Peugeot 308 CC 2011 Handleiding (in Dutch)

Page 91 of 292

5
i
i
89
ZICHT






INSTAPVERLICHTING BUITENZIJDE


Het lokaliseren van de auto op plaatsen
met weinig licht wordt vergemakkelijkt
door het op afstand inschakelen van
de verlichting en de zijverlichting. Deze
gaan branden afhankelijk van de licht-
sterkte die door de lichtsensor wordt
gedetecteerd.

Inschakelen


)
Druk op het geopende hangslot van
de afstandsbediening.
Het dimlicht, parkeerlicht en de zij-
verlichting in de buitenspiegels gaan
branden en uw auto wordt gelijktijdig
ontgrendeld.

Programmeren
De duur van het branden
van de instapverlichting
kan worden geselecteerd
via het confi guratiemenu
van de auto.
De duur van het branden van de
instapverlichting is gekoppeld en
gelijk aan die van de automatische
follow me home verlichting.








HALOGEEN KOPLAMPEN HANDMATIG VERSTELLEN


Stand "0": basisinstelling. Verstel de hoogte van de koplampen
met halogeenlampen afhankelijk van
de belading van uw auto om verblin-
ding van medeweggebruikers te voor-
komen.

0.
1 of 2 personen voorin.

-.
3 personen.

1.
4 personen.

-.
Tusseninstelling.

2.
4 personen + maximaal toegestane
belading.

-.
Tusseninstelling.

3.
Bestuurder + maximaal toegestane
belading.
Uitschakelen
De instapverlichting buitenzijde gaat
na een bepaalde tijd automatisch uit of
gaat uit na het afzetten van het contact
of het vergrendelen van de auto.

Page 92 of 292

5
!
i
90
ZICHT






AUTOMATISCHE VERSTELLINGVAN DE KOPLAMPEN MET XENONVERLICHTING

Raak de xenonlampen niet aan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats. Om verblinding van andere weggebrui-
kers te voorkomen corrigeert dit sy-
steem bij stilstaande auto automatisch
de hoogte van de lichtbundel van de
xenonlampen, afhankelijk van de bela-
ding van de auto.
In het geval van een storing
verschijnt dit pictogram op het
instrumentenpaneel, in combi-
natie met een geluidssignaal en
een melding op het display.
Het systeem zet in dat geval de koplam-
pen in de lage stand.
BOCHTVERLICHTING
Als het dimlicht of grootlicht is inge-
schakeld, zorgt deze functie ervoor dat
de lichtbundels de wegberm beter ver-
lichten in bochten.
Deze functie, die uitsluitend in combinatie
met xenonlampen wordt geleverd, wordt
ingeschakeld bij een snelheid vanaf onge-
veer 20 km/h en zorgt voor een aanzien-
lijke verbetering van het zicht in bochten.

met bochtverlichting


zonder bochtverlichting



Configuratie

Storing

Deze functie kan worden
geactiveerd of gedeacti-
veerd via het confi guratie-
menu van de auto.
In het geval van een storing
knippert dit pictogram op het
display in combinatie met een
melding op het display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Als de auto stilstaat, stapvoets rijdt
of in de achteruitversnelling staat,
is deze functie uitgeschakeld.
De status van de functie blijft na
het afzetten van het contact in het
geheugen opgeslagen.

Page 93 of 292

5
91
ZICHT






RUITENWISSERSCHAKELAAR

Met behulp van de ruitenwisserscha-
kelaar kunt u de verschillende standen
van de ruitenwissers vóór inschakelen
om regen en vuil van de ruit te wissen.

Handmatige functies van
de ruitenwissers vóór


Uitvoering zonder automatisch
wissen



Uitvoering met automatische
ruitenwissers
hoge snelheid (hevige neer-
slag),
normale snelheid (matige re-
genval),
interval (wissnelheid aange-
past aan de wagensnelheid),
automatisch, vervolgens
één keer wissen (zie
volgende bladzijde). uit,

één keer wissen (duw de hen-
del even omlaag),

Instellen

De ruitenwissers vóór kunnen tevens
automatisch werken wanneer u de au-
tomatische functie hebt geselecteerd.
Met deze hendel kan de gewenste wis-
snelheid, afhankelijk van de weersom-
standigheden, worden geselecteerd:




of

Page 94 of 292

5
!
i
92
ZICHT







Ruitensproeiers vóór en
koplampsproeiers


)
Trek de ruitenwisserschakelaar naar
u toe. De ruitensproeiers treden in
werking, waarna enige tijd de ruiten-
wissers worden ingeschakeld om de
ruit schoon te wissen.
De koplampsproeiers worden alleen ge-
activeerd als de dimlichten branden
.








Te laag niveau ruiten-/
koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers en het ni-
veau van het reservoir te laag
is, verschijnt dit pictogram en/of
het pictogram service op het
instrumentenpaneel in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreser-
voir bij of laat het bijvullen.
Het pictogram verschijnt als het contact
wordt aangezet of als de schakelaar
wordt bediend, zolang het reservoir niet
gevuld is.











Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De
snelheid van de ruitenwissers wordt
aangepast aan de hoeveelheid neer-
slag.

Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel
omlaag te duwen in de stand "AUTO"
.
Dit wordt bevestigd door een melding
op het display.
Dek de regensensor, die zich ge-
combineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter
de binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking
van de ruitenwissers uit als de auto
wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschake-
len van de automatische ruitenwis-
sers tot de voorruit ontdooid is om
de wisserbladen niet te beschadi-
gen.
Als het contact meer dan 1 minuut
afgezet is geweest, moet de auto-
matische werking van de ruitenwis-
sers opnieuw worden geactiveerd
door de hendel kort omlaag te du-
wen.

Uitschakelen
Beweeg de hendel omhoog en vervol-
gens in de stand "0"
om de ruitenwis-
sers handmatig te bedienen.
Dit wordt bevestigd door een melding
op het display.
Storing
In het geval van een storing in de auto-
matische werking van de ruitenwissers
werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwa-
lifi ceerde werkplaats.

Page 95 of 292

5
i
i
93
ZICHT







Speciale stand van de
ruitenwissers voor
Deze stand maakt het mogelijk de rui-
tenwissers los te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbla-
den worden gereinigd of de ruitenwissers
worden vervangen. In de winter kan deze
stand tevens worden gebruikt om de rui-
tenwissers los te zetten van de voorruit.
Als de ruitenwisserschakelaar meteen
nadat het contact is afgezet wordt be-
diend, bewegen de ruitenwissers naar
het midden van de voorruit.
Zet het contact aan en bedien de ruitenwisser-
schakelaar om de ruitenwissers na de werk-
zaamheden weer in de ruststand te zetten.
Om een goede werking van de fl at-
blade ruitenwissers te behouden, advi-
seren wij u:


- voorzichtig met de ruitenwissers om
te gaan,

- de ruitenwissers regelmatig te reini-
gen met zeepsop,

- de ruitenwissers niet te gebruiken
om een stuk karton tegen de voor-
ruit te houden,

- de ruitenwissers te vervangen zodra
ze tekenen van slijtage vertonen.

PLAFONNIERS



1.
Plafonnier vóór


2.
Kaartleeslampjes


3.
Plafonnier achter




Plafonniers vóór en achter

In deze stand gaat de interieur-
verlichting geleidelijk branden: Als de interieurverlichting permanent
is ingeschakeld, blijft deze geduren-
de een bepaalde tijd branden:


- bij afgezet contact: ongeveer
10 minuten,

- in de eco-mode: ongeveer
30 seconden,

- bij draaiende motor: onbeperkt.



- als de auto wordt ontgrendeld,

- als de sleutel uit het contact wordt
verwijderd,

- als op de ontgrendelingsknop van
de afstandsbediening wordt gedrukt
om de auto te lokaliseren. Permanent uit.
Permanent aan.


Kaartleeslampjes



)
Druk bij aangezet contact op de
desbetreffende schakelaar.
De interieurverlichting gaat geleidelijk
uit:


- als de auto wordt vergrendeld,

- als het contact wordt aangezet,

- 30 seconden na het sluiten van het
laatste portier.

Page 96 of 292

5
i
i
94
ZICHT





SFEERVERLICHTING

De verlichting van de bagageruim-
te kan verschillende perioden blij-
ven branden:


- bij afgezet contact: ongeveer
10 minuten,

- in de eco-mode: ongeveer
30 seconden,

- bij draaiende motor: onbeperkt. Uw auto is voorzien van twee lichtpun-
ten in de bagageruimte; één in de lin-
kerzijbekleding van de bagageruimte
en één in de binnenbekleding van het
kofferdeksel.
Deze gaan automatisch branden zodra
de bagageruimte wordt geopend en do-
ven zodra deze wordt gesloten.
De verlichting kan niet handmatig wor-
den uitgeschakeld.
INTERIEUR


VERLICHTING BAGAGERUIMTE

Het instappen in de auto op plaatsen
met weinig licht wordt vergemakkelijkt
door het op afstand inschakelen van de
interieurverlichting. Deze gaat branden
afhankelijk van de lichtsterkte die door
de lichtsensor wordt gedetecteerd.

Inschakelen



)
Druk op het geopende hangslot van
de afstandsbediening.
De dorpelverlichting voor, de beenruim-
teverlichting en de plafonniers gaan
branden en uw auto wordt gelijktijdig
ontgrendeld.


Uitschakelen

De instapverlichting interieur gaat na
een bepaalde tijd automatisch uit of
gaat uit als een van de portieren wordt
geopend.


Programmeren

De gedempte interieurverlichting verbe-
tert het zicht in de auto als deze zich in
een donkere omgeving bevindt.

Inschakelen

Als het buiten donker is, worden de been-
ruimteverlichting en de sfeerverlichting
van de plafonnier vóór automatisch inge-
schakeld zodra de parkeerlichten gaan
branden.


Uitschakelen

De sfeerverlichting gaat automatisch
uit als de parkeerlichten worden uitge-
schakeld.


Programmeren

De duur van het branden van de
instapverlichting is gekoppeld en
gelijk aan die van de automatische
follow me home verlichting. Deze functie kan worden
in- of uitgeschakeld via het
confi guratiemenu van de
auto.
Deze functie is standaard
ingeschakeld. De duur van het branden
van de instapverlichting
kan worden geselecteerd
via het confi guratiemenu
van de auto.

Page 97 of 292

6
95
INDELINGEN










INDELING INTERIEUR



1.
Zonneklep


(zie de volgende bladzijde voor
meer informatie)

2.
Opbergvak


3.
Opbergvakje


4.
Tashaak


(zie de volgende bladzijde voor
meer informatie)

5.
Afsluitbaar en gekoeld
dashboardkastje


(zie de volgende bladzijde voor
meer informatie)

6.
Grote portiervakken


7.
Kleine portiervakken


8.
Verlichte asbak


(zie de volgende bladzijde voor
meer informatie)

9.
Opbergvak met antislipmat


10.
12V-aansluiting


(zie de volgende bladzijde voor
meer informatie)

11 .
Armsteun vóór



met afsluitbaar
opbergvak


(zie de volgende bladzijde voor
meer informatie)

12.
Opbergvak


(zie de volgende bladzijde voor
meer informatie)

Page 98 of 292

6INDELINGEN
AFSLUITBAAR EN GEKOELD DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje bestaat uit speci-
ale ruimtes voor het opbergen van een
fl es mineraalwater, de boorddocumen-
tatie van de auto...
In het deksel zijn speciale ruimtes ge-
creëerd voor een pen, een bril, klein-
geld, kaarten, een blikje, ...
Het dashboardkastje wordt ver- en ont-
grendeld bij het ver- en ontgrendelen
van de auto met de afstandsbediening
of de sleutel.


)
Trek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje
treedt in werking zodra het deksel wordt
geopend.
Het dashboardkastje is voorzien van
een luchtstroomopening A
, die kan wor-
den geopend of gesloten. Deze opening
verspreidt dezelfde gekoelde lucht als
de luchtroosters in het interieur.






ZONNEKLEP

De zonneklep kan zowel omlaag als
naar opzij worden geklapt en is voor-
zien van een make-upspiegel met ver-
lichting.


)
Open als het contact aan is het af-
dekkapje. De verlichting van de
make-upspiegel gaat automatisch
branden.
De zonneklep bevat tevens een moge-
lijkheid voor het opbergen van pasjes.
TASHAAK



)
Druk op het onderste gedeelte van
de haak om deze uit te klappen.

)
Hang uw tas er met het hengsel aan
vast.

Page 99 of 292

6
97
INDELINGEN






ARMSTEUN VÓÓR MET
AFSLUITBAAR OPBERGVAK
Voor het comfort en als opbergmogelijk-
heid voor de bestuurder en voorpassa-
gier.
Het deksel van de armsteun is in hoogte
en lengterichting verstelbaar voor een
optimaal zitcomfort.
Als de auto met de afstandsbediening
of de sleutel wordt ver- of ontgrendeld,
wordt ook het opbergvak ver- of ont-
grendeld.

Opbergvak

Het opbergvak van de armsteun biedt
ruimte voor 6 CD's.


)
Trek de handgreep 1
omhoog.

)
Trek het deksel helemaal open.


)
Schuif de armsteun volledig naar
voren of naar achteren.



)
Til het deksel op tot de gewenste
stand (laag, middenstand of hoog).

)
Trek de armsteun in de hoogste
stand iets verder omhoog en be-
weeg hem vervolgens naar de laag-
ste stand.



Verstelling in lengterichting

Hoogteverstelling







PEUGEOT CONNECT USB


Deze aansluitmodule, die bestaat uit
een USB-poort, bevindt zich in de arm-
steun vóór.
Hierop kunt u draagbare apparatuur
aansluiten, zoals een iPod
® vanaf de 5e
generatie of een USB-stick.
Dankzij de USB-box kunt u de audio-
bestanden (mp3, ogg, wma, wav, ...) op
uw draagbare apparatuur beluisteren
via de luidsprekers van uw autoradio.
U kunt deze bestanden beheren met
de stuurkolomschakelaars of het be-
dieningspaneel van de autoradio en ze
weergeven op het multifunctionele dis-
play.

Tijdens het gebruik kan de draagbare
apparatuur automatisch worden opge-
laden.

Raadpleeg voor meer informatie over
het gebruik van deze uitrusting het
gedeelte Peugeot Connect 3D Nav of
Peugeot Connect Sound in het hoofd-
stuk "Audio en Telematica".

Page 100 of 292

6
!
98
INDELINGEN




OPBERGVAK

Opbergruimte voor de achterpassagiers
aan de achterzijde van de middenarm-
steun vóór.


)
Open om het opbergvak te legen
het deksel en druk op de borglip om
het opbergvak uit te nemen.

Om te voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:


- gebruik uitsluitend matten die op
de bevestigingen van de auto
passen; het gebruik van deze
bevestigingen is verplicht.

- gebruik nooit meer dan één mat
per plaats.
Bij gebruik van niet door PEUGEOT
goedgekeurde matten kan de be-
diening van de pedalen worden ge-
hinderd en kan de werking van de
snelheidsregelaar/-begrenzer ne-
gatief worden beïnvloed.

MATTEN

De matten zijn uitneembaar en bescher-
men de vloerbedekking van de auto.

Terugplaatsen

Terugplaatsen van de mat aan de be-
stuurderszijde:


)
leg de mat goed op zijn plaats,

)
druk de bevestigingen vast,

)
controleer of de mat goed vastzit.


Bevestigen

Gebruik, wanneer u een nieuwe mat
bevestigt aan bestuurderszijde, uitslui-
tend de bevestigingen uit het bijgele-
verde zakje.
De overige matten worden gewoon op
de vloerbedekking gelegd.


Verwijderen

Verwijderen van de mat aan de bestuur-
derszijde:


)
zet de stoel in de achterste stand,

)
maak de bevestigingen los,

)
verwijder vervolgens de mat.






12 V-AANSLUITING



)
Verwijder het afdekkapje en sluit
een geschikte adapter aan als u
een 12 V-accessoire wilt aansluiten
(max. 120 W).
ASBAK MET VERLICHTING



)
Trek de lade open voor toegang tot
de asbak.

)
Open de asbak en druk op de borg-
lip om de asbak uit te nemen en
deze te legen.

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 300 next >