Peugeot 308 2018 Handleiding (in Dutch)
Page 171 of 324
EEN SAMENWERKING IN HET
TEKEN VAN PRESTATIES!
TOTAL QUARTZ beschermt uw motor tegen de tand des
tijds.
PEUGEOT & TOTAL
TOTAL QUARTZ Ineo First is een uiterst hoogwaardig
smeermiddel dat door de R&D-teams van Peugeot en Total
gezamenlijk is ontwikkeld. De innovatieve technologie van
deze speciaal voor Peugeot-motoren ontwikkelde motorolie
draagt in belangrijke mate bij tot het terugdringen van de CO
2-
uitstoot en beschermt de motor effectief tegen ver vuiling. Het PEUGEOT TOTAL-team weet hoe prestatiegrenzen
onder de meest veeleisende omstandigheden verlegd kunnen
worden. Dit werd bevestigd door de drievoudige over winning
die in 2017 werd behaald.
Voor deze uitzonderlijke prestaties voorzagen de teams van
Peugeot Sport hun Peugeot 3008 DKR van TOTAL QUARTZ,
een hoogwaardig smeermiddel dat onder de meest extreme
omstandigheden de motor optimaal beschermt.
Page 172 of 324
170
Brandstoftank
Tankinhoud: ongeveer 53 liter (of 45 liter
afhankelijk van de uitvoering).
Openen
Vullen
Voor een juiste weergave van de
brandstofniveaumeter moet er minimaal 6 liter
brandstof worden getankt.
Bij het openen van de vuldop kan een
aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit wordt
veroorzaakt door de onderdruk die ontstaat
door de afdichting van het brandstofcircuit. F
K
ies bij het tankstation de juiste brandstof
(deze staat vermeld op de sticker aan de
binnenzijde van de brandstofvulklep van uw
auto).
F
A
ls uw auto is voorzien van een
conventionele sleutel, steek deze dan in de
vuldop.
F
D
raai de vuldop linksom.
Uw auto is voorzien van een katalysator, die de
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend
loodvrije benzine worden gebruikt.
Door de vernauwde vulpijp kan alleen benzine
worden getankt.
Indien u per vergissing de verkeerde
brandstof voor uw auto tankt, moet de
tank beslist worden afgetapt voordat
de motor kan worden gestar t.
Bij de Puretech 225 S&S EAT8 -motor wordt
het gebruik van RON98 loodvrije benzine
aanbevolen voor een optimale werking van de
motor.
Laag brandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveau is
bereikt, gaat dit lampje branden, in
combinatie met een geluidssignaal en
een melding.
F
O
ntgrendel de auto als deze is voorzien van
het Keyless entry and start-systeem.
F
D
ruk op de klep (in het achterste deel van
de zijkant van de auto) en trek de klep
vervolgens open.
F
V
er wijder de vuldop en plaats deze op de
steun (aan de klep).
F
S
teek het vulpistool zo ver mogelijk in de
vulopening en druk hierbij de metalen klep
A in. F
V
ul de brandstoftank. Laat het vulpistool
maximaal drie keer afslaan, aangezien er
anders storingen kunnen optreden.
F
P
laats de vuldop terug en sluit deze door de
dop rechtsom te draaien.
F
D
ruk de brandstofvulklep dicht (uw auto
moet ontgrendeld zijn).
Praktische informatie
Page 173 of 324
171
Als dit lampje gaat branden, zit er nog minder
dan 6 liter brandstof in de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u met een lege tank strandt.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Voor uw veiligheid wordt bij een aanrijding de
brandstoftoevoer door een brandstofafsluiter
onderbroken.
Als uw auto is uitgerust met het Stop &
Start-systeem, tank dan nooit als de motor
in de STOP-stand is gezet. Zet in dat
geval altijd het contact af.
Tankbeveiliging diesel
Dit mechanisme is aangebracht bij auto's met
een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is
om benzine te tanken. Hiermee wordt schade
aan de motor, ontstaan door het tanken van de
verkeerde brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die in de tankopening
is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de
brandstofvuldop verwijdert.
Het vullen van de brandstoftank met behulp
van een jerrycan blijft mogelijk, maar dit
moet met beleid gebeuren.
Houd de tuit van de jerrycan recht en
druk deze niet tegen de klep van de
tankbeveiliging, om er voor te zorgen dat de
brandstof netjes in de vulopening stroomt.
Rijden in het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tanken
van dieselbrandstof per land kunnen
verschillen, kan de aanwezigheid van een
tankbeveiliging op de auto er toe leiden
dat tanken niet mogelijk is.
Niet alle auto's met een dieselmotor
zijn voorzien van een tankbeveiliging.
Daarom adviseren wij u voordat u naar het
buitenland afreist om bij het PEUGEOT-
netwerk te informeren of uw auto geschikt
is om in het desbetreffende land te kunnen
tanken.
Wanneer u bij een uitvoering met dieselmotor
een benzinetankpistool in de tankopening
probeert te plaatsen, wordt dit tegengehouden
door een klep. Hierdoor blijft het systeem
vergrendeld en kan er dus niet getankt worden.
Probeer in dat geval niet toch te tanken
maar kies een dieseltankpistool.
7
Praktische informatie
Page 174 of 324
172
Geschikte brandstoffen
Brandstof voor
benzinemotoren
De benzinemotoren zijn geschikt voor
biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige Europese richtlijnen voldoen en
die bij tankstations getankt kunnen worden:Benzine die voldoet aan de norm EN228
en is gemengd met een biobrandstof die
voldoet aan de norm EN15376.
Alleen brandstofadditieven die voldoen
aan de norm B715001
mogen worden
gebruikt.
Brandstof voor
dieselmotoren
De dieselmotoren zijn geschikt voor
biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige Europese richtlijnen voldoen en
die aan de pomp getankt kunnen worden: Raadpleeg voor meer informatie het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)
brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie...)
is nadrukkelijk verboden (kans op schade
aan de motor en het brandstofcircuit). Alleen het gebruik van dieseladditieven
die voldoen aan de norm B715000 is
toegestaan.
Diesel bij lage buitentemperaturen
Bij temperaturen beneden het vriespunt kan
paraffine in zomerdiesel vlokvorming en
storingen in het brandstofsysteem van uw
auto veroorzaken. Om dit te voorkomen is het
raadzaam winterdiesel te tanken en de tank
voor minimaal 50% gevuld te houden.
Als desondanks de motor bij een temperatuur
lager dan -15°C moeilijk aanslaat, laat dan
de auto even in een garage of ver warmde
werkplaats staan.
Reizen naar het buitenland
Sommige brandstoffen kunnen de motor
van uw auto beschadigen.
In bepaalde landen kan het nodig zijn een
specifieke brandstofsoor t te gebruiken
(specifiek octaangetal, specifieke
commerciële benaming enz.) om de goede
werking van de motor te garanderen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
dealer.
Diesel die voldoet aan de richtlijn EN590
gemengd met biobrandstof die voldoet
aan de richtlijn EN14214 (met een
gehalte aan methyl-ester vetzuren van 0
t o t 7 %) , Diesel die voldoet aan de richtlijn
EN16734 gemengd met biobrandstof die
voldoet aan de richtlijn EN14214 (met
een gehalte aan methyl-ester vetzuren
van 0 tot 10%),
Paraffinehoudende diesel die voldoet
aan de richtlijn EN15940 gemengd met
biobrandstof die voldoet aan de richtlijn
EN14214 (met een gehalte aan methyl-
ester vetzuren van 0 tot 7%).
De brandstof B20 of B30 die voldoet
aan de richtlijn EN16709 is ook geschikt
voor de dieselmotor van uw auto. Maar
als deze brandstof, ook al is het slechts
incidenteel, wordt gebruikt, moeten de
bijzondere onderhoudsvoorschriften
(voor "Zware rijomstandigheden") strikt
worden nageleefd.
Praktische informatie
Page 175 of 324
173
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren
sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag
van de auto.Uitsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreser vewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende
regelgeving over het gebruik van
sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
Montage-advies
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
T
rek de parkeerrem aan en plaats indien
nodig een wielblok tegen een wiel om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
R
ijd voorzichtig weg en rijd even met een
snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de kettingen
correct gespannen zijn. Het is bijzonder raadzaam voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen te
oefenen; doe dit op een vlakke en droge
ondergrond.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade aan
de banden en het wegdek te voorkomen.
Als uw auto is voorzien van lichtmetalen
velgen, controleer dan of de ketting en de
bevestigingen de velg niet raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto: Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Type ketting
195/65 R15 schakel 9
mm
205/55 R16
2 2 5 /4 5 R17
225/40 R18 K-Summit K23
235/35 R19 Polar Grip 70
Neem voor meer informatie contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Sneeuwschermen
Afneembaar sneeuwscherm om een
opeenhoping van sneeuw bij de koelventilateur
van de radiateur te voorkomen.
Voor het plaatsen en verwijderen van het
sneeuwscherm wordt geadviseerd contact
op te nemen met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controleer of de motor is afgezet en de
ventilator stilstaat voordat u de schermen
monteert of verwijdert.
Aanbrengen
F Houd het sneeuwscherm tegen het bovenste deel van het bovenste luchtrooster
van de voorbumper.
F
D
ruk op het scherm om de bevestigingsclips
vast te zetten.
7
Praktische informatie
Page 176 of 324
174
Verwijderen
F Wip met een schroevendraaier de vier bevestigingsklemmen los.
Vergeet niet het sneeuwscherm te
verwijderen:
-
a
ls de buitentemperatuur hoger is dan
10°C ('s zomers...),
-
b
ij het aankoppelen van een
aanhanger,
-
b
ij snelheden hoger dan 120 km/h.
Trekhaak
Gewichtsverdeling
F V erdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen de
prestaties van de motor af als men op grotere
hoogte boven de zeespiegel komt. Trek
daarom voor elke 1000
m hoogte 10% van het
maximale aanhangergewicht af. Maak gebruik van trekhaken en de
desbetreffende bedrading, goedgekeurd
door PEUGEOT. Wij adviseren de
installatie te laten uitvoeren door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het PEUGEOT-
netwerk behoort, moet de montage altijd
volgens de voorschriften van de fabrikant
worden uitgevoerd.
Sommige rijhulp- of parkeerhulpfuncties
worden automatisch uitgeschakeld
wanneer een goedgekeurde trekhaak
wordt gebruikt.
Houd u aan het maximale
aanhangergewicht dat is vermeld op
het kentekenbewijs van uw auto, op het
constructeursplaatje en in de rubriek
Technische gegevens
van dit boekje.
De maximale kogeldruk geldt ook
voor de montage op de trekhaak van
accessoires als een fietsendrager of
een bagageplateau.
Houd u aan de regelgeving in het land
waar u zich bevindt.
Trekhaak GTi
Uw auto is niet geschikt voor de montage
van een trekhaak.
Trekhaak met kogel
Vóór het gebruik
Verzeker u er van dat de kogel correct
vergrendeld is. Doe dit door het volgende
te controleren:
Berline:
-
h
et groene merkteken van de
draaiknop valt samen met het groene
merkteken van de kogel,
-
d
e draaiknop maakt contact met de
kogel (stand A ),
-
he
t veiligheidsslot is vergrendeld en de
sleutel is ver wijderd; de draaiknop kan
niet meer worden bediend,
-
d
e kogel mag absoluut niet in de steun
kunnen bewegen: duw en trek eraan
om dit te controleren.
SW:
-
d
e kogel is correct vergrendeld (stand
A ),
-
he
t veiligheidsslot is vergrendeld en
de sleutel is ver wijderd; de hendel kan
niet meer worden bediend,
-
d
e kogel mag absoluut niet in de steun
kunnen bewegen: duw en trek eraan
om dit te controleren.
Als de kogel niet is vergrendeld, kan
de aanhanger losraken. Kans op een
ongeval!
Praktische informatie
Page 177 of 324
175
Tijdens het gebruik
Ontgrendel nooit het systeem ter wijl
een aanhanger is aangekoppeld of een
bagageplateau op de trekhaakkogel is
gemonteerd.
Overschrijd nooit het maximaal
toelaatbare treingewicht van de auto.
Het is van groot belang dat de maximaal
toegestane last voor de trekhaak in
acht wordt genomen: als deze wordt
overschreden, kan de trekhaak losraken
van de auto; dit kan leiden tot ernstige
ongevallen.
Controleer of de verlichting van de
aanhanger correct functioneert.
Controleer voordat u gaat rijden de
afstelling van de koplampen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de handmatige
hoogteverstelling van de koplampen.
Na het gebruik
Als gereden wordt zonder aanhanger of
bagageplateau, moet de trekhaakkogel
zijn verwijderd en moet de afdekplaat zijn
aangebracht. Dit is met name van belang
als de kogel het zicht op de kentekenplaat
of de verlichting van de auto belemmert.Afdekking
Bij het trekken van een aanhanger dient de
afdekking (indien aanwezig) te zijn verwijderd.
Raadpleeg hier voor het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. De afdekking achter het onderste
l u c h t r o o s t e r.
Trekhaak met afneembare
kogel (berline)
Presentatie
De kogel van deze door de fabrikant geleverde
trekhaak kan zonder gereedschap worden
gemonteerd en verwijderd.
1.Bevestigingssteun.
2. Beschermdop.
3. Aansluiting.
4. Veiligheidsoog.
5. Afneembare kogel.
6. Draaiknop voor vergrendeling/
ontgrendeling.
7. Slot met sleutel.
8. Label voor sleutelnummer.
7
Praktische informatie
Page 178 of 324
176
Aanhangers met LED-lampen zijn niet
compatibel met de bedrading van dit
systeem.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor informatie over de technische
gegevens en in het bijzonder de
aanhangergewichten voor uw auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer veiligheid tijdens het gebruik van
een trekhaaksysteem .
Monteren van de kogel
A.Vergrendelde stand (groene markeringen
staan tegenover elkaar); de draaiknop
maakt contact met de kogel (geen speling).
B. Ontgrendelde stand (rode markering
staat tegenover groene markering); de
draaiknop maakt geen contact met de
kogel (speling van ongeveer 5
mm).F
V
erwijder onder de achterbumper de
beschermdop 2 van de trekhaaksteun 1 .
F
S
teek het uiteinde van de trekhaakkogel 5
in de steun 1 en beweeg het naar boven; de
kogel wordt automatisch vergrendeld. F
D e draaiknop 6 maakt een kwart
omwenteling linksom; houd uw handen uit
de buurt van de knop.
F
C
ontroleer of het mechanisme correct
vergrendeld is (stand A ).
F
V
ergrendel het slot 7 met de sleutel.
Praktische informatie
Page 179 of 324
177
Verwijderen van de kogel
F Ver wijder altijd de sleutel. De sleutel kan niet worden ver wijderd als het slot
ontgrendeld is.
F
K
lem het kapje op het slot.
F
V
erwijder de beschermkap van de
trekhaakkogel.
F
M
aak de aanhanger vast aan de
trekhaakkogel.
F
M
aak de kabel van de aanhanger vast aan
het veiligheidsoog 4 van de steun.
F
S
teek de stekker van de aanhanger in de
aansluiting en draai de stekker een kwart
omwenteling om hem te koppelen aan de
aansluiting 3 van de steun. F
D raai de stekker van de aanhanger een
kwart omwenteling en trek hem uit de
aansluiting 3 van de steun.
F
M
aak de kabel van de aanhanger los van
het veiligheidsoog 4 van de steun.
F
M
aak de aanhanger los van de
trekhaakkogel.
F
M
onteer de beschermkap op de
trekhaakkogel.
F
V
er wijder het kapje van het slot en zet het
kapje vast op de kop van de sleutel. F
S teek de sleutel in het slot 7
.
F O ntgrendel het slot met de sleutel.
F
H
oud trekhaakkogel 5 stevig met één
hand vast; trek met de andere hand aan
draaiknop 6 en draai deze zo ver mogelijk
rechtsom; laat de draaiknop niet los.
7
Praktische informatie
Page 180 of 324
178
Onderhoud
De correcte werking van het systeem is alleen
gegarandeerd als de kogel en de steun schoon
blijven.
Voordat de auto met een hogedrukreiniger wordt
schoongemaakt, moet de kogel zijn ver wijderd en
moet de beschermdop zijn aangebracht.
Breng het bijgevoegde label op een goed
zichtbare plaats aan, in de buurt van de
steun of in de bagageruimte.
Neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats voor werkzaamheden aan het
trekhaaksysteem.
Trekhaak met afneembare
kogel (SW)
Presentatie
F Verwijder de kogel via de onderzijde van de steun 1 .
F
L
aat de draaiknop los; deze wordt
automatisch geblokkeerd in de
ontgrendelde stand (stand B ).
F
M
onteer de beschermdop 2 op de steun 1 .
F
B
erg de kogel zorgvuldig op in de hoes,
zodat de kogel geen schokken kan oplopen
en niet vuil kan worden. De kogel van deze door de fabrikant geleverde
trekhaak kan zonder gereedschap worden
gemonteerd en verwijderd. 1.
Steun.
2. Beschermdop.
3. Veiligheidsoog.
4. Aansluiting.
5. Afneembare kogel.
6. Pal vergrendelings-/
ontgrendelingsmechanisme.
7. Hendel vergrendelings-/
ontgrendelingsmechanisme.
8. Veiligheidsslot met sleutel.
9. Beschermkap van het
vergrendelingssysteem.
10. Opbergtas.
Praktische informatie