PEUGEOT 4008 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Page 191 of 368
189
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
Deze set bevindt zich in de bagageruimte onder
de vloerplaat. De complete set bestaat uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de
band tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke banden worden gerepareerd, als het lek zich in het
loopvlak of de schouder van de band bevindt.
Bandenreparatieset
Toegang tot de set
Om toegang te krijgen:
F O pen de achterklep.
F
T
il de vloerplaat omhoog en ver wijder deze.
F
H
aal de set tevoorschijn. De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de
duur die nodig is om een gerepareerde
lekke band op spanning te brengen of
om een klein opblaasartikel op te blazen.
Samenstelling van de set
1. 12V-compressor met een manometer voor het meten en corrigeren van de
bandenspanning.
De compressor is niet stof- en
waterdicht, pas daarom op voor zand,
stof en water.
In de volgende gevallen kan de
reparatieset niet worden gebruikt:
-
d
e houdbaarheidsdatum van het
afdichtmiddel is overschreden (zie
de sticker op de flacon),
-
m
eerdere banden zijn lek
ter wijl u slechts over de met de
set meegeleverde flacon met
afdichtmiddel beschikt,
-
d
e diameter van het gat in de band
is groter dan 4
mm,
-
h
et lek bevindt zich in de wang van
de band,
-
u e
nige tijd bent doorgereden met
een bijna volledig lege band,
-
d
e hiel van de band is losgekomen
van de velg,
-
d
e velg is beschadigd.
8
Storingen verhelpen
Page 192 of 368
190
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
Na de reparatie van de band moet de
sticker met de snelheidslimiet op het
middelste gedeelte van het stuurwiel
worden geplakt om u te herinneren aan
het feit dat de band tijdelijk gebruikt kan
worden.
Rijd na het repareren van een band met
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
Reparatiemethode
F Parkeer de auto op een veilige plaats en op een vlakke, stabiele ondergrond.
Z
org ervoor dat het ventiel zich niet in het
onderste deel van het wiel bevindt en de
grond raakt.
F
T
rek de parkeerrem aan.
F
Z
et de selectiehendel in de
achteruitversnelling bij auto's met een
handgeschakelde versnellingsbak of
in de stand P bij auto's met een CVT-
versnellingsbak.
F
Z
et het contact af.
2.
F
lacon met afdichtmiddel voor tijdelijke
reparatie van de band.
3.
Reserveventiel.
4.
G
ereedschap voor het demonteren/
monteren van het ventiel (ventieltrekker).
5.
A
ansluiting voor het injecteren van
afdichtmiddel.
6.
S
ticker met snelheidslimiet. F
V
er wijder de dop van het ventiel van de
lekke band en bewaar deze dop op een
schone plek.
Bij temperaturen lager dan 0°C kan het
afdichtmiddel dikker worden. Breng
de flacon in de auto op temperatuur
alvorens hem te gebruiken.
F
D
raai de trekker om en bevestig hem op
het ventiel. Draai vervolgens het ventiel
los.
B
ewaar het ventiel op een schone plek.
F
P
laats de ventieltrekker op het ventiel en
druk vervolgens op de trekker om de band
volledig leeg te laten lopen.
Storingen verhelpen
Page 193 of 368
191
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
F Sluit de aansluiting voor het injecteren van het afdichtmiddel aan op de ventielschacht
van de lekke band.
F
K
nijp de flacon (ondersteboven) een paar
keer stevig in om al het afdichtmiddel in
de lekke band te spuiten.
F
M
aak de aansluiting los.
F
S
teek het ventiel in de schacht en draai het
met de ventieltrekker vast.
Let op: dit product is schadelijk (ethyleenglycol, colofonium...) bij inname en irriterend voor
de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het afdichtmiddel is op de flacon aangegeven.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk of een
officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuwe flacon met afdichtmiddel te kopen bij het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. F
C
ontroleer of de schakelaar A van de
compressor op " OFF" staat.
F
R
ol de slang B van de compressor
helemaal af.
F
S
luit de slang aan op het ventiel van de
gerepareerde band.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto (contact in de
stand "ACC" of "stand ACC").
F
S
chakel de compressor in door de
schakelaar A in de stand " ON" te
zetten en breng de band op de juiste
spanning, zoals aangegeven op de
bandenspanningssticker (zie de rubriek
"Identificatie").
Ver wijder het voor werp dat de lekkage
heeft veroorzaakt niet uit de band.
F
S
chud de flacon goed, ver wijder de dop en
draai de aansluiting voor het injecteren van
het afdichtmiddel op de flacon.
8
Storingen verhelpen
Page 194 of 368
192
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
F Als na ongeveer 10 minuten de juiste
spanning nog niet is bereikt, kan de band
niet worden gerepareerd; neem dan
contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om u
verder te helpen.
F
M
aak de compressor los en berg de
reparatieset op.
Laat de compressor niet meer dan
10
minuten onafgebroken werken.
Als de compressor extreem warm is,
schakel hem dan onmiddellijk uit en
koppel hem los. Laat de compressor
minimaal 30
minuten afkoelen. Maak na de reparatie zo snel mogelijk
een afspraak met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Vertel de technicus dat u gebruik hebt
gemaakt van de bandenreparatieset. Na
controle kan de technicus u vertellen of
de band gerepareerd kan worden of dat
deze vervangen moet worden.
Als de auto is voorzien van het
bandenspanningscontrolesysteem
blijft het verklikkerlampje te lage
bandenspanning branden tot het
systeem is gereset (zie de rubriek
"Bandenspanningscontrolesysteem"). F
P
lak de sticker met de snelheidslimiet op
het middelste gedeelte van het stuurwiel.
F
G
a direct rijden maar rijd niet harder dan
80
km/h om het afdichtmiddel over de
binnenzijde van de band te verdelen. F
Z
et na 10 km of 5 minuten de auto stil en
controleer de staat van de gerepareerde
band en controleer met de compressor de
spanning van de band. Als de spanning
iets is afgenomen, moet u de band weer op
de juiste spanning brengen. Herhaal deze
handeling na 10
km of 5 minuten: als de
band niet op de juiste spanning blijft, is het
lek niet goed gedicht. Neem dan contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
helpen.
Als de spanning in orde is, draai dan zorgvuldig
de dop op het ventiel van de band. Rijd met
maximaal 80
km/h naar een dealerbedrijf dat
deel uitmaakt van het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Storingen verhelpen
Page 195 of 368
193
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
Wiel verwisselen
Het gereedschap is opgeborgen in de
bagageruimte, onder de vloerplaat.
Ga als volgt te werk om toegang tot het
gereedschap te krijgen:
F
O
pen de achterklep.
F
T
il de vloerplaat omhoog en ver wijder
deze.
Toegang tot het boordgereedschap
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is speciaal voor uw auto
bestemd. Gebruik het niet voor andere
doeleinden.
1.
Wielsleutel.
H
iermee kan de wieldop worden ver wijderd
en kunnen de wielbouten worden
losgedraaid.
2.
Kri
k.
H
iermee kan de auto worden opgekrikt.
3.
Slinger.
H
iermee kunt u de krik bedienen.
4.
A
fneembaar sleepoog.
Z
ie "Slepen van de auto".
5.
D
op voor slotbout (als accessoire leverbaar).
K
an op de wielsleutel geplaatst worden om
de speciale "slotbouten" te verwijderen.
Werkwijze voor het ver wisselen van een lekke band door het reservewiel met behulp van het bij de auto geleverde gereedschap.Wiel met wieldop
Verwijder, bij het ver wijderen van het
wiel
, eerst de wieldop met slinger 3
door
ter hoogte van de uitsparing te trekken.
Plaats na het monteren van het wiel
de wieldop terug, te beginnen bij de
uitsparing bij het ventiel en druk met de
palm van de hand op de omtrek.
8
Storingen verhelpen
Page 196 of 368
194
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
Het reservewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Afhankelijk van de uitvoering is er een
volwaardig, een plaatstalen of een aluminium
reservewiel aanwezig, in sommige landen een
"thuiskomer".
Zie "Toegang tot het gereedschap" voor meer
informatie over hoe u het reservewiel kunt
bereiken.
Toegang tot het reservewiel
Verwijderen van het volwaardige
reser vewiel
F Draai de centrale bout A los.
F T il het reservewiel aan de achterzijde op
en trek het naar u toe.
F
V
er wijder het wiel uit de bagageruimte.
Terugplaatsen van het
volwaardige reservewiel
F Leg het reservewiel in de reservewielbak.
F P laats de centrale bout A in het hart van
het wiel.
F
D
raai deze volledig vast zodat het wiel
goed op zijn plaats blijft.
Storingen verhelpen
Page 197 of 368
195
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
Demonteren van het wiel
Plaats van de auto
Zet de auto op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg
ervoor dat de auto op een vlakke en
bij voorkeur horizontale, stabiele en
stroeve ondergrond staat.
Trek de handrem aan, zet het contact af
en schakel de eerste versnelling in om
de wielen te blokkeren.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt; gebruik
bokken.
Procedure
F Bevestig de dop 5 op de wielsleutel 1 en
draai de slotbout iets los (afhankelijk van
de uitvoering, uitrusting als accessoire
leverbaar).
F
D
raai de andere bouten iets los met
uitsluitend de wielsleutel 1 .
Gebruik:
-
d
e krik uitsluitend voor het
opkrikken van de auto,
-
u
itsluitend de door de fabrikant
geleverde krik.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het ver wisselen van een wiel met
een beschadigde band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese
regelgeving zoals deze is vastgelegd in
de Richtlijn 2006/42/EG over machines.
Aan het einde van dit document is de
conformiteitsverklaring opgenomen.
In deze conformiteitsverklaring vindt u
de bedrijfsnaam en het volledige adres
van de fabrikant of, in voorkomende
gevallen, van zijn vertegenwoordiger,
en de benaming van de krik.
8
Storingen verhelpen
Page 198 of 368
196
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
F Plaats het voetstuk van de krik 2 op de
grond, recht onder het steunpunt onder
de auto A (voor) of B (achter). Gebruik het
steunpunt dat zich het dichtste bij het te
verwisselen wiel bevindt.
F
D
raai de krik 2 uit tot de kop van de krik in
contact komt met het gebruikte steunpunt
A of B ; het centrale gedeelte van de kop
van de krik moet goed in het steunpunt A of
B van de auto steken. F
K rik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.
Zorg ervoor dat de krik stevig staat.
Op een gladde of zachte ondergrond
kan de krik wegschuiven of wegzakken
- Kans op letsel!
Gebruik uitsluitend het steunpunt onder
de auto A of B en zorg ervoor dat de
kop van de krik goed in het midden van
het steunpunt steekt. Zo niet, dan kan
de auto beschadigd raken en/of de krik
wegzakken - Kans op letsel!
F
V er wijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
F
V
erwijder het wiel.
Storingen verhelpen
Page 199 of 368
197
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
Monteren van het wiel
Na het verwisselen van het
wiel
Rijd met een noodreservewiel niet
sneller dan 80 km/h.
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel
controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
Procedure
F Plaats het wiel op de naaf.
F
D raai de wielbouten met de hand vast.
F
D
raai de slotbout (afhankelijk van de
uitvoering) met de wielsleutel 1
en de
dop 5
enigszins vast.
F
D
raai de overige wielbouten enigszins vast
met alleen de wielsleutel 1 .
Monteren van winterbanden
Stalen velgen met winterbanden
moeten altijd worden gemonteerd
met speciale bouten die verkrijgbaar
zijn bij het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als bij uitvoeringen met
4-wielaandrijving het vervangen van
één of meer banden noodzakelijk is,
wordt geadviseerd alle 4
de banden
tegelijkertijd te vervangen. Gebruik
hiervoor vier identieke banden
(afmetingen, type en merk).
Bij gebruik van banden waarbij de maat,
structuur of mogelijk slijtagepatroon
verschillend zijn, zouden onderdelen
van de aandrijving beschadigd kunnen
raken.
8
Storingen verhelpen
Page 200 of 368
198
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
F Laat de krik zakken tot de auto met de wielen op de grond staat.
F
D
raai de krik 2 in en verwijder hem. F
D raai de slotbout (afhankelijk van de
uitvoering) vast met de wielsleutel 1 en de
dop 5 .
F
D
raai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1 .
F
B
erg het gereedschap op (raadpleeg
de desbetreffende rubriek voor meer
informatie).
Storingen verhelpen