Peugeot 208 2013 Handleiding (in Dutch)

Page 141 of 332

139
6
Veiligheid


Airbag aan passagierszijde OFF Raadpleeg de voorschriften op de sticker die zich aan beide zijden van de zonneklep aanpassagierszijde bevindt.

Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als u eenkinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.

Page 142 of 332

140
Veiligheid











Door PEUGEOT aanbevolen kinderzitjes
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kgGroep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg




L1"RÖMER Baby-SafePlus" Wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst.


L2"KIDDY Comfort Pro" Voor het vervoer van jonge kinderen(van 9 tot 18 kg) is het gebruik van debeschermband verplicht.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg



L4"KLIPPAN Optima" Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.



L5
"RÖMER KIDFIX"
Kan aan de I
SOFIX-verankeringen van de auto worden bevestigd. Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel. PEUGE
OT lever t een complete reeks kinderzitjes met ar tikelnummer die met een
driepuntsveiligheidsgordelkunnen worden vastgemaakt:

Page 143 of 332

141
6
Veiligheid












Bevestiging kinderzitjes met de
veiligheidsgordel
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeelgehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht van het kind/ leeftijdsindicatie /
PlaatsTot 13 kg (groep 0 (b) en 0+) Tot ± 1 jaar
9 tot 18 kg(groep 1) Van ± 1 tot ± 3 jaar

15 tot 25 kg
(groep 2) Van ± 3 tot ± 6 jaar

22 tot 36 kg(groep 3) Van ± 6 tot ± 10 jaar

Passagiersstoel vóór (c)



- met hoogteverstelling
U(R)U(R)U(R)U(R)



- zonder hoogteverstellingUUUU

Zitplaats links of rechts achter UUUU

Middelste zitplaats achter UUUU
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan worden bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboor te tot 10 kg. Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op de passagiersstoel vóór worden bevestigd.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.U: plaats geschikt voor het bevestigen van een universeel goedgekeurd kinderzitje met de veiligheidsgordel. Kinderzitje geplaatst met de rug in de rijrichting of het gezicht in de rijrichting.U(R): als U, waarbij de stoel van de auto in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren moet staan.

Page 144 of 332

142
Veiligheid
De onjuiste bevestiging van een kinderzitjebrengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding. Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder hetkinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of hettuigje van het kinderzitje, zelfs bij kor te ritten,worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt. Zorg er bij het bevestigen van hetkinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren. Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoenderuimte tussen de voorstoel en:


- het kinderzitje "met de rug in de rijrichting",

- de voeten van het kind in het kinderzitje"met het gezicht in de rijrichting".





Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van deveiligheidsgordel moet over de schouder vanhet kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzienvan een gordelgeleider ter hoogte van deschouder. Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van dekinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomendat de por tieren en de por tierruiten achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de portierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.

Schuif daartoe de voorstoel naar vorenen zet de rugleuning ervan, indien nodig,
rechter op. Zorg er voor een optimale bevestigingvan het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en ver wijder de hoofdsteun.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de autovliegt bij krachtig afremmen. Plaats dehoofdsteun terug als een volwassene op de desbetreffende zitplaats plaatsneemt.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op depassagiersstoel voor worden ver voerd,behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijndoor andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of ver wijderd is. Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van deairbag levensgevaarlijk gewond raken.

Page 145 of 332

143
6
Veiligheid
Uw auto voldoet aan de nieuwe ISOFIX-normen. De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:



















ISOFIX-bevestigingen

Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:


- twee bevestigingsringen A
, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een sticker, De I
SOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzit
je in uw auto.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de linker
achterstoel kunt plaatsen, moet u eerst de
middelste veili
gheidsgordel achter naar het
midden van de auto duwen op een zodanige
manier dat de gordel normaal blijft werken.
De ISOFIX-kinderzitjeszijn voorzien van twee sloten die aan de twee bevestigingsringen Akunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriemdie kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B.
Zet om de bovenste bevestigingsriem vast te
maken de hoofdsteun van de zitplaats omhoogof ver wijder de hoofdsteun en haal de riem over de rugleuning. Bevestig de riem met de haakaan de bevestigingsring B en trek de riem zo strak mogelijk aan.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het kind bij een aanrijding ernstig letseloplopen.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarinstaat vermeld welke kinderzitjes voor welke
zitplaatsen geschikt zijn. - één bevesti
gingsring B
achter de stoel, TopTe t h e rgenoemd, voor de bevestiging vanrde bovenste riem.

Page 146 of 332

144
Veiligheid










ISOFIX-kinderzitjes aanbevolen door PEUGEOT en
gehomologeerd voor uw auto
RÖMER Duo Plus ISOFIXkinderzitje (lengtecategorie: B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg




Dit zitje wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst. Het wordt verankerd met een bovenste riem aan de ringen A
en de ring B, de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit zitje kan worden geïnstalleerd met het gezicht in de rijrichting. Het wordt bevestigd aan de stoel
met behulp van een driepuntsgordel.
Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.

Page 147 of 332

145
6
Veiligheid










Overzicht van zitplaatsen geschikt voor
ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( A
t/m G).
Gewicht van het kind
/ leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)Tot ca. 6 maanden
Tot 10 kg (groep 0)Tot 13 kg
(groep 0+)Tot ca. 1 jaar

Van 9 tot 18 kg (groep 1)Van 1 tot ca. 3 jaar

Type ISOFIX-kinderzitjeReiswieg"rug in de rijrichting""rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maatFGCDECDABB1


Passagiersstoel voor Geen ISOFIX

Buitenste zitplaatsen achter XIL-SU*IL-SUIL-SU*IL-SUIUFIL- SU


Middelste zitplaats achter

Geen ISOFIX
IUF:
zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX- kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem.
IL-SU:zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje:


- ru
g in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun,

-
gezicht in de rijrichting voorzien van een steun,

- reiswie
g voorzien van een bovenste riem of een steun.
Raadplee
g de paragraaf "Isofix-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem.
X
:zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven gewichtscategorie.
*

Stoel van de auto in een specifieke stand: schuif de voorpassagiersstoel naar voren.

Page 148 of 332

146
Veiligheid





Elektrische kinderbeveiliging

De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend.

Inschakelen
)
Druk bij ingeschakeld contact op deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat branden in combinatie met een melding die het
inschakelen bevestigt.
Het lampje blijft branden zolang de elektrischekinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te
openen en de elektrisch bedienbare achterstezijruiten te bedienen vanaf de bestuurdersstoel.

Uitschakelen
)Druk nogmaals bij ingeschakeld contact opdeze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
uit in combinatie met een meldin
g die het
uitschakelen bevesti
gt.
Het lampje blijft uit zolang de elektrische
kinderbeveiliging is uitgeschakeld.

Als het lampje een ander signaal geeft,wijst dit op een storing in de elektrische kinderbeveiliging. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT- netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats.


Dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale vergrendeling; gebruik hetnooit in plaats daarvan.
Controleer bij het aanzetten vanhet contact altijd de stand van de kinderbeveiliging.
Neem vóór het verlaten van de auto altijd de sleutel uit het contact, zelfsvoor korte periodes.








Mechanisch
kinderslot
Vergrendelen
)Draai de rode knop met de contactsleutel
tot de aanslag:
- naar links bij het linker achterportier,
- naar rechts bi
j het rechter achterportier.
Ontgrendelen
)Draai de rode knop met de contactsleuteltot de aanslag:
- naar rechts bij het linker achterportier,
- naar links het rechter achterportier.
Beide achterportieren zijn voorzien van een
kinderslot om het openen van binnenuit te
v
erhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van beideachterportieren.

Page 149 of 332

147
7
Praktische informatie
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
De volledi
ge set voor de reparatie van een
band bestaat uit een compressor en een flacon
met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijndegarage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekkebanden worden gerepareerd, als het lek zich in het loopvlak of de hiel van de band bevindt.

















Bandenreparatieset

Toegang tot de setOverzicht gereedschap

Al het gereedschap is specifiek bestemd
voor uw auto, gebruik het niet voor andere
doeleinden. A
fhankelijk van de uitvoering is uwauto voorzien van het volgende gereedschap.
1.12V-compressor.
De compressor bevat een
afdichtin
gsproduct voor het tijdelijk
repareren van een band en regelt de bandenspanning. 2. Afneembaar sleepoog.
Zie paragraaf "Slepen van de auto".

Page 150 of 332

148
Praktische informatie
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op
spanning brengen".B.Aan/uit schakelaar "I/O".C.Knop voor leeg laten lopen. D. Manometer (bar of psi).E.
Opbergvak met:
- kabel + adapter voor 12V-aansluiting,
- diverse opblaasnippels voor accessoires
als ballonnen, fietsbanden, ...
Beschrijving van de set
F.
Flacon met afdichtmiddel.
G.Witte slang met dop voor de reparatie. H.Zwar te slang voor het op spanning brengen. I. Sticker met snelheidslimiet.


De sticker met snelheidslimiet Imoet op het stuur wiel worden geplakt om ute herinneren aan het feit dat de bandtijdelijk is gerepareerd.
Rijd na het repareren met behulp van de bandenreparatieset niet sneller dan80 km/h.

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 340 next >