Peugeot 207 CC 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 61 of 207

COMFORT
58
INDELING VAN DE
BAGAGERUIMTE

1. Bagageafdekscherm
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

2. Opberghoes voor het
windscherm
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

3. Riem

Page 62 of 207

i
!i
COMFORT
59
Als het dak is weggeklapt, kan het ge-
deelte van de bagageruimte dat be-
stemd is voor uw bagage worden be-
grensd.
Bagageafdekscherm
Als het windscherm is gedemonteerd en
opgevouwen, kan het in de bescherm-
hoes worden opgeborgen.
De hoes kan aan de rechterzijde van de
bagageruimte met behulp van een riem
worden vastgemaakt.
Opberghoes van het
windscherm
Als het bagageafdekscherm ge-
plaatst is, moet het volgende in acht
worden genomen:
- de bagage mag het afdekscherm nooit naar boven drukken,
- er mag nooit bagage op het af- dekscherm worden geplaatst.
Het bagageafdekscherm moet
altijd worden geplaatst voordat
het wegklapbare dak wordt ge-
opend (zie hoofdstuk "In een
oogopslag - § Openen"). Zie "Monteren/demonteren van het
windscherm" op de volgende blad-
zijden voor meer informatie over
het plaatsen van het windscherm.

Page 63 of 207

COMFORT
Opgevouwen scherm
MONTEREN/DEMONTEREN VAN
HET WINDSCHERM (WINDSTOP)
Als het dak is weggeklapt, zorgt het wind-
scherm voor meer comfort in het interi-
eur.
Het verticale gedeelte van het scherm
kan worden neergeklapt om het zicht
naar achteren bij het achteruitrijden te
verbeteren.
Het windscherm wordt in vier delen opge-
vouwen in de beschermhoes geleverd. Uitgevouwen scherm Monteren

 Klik de uiteinden van het geheel
vast.

 Vouw het scherm uit door de twee
delen 90° te openen tot u een klik
hoort.

 Vouw de geleiders van het frame
uit.

 Bevestig de geleiders in de houders
achter de veiligheidsgordels achter.

 Vouw beide delen uit tot aan de aan-
slag.

Page 64 of 207

i
COMFORT
61

 Bevestig de pennen van het frame
in de openingen in de zijbekleding
achter.
Wanneer het scherm voor het eerst
wordt geplaatst:

 plaats een steeksleutel (10) op het
zeskante gedeelte van de pen,

 draai de pen aan elke zijde vaster of
losser om de diepte af te stellen .

 Controleer ten slotte of het scherm
goed vastzit voordat u het gaat ge-
bruiken als het dak is weggeklapt.
Demonteren

 Duw de steunen van de pennen in en
trek eraan om ze uit de openingen in
de zijbekleding achter te verwijderen.
Bij het sluiten van het dak hoeft het
windscherm niet te worden gede-
monteerd.

Page 65 of 207

COMFORT
62

 Trek het scherm naar voren om de
geleiders uit de houders achter de
veiligheidsgordels achter te halen.

 Vouw de geleiders van het frame
op.

 Vouw het scherm op door de twee
grote delen op elkaar te leggen.

 Maak elk uiteinde afzonderlijk los.

 Vouw beide delen afzonderlijk op el-
kaar. Opbergen

 Berg het opgevouwen scherm op in
de beschermhoes.

 Gebruik de bevestigingsriem voor
de hoes aan de rechterzijde van de
bagageruimte (zie § "Indeling van
de bagageruimte").

Page 66 of 207

!
i
TOEGANG TOT DE AUTO
63
De supervergrendeling blokkeert
het van binnenuit en van buitenaf
openen van de portieren.
Als de supervergrendeling is inge-
schakeld, is ook de vergrendelings-
schakelaar in het interieur buiten
werking.
Schakel daarom nooit de superver-
grendeling in als er zich iemand in
de auto bevindt.
Als één van de portieren of de ach-
terklep geopend is, werkt de cen-
trale vergrendeling niet.
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
U kunt om de auto te ontgrendelen of ver-
grendelen de centrale vergrendeling bedie-
nen met de sleutel in het portierslot of met
de afstandsbediening. De sleutel met af-
standsbediening dient tevens voor de loka-
lisatie en het starten van de auto en maakt
deel uit van de diefstalbeveiliging.
Uitklappen van de sleutel

 Druk op de knop A om de sleutel uit
te klappen.
Ontgrendelen van de auto Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden
snel knipperen van de richtingaanwij-
zers.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
automatisch uitgeklapt (volgens uitvoe-
ring).
Vergrendelen van de auto
Supervergrendeling met de
afstandsbediening

 Druk op het gesloten hangslot om
de auto te vergrendelen.

 Druk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.

 Druk op het geopende
hangslot om de auto te ont-
grendelen.
Ontgrendelen met de sleutel in het
portierslot

 Draai de sleutel linksom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te ontgrendelen.
 Druk op het gesloten hang-
slot om de auto te vergren-
delen.
Normale vergrendeling met de
sleutel

 Draai de sleutel rechtsom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te vergrendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
automatisch ingeklapt (volgens uitvoe-
ring).
Ontgrendelen met de
afstandsbediening Supervergrendeling met de sleutel

 Draai de sleutel rechtsom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te vergrendelen.

 Draai de sleutel binnen 5 secon-
den nogmaals rechtsom om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.
De supervergrendeling wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer 2 secon-
den branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
automatisch ingeklapt (volgens uitvoe-
ring).
Normale vergrendeling met de
afstandsbediening

Page 67 of 207

i
TOEGANG TOT DE AUTO
64
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30 seconden een por-
tier wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in-en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk.
Inklappen van de sleutel

 Druk op de knop A om de sleutel in
te klappen. Lokaliseren van de auto

 Druk op het gesloten hangslot om
de eerder vergrendelde auto te lo-
kaliseren op een parkeerplaats.
De plafonnier gaat branden en de knip-
perlichten knipperen gedurende enkele
seconden. Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die
over een specifi eke code beschikt. Om te
kunnen starten, moet bij het aanzetten van
het contact de code van de sleutel worden
herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blok-
keert het motormanagementsysteem
zodra het contact wordt afgezet en voor-
komt zo het starten van de motor bij een
inbraak.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt
u gewaarschuwd door dit verklik-
kerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
De auto kan dan niet gestart wor-
den. Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.

 Druk langer dan 2 seconden
op de ontgrendelingsknop
van de afstandsbediening.
De achterklep wordt op een
kier gezet.
Ontgrendelen en op een kier
zetten van de achterklep

Page 68 of 207

i
TOEGANG TOT DE AUTO
65
Starten van de motor

 Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van de startblokkering.

 Draai de sleutel rechtsom in de
stand 3 (Starten) .

 Laat zodra de motor draait de sleu-
tel los.
Afzetten van de motor

 Zet de auto stil.

 Draai de sleutel linksom in de stand

1 (Stop) .

 Verwijder de sleutel uit het contact-
slot. Storing afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten
van de accukabels, het vervangen van
de batterij van de afstandsbediening
of een storing in de afstandsbediening
kan de auto niet meer met de afstands-
bediening ontgrendeld, vergrendeld en
gelokaliseerd worden.

 Ontgrendel of vergrendel de auto
eerst met de sleutel in het slot.

 Synchroniseer vervolgens de af-
standsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk als de storing niet
is verholpen. Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Synchroniseren

 Zet het contact af.

 Zet de sleutel in de stand 2 (Contact) .

 Druk zo snel mogelijk gedurende
enkele seconden op de vergrendel-
knop (gesloten hangslot) van de af-
standsbediening.

 Zet het contact af en verwijder de
sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
 Wip het huis met een muntstuk bij
het oog los.

 Verwijder de lege batterij.

 Schuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.

 Klik het huis vast.

 Synchroniseer de afstandsbediening.
Deze batterij is in het PEUGEOT-net-
werk verkrijgbaar.
Als de batterij van de afstands-
bediening leeg is, wordt u ge-
waarschuwd door dit verklikker-
lampje, een geluidssignaal en
een melding op het multifuncti-
onele display.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog in
het contact steekt, klinkt er een
geluidssignaal.

Page 69 of 207

!
TOEGANG TOT DE AUTO
66
Gooi de lege batterijen van de af-
standsbediening niet weg: ze be-
vatten metalen die schadelijk zijn
voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een spe-
ciaal verzamelpunt.
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot
storingen leiden.

Page 70 of 207

i
TOEGANG TOT DE AUTO
64
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30 seconden een por-
tier wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in-en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk.
Inklappen van de sleutel

 Druk op de knop A om de sleutel in
te klappen. Lokaliseren van de auto

 Druk op het gesloten hangslot om
de eerder vergrendelde auto te lo-
kaliseren op een parkeerplaats.
De plafonnier gaat branden en de knip-
perlichten knipperen gedurende enkele
seconden. Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die
over een specifi eke code beschikt. Om te
kunnen starten, moet bij het aanzetten van
het contact de code van de sleutel worden
herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blok-
keert het motormanagementsysteem
zodra het contact wordt afgezet en voor-
komt zo het starten van de motor bij een
inbraak.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt
u gewaarschuwd door dit verklik-
kerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
De auto kan dan niet gestart wor-
den. Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.

 Druk langer dan 2 seconden
op de ontgrendelingsknop
van de afstandsbediening.
De achterklep wordt op een
kier gezet.
Ontgrendelen en op een kier
zetten van de achterklep

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 210 next >