Peugeot 308 2015 Handleiding (in Dutch)
Page 221 of 416
219
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
Bevestiging kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Gewicht van het kind/ leeftijdsindicatie
Plaats Tot 13
kg
(groep 0
(b) en 0+)
Tot ± 1
jaar 9
tot 18 kg
(groep 1)
Van ± 1
tot ± 3 jaar15
tot 25 kg
(groep 2)
Van ± 3
tot ± 6 jaar22
tot 36 kg
(groep 3)
Van ± 6
tot ± 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c)
-
m
et hoogteverstelling U (R)U (R)U (R)U (R)
- zonder hoogteverstelling
(waarbij de rugleuning
rechtop moet staan)U (R) U (R)U (R)U (R)
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel
gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Berline
Zitplaats links of
rechts achter (d) U
UUU
Middelste zitplaats
achter (d) U (1)
U (1) UU
SW
Zitplaats links of rechts
achter (d) U
UUU
Middelste zitplaats
achter (d) X
XXX
6
Veiligheid
Page 222 of 416
220
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
U: plaats geschikt voor het bevestigen van een
universeel goedgekeurd kinderzitje met de
veiligheidsgordel. Kinderzitje geplaatst met
de rug in de rijrichting of het gezicht in de
rijrichting.
U(R) :
als U, waarbij de stoel van de auto zo ver
mogelijk naar achteren staat.
X :
p
laats niet geschikt voor het plaatsen
van een kinderzitje in de aangegeven
gewichtsgroep. Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
(a)
u niverseel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b)
g
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op
de passagiersstoel vóór worden bevestigd.
(c)
r
aadpleeg de wetgeving in uw land alvorens
een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
(d)
a
ls u een kinderzitje met de rug of met
het gezicht in de rijrichting op de zitplaats
achter bevestigt, schuif dan de voorstoel
naar voren en zet vervolgens de rugleuning
rechtop om voldoende ruimte over te laten
voor het kinderzitje en de benen van het
kind.
(1)
e
en kinderzitje met steun mag nooit op de
middelste zitplaats achter worden bevestigd.
Veiligheid
Page 223 of 416
221
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen.
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:- Twee bevestigingsringen A , die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een ISOFIX-
merkteken. - E
én bevestigingsring B in de bagageruimte
(voorzien van een merkteken) die TOP
TETHER wordt genoemd, voor de
bevestiging van de bovenste riem.
Aan de TOP TETHER kan de bovenste
bevestigingsriem (indien aanwezig) van een
kinderzitje worden vastgemaakt. Bij een
frontale aanrijding beperkt dit systeem het naar
voren kantelen van het kinderzitje.
De TOP TETHER bevindt zich op de vloer van
de bagageruimte, achter de rugleuningen.
Gebruik niet de bevestigingsogen voor
het bagagenet (Berline) of de sjorogen
(SW) die zich aan de zijkanten van de
vloer van de bagageruimte bevinden.
Deze ringen bevinden zich achter
afdekplaatjes (5-deurs).
Voor toegang tot de ringen:
F
T
rek het afdekplaatje naar voren
om het los te maken en scharnier
het vervolgens omhoog.
6
Veiligheid
Page 224 of 416
222
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan
het kind bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.Houd u nauwgezet aan de
montagevoorschriften die in de handleiding van
het kinderzitje zijn vermeld.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin
staat vermeld welke kinderzitjes voor uw auto
zijn gehomologeerd.
Kinderzitje vastmaken aan de Top Tether:
-
V
er wijder de hoofdsteun en berg hem op
alvorens het kinderzitje op deze zitplaats
te bevestigen (plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is verwijderd).
-
V
oer de riem van het kinderzitje over
de rugleuning van de zitplaats, tussen
de openingen voor de pennen van de
hoofdsteun door.
-
B
evestig de aansluiting van de bovenste
bevestigingsriem aan de ring B .
-
T
rek de bovenste bevestigingsriem strak. Als uw auto is voorzien van een reservewiel
met dezelfde afmetingen als de overige wielen
van de auto, moet u deze procedure volgen:
F
V
oer de riem en de haak via de opening
door de vloer van de bagageruimte.
F
T
il de vloer van de bagageruimte op.
F
V
er wijder de bovenste opbergbak die naast
het wiel is aangebracht.
F
Z
et de haak vast aan de TOP TETHER
-ring.
F
P
laats de opbergbak en de vloer van de
bagageruimte terug.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
De
ISOFIX-kinderzitjes beschikken over
twee sloten die eenvoudig aan de twee
bevestigingsringen A kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
Veiligheid
Page 225 of 416
223
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
ISOFIX-kinderzitjes aanbevolen door PEUGEOT
Volg bij het plaatsen van de kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje."RÖMER Baby- Safe Plus met basis Baby- Safe Plus ISOFIX" (lengtecategorie: E
)
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit zitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
Baby P2C Midi met ISOFIX-basis (lengtecategorie: B1 )
Groep 1 : 9 tot 18 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit zitje kan ook met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst.Dit zitje kan niet worden bevestigd met een veiligheidsgordel.
We adviseren u het zitje voor kinderen tot 3 jaar met de rug in de rijrichting te plaatsen.
6
Veiligheid
Page 226 of 416
224
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingspunten.
In dat geval moet het zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd.
Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.RÖMER Duo Plus ISOFIX (lengtecategorie: B1
)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het wordt verankerd met een bovenste riem aan de ringen A en de ring B , de Top Tether.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
FAIR G 0/1 S met RWF B ISOFIX-onderstel (gewichtsklasse C )
Groepe 0+ en 1: van de geboor te tot 18
kg
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Wordt geplaatst met behulp van een ISOFIX-onderstel dat aan de ogen A wordt bevestigd. Er zijn 6
verschillende standen mogelijk.
Gebruik het ISOFIX-onderstel RWF type B (met de rug in de rijrichting).
Dit kinderzitje kan ook "met het gezicht in de rijrichting" worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van een kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
Veiligheid
Page 227 of 416
225
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
Zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A
t /m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10
kg
(groep 0)
Tot ca.
6
maandenTot 10
kg
(groep 0)
Tot 13
kg
(groep 0+)
Tot ca. 1
jaarVan 9
tot 18 kg (groep 1)
Van 1
tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting" "rug in de
rijrichting" "gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Passagiersstoel voor Geen ISOFIX
Berline
Zitplaats links en rechts achter IL- SU
(1+2) IL- SU
(3) IL- SU
(1) IL- SU
(3) IL- SU
(1) IUF
IL- SU
Zitplaats midden achter Zonder ISOFIX
SW
Zitplaats links en rechts achter IL- SU
(1+2) IL- SU
(3) IL- SU
(1) IL- SU
(3) IL- SU
(1) IUF
IL- SU
Zitplaats midden achter Zonder ISOFIX
6
Veiligheid
Page 228 of 416
226
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
I UF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
en een bovenste riem.
IL- SU:
z
itplaats geschikt voor de
bevestiging van een semi-universeel
gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje:
-
r
ug in de rijrichting voorzien van een
bovenste riem of een steun,
-
g
ezicht in de rijrichting voorzien van een
steun,
-
r
eiswieg voorzien van een bovenste riem of
een steun. Raadpleeg de rubriek "Isofix-
bevestigingen" voor meer informatie over
de bevestiging van de bovenste riem.
(1)
s chuif de voorstoel zonder
hoogteverstelling vanuit de middelste stand
1
positie naar voren. Zet een stoel met
hoogteverstelling in de hoogste stand.
(2)
a
ls een reiswieg op een buitenste zitplaats
is bevestigd, kunnen de andere twee
zitplaatsen achter niet gebruikt worden.
(3)
d
e voorstoel met hoogteverstelling moet
in de hoogste stand zijn gezet. Schuif de
stoel zonder hoogteverstelling vanuit de
middelste stand 1
tot 5 posities naar voren.Ver wijder de hoofdsteun en berg hem
op alvorens een kinderzitje met een
rugleuning op een passagiersstoel te
bevestigen.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
Veiligheid
Page 229 of 416
227
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
KinderzitjesPlaatsen van een
zitverhoger
Adviezen
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land. Houd
u aan de regels die gelden in het land waar u
zich bevindt.
Schakel de passagiersairbag vóór uit zodra
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Voor e
en optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen de
rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning
van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.
Voordat u een kinderzitje met rugleuning
op een passagiersstoel plaatst, moet u
de hoofdsteun van de desbetreffende
passagiersstoel verwijderen.
Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed is
opgeborgen of vastgemaakt om te voorkomen
dat de hoofdsteun bij plotseling remmen een
gevaarlijk projectiel wordt.
Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te
brengen nadat u het kinderzitje weer hebt
verwijderd.
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling
ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet
de rugleuning ervan, indien nodig, meer rechtop.
Kinderen voorin
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een zitverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de achterportieren per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterportierruiten niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
6
Veiligheid
Page 230 of 416
228
308_nl_Chap06_securite_ed01-2015
Kinderbeveiliging
Beide achterportieren zijn voorzien van een mechanisch systeem om het openen van binnenuit te
verhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide achterportieren en de kinderbeveiliging werkt op elk
portier afzonderlijk.
Vergrendelen
F Draai de knop met de geïntegreerde sleutel tot de aanslag:
-
n
aar links bij het linker achterportier,
-
n
aar rechts bij het rechter achterportier.
Ontgrendelen
F Draai de knop met de geïntegreerde sleutel tot de aanslag:
-
n
aar rechts bij het linker achterportier,
-
n
aar links het rechter achterportier.
Veiligheid