Peugeot 308 CC 2011 Handleiding (in Dutch)

Page 61 of 292

3
59
COMFORT

Opgevouwen scherm





MONTEREN/DEMONTEREN VAN
HET WINDSCHERM

Als het dak is weggeklapt, zorgt het
windscherm voor meer comfort in het
interieur.
Het verticale gedeelte van het scherm kan
worden neergeklapt om het zicht naar ach-
teren bij het achteruitrijden te verbeteren.
Het windscherm wordt in vier delen op-
gevouwen geleverd.

Uitgevouwen scherm
Monteren


)
Klik de uiteinden van het geheel
vast.

)
Vouw het scherm uit door de twee
delen 90° te openen tot u een klik
hoort.

)
Vouw de geleiders van het frame uit.

)
Bevestig de geleiders in de houders
achter iedere hoek van de rugleu-
ning van de achterbank.

)
Vouw beide delen uit tot aan de aan-
slag.

Page 62 of 292

3
i
COMFORT

)
Bevestig de pennen van het frame
in de openingen in de zijbekleding
achter, zodat de rode markeringen
niet meer zichtbaar zijn.
Wanneer het scherm voor het eerst
wordt geplaatst:


)
plaats een steeksleutel (10) op het
zeskantige gedeelte van de pen,

)
draai de pen aan elke zijde vaster of
losser om de diepte af te stellen.

)
Controleer ten slotte of het scherm
goed vast zit voordat u het scherm
gaat gebruiken als het dak is weg-
geklapt.



Demonteren



)
Duw op de steunen van de pennen
en trek er vervolgens aan om ze
uit de openingen in de zijbekleding
achter te verwijderen; de rode mar-
keringen worden zichtbaar. Bij het openen of sluiten van het
dak hoeft het windscherm niet te
worden gedemonteerd.

Page 63 of 292

3
61
COMFORT

)
Trek het scherm naar voren om de
geleiders uit de houders achter ie-
dere hoek van de achterbank te ha-
len.

)
Vouw de geleiders van het frame op.

Opbergen


In de opbergbak (uitvoering met set
voor tijdelijke bandenreparatie)


)
Til de vloerplaat op en bevestig de
handgreep aan het kofferdekselrub-
ber.

)
Berg het opgevouwen scherm op
in het daarvoor bestemde gedeelte
van de opbergbak.

)
Leg de vloerplaat weer terug op zijn
plaats.


In de bagageruimte (uitvoering met
reservewiel)


)
Berg het opgevouwen windscherm
op achter het bagagenet.



)
Vouw het scherm op door de twee
grote delen op elkaar te leggen.

)
Maak elk uiteinde afzonderlijk los.

)
Vouw beide delen afzonderlijk op el-
kaar.

Page 64 of 292

3
62
COMFORT





VOORSTOELEN

Stoel met geïntegreerde hoofdsteun,
waarvan de zitting en de rugleuning
verstelbaar zijn voor een optimale zit-
positie.

Verstelling in lengterichting


)
Til de beugel op en schuif de stoel in
de gewenste stand.

Hoogteverstelling bestuurders- en
passagiersstoel


)
Trek de hendel omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand be-
reikt is.

Rugleuningverstelling


)
Duw de handgreep naar achteren.




Handmatig verstellen

Page 65 of 292

3
i
63
COMFORT







VOORSTOELEN

Stoel met geïntegreerde hoofdsteun,
waarvan de zitting en de rugleuning
verstelbaar zijn voor een optimale zit-
positie.

Verstellen in lengterichting


)
Duw de schakelaar naar voren of
naar achteren om de gewenste
stand te verkrijgen.

Hoogte- en hoekverstelling van de
zitting


)
Duw de achterzijde van de schake-
laar omhoog of omlaag om de ge-
wenste hoogte te verkrijgen.

)
Duw de voorzijde van de schakelaar
omhoog of omlaag om de gewenste
hoek te verkrijgen.
Rugleuningverstelling


)
Duw de schakelaar naar voren of
naar achteren om de gewenste
hoek te verkrijgen.




Elektrisch verstelbare stoelen

De elektrische instellingen kunnen
tot 1 minuut na het afzetten van het
contact worden uitgevoerd.
Zet het contact aan om de elektri-
sche verstelling weer te activeren.

Page 66 of 292

3
!
i
64
COMFORT





Aanvullende handmatige
instellingen
Aanvullende elektrische
instellingen

Toegang tot de achterbank


)
Trek de hendel A
omhoog om de
rugleuning naar voren te klappen; de
stoel schuift automatisch vooruit.
Houd om de stoel weer terug te zetten
schakelaar B
ingedrukt tot de stoel in
de oorspronkelijke stand staat.
Toegang tot de achterbank


)
Trek de hendel omhoog om de rug-
leuning naar voren te klappen en
schuif vervolgens de stoel vooruit.
Pak om de stoel terug te schuiven
de rugleuning van de stoel in het
midden vast en duw de stoel terug,
zodat deze in de oorspronkelijke
stand terugkomt.
Controleer of niets of niemand het
terugschuiven van de stoel in de
oorspronkelijke stand verhindert;
deze stand is noodzakelijk om de
stoel te vergrendelen in de lengte-
richting.
Deze functie is tijdens het rijden
uitgeschakeld.

Page 67 of 292

3
i!
i
65
COMFORT








Bediening van het "AIRWAVE"
systeem
Het "AIRWAVE" systeem in de hoofd-
steun van de voorstoelen kan bij
draaiende motor voor beide stoelen
afzonderlijk worden ingeschakeld voor
het blazen van warme lucht richting de
nek van iedere inzittende voor.







Bediening stoelverwarming
Bij draaiende motor is de stoelverwar-
ming voor beide voorstoelen afzonder-
lijk regelbaar.


)
Met de draaiknop naast de voorstoel
kan de stoelverwarming ingescha-
keld worden en kan een verwar-
mingsstand worden geselecteerd:

0
: Uit.

1
: Laag.

2
: Gemiddeld.

3
: Hoog.



)
Gebruik de desbetreffende draai-
knop op de middenconsole om de
gewenste temperatuur en luchthoe-
veelheid in te stellen:

0:
Uit.

1:
Zwak.

2:
Gemiddeld.

3:
Sterk.

)
Gebruik de draaiknop van de lucht-
stroomrichting op elk ventilatieroos-
ter om de lucht naar boven, naar het
midden of naar beneden te richten.

Na het inschakelen van het sy-
steem wordt de warme lucht ge-
leidelijk aan toegevoerd om een
comfortabele temperatuur te berei-
ken. Gebruik het "AIRWAVE" systeem
niet als een kinderzitje op de zit-
plaats van de voorpassagier is be-
vestigd.
In de STOP-stand van het
Stop & Start-systeem werkt het
"AIRWAVE"-systeem niet meer.

Page 68 of 292

3
!
!
66
COMFORT








OPSLAAN VAN ZITPOSITIES

Dit systeem slaat de elektrische instel-
lingen van de bestuurdersstoel en de
buitenspiegels op. U kunt twee standen
opslaan met de toetsen aan de zijkant
van de bestuurdersstoel.

Oproepen van een opgeslagen
zitpositie

Opslaan van een positie in het
geheugen
Als bij afgezet contact een op-
geslagen stand een aantal keer
achter elkaar is opgeroepen, zal
om het ontladen van de accu te
voorkomen de functie worden uit-
geschakeld totdat de motor wordt
gestart.


Met de toetsen M / 1 / 2


)
Zet het contact aan.

)
Zet uw stoel en de buitenspiegels in
de gewenste stand.

)
Druk op de toets M
en vervolgens
binnen vier seconden op de toets 1

of 2
.
Een geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand an-
nuleert de vorige, in het geheugen op-
geslagen stand.


Vaste achterbank met twee plaatsen,
voorzien van roll-bars voor uw bescher-
ming bij het over de kop slaan van de
auto.
Leg geen kledingstukken op de
hoofdsteunen achter. Raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk voor infor-
matie over geschikte hoezen. De hoofdsteunen achter kunnen niet
verwijderd worden. Deze hoofdsteunen
vormen één geheel met de roll-bars (zie
hoofdstuk "Veiligheid - § Roll-bars").
De achterbank kan worden voorzien
van een comfortabele wegklapbare
armsteun in het midden van de rugleu-
ning.
Met de toetsen 1 of 2


)
Houd de toets 1
of 2
ingedrukt tot
het geluidssignaal aangeeft dat de
zitpositie is ingenomen.

Page 69 of 292

3
!
i
i
!
67
COMFORT
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan
ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden ge-
houden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed
in te schatten.





SPIEGELS

Buitenspiegels

De verstelbare buitenspiegels zorgen
voor het benodigde zicht naar achte-
ren bij een inhaalmanoeuvre of het par-
keren van de auto. De buitenspiegels
kunnen ook worden ingeklapt voor het
parkeren in een smalle straat.

Inklappen


)
Van buitenaf: vergrendel de auto
met de afstandsbediening of de
sleutel.

)
Vanuit het interieur: trek bij aange-
zet contact de schakelaar A
naar
achteren.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
gedeactiveerd door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceer-
de werkplaats.
Ontwaseming - ontdooiing
Uitklappen


)
Van buitenaf: ontgrendel de auto
met de afstandsbediening of de
sleutel.

)
Vanuit het interieur: trek bij aange-
zet contact de schakelaar A
naar
achteren.

Als de buitenspiegels zijn ingeklapt
met behulp van de schakelaar A
, wor-
den ze niet automatisch uitgeklapt als
de auto wordt ontgrendeld. Trek nog-
maals de schakelaar A
naar achteren
om de buitenspiegels uit te klappen.

Als uw auto voorzien is van
spiegelverwarming, kunt u
deze inschakelen door bij
draaiende motor op de toets
van de achterruitverwarming te
drukken (zie paragraaf "Ontwaseming -
Ontdooiing achterruit").

)
Zet de knop A
naar links of rechts
om de desbetreffende spiegel te se-
lecteren.

)
Duw de knop B
in de 4 richtingen
om de spiegel af te stellen.

)
Zet de knop A
weer in het midden.
Klap de elektrisch bediende spie-
gels nooit handmatig in of uit.

Verstellen

Page 70 of 292

3
68
COMFORT






Automatisch kantelen
buitenspiegels bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het ach-
teruit inparkeren naar de grond worden
gericht.

Inschakelen


)
Schakel bij draaiende motor de ach-
teruitversnelling in.

)
Beweeg de schakelaar A
naar
rechts of links om de desbetreffende
buitenspiegel te selecteren.
De geselecteerde buitenspiegel wordt
in de geprogrammeerde stand gericht.
Programmeren


)
Schakel bij draaiende motor de ach-
teruitversnelling in.

)
Selecteer en verstel achtereenvol-
gens de linker en rechter buiten-
spiegel.
De ingestelde standen worden direct
opgeslagen.
Uitschakelen


)
Haal de versnellingsbak uit de ach-
teruitversnelling en wacht tien se-
conden.
of


)
Zet de schakelaar A
in de middelste
stand.
De buitenspiegel keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
De buitenspiegel keert ook terug naar
de oorspronkelijke stand:


- zodra sneller wordt gereden dan
10 km/h,

- als de motor wordt afgezet.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 300 next >