Peugeot 306 C 2001 Handleiding (in Dutch)
Page 81 of 133
Handrem Aantrekken
Trek, als de auto stilstaat, de hand- remhefboom omhoog.
Trap het rempedaal in om het aan- trekken en loszetten van de handremte vergemakkelijken en trek dehandrem bij draaiende motor aan. Loszetten Druk de knop in en duw de hefboom geheel omlaag.
Handgeschakeldeversnellingsbak Schakel volgens het op de knop aan- gegeven schakelpatroon. De achteruit mag alleen vanuit de neutraalstand worden ingescha-keld als de auto stilstaat en demotor stationair draait.
102
RIJDEN MET UW 306 CABRIOLET
ANTIBLOKKEER-SYSTEEM (ABS) In combinatie met door de fabrikant gehomologeerde banden die in goede
staat verkeren zorgt het ABS-systeemmet de elektronische remdrukregelaarvoor een betere stabiliteit en bestuur-baarheid van uw auto, vooral op eenslecht of glad wegdek. Het antiblokkeersysteem treedt auto- matisch in werking zodra ŽŽn van dewielen dreigt te blokkeren.
Trap bij een noodstop het rempe-daal krachtig en volledig in en laathet niet los. Onder bepaalde omstandigheden is
de normale werking van het ABSmerkbaar door het trillen van hetrempedaal.
Stuurbekrachtiging
Voorziening ter verbetering van het comfort, waarmee het beste compro-mis bereikt wordt tussen de kracht bijhet sturen bij parkeermanoeuvres enbij het rijden op hoge snelheid.
Page 82 of 133
103
RIJDEN MET UW 306 CABRIOLET
AIRBAGSAIRBAGS VOOR
De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op dewerking van de veiligheidsgordels. De elektronische schoksensors regi- streren een plotselinge vertraging vande auto: als de drempelwaarde voorhet in werking treden wordt over-schreden, worden de airbags onmid-dellijk opgeblazen en vullen ze deruimte tussen de inzittenden en deauto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de kracht vande aanrijding is afhankelijk van hetsoort obstakel en de snelheid van deauto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irrite- ren. Deze zijn voor de bestuurder in hetmidden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld) bijfrontale aanrijdingen waarbij de kansbestaat op letsel aan hoofd en borst.
UITSCHAKELEN AIRBAG
AAN PASSAGIERSZIJDE Als uw auto is voorzien van een airbag aan passagierszijde, moetdeze altijd uitgeschakeld wordenals u een kinderzitje met de rug inde rijrichting op de voorstoelplaatst. Neem de sleutel uit het contact en steek deze in de schakelaar
1en
draai deze in stand Ç OFF È.
- Het verklikkerlampje op het instru- mentenpaneel brandt zolang deairbag is uitgeschakeld.
In de stand ÇOFFÈwerkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventu-ele aanrijding niet.
Page 83 of 133
104
RIJDEN MET UW 306 CABRIOLET
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met airbagschakelaar: - schakel de airbagaan passagiers- zijde uit als u eenkinderzitje met derug in de rijrichtingop de voorstoelplaatst.
- schakel de airbag in als er een pas-sagier op de voor-stoel zit.
Auto's zonder airbagschakelaar:
- plaats geen kinderzitje met de rug in de rijrich-ting op de voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw
voeten, noch enig voorwerp op hetdashboard. Controle van werking Het goed functioneren van het systeem wordt aangegevendoor een verklikkerlampje in
het instrumentenpaneel. Als de airbag aan passagierszijde ingeschakeld is (stand ÒONÓ), gaat
het verklikkerlampje bij het aanzettenvan het contact gedurende 6 seconden branden. Als de airbag aan passagierszijde uit- geschakeld is (stand ÇOFFÈ) blijft het
verklikkerlampje branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert uw PEUGEOT-servi-cepunt. ZIJ-AIRBAGS Deze zijn aan de zijde van de portie- ren in de rugleuningen van de voor-stoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen van opzijwaarbij een kans bestaat op ernstigletsel aan buik, borst of hoofd. Het goed functioneren van het systeemwordt aangegeven door een verklikker-lampje in het instrumentenpaneel. Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 seconden branden.
Controle vanwerking
Als het verklikkerlampje:
Ð niet brandt na het aanzetten van het contact of,
Ð niet uitgaat na 6 seconden of,
Ð gedurende 5 minuten knippert en dan permanent brandt,
dient u uw PEUGEOT-servicepunt te raadplegen.
* Volgens uitvoering.
* Volgens uitvoering.
Zet de schakelaar weer op ÇONÈ
zodra het kinderzitje van de voorstoel wordt verwijderd.
Page 84 of 133
105
RIJDEN MET UW 306 CABRIOLET
LET OP Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
¥ Zorg dat er zich geen obstakels (bijvoorbeeld accessoires of huisdieren) bevinden tussen de airbag en de inzittenden. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service- punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze daarna door een PEUGEOT-servicepunt vervangen.
¥ Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
¥ Zij-airbags
¥ Bedek de stoelen niet met stoelhoezen.
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Page 85 of 133
104
RIJDEN MET UW 306 CABRIOLET
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met airbagschakelaar: - schakel de airbagaan passagiers- zijde uit als u eenkinderzitje met derug in de rijrichtingop de voorstoelplaatst.
- schakel de airbag in als er een pas-sagier op de voor-stoel zit.
Auto's zonder airbagschakelaar:
- plaats geen kinderzitje met de rug in de rijrich-ting op de voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw
voeten, noch enig voorwerp op hetdashboard. Controle van werking Het goed functioneren van het systeem wordt aangegevendoor een verklikkerlampje in
het instrumentenpaneel. Als de airbag aan passagierszijde ingeschakeld is (stand ÒONÓ), gaat
het verklikkerlampje bij het aanzettenvan het contact gedurende 6 seconden branden. Als de airbag aan passagierszijde uit- geschakeld is (stand ÇOFFÈ) blijft het
verklikkerlampje branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert uw PEUGEOT-servi-cepunt. ZIJ-AIRBAGS Deze zijn aan de zijde van de portie- ren in de rugleuningen van de voor-stoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen van opzijwaarbij een kans bestaat op ernstigletsel aan buik, borst of hoofd. Het goed functioneren van het systeemwordt aangegeven door een verklikker-lampje in het instrumentenpaneel. Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 seconden branden.
Controle vanwerking
Als het verklikkerlampje:
Ð niet brandt na het aanzetten van het contact of,
Ð niet uitgaat na 6 seconden of,
Ð gedurende 5 minuten knippert en dan permanent brandt,
dient u uw PEUGEOT-servicepunt te raadplegen.
* Volgens uitvoering.
* Volgens uitvoering.
Zet de schakelaar weer op ÇONÈ
zodra het kinderzitje van de voorstoel wordt verwijderd.
Page 86 of 133
105
RIJDEN MET UW 306 CABRIOLET
LET OP Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
¥ Zorg dat er zich geen obstakels (bijvoorbeeld accessoires of huisdieren) bevinden tussen de airbag en de inzittenden. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service- punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze daarna door een PEUGEOT-servicepunt vervangen.
¥ Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
¥ Zij-airbags
¥ Bedek de stoelen niet met stoelhoezen.
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Page 87 of 133
1
9
8
7
6
5
432
24
ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET
1
Reservoir stuurbekrachtigings- vloeistof*
2 Vulopening motorolie
3 Luchtfilter 4
Remvloeistofreservoir
5 Accu
6 Motoroliepeilstok 7
Oliefilter
8 Reservoir koelvloeistof
9 Ruitensproeierreservoir
* Volgens uitvoering.
Benzinemotor 1,6 liter
Page 88 of 133
1
9
7
6
5
4
8
23
1,8 liter en 2,0 liter 16V benzinemotor
25
ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET
1
Reservoir stuurbekrachtigings- vloeistof*
2 Vulopening motorolie
3 Motoroliepeilstok 4
Remvloeistofreservoir
5 Accu
6 Luchtfilter 7
Oliefilter
8 Reservoir koelvloeistof
9 Ruitensproeierreservoir
* Volgens uitvoering.
Page 89 of 133
A
B
A
B
ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET
26
NIVEAUS CONTROLEREN Motor Controle van het motorolieniveau Regelmatig controleren en tussen twee verversingen eventueel oliebijvullen.
(Maximum olieverbruik:
0,5 liter per 1000 km.) De controle dient bij koude motor en horizontaal geplaatste wagen te ge-schieden. 2 merktekens op de peilstok:
A= maxi.
B = mini. Olie verversen
Volgens het PEUGEOT-onderhouds- schema.
- Oliepeilstok (handbediend). Het
oliepeil mag nooit boven het max. merkteken Auitkomen.
- Olieniveaumeter in het instrumen- tenpaneel.
Keuze van de viscositeitgraad De olie dient in ieder geval aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen tevoldoen. Oliefilter
Vervang het oliefilterelement regel- matig, volgens het onderhouds-schema. Afgewerkte olie
Vermijd langdurig contact met de huid. Gooi geen afgewerkte olie in afvoer- systemen, in het water of op de grond.
Voor het behoud van de bedrijfszeker- heid van de motor en het emissiere-gelsysteem mag in geen geval eenmiddel aan de motorolie worden toe-gevoegd. Remvloeistof
- Het niveau dient steeds boven het
merkteken DANGER van het reser- voir te staan.
- Raadpleeg bij een sterke daling van het remvloeistofniveau onmiddellijk
uw PEUGEOT-servicepunt.
Olie verversen
- De remvloeistof dient volgens de voorgeschreven intervallen te worden ververst.
- Gebruik remvloeistof die door de constructeur is goedgekeurd enaan de DOT4-normen voldoet.
Koelvloeistof Gebruik uitsluitend de door de constructeur goedgekeurde koel-vloeistof. De koelventilator zorgt voor koeling van de koelvloeistof als de motorwarm is: wacht voor werkzaamhedenaan het koelsysteem tenminste 1 uurnadat de motor is afgezet, omdat deventilator ook nog kan (gaan) werkenals de sleutel uit het contactslot is ver-wijderd en omdat het koelsysteemonder druk staat. Draai bij pech de dop tot het eerste tandje los om de druk te laten ont-
snappen. Als de druk weg is, verwijderdan de dop en vul koelvloeistof bij.
Page 90 of 133
ONDERHOUD VAN UW 306 CABRIOLET27
Reservoir stuurbekrachtiging Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur), het vloei-stofniveau dient boven het MINI endichtbij het MAXI merkteken te staan. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers* Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid uitsluitend
door PEUGEOT goedgekeurde pro-ducten (4,4 liter of 6 liter metkoplampsproeiers). Accu Laat uw accu voor de winter door een
PEUGEOT-servicepunt controleren. Luchtfilter Periodiek vervangen is een vereiste. Als u in stofrijke gebieden rijdt, moethet luchtfilter twee keer zo vaak ver-vangen worden. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer, veel korte ritten en bijeen sportieve rijstijl. Hierdoor kan hetnoodzakelijk blijken om de remblok-
ken vaker, tussen twee onderhouds-
controles door, te laten controleren. Handgeschakeldeversnellingsbak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhoudsschema van
de constructeur. Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau door
een PEUGEOT-servicepunt volgenshet onderhoudsschema en de voor-geschreven procedure controleren.
Gebruik uitsluitend doorAutomobiles PEUGEOTgoedgekeurde producten. Om de werking van belang-
rijke organen als de stuurbekrach- tiging en het remsysteem te opti-maliseren, selecteert en biedt PEUGEOT specifieke productenaan. Brandstofafsluiter* Bij een zware aanrijding wordt de brandstoftoevoer door de brandtstof-afsluiter onderbroken. Druk op de knop van de brandstof- afsluiter bij de linker veerpoot onderde motorkap om de brandstoftoevoerte herstellen.
* Volgens uitvoering.