Peugeot 407 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 181 of 247

164
66
77
55
22
33
44
11
06
JUKEBOX
HERNOEMEN
BEHEER JUKEBOX
Druk op de toets MENU.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer de functie JUKEBOX en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer de functie BEHEER JUKEBOX op de knop om te bevestigen.
Selecteer het te hernoemen album op de knop om te bevestigen.
Selecteer de functie HERNOEMEN en druk op de knop om te bevestigen.
Draai aan de knop en selecteer één voor één de letters van de titel van het album en bevestig de letters door op de knop te drukken.
Gebruik het alfanumerieke toetsenbord om de letters van de titel van het album één voor één in te voeren.
JUKEBOX
EEN ALBUM HERNOEMEN
AUDIO/VIDEO

Page 182 of 247

165
88
22
33
11
06
VERWIJDER
OK
Druk herhaalde malen op de toets SOURCE en selecteer de functie JUKEBOX.
Druk op de toets LIST.
Draai aan de knop om de bestanden te selecteren.
Druk op de toets ESC om terug te keren naar het eerste bestandsniveau.
JUKEBOX
Selecteer OK en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer om de nummers van een album te hernoemen de te hernoemen nummers en volg dezelfde procedure. Gebruik de toets ESC om de lijst met nummers te verlaten.
Selecteer de functie VERWIJDER om een album of een nummer uit de Jukebox te verwijderen.
JUKEBOX
AFSPELEN VANUIT DE JUKEBOX
AUDIO/VIDEO

Page 183 of 247

166
11
2
06
Druk op de toets MENU en selecteer achtereenvolgens de functies CONFIGURATIE, GELUID en ACTIVEREN EXTERNE GELUIDSBRON om de AUX-ingang van de radiotelefoon t e activeren.
Sluit het externe apparaat (MP3-speler…) aan op de audioaansluitingen (wit en rood, type RCA) in het dashboardkastje met een geschikte kabel (JACK-RCA).
Druk herhaalde malen op de toets SOURCE om AUX te selecteren.
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via de externe apparatuur zelf.
Het is niet mogelijk om bestanden vanaf de externe apparatuur naar de harde schijf te kopiëren.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
AUDIOKABEL (JACK-RCA) NIET BIJGELEVERD
AUDIO/VIDEO

Page 184 of 247

167
11
22
33
44
55
66
77
06
INSCHAKELEN VIDEOFUNCTIE
PARAMETERS VIDEO
U kunt op de drie audio-/videoaansluitingen in het dashboardkastje een videoapparaat (camcorder, digitale camera, DVD-speler...) aansluiten.
Draai aan de knop en selecteer de functie VIDEO.
Druk op de toets MENU nadat u het videoapparaat hebt aangesloten.
Draai aan de knop en selecteer de functie INSCHAKELEN VIDEOFUNCTIE om de videofunctie in of uit te schakelen.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Druk herhaalde malen op de toets "SOURCE" om een andere geluidsbron te selecteren dan het videoapparaat.
Druk op de toets "DARK" om de videoweergave te onderbreken.
Draai aan de knop en selecteer de functie PARAMETERS VIDEO om het formaat van de weergave, de lichtsterkte, het contrast en de kleuren in te stellen.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
MENU VIDEO
De videoweergave is uitsluitend mogelijk als de auto stilstaat.
AUDIO/VIDEO

Page 185 of 247

168
11
22
33
11
22
07 INGEBOUWDE TELEFOON
INVOEREN VAN DE PINCODE
Open de lade door de knop in te drukken met de punt van een pen.
Plaats de SIM-kaart in de houder en steek deze in de lade.
Voer stap 1 nogmaals uit om de SIM-kaart weer te verwijderen.
Verwijder of plaats uw SIM-kaart pas nadat de PC Com is uitgeschakeld en het contact is afgezet.
Voer de PIN-code in met behulp van het toetsenbord.
Druk op de toets # om de PIN-code te bevestigen.
PIN-CODE
Selecteer bij het invoeren van uw PIN-code de optie PIN-CODE OPSLAAN om de telefoon te kunnen gebruiken zonder t elkens de PIN-code te hoeven invoeren.
INSTALLEREN VAN UW SIM-KAART
(NIET BIJ DE AUTO GELEVERD)

Page 186 of 247

169
33
22
11
44
07
De beschikbare functies van de telefoon zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit met de gebruikte Bluetooth-apparatu ur. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en uw provider voor meer informatie over d e beschikbare functies. Een overzicht van de meest geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk.
BLUETOOTH-TELEFOON
EEN BLUETOOTH-TELEFOON
KOPPELEN
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de han dsfree-set van het systeem mag om veiligheidsredenen en vanweg e het feit dat deze handeling volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto.
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon. De laatst gekoppelde telefoon wordt automatisch opnieuw gekoppeld.
Selecteer WIJZE VAN ACTIVEREN BLUETOOTH en vervolgens ACTIEF EN ZICHTBAAR. Druk op de draaiknop om iedere handeling te bevestigen.
Druk op de toets MENU, selecteer TELEMATICA en vervolgens FUNCTIES BLUETOOTH. Druk op de draaiknop om iedere handeling te bevestigen.
Selecteer op uw telefoon de naam van de PEUGEOT-radiotelefoon. Voer de toegangscode in (standaard 0000).
Herhaal, om de naam van de PEUGEOT-radiotelefoon efoon te kennen en te wijzigen, stap 2 en selecteer NAAM VAN DE RADIOTADIOTELEFOON WIJZIGEN.

Page 187 of 247

170
07
De gesprekkenlijst bevat uitsluitend gesprekken die zijn gevoerd met de radiotelefoon vanuit de auto.
Als de telefoon is gekoppeld kan het systeem het adresboek en de gesprekkenlijst synchroniseren. Herhaal stap 2 en s electeer WIJZE VAN SYNCHRONISEREN INDEX. Selecteer de synchronisat ie van uw keuze en druk op de draaiknop om te bevestigen. De synchronisatie kan enkele minuten duren.
Herhaal, om de gekoppelde telefoon te wijzigen, stap 2, selecteer LIJST GEKOPPELDE TELEFOONS en druk op ok om te beve stigen. De lijst met eerder gekoppelde telefoons (maximaal 10) verschijnt. Selecteer de telefoon van uw keuze, bevestig, selecteer KOPPELEN en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Herhaal, om de toegangscode te wijzigen, stap 2, selecteer TOEGANGSCODE en sla de code van uw keuze op.
BLUETOOTH-TELEFOON
EEN BLUETOOTH-TELEFOON
KOPPELEN

Page 188 of 247

171
11
22
33
55
66
44
07 TELEFONEREN
BELLEN MET EEN CONTACTPERSOON
Draai aan de knop om de functie NUMMER KIEZEN te selecteren.
Druk op de toets OPNEMEN om het snelmenu van de telefoon weer te geven.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Toets het nummer van uw contactpersoon in op het alfanumerieke toetsenbord.
Druk op de toets OPNEMEN om naar het gekozen nummer te bellen.
Druk op de toets OPHANGEN om het gesprek te beëindigen.
EEN GESPREK ACCEPTEREN OF
WEIGEREN
Druk op de toets OPNEMEN om een gesprek te accepteren.
Druk op de toets OPHANGEN om een gesprek te weigeren.
U kunt ook de toets TEL op het stuur even ingedrukt houden om het menu van de telefoon weer te geven: gesprekkenlijst, telefoonboek, voicemail.
Druk op MENU om de gebruikte telefoon te kiezen, selecteer achtereenvolgens TELEMATICA, BLUETOOTH FUNCTIES, WIJZE VAN ACTIVEREN BLUETOOTH. Naar keuze: - NIET ACTIEF: gebruik van de interne telefoon, - ACTIEF EN ZICHTBAAR: gebruik van de bluetooth telefoon, zichtbaar vanaf alle telefoons, - ACTIEF EN NIET ZICHTBAAR: gebruik van de bluet ooth telefoon, onzichtbaar vanaf de andere telefoons, aansluiten van een nieuwe telefoon niet mogelijk.
Selecteer LIJST GESPREKKEN of INDEX en druk op OK . Kies het gewenste nummer en bevestig om te bellen.
NUMMER KIEZEN

Page 189 of 247

172
08 BOORDCOMPUTER
- Het tabblad "auto": de actieradius, het huidige brandstofverbruik en de resterende afstand. - Het tabblad "1" (traject 1) met: de gemiddelde snelheid, het gemiddelde brandstofverbruik en de berekende afgelegde afstand op traject "1". - Het tabblad "2" (traject 2) met dezelfde gegevens voor een tweede traject.
ENKELE DEFINITIES
Actieradius: in deze stand geeft de computer aan hoeveel kilometer u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt rijden , berekend op basis van het gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde kilometers. De weergegeven waarde kan sterk variëren door een verandering in de wagensnelheid of het landschap. Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt, verschijnen streepjes op het display. Na het tanken van minimaal 10 liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegeven zodra deze meer dan 100 km bedraagt. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als tijdens het rijden voortdurend streepjes worden weergegeven in plaats van cijfers.
Momenteel verbruik: dit verbruik wordt berekend en weergegeven vanaf 30 km/h.
Gemiddeld verbruik: dit is het gemiddelde verbruik sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer.
Afgelegde afstand: deze afstand wordt berekend sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer.
Nog af te leggen afstand: dit is de afstand tot de door de gebruiker ingevoerde eindbestemming. Als het navigatiesysteem in gebruik is, wordt deze afstand op elk moment tijdens het rijden opnieuw berekend.
Gemiddelde snelheid: dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer (contact aan).
Boordcomputer
Wegwijser km km/h
Afstand
l/100
740
6.531

Page 190 of 247

173
1
2
2
2
08
DIAGNOSE AUTO
WAARSCHUWINGENLOGBOEK
STATUS VAN DE FUNCTIES
RESET CONTROLESYSTEEM BANDENSPANNING
BOORDCOMPUTER
DIAGNOSE AUTO
Als de knop meerdere keren wordt ingedrukt, worden de verschillende functies van de boordcomputer achtere envolgend weergegeven op het display.
Resetten Druk de knop langer dan twee seconden in zodra het gewenste traject wordt aangegeven.
SNELKEUZE
km
Boordcomputer
Ogenblikkelijke info. 860
Actieradius
km
l/100

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 250 next >