Peugeot 307 2002 Handleiding (in Dutch)
Page 91 of 128
Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheelomlaag.Als dit verklikkerlampjebrandt in combinatie meteen geluidssignaal en demelding "Handrem aange-
trokken" op het multifunc-
tionele display, geeft dit aan dat dehandrem nog (iets) is aangetrokken.
Storing Een storing wordt aangegeven door een geluidssignaal, de melding"Storing automatische transmissie"op het multifunctionele display en hetknipperen van de verklikkerlampjesSport en Sneeuw op het instrumenten-paneel. In dit geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma (blokke-ring in de 3e versnelling). U kunt daneen hevige schok waarnemen bij hetselecteren van Rvanuit de stand P,
of Rvanuit de stand N, (zonder
gevaar voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de geldende snel-heidslimiet). Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Als deze waarschuwing op het instrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie meteen geluidssignaal en demelding
"Storing remsys-
teem" op het multifunctionele dis-
play, duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar. Doordeze storing zou u tijdens het rem-men de controle over uw auto kun-nen verliezen. Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Let op:
als de auto stilstaat op een
helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan. ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS) Het antiblokkeersysteem zorgt samen met de elektronische rem-drukregelaar tijdens het remmenvoor een betere stabiliteit en be-stuurbaarheid van uw auto, vooralop een slecht of glad wegdek. Opmerking: controleer bij het ver-
wisselen van de wielen (banden en velgen) of deze zijn gehomologeerd. Het antiblokkeersysteem treedt auto- matisch in werking zodra ŽŽn van dewielen dreigt te blokkeren.
UW 307 IN DETAIL
88
Als de accu geen stroom levert en de selectiehen-
del in de stand P staat, ishet onmogelijk om naareen andere stand te scha-
kelen. De normale werking van het anti-blokkeersysteem kan merkbaarzijn door het trillen van het rempe-daal.
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledigin en laat het niet los.
NOODREMASSISTENTIE Dit systeem zorgt ervoor dat in nood- gevallen de optimale remdruk snellerwordt bereikt, zodat de remafstand klei-ner wordt. Het systeem wordt ingeschakeld als de snelheid waarmee het rempedaalwordt ingedrukt groot is en zorgt ervoordat de benodigde bedieningskracht
minder wordt en dat de effectiviteit vanhet remmen wordt vergroot.
Page 92 of 128
Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheelomlaag.Als dit verklikkerlampjebrandt in combinatie meteen geluidssignaal en demelding "Handrem aange-
trokken" op het multifunc-
tionele display, geeft dit aan dat dehandrem nog (iets) is aangetrokken.
Storing Een storing wordt aangegeven door een geluidssignaal, de melding"Storing automatische transmissie"op het multifunctionele display en hetknipperen van de verklikkerlampjesSport en Sneeuw op het instrumenten-paneel. In dit geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma (blokke-ring in de 3e versnelling). U kunt daneen hevige schok waarnemen bij hetselecteren van Rvanuit de stand P,
of Rvanuit de stand N, (zonder
gevaar voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de geldende snel-heidslimiet). Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Als deze waarschuwing op het instrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie meteen geluidssignaal en demelding
"Storing remsys-
teem" op het multifunctionele dis-
play, duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar. Doordeze storing zou u tijdens het rem-men de controle over uw auto kun-nen verliezen. Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Let op:
als de auto stilstaat op een
helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan. ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS) Het antiblokkeersysteem zorgt samen met de elektronische rem-drukregelaar tijdens het remmenvoor een betere stabiliteit en be-stuurbaarheid van uw auto, vooralop een slecht of glad wegdek. Opmerking: controleer bij het ver-
wisselen van de wielen (banden en velgen) of deze zijn gehomologeerd. Het antiblokkeersysteem treedt auto- matisch in werking zodra ŽŽn van dewielen dreigt te blokkeren.
UW 307 IN DETAIL
88
Als de accu geen stroom levert en de selectiehen-
del in de stand P staat, ishet onmogelijk om naareen andere stand te scha-
kelen. De normale werking van het anti-blokkeersysteem kan merkbaarzijn door het trillen van het rempe-daal.
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledigin en laat het niet los.
NOODREMASSISTENTIE Dit systeem zorgt ervoor dat in nood- gevallen de optimale remdruk snellerwordt bereikt, zodat de remafstand klei-ner wordt. Het systeem wordt ingeschakeld als de snelheid waarmee het rempedaalwordt ingedrukt groot is en zorgt ervoordat de benodigde bedieningskracht
minder wordt en dat de effectiviteit vanhet remmen wordt vergroot.
Page 93 of 128
ANTI SPIN REGELING (ASR)* EN ELEKTRONISCH
STABILITEITS PROGRAMMA(ESP)* Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvul-ling op.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor inals de koers van de auto afwijkt vande door de bestuurder gewensterichting.
Werking van het ASR- en ESP-systeemAls ŽŽn van deze twee sys- temen is ingeschakeld,
knippert het desbetreffendepictogram.
* Volgens uitvoering. Uitschakelen ASR/ESP In bijzondere omstandigheden (als
de auto vastzit in de modder,
sneeuw, in mulle grond, ...) kan het
nuttig zijn het ASR/ESP uit te scha-kelen, zodat de wielen kunnen slip-pen en weer grip kunnen krijgen.
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich op het middenpa-
neel van het dashboard bevindt.
Het verklikkerlampje van de schakelaar en het pictogram
verschijnen: het ASR en
ESP zijn uitgeschakeld.
De systemen worden opnieuw: automatisch ingeschakeld als het contact is afgezet,
handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken. Controle van werking
Bij een storing in de syste-men zal het verklikkerlamp-je van de schakelaar gaanknipperen en het pictogramverschijnen in combinatie
met een geluidssignaal en de mel-ding "ESP/ASR buiten gebruik" op
het multifunctionele display.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt om het systeem na te laten kijken.
UW 307 IN DETAIL 89
Het ESP-systeem zorgt voor meer veiligheid tij-dens het rijden. De be-stuurder mag zich echternooit laten verleiden tot
het nemen van meer risico's enhet te hard rijden. De goede werking van het sys- teem wordt verzekerd door denaleving van de voorschriften vande constructeur op het gebied vanwielen (banden en velgen), onder-delen van het remsysteem, elek-tronische onderdelen alsmede demontageprocedure en het uitvoe-ren van werkzaamheden door een
PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 94 of 128
UW 307 IN DETAIL
90
SNELHEIDSREGELAAR* Met behulp van de snelheidsregelaar kan de bestuurder met een constan-te snelheid rijden zonder gas te hoe-ven geven of te remmen ongeachthet profiel van de weg. Deze voorziening werkt alleen bij snelheden boven ongeveer 40 km/h.
* Volgens uitvoering. Inschakelen
Zet de draaiknop 1in de stand
ON .
U kunt nu een snelheid instellen. Zet de draaiknop 1in de stand
OFF om het systeem uit te scha-
kelen.
Instellen van de snelheid Druk op toets 2of 3zodra de
gewenste snelheid is bereikt. De snelheid is nu in het geheugenopgeslagen en zal automatisch wor-den aangehouden. Opmerking: het is mogelijk even
gas te geven zonder dat de snel- heidsregelaar wordt uitgeschakeld. Ingestelde snelheid uitschakelen Als u het rijden met de ingestelde snelheid wilt onderbreken: druk op de toets 4of trap op het
rem- of koppelingspedaal.
Zodra de snelheidsregelaar is uitgeschakeld dooft het verklikker-lampje. Ingestelde snelheid opnieuw oproepen Druk, na het uitschakelen van de ingestelde snelheid, op toets 4. De auto neemt de laatst ingesteldesnelheid weer aan. Ingestelde snelheid wijzigen Ingestelde snelheid verhogen:
druk op toets 3;
laat de toets los als de gewenste snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid verlagen: druk op toets 2;
laat de toets los als de gewenste snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid annuleren Zet de draaiknop 1in de stand
OFF of zet het contact uit.
Gebruik de snelheidsregelaar niet op gladde wegen of bij zeer druk ver-
keer.
Page 95 of 128
Storing airbag voorAls dit pictogram verschijnt op het instrumentenpaneelin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Storing Airbag" op
het multifunctionele display, laat hetsysteem dan controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors registreren een plotselinge vertra-ging van de auto: als de drempel-waarde voor het in werking tredenwordt overschreden, worden de air-bags onmiddellijk opgeblazen enbeschermen ze de inzittenden vande auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking: Het uit de airbags ont-
snappende gas kan enigszins irriteren. AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd, behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld.
Uitschakelen airbag aanpassagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszij-de altijd uit als u een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op devoorstoel plaatst.
Zet het contact uit, steek de sleu- tel in de schakelaar uitschakelingairbag aan passagierszijde 1en
draai deze in de stand " OFF" en
neem de sleutel uit de schake-
laar.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang de air-bag is uitgeschakeld.
* Volgens land van bestemming.
UW 307 IN DETAIL 91
Page 96 of 128
In de stand "OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventue- le aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uw pas-sagier te garanderen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram op het instrumentenpa-neel in combinatie met een geluids-signaal en een melding op het multi-
functionele display.
Als bij aangezet contact (2estand), dit pictogram op hetinstrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie meteen geluidssignaal en de
melding "Airbag passagierszijde
uitgeschakeld" op het multifunctio-
nele display, betekent dit dat de air-bag aan passagierszijde is uitge-schakeld (stand "OFF"). DE ZIJ-AIRBAGS* EN DE
WINDOW-AIRBAGS* De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. De window-airbags zijn aangebracht in de stijlen en in de hemelbekleding. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Zijairbag/window-
airbag defect" op het multi-
functionele display, raadpleeg dan
een PEUGEOT-servicepunt om hetsysteem te laten controleren.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL
92
Page 97 of 128
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten (laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten).
¥ Zorg dat er zich geen obstakels (bijvoorbeeld accessoires of huisdieren) bevinden tussen de airbag en de inzitten-den. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag ver-wonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service-punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze daarna door een PEUGEOT-service-punt vervangen.
Airbags voor ¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags* ¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT- servicepunt.
Window-airbags* ¥ Bevestig nooit iets op de stijlen of op de hemelbekleding, dit zou bij het afgaan van de window-airbags kunnen lei- den tot verwondingen aan het hoofd.
¥ Schroef nooit de handgrepen van het dak los; deze maken deel uit van de bevestiging van de window-airbags.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL93
Page 98 of 128
In de stand "OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventue- le aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uw pas-sagier te garanderen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram op het instrumentenpa-neel in combinatie met een geluids-signaal en een melding op het multi-
functionele display.
Als bij aangezet contact (2estand), dit pictogram op hetinstrumentenpaneel ver-schijnt in combinatie meteen geluidssignaal en de
melding "Airbag passagierszijde
uitgeschakeld" op het multifunctio-
nele display, betekent dit dat de air-bag aan passagierszijde is uitge-schakeld (stand "OFF"). DE ZIJ-AIRBAGS* EN DE
WINDOW-AIRBAGS* De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. De window-airbags zijn aangebracht in de stijlen en in de hemelbekleding. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Zijairbag/window-
airbag defect" op het multi-
functionele display, raadpleeg dan
een PEUGEOT-servicepunt om hetsysteem te laten controleren.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL
92
Page 99 of 128
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten (laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten).
¥ Zorg dat er zich geen obstakels (bijvoorbeeld accessoires of huisdieren) bevinden tussen de airbag en de inzitten-den. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag ver-wonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service-punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze daarna door een PEUGEOT-service-punt vervangen.
Airbags voor ¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags* ¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT- servicepunt.
Window-airbags* ¥ Bevestig nooit iets op de stijlen of op de hemelbekleding, dit zou bij het afgaan van de window-airbags kunnen lei- den tot verwondingen aan het hoofd.
¥ Schroef nooit de handgrepen van het dak los; deze maken deel uit van de bevestiging van de window-airbags.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL93
Page 100 of 128
1,4 LITER BENZINEMOTOR 1 -Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Reservoir ruiten- en koplampsproeiers*.
3 - Reservoir koelvloeistof. 4 -
Remvloeistofreservoir.
5 - Accu.
6 - Zekeringenkast.
7 - Luchtfilter. 8 -
Motoroliepeilstok.
9 - Motorolie (bij)vullen.
* Volgens uitvoering.
PRAKTISCHE INFORMATIE
94