PEUGEOT 3008 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 292

49
Ergonomie en comfort
35.Afstelling van de lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun
zowel in diepte als in hoogte worden
ingesteld.


Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om
de mate van steun voor de lendenen te
vergroten of te verkleinen.



Houd het bovenste of onderste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de
lendensteun te verhogen of te verlagen.
Zitposities opslaan
Deze functie, die is gekoppeld aan de
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, biedt
de mogelijkheid om twee standen van de
bestuurdersstoel in het geheugen op te slaan.
Dit vergemakkelijkt het instellen van de stoel als
de auto regelmatig door een andere bestuurder
wordt gebruikt.
Het slaat de elektrisch afgestelde posities van de
stoel en de buitenspiegels op.


Met de toetsen M / 1 / 2
► Stap in de auto en zet het contact aan.


Zet uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.



Druk op toets
M en vervolgens binnen 4
seconden op toets 1 of 2.
Het opslaan wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de
stoel niet gehinderd wordt door
voorwerpen of personen.
Contact aan of draaiende motor


Druk op toets
1 of 2 om de betreffende
zitpositie op te roepen.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de
stoelpositie volledig is aangepast. U kunt de beweging onderbreken door op de
toets M, 1 of 2 te drukken of door één van de
schakelaars van de stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het
rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is
tot ongeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact mogelijk.
Stoelverwarming



De functie werkt alleen als de motor draait.
► Druk op de toets voor uw stoel.


Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de
stand van de verwarming; het bijbehorende
aantal controlelampjes gaat branden.



U kunt de verwarming uitschakelen door op
de toets te drukken totdat alle controlelampjes
uit zijn.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij
het uitzetten van het contact.

Page 52 of 292

50
Ergonomie en comfort
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Verlaag de verwarmingsstand zo snel
mogelijk.
Als de stoel en het interieur een prettige
temperatuur hebben bereikt, schakel de
functie uit; als het stroomverbruik daalt, daalt
ook het energieverbruik.
Langdurig gebruik van de
stoelverwarming wordt afgeraden voor
personen met een gevoelige huid.
Personen die warmte niet goed kunnen
voelen door bijvoorbeeld ziekte of medicijnen,
kunnen brandwonden krijgen.
Voorkom als volgt schade aan het
verwarmingselement en kortsluiting:


Plaats geen zware voorwerpen op de stoel.



Ga niet op uw knieën op de stoel zitten of
op de stoel staan.



Mors geen vloeistoffen op de stoel.



Gebruik de stoelverwarming nooit als de
stoel vochtig is.
Meerkeuzemassagefunctie
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij
de intensiteit van de massage kan worden
ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem. Via het touchscreen kunnen de instellingen van
de massagefunctie worden aangepast.
Vanaf de voorstoel:
► Druk op deze toets. Het groene lampje
gaat branden.
De pagina met de laatst opgeslagen instellingen
wordt op het touchscreen geopend.
Als de instellingen naar uw zin zijn, hoeft u niets
te doen en zal deze pagina automatisch weer
sluiten. De functie wordt direct ingeschakeld.
De stoelen moeten één voor één worden
ingesteld, beginnend bij de bestuurdersstoel.
De instellingen wijzigen:


Begin bij de bestuurdersstoel.



Selecteer een massage-intensiteit uit de drie
verschillende niveaus: " 1

" (Zacht), "2" (Normaal)
of "3" (Hard).


Selecteer een andere soort massage dan
wordt aangeboden.



W

acht tot de pagina met de instellingen van
de bestuurdersstoel verdwijnt.


Ga vervolgens op dezelfde manier verder
met de passagiersstoel.
De wijzigingen worden direct toegepast.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt
een één uur durende massagecyclus gestart,
bestaande uit sessies van 6 minuten massage
en 3 minuten pauze.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld
aan het einde van de cyclus; het lampje van de
schakelaar gaat uit.
Het stuurwiel verstellen

► Trek aan de hendel om het stuurwiel te
ontgrendelen terwijl de auto stilstaat.


V
erstel het stuurwiel in hoogte en diepte voor
een optimale zithouding.


Druk de hendel weer vast om het stuurwiel te
vergrendelen.
Deze afstellingen mogen om
veiligheidsredenen alleen worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
Spiegels
Buitenspiegels
Stel de buitenspiegels om
veiligheidsredenen zo af dat de dode
hoek zo klein mogelijk is.
De objecten die u in de spiegel ziet zijn
dichterbij dan ze lijken. Houd hiermee
rekening om de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer goed in te schatten.

Page 53 of 292

51
Ergonomie en comfort
3Ontwasemen / ontdooien
Het ontwasemen / ontdooien van de
buitenspiegels werkt gelijktijdig met de
achterruitverwarming.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de achterruitverwarming .
Afstellen

► Beweeg schakelaar A naar rechts of links om
de juiste buitenspiegel te selecteren.


Duw schakelaar B

in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen.


Zet schakelaar
A weer in de middenstand.
Handmatig inklappen
De spiegels kunnen handmatig worden ingeklapt
(parkeren, smalle garage, enz.).

Kantel de spiegel richting de auto.
Elektrisch inklappen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de
buitenspiegels elektrisch inklapbaar.
► Zorg dat het contact is
aangezet en zet schakelaar A

vanuit de auto in de middelste
stand.


Beweeg schakelaar A

naar
achteren.


V

ergrendel de auto van buitenaf.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van schakelaar A, worden ze niet
automatisch uitgeklapt als de auto wordt
ontgrendeld.
Elektrisch uitklappen
► Van buitenaf: ontgrendel de auto.
► V an binnenuit: zet met aangezet contact
schakelaar A
in de middelste stand en beweeg
deze daarna naar achteren.
Afhankelijk van de uitvoering wordt de functie voor het automatisch in- en
uitklappen van de buitenspiegels via het
menu Rijverlichting


/ Auto
van het
touchscreen worden ingesteld.
Deze instelling kan ook door een PEUGEOT-
dealer of een bevoegde werkplaats worden
ingesteld.
Automatisch kantelen van buitenspiegels bij achteruitrijden
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de spiegels
met deze functie automatisch omlaag worden
gekanteld, om achteruit parkeren gemakkelijker
te maken.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait, wordt het spiegelglas van
de spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:


Enkele seconden nadat er uit de
achteruitversnelling is geschakeld.



W
anneer er sneller dan 10 km/h wordt
gereden.


Als de motor wordt afgezet.
Deze functie kan worden ingesteld in het
menu Rijverlichting/Auto op het
touchscreen.
Binnenspiegel

Page 54 of 292

52
Ergonomie en comfort

Het elektrochroomsysteem gebruikt een sensor
voor het detecteren van het niveau van het
buitenlicht en van het licht dat van achteren op
de auto valt zodat er automatisch en geleidelijk
tussen dag- en nachtstand kan worden
geschakeld.
Voor optimaal zicht bij het manoeuvreren
wordt het spiegelglas automatisch
helderder als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Het systeem wordt uitgeschakeld als de
lading in de bagageruimte hoger dan de
bagageafdekking is of als er voorwerpen op
de bagageafdekking zijn geplaatst.
Hoofdsteunen achter







Hoge stand (als zitplaatsen bezet zijn):
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
Lage stand
(opgeborgen stand, als de
zitplaatsen onbezet zijn):
► Druk de pallen ( A ) in om de hoofdsteun los te
halen en duw deze omlaag.
De hoofdsteunen achter kunnen worden
verwijderd.
Een hoofdsteun verwijderen
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.


Druk vervolgens de pallen ( A

) in om de
hoofdsteun te ontgrendelen en zet hem helemaal
omhoog.


Berg de hoofdsteun op.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.


Duw de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.



Druk de pallen ( A

) in om de hoofdsteun los te
halen en duw deze omlaag.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
De hoofdsteun van de middelste
zitplaats en de hoofdsteunen van
de buitenste zitplaatsen zijn niet uitwisselbaar.

Page 55 of 292

53
Ergonomie en comfort
3Achterbank

Achterbank met vaste zittingen en een in twee
delen (2/3 - 1/3) neerklapbare rugleuning
waarmee de bagageruimte kan worden vergroot.
De rugleuningen
neerklappen


Beide delen van de rugleuning kunnen op twee
manieren worden ontgrendeld:

Met een handgreep 1

aan de buitenzijde van
de rugleuning.


Met een hendel 2

op het zijpaneel van de
bagageruimte (afhankelijk van de uitvoering).
Verplaats de rugleuningen uitsluitend
wanneer de auto stilstaat.
Eerste handelingen:
► Zet de hoofdsteunen omlaag.


Zet de armsteun achter omhoog.



Schuif waar nodig de voorstoelen naar voren.



Controleer of er geen persoon of voorwerp
(zoals kleding of bagage) in de buurt is en u de
rugleuningen ongehinderd kunt neerklappen.



Controleer of de buitenste veiligheidsgordels
vlak op de rugleuning liggen.



Controleer of de middelste veiligheidsgordel
in de houder is opgeborgen.
Bij het neerklappen van de rugleuning
gaat de desbetreffende zitting iets
omlaag.
Om een vlakke laadvloer te verkrijgen is het
raadzaam de uitneembare laadvloer in de
hoogste stand te zetten.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld, is de
rode indicator zichtbaar in de handgreep.
Neerklappen van de achterbank
vanuit het interieur


► Druk de handgreep ( 1 ) voor het ontgrendelen
van de rugleuning in.


Beweeg de rugleuning 3

naar voren tot hij
plat ligt.
Neerklappen vanuit de bagageruimte

Page 56 of 292

54
Ergonomie en comfort
► Trek de handgreep 2 voor het ontgrendelen
van de rugleuning naar u toe.
De rugleuning 3 wordt volledig op de zitting
neergeklapt.
De rugleuningen in de
oorspronkelijke stand
terugzetten
Controleer eerst of de buitenste
veiligheidsgordels goed verticaal langs
de vergrendelingsogen van de rugleuningen
zijn geplaatst.


► Zet de rugleuning ( 3 ) rechtop en druk hem
stevig aan zodat hij wordt vergrendeld.


Controleer of de rode indicator van de
handgreep 1

niet meer zichtbaar is.


Controleer of de buitenste veiligheidsgordels
niet klem zitten.
Let op: als de rugleuning niet goed is
vergrendeld, komt de veiligheid van de
passagiers bij een noodstop of een aanrijding
in gevaar.
Voorwerpen in de bagageruimte kunnen naar
voren worden geslingerd - Kans op ernstig
letsel!
Stoelen van de tweede
zitrij


De stoel afstellen
De zitplaatsen van de derde rij zijn los van elkaar
en even breed. De rugleuningen kunnen worden
neergeklapt om de bagageruimte aan te passen.


A. In lengterichting verstellen
B. Hoek van de rugleuning afstellen en
rugleuning neerklappen
C. De rugleuning vanuit de bagageruimte
neerklappen en nooduitstapfunctie voor de
passagiers op de derde zitrij
D. Toegang tot de derde zitrij

Page 57 of 292

55
Ergonomie en comfort
3In lengterichting verstellen

► Trek de beugel A omhoog en schuif de stoel
in de gewenste stand.


Laat de stang los om de stoel in de
betreffende positie te vergrendelen.
Hoek van de rugleuning afstellen

Zitplaatsen aan de buitenkant ►
T
rek aan de lus B1 en beweeg de rugleuning
naar achteren of naar voren, beweeg indien
nodig uw lichaam met de rugleuning mee.

Laat de hendel los en controleer of de
rugleuning goed is vergrendeld in de gewenste
stand.
Middelste zitplaats


T
rek aan de lus B2 en beweeg de rugleuning
naar achteren of naar voren; beweeg waar nodig
uw lichaam met de rugleuning mee.

Laat de lus los en controleer of de rugleuning
goed in de gewenste stand is vergrendeld.
Vlakke laadvloer

De rugleuningen neerklappen
► Controleer of de uitklaptafeltjes op de
rugleuning van de voorstoelen volledig zijn
ingeklapt.


Zet de stoelen op de tweede zitrij zo ver
mogelijk naar achteren.
Zorg ervoor dat de handen en voeten
van passagiers (met name kinderen)
tijdens uw handelingen met de stoelen uit de
buurt van bewegende delen zoals
scharnieren en rails blijven. Kans op ernstig
letsel!
Neerklappen van buitenaf

► Trek aan de hendel B1 of de lus B2 totdat de
rugleuning volledig naar achteren is geklapt.


Laat de hendel of lus los.



Duw de rugleuning voorzichtig naar voren,
zodat de rugleuning kantelt en helemaal op de
zitting wordt geklapt.

Page 58 of 292

56
Ergonomie en comfort
Neerklappen vanuit de bagageruimte

Bijvoorbeeld bij het laden of vanaf de derde zitrij:
► T rek aan de lus C van de gewenste stoel om
deze te ontgrendelen en duw de rugleuning iets
naar voren.
De stoel in de oorspronkelijke stand
terugzetten


► Plaats de aansluitpanelen van de stoelen van
de 2e zitrij tegen de rugleuningen.

Zet de rugleuning rechtop tot hij wordt
vergrendeld.
Controleer, voordat u handelingen aan
de achterbank uitvoert, of de buitenste
veiligheidsgordels goed gespannen zijn om
schade aan de veiligheidsgordels te
voorkomen. De middelste veiligheidsgordel
moet in de hemelbekleding worden
opgeborgen.
Aansluitpanelen

Elke stoel is voorzien van een aansluitpaneel
aan de onderzijde van de rugleuning dat
eenmaal uitgeklapt:


zorgt voor een volledig vlakke laadvloer van
de bagageruimte, ongeacht de stand van de
stoelen,
– voorkomt dat er voorwerpen onder de stoelen
op de 2e zitrij terechtkomen.
De aansluitpanelen worden met een magneet
tegen de rugleuningen aan gehouden.
Deze aansluitpanelen zijn niet ontworpen
om een gewicht van meer dan 30
kg te
dragen.
Controleer voordat u de aansluitpanelen
uitklapt of de stoelen van de 2e zitrij zo
ver mogelijk naar achteren zijn gezet.
Toegang tot de derde zitrij
De derde zitrij is toegankelijk via de tweede zitrij.

Van buitenaf of vanaf de derde zitrij:
► Controleer of de uitklaptafeltjes op de
rugleuning van de voorstoelen volledig zijn
ingeklapt.

Page 59 of 292

57
Ergonomie en comfort
3► Trek aan de hendel D, beweeg de rugleuning
naar voren om deze te kantelen en schuif de
stoel naar voren.
De stoel weer terugzetten in de normale positie:


Zet de rugleuning rechtop tot de stoel wordt
vergrendeld.
Ongeacht de oorspronkelijke stand van de stoel
wordt deze automatisch op een derde van het
bereik van de verstelling in lengterichting gezet
om voldoende ruimte over te houden voor de
passagiers op de derde zitrij.
Als dit systeem niet werkt (hendel D),
kunnen de passagiers op de derde zitrij
ook uitstappen door de rugleuning van de
stoelen op de tweede zitrij neer te klappen
met behulp van de lus C.
Laat kinderen de stoelen niet zonder toezicht
van volwassenen bedienen.
Stoelen van de derde zitrij

De twee zitplaatsen van de derde zitrij zijn in hun
weggeklapte positie onderin de bagageruimte
opgeborgen. Ze zijn afgedekt met stijve
vouwpanelen die aan het voertuig zijn bevestigd.
Laat kinderen de stoelen niet zonder
toezicht van volwassenen bedienen.
Elk vouwpaneel kan een gewicht van
maximaal 100
kg dragen als de stoelen
van de derde zitrij zijn weggeklapt.
Als de stoelen van de derde zitrij zijn
verwijderd en de verwijderbare steunen van
de vouwpanelen gemonteerd, dan is de
maximale belasting beperkt tot 50
kg.


Als er een stoel in de bagageruimte aanwezig
is, is de verwijderbare steun tegen de voorwand
van de houder bevestigd.
Als de stoel voor extra opbergruimte uit
de bagageruimte is verwijderd, moet de
verwijderbare steun worden gemonteerd op de
twee nokken op de middenwand.
Samenvouwen van de
vouwpanelen


► Trek aan de lus; de 3 delen van het
desbetreffende vouwpaneel worden
samengevouwen.
Wanneer de stoelen van de 3
e zitrij rechtop
staan, kunnen de samengevouwen vouwpanelen
rechtop of plat achter de stoelen worden gelaten
(waardoor de stoel en bagageruimte vrijkomen).
De stoelen plaatsen
De handelingen moeten vanaf de dorpel van de
bagageruimte worden uitgevoerd.

Page 60 of 292

58
Ergonomie en comfort

► Verwijder de bagageafdekking.
► Zet de aansluitpanelen van de stoelen van de
2e zitrij rechtop.
► Klap het vouwpaneel terug en zet dit rechtop
(verticaal).


T
rek aan de zwarte riem E aan de achterzijde
van de rugleuning.
De rugleuning kantelt naar achteren, waardoor
de zitting omhoogkomt; de stoel wordt in de
opgeklapte positie vergrendeld.
De bagageafdekking kan achter de rugleuningen
van de 3
e zitrij worden opgeborgen.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken
voor meer informatie over voorzieningen
bagageruimte en met name over de
bagageafdekking.
De stoelen wegklappen

► Zet de aansluitpanelen van de stoelen van de
2e zitrij rechtop.
► Zet de hoofdsteun in de laagste stand.


Controleer dat de veiligheidsgordels in de
3e zitrij correct en zonder vouwen of verdraaien
langs de zijbekleding zijn opgeborgen.


T
rek aan de rode riem F onderaan de
rugleuning.
De stoel wordt ontgrendeld.


Duw de rugleuning iets naar voren.
De rugleuning kantelt naar voren op de zitting;
de weggeklapte stoel wordt aan de achterzijde
van de opbergruimte opgeborgen.



Plaats de vouwpanelen weer boven de
opgeklapte stoelen.
Voordat u verder gaat met de stoelen van
de 3e zitrij, moet u eerst de
aansluitpanelen van de 2e zitrij rechtop zetten.
Probeer een stoel in de 3e zitrij niet terug
te klappen voordat deze uitgeklapt is en de
rugleuning volledig vergrendeld is.
Laat niets op of onder de zittingen van de
3
e zitrij achter wanneer deze weggeklapt
worden.
Houd bij het wegklappen van de stoel de
riem F niet vast - uw vingers kunnen beklemd
raken!
De stoelen verwijderen
Het is raadzaam eerst de rechterstoel te
verwijderen om de toegang tot de ontgrendeling
van de linkerstoel te vergemakkelijken.


De stoel moet eerst zijn neergeklapt.
De handelingen moeten vanaf de dorpel van de
bagageruimte worden uitgevoerd.


Klap het vouwpaneel terug.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 300 next >