Peugeot 308 SW BL 2009.5 Handleiding (in Dutch)

Page 161 of 310

11
i
165
PRAKTISCHE INFORMATIE
Deze reparatieset is verkrijgbaar
bij het PEUGEOT-netwerk.
Met deze reparatieset kunnen de
meeste lekke banden worden gere-
pareerd, als het lek zich in het loop-
vlak of de hiel van de band bevindt.
Haal scherpe voorwerpen die in de
band steken er niet uit.
BANDENREPARATIESET VOOR TIJDELIJKE REPARATIE
De reparatieset bevindt zich in de koffer
onder de vloer. De set zit in het berg-
vak waar ook het andere boordgereed-
schap is opgeborgen. Gebruik van de set
Deze procedure, die uit meerdere stap-
pen bestaat, moet in zijn geheel worden
uitgevoerd.

 Zet het contact af.

 Zet de schakelaar A in de stand
"Reparatie (SEALANT)".

 Controleer of de schakelaar B in de
stand "0" staat.

 Sluit de witte slang C aan op het
ventiel van de lekke band.

 Sluit de stekker van de compres-
sor aan op de 12V-aansluiting in de
auto.

 Plak de bijgeleverde sticker met de
snelheidslimiet op het stuurwiel om
u er aan te herinneren dat u met een
tijdelijk gerepareerd wiel rijdt.

 Start de motor en laat deze draaien.
Toegang tot de set
De volledige set voor de reparatie van
een band bestaat uit een compressor
en afdichtmiddel. Hiermee kunt u de
band
tijdelijk repareren , zodat u de
dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.

Page 162 of 310

11
i
i
166
PRAKTISCHE INFORMATIE Als na vijf tot zeven minuten de
desbetreffende bandenspanning
niet bereikt kan worden, kan de
band niet met de set gerepareerd
worden; neem dan contact op met
het PEUGEOT-netwerk om u te
helpen.

 Activeer de compressor door de
schakelaar B in de stand "1" te
zetten, tot de bandenspanning
2,0 bar bedraagt.

 Verwijder de set en zorg ervoor dat
restanten van de vloeistof niet in de
auto terecht kunnen komen. Houd
de set bij de hand.

 Rijd onmiddellijk ongeveer vijf kilo-
meter met beperkte snelheid (tussen
20 en 60 km/h), zodat het afdichtmid-
del het lek kan dichten.

 Zet de auto stil en controleer de re-
paratie en de bandenspanning met
de set.

 Zet de schakelaar A in de stand
"Bandenspanning (AIR)".

 Sluit de zwarte slang D aan op het
ventiel van de gerepareerde band. U kunt de set gebruiken om de ban-
denspanning te controleren of aan
te passen. U kunt de set echter ook
gebruiken om andere accessoires
zoals een bal of fi etsbanden op te
pompen.
Draai hiervoor de schakelaar in
de stand "Bandenspanning (AIR)",
sluit de zwarte slang met een ge-
schikt ventiel aan op het op te pom-
pen accessoire en volg tenslotte de
de rest van de hierna genoemde
procedure tot aan het verwijderen
van de set.

Page 163 of 310

11
i
!
!
167
PRAKTISCHE INFORMATIE
Controlesysteem bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met een
controlesysteem voor de banden-
spanning, zal het verklikkerlampje
voor te lage bandenspanning na het
repareren van een wiel blijven bran-
den tot u het systeem laat resetten
door het PEUGEOT-netwerk.
Let op: dit product is schadelijk (bijv.:
ethyleenglycol, colofonium, ethaan-
diol...) bij inname en irriterend voor
de ogen. Houd het middel buiten
het bereik van kinderen.
De uiterste gebruiksdatum staat op
de patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan
slechts één keer gebruikt worden
en moet na gebruik dus worden
vervangen, ook al is deze nog niet
geheel leeg.
Verwijderen van de patroon: draai
de patroon bij de dop helemaal los
en trek aan de patroon.
Werp de patroon na gebruik niet
weg, maar lever deze in bij het
PEUGEOT-netwerk of een offi cieel
inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-
netwerk een nieuwe patroon met
afdichtmiddel te kopen.

 Sluit de stekker van de compressor
weer aan op de 12V-aansluiting in
de auto.

 Start de motor opnieuw en laat de
motor draaien.

 Breng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschre-
ven spanning (spanning verhogen:
schakelaar B in stand "1" ; spanning
verlagen: schakelaar B in stand "0"
en knop E indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in de
opening van het bestuurdersportier.
Wanneer de bandenspanning sterk is afgenomen, is het lek niet goed
gedicht; roep dan de hulp in van het
PEUGEOT-netwerk.

 Verwijder de set en berg deze op.

 Rijd niet harder dan 80 km/h over
een afstand van maximaal onge-
veer 200 km.
 Neem zo snel mogelijk con-
tact op met het PEUGEOT-
netwerk.
Nadat een specialist de band heeft onderzocht, zal hij u aan-
raden de band te laten repare-
ren of te vervangen.

Page 164 of 310

11
i
168
PRAKTISCHE INFORMATIE
Deze set is verkrijgbaar bij het
PEUGEOT-netwerk.
Met deze reparatieset kunnen ga-
ten met een diameter van maxi-
maal 6 mm in het loopvlak of de
hiel van de band worden gedicht.
Haal scherpe voorwerpen die in de
band steken er niet uit.
SET VOOR TIJDELIJKE BANDENREPARATIE
De volledige set voor de reparatie van
een band bestaat uit een compressor
en een fl acon met afdichtmiddel. Hier-
mee kunt u de band tijdelijk repareren ,
zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt
bereiken.
De set bevindt zich in het opbergvak
van de bagageruimte. Gebruik van de set

 Zet het contact af.

 Kruis het wiel waarvan de band ge-
repareerd moet worden aan op de
bijgeleverde sticker met de snel-
heidslimiet en plak deze op het
stuurwiel om u er aan te herinneren
dat u met een tijdelijk gerepareerd
wiel rijdt.

 Klik de fl acon 1 op de compressor 2 .

 Controleer of de schakelaar A in de
stand "0" staat.

 Sluit de slang van de fl acon 1 aan
op het ventiel van de lekke band.

 Rol de slang van de compressor

2 helemaal af en verbind hem met
de fl acon.

 Sluit de stekker van de compres-
sor aan op de 12V-aansluiting in de
auto.

 Start de motor en laat deze draaien.

Page 165 of 310

11
i
169
PRAKTISCHE INFORMATIEAls deze spanning niet binnen on-
geveer vijf tot tien minuten bereikt
kan worden, kan de band niet wor-
den gerepareerd. Roep in dat geval
de hulp in van het PEUGEOT-net-
werk.

 Activeer de compressor door de
schakelaar A in de stand "1"
te zetten, tot de bandenspanning
2,0 bar bedraagt.

 Verwijder de compressor en berg de
fl acon op in de met de set meege-
leverde plastic zak, zodat restanten
van de vloeistof niet in de auto te-
recht kunnen komen.

 Rijd onmiddellijk ongeveer drie kilo-
meter met beperkte snelheid (tussen
20 en 60 km/h), zodat het afdich-
tingsproduct het lek kan dichten.

 Zet de auto stil en controleer de re-
paratie en de bandenspanning.

 Sluit de slang van de compressor
direct aan op het ventiel van de ge-
repareerde band.

Page 166 of 310

11
i
!
!
170
PRAKTISCHE INFORMATIE Als de auto is voorzien van het con-
trolesysteem bandenspanning, zal
het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning na de reparatie
blijven branden totdat het systeem
door het PEUGEOT-netwerk op-
nieuw is geïnitialiseerd.
Let op: de fl acon met afdichtmiddel
bevat ethyleenglycol. Dit middel is
schadelijk bij inname en irriterend
voor de ogen. Houd het middel bui-
ten het bereik van kinderen.
De uiterste gebruiksdatum staat op
de fl acon vermeld.
De fl acon kan slechts één keer ge-
bruikt worden en moet na gebruik
dus worden vervangen, ook al is de
fl acon nog niet geheel leeg.
Werp de fl acon na gebruik niet
weg, maar lever deze in bij het
PEUGEOT-netwerk of een offi cieel
inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-
netwerk een nieuwe fl acon afdicht-
middel te kopen.

 Sluit de stekker van de compressor
weer aan op de 12V-aansluiting in
de auto.

 Start de motor opnieuw en laat de
motor draaien.

 Breng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschre-
ven spanning (spanning verhogen:
schakelaar A in stand "1" ; span-
ning verlagen: schakelaar A in
stand "0" en knop B indrukken),
zoals vermeld op de bandenspan-
ningssticker in de opening van het
bestuurdersportier, en controleer of
het lek goed gedicht is (de banden-
spanning mag na enkele kilometers
niet zijn afgenomen).

 Verwijder de compressor en berg de
reparatieset op.

 Neem zo snel mogelijk contact
op met het PEUGEOT-netwerk
om de band door een specia-
list te laten repareren of ver-
vangen.

 Rijd met gematigde snelheid (max.
80 km/h) over een afstand van maxi-
maal ongeveer 200 km.

Page 167 of 310

11
i
171
PRAKTISCHE INFORMATIE
WIEL VERWISSELEN
Het gereedschap bevindt zich onder de
vloer van de bagageruimte:

 open de achterklep,

 til de vloerplaat op,

 bevestig het koord van de vloerplaat
met de haak aan de steun van de
hoedenplank,

 maak de houder met het gereed-
schap los en verwijder deze. Dit gereedschap is specifi ek voor uw
auto. Gebruik het niet voor andere
doeleinden.

1. Wielsleutel.
Hiermee kan de wieldop worden verwijderd en kunnen de wielbou-
ten worden losgedraaid.

2. Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden op- gekrikt.

3. Dop voor het verwijderen van slot-
bouten (in het dashboardkastje).
Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de speciale slot-
bouten worden verwijderd.
Beschikbaar gereedschap
Toegang tot het gereedschap
Wiel met wieldop

Demonteren: verwijder eerst de wieldop door deze met behulp van de wiel-
sleutel 1 bij de ventielopening los te wippen en vervolgens los te trekken.

Monteren: Plaats de wieldop , begin bij de ventielopening en druk de wieldop
rondom met de hand vast.
In het geval van een lekke band kunt u
het wiel met het bij de auto geleverde
gereedschap verwisselen volgens de
onderstaande procedure.

Page 168 of 310

11
i
i
172
PRAKTISCHE INFORMATIE
Bevestiging van het stalen
reservewiel
Indien uw auto is voorzien van licht-
metalen velgen is het normaal dat
bij het monteren van het stalen re-
servewiel de ringen van de bouten
de velg niet raken. Als de bouten
volledig zijn aangedraaid, zorgt het
conische draagvlak van de bouten
voor de bevestiging van het reser-
vewiel.
Toegang tot het reservewiel
Het reservewiel bevindt zich onder de
vloer van de bagageruimte.
Afhankelijk van het land van bestem-
ming, is er een stalen of een lichtmeta-
len reservewiel aanwezig.
Zie de paragraaf "Toegang tot het ge-
reedschap" voor meer informatie.
Verwijderen van het reservewiel

 Draai de gele centrale bout los.

 Til het reservewiel aan de achter-
zijde op en trek het naar u toe.

 Verwijder het wiel uit de bagage-
ruimte.
Terugplaatsen van het reservewiel

 Leg het reservewiel in de reserve-
wielbak.

 Draai de gele centrale bout een aan-
tal omwentelingen los en plaats de
bout in het hart van het reservewiel.

 Draai de centrale bout vast tot deze
klikt en het reservewiel goed vast-
zit.

 Plaats de houder met het gereed-
schap in het hart van het reserve-
wiel en maak de houder vast.
Detectie te lage bandenspanning
Het reservewiel is niet voorzien van
een bandenspanningssensor. Laat
het repareren van de lekke band
uitvoeren door het PEUGEOT-
netwerk.

Page 169 of 310

11
i
173
PRAKTISCHE INFORMATIE
WIEL VERWISSELEN
Werkwijze voor het vervan-
gen van het defecte wiel
door het reservewiel met
behulp van het meegelever-
de gereedschap.
De wielsleutel 1 bevindt zich in de linker
bekleding van de bagageruimte.
Het gereedschap 2 en 3 bevindt zich in
een kist in het reservewiel dat onder de
auto is opgehangen.
Toegang tot het gereedschap:

 open de achterklep,

 open de klep in de bekleding van de
bagageruimte,

 haal de wielsleutel uit de steun,

 raadpleeg de paragraaf "Toegang
tot het reservewiel" op de volgende
pagina om bij het overige gereed-
schap te komen.
Toegang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap
Wiel met wieldop

Demonteren: verwijder eerst de wieldop door deze met behulp van de wie l-
sleutel 1 bij de ventielopening los te wippen en vervolgens los te trekken.

Monteren: plaats de wieldop, begin bij de ventielopening en d ruk de wieldop
rondom met de hand vast. Dit gereedschap is specifi ek voor uw
auto. Gebruik het niet voor andere
doeleinden.

1. Wielsleutel.
Hiermee kan de wieldop worden verwijderd en kunnen de wielbou-
ten worden losgedraaid.

2. Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden op- gekrikt.

3. Dop voor het verwijderen van slot-
bouten (in het dashboardkastje).
Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de speciale slotbou-
ten worden verwijderd.

Page 170 of 310

11
i
174
PRAKTISCHE INFORMATIE
Bevestiging van het
stalen reservewiel of het
noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, is het normaal
dat bij het monteren de ringen van
de bouten het stalen reservewiel of
het noodreservewiel niet raken. Als
de bouten volledig zijn aangedraaid
zorgt het conische draagvlak van
de bouten voor de bevestiging van
het reservewiel.
Toegang tot het reservewiel
Het reservewiel wordt met een lier te-
gen de bodem van de bagageruimte
vastgeklemd.
Afhankelijk van het land van bestem-
ming is de auto voorzien van een stalen
of lichtmetalen reservewiel of een nood-
reservewiel.
Verwijderen van het wiel

 Open het luik met het oog om de lier
te ontgrendelen en bij de bout van
de lier te komen.

 Draai deze bout volledig los met de
wielsleutel 1 om de kabel van de lier
los te draaien.

 Verwijder de houder met het reser-
vewiel via de achterzijde van de
auto.

 Haal de haak eruit om het reser-
vewiel met de kist uit de houder te
nemen, zoals aangegeven in de af-
beelding.

 Verwijder de centreerkegel van
zwart kunststof.

 Verwijder het wiel om toegang te
krijgen tot de kist.

 Schuif het deksel van de kist naar
het midden en verwijder dit om
toegang te krijgen tot het gereed-
schap.

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 ... 310 next >