenlam-
pen moet de verlichting minstens
enkele minuten uitgeschakeld zijn
(risico van ernstige verbranding).
In verband met het behoud van de
kwaliteit van de koplampen mogen
uitsluitend anti-UV-lampen worden
gebruikt.
Uitvoeringen met conventio nele lampen
De amberkleurige lampen (richting-
aanwijzers) moeten worden ver-
vangen door lampen met dezelfde
kleur en eigenschappen.

 Draai de lamphouder een kwart om-
wenteling en verwijder hem.

 Trek de lamp uit de lamphouder en
vervang de lamp.
Monteer de lamp in de omgekeerde
volgorde.
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:

 reinig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,

 gebruik een spons met zeepwater,

 wanneer u met een hogedrukspuit
hardnekkig vuil probeert te verwij-
deren, richt dan nimmer de straal op
de koplampen, de achterlichten en
de randen ervan, om lakbeschadi-
gingen en beschadiging van de af-
dichtrubbers te voorkomen. Uitvoeringen met bochtverlichting
Koplampen

Page 138 of 207

PRAKTISCHE INFORMATIE
128
Geïntegreerde zijknipperlichten
Mistlampen
Raadpleeg voor het vervangen van
deze lampen het PEUGEOT-netwerk.

 Steek ter hoogte van het midden
van het zijknipperlicht een schroe-
vendraaier tussen het zijknipperlicht
en de voet van de buitenspiegel.

 Wip het zijknipperlicht met de
schroevendraaier los.

 Neem de stekker van het zijknipper-
licht los.
Monteer het zijknipperlicht in de omge-
keerde volgorde.
Een nieuw zijknipperlicht is verkrijgbaar
bij het PEUGEOT-netwerk.
Parkeerlicht

 Neem de stekker van de koplamp
los.

 Trek aan de borglip en verwijder de
kunststof beschermkap.

 Draai de lamphouder een kwart om-
wenteling en verwijder hem.

 Trek de lamp uit de lamphouder en
vervang de lamp.
Monteer de lamp in de omgekeerde
volgorde.
Dimlicht, grootlicht of
bochtverlichting

 Neem de stekker van de koplamp
los.

 Trek aan de borglip en verwijder de
desbetreffende kunststof bescherm-
kap.

 Neem de stekker van de desbetref-
fende lamp los.

 Duw de borgveer open en verwijder
de lamp.
Monteer de lamp in de omgekeerde
volgorde.

Page 139 of 207

i
PRAKTISCHE INFORMATIE
129
Achterlichten

1. Remlichten (P 21 W).

2. Achterlichten (LED's).

3. Mistachterlichten (P 21 W).

4. Richtingaanwijzers
(PY 21 W amberkleurig).

5. Achteruitrijlichten (R 10 W). Lampen vervangen
Deze lampen (behalve de lampen met
LED's) kunnen van buitenaf worden
vervangen:

 open eerst het deksel om bij de be-
vestigingsbout te komen,

 verwijder de bevestigingsbout van
de achterlichtunit,

 verwijder de achterlichtunit via de
buitenzijde,

 neem de stekker van de achterlicht-
unit los,

 verwijder het afdichtrubber van de
achterlichtunit,

 druk de vier borglippen in en verwij-
der de lamphouder,

 draai de lamp een kwart omwente-
ling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeer-
de volgorde.
De amberkleurige lampen (richting-
aanwijzers) moeten worden ver-
vangen door lampen met dezelfde
kleur en eigenschappen.

Page 140 of 207

!
PRAKTISCHE INFORMATIE
130
Lamp derde remlicht vervangen
(LED's)
Neem voor het vervangen van dit type
lamp met LED's contact op met het
PEUGEOT-netwerk. Lamp van de
kentekenplaatverlichting vervangen
(W 5 W)

 Steek een kleine schroevendraaier
in één van de buitenste gaten van
het lampglas.

 Duw de schroevendraaier naar bui-
ten om het lampglas los te maken.

 Verwijder het lampglas.

 Trek de lamp uit de lamphouder en
vervang de lamp.
Wassen met een hogedrukspuit
Richt bij het wassen van hardnek-
kig vuil met een hogedrukspuit niet
direct op de koplampen, de verlich-
ting en de omringende delen om te
voorkomen dat de lak en de afdich-
ting beschadigd raken.

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 210 next >