Peugeot 508 RXH 2014 Handleiding (in Dutch)

Page 151 of 332

149
508RXH_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Instapverlichting
buitenzijde
Inschakelen
Uitschakelen
De instapverlichting aan de buitenzijde gaat
na een bepaalde tijd automatisch uit, of gaat
uit na het aanzetten van het contact of het
vergrendelen van de auto.
Programmeren
Via het display van het instrumentenpaneel
kan de functie worden in- en uitgeschakeld
en kan de duur van het branden van de
instapverlichting worden gewijzigd. Open
het Hoofdmenu , selecteer "Parameters
auto " en vervolgens " Verlichting", en wijzig
vervolgens de duur van de verlichting.
F Druk op het geopende hangslot van de afstandsbediening.
Het dimlicht en parkeerlicht
gaan branden en uw auto wordt
ontgrendeld.
Ver lic hting
buitenspiegels
Inschakelen
De instapverlichting wordt ingeschakeld:
- bij het ontgrendelen,
-
bij

het verwijderen van de contactsleutel,
-

b
ij het openen van een portier,
-

b
ij het lokaliseren van de auto via de
afstandsbediening.
Uitschakelen
De verlichting dooft na een bepaalde tijd
automatisch.
Om de toegang tot de auto te vergemakkelijken,
worden de volgende delen verlicht:
-

h

et oppervlak naast het bestuurders- en
het passagiersportier,
-

h

et oppervlak voor de buitenspiegels en
achter de voorportieren.
De instapverlichting wordt afhankelijk van de
door de lichtsensor gesignaleerde hoeveelheid
licht geactiveerd om op donkere plaatsen het
lokaliseren van de auto en het instappen te
vergemakkelijken.
5
Zicht

Page 152 of 332

150
508RXH_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Halogeen
koplampen
handmatig verstellenAutomatische koplamphoogteverstelling bij
lampen met "full led"-technologie
Verstel de koplampen met halogeenlampen
afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen.
In het geval van een storing
verschijnt dit pictogram op
het instrumentenpaneel,
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding.
Het systeem zet in dat geval de koplampen in
de lage stand. Om verblinding van andere weggebruikers te
voorkomen corrigeert dit systeem automatisch
de hoogte van de lichtbundel van de "full led"-
lampen, afhankelijk van de belading van de auto.Raak in het geval van een storing de "full led"-
lampen niet aan. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Stand "0" : basisinstelling.
1

Bestuurder.
2

Bes
tuurder + voorpassagier.
3

B

estuurder + voorpassagier +
achterpassagiers.
4

5

personen.
5

5 p
ersonen + belading in de bagageruimte.
6

B

estuurder + belading in de bagageruimte.
Reizen naar het buitenland
De dimlichten van uw auto zijn zo
ontworpen dat de afstelling niet
gewijzigd hoeft te worden als u de auto
gaat gebruiken in een land waarin het
verkeer aan de andere kant van de weg
rijdt.
Zicht

Page 153 of 332

151
508RXH_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht
verlichten LED's (Light-emitting Diodes) in
de koplamp de binnenkant van de bocht.
De wagensnelheid moet lager zijn dan
120 km/h.
Deze functie is uitsluitend beschikbaar in
combinatie met de "Full LED"-koplampen.
Aanvullende verlichting vóór
Aanvullende verlichting ingeschakeld
Deze functie wordt ingeschakeld vanaf een
bepaalde stuuruitslag.
Aanvullende verlichting werkt niet
Deze functie werkt in de volgende gevallen
niet:
-
b
ij een geringe stuuruitslag,
-

b
ij snelheden boven 120 km/h,
-

a
ls de achteruit is ingeschakeld.
5
Zicht

Page 154 of 332

152
508RXH_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Ruitenwisserschakelaar
Instellen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende
automatische functies van de ruitenwissers
mogelijk:
-
a
utomatische werking van de ruitenwissers
vó ó r,
-

a
utomatisch inschakelen van de
ruitenwisser achter bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.
Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers
handmatig in.
De ruitenwissers voor en achter zorgen
voor een optimaal zicht voor de bestuurder,
ongeacht de weersomstandigheden.
Ruitenwissers vóór
Wissnelheid:
Uitvoering met handbediende
ruitenwissers (interval)
Uitvoering met automatische ruitenwissers
hoge snelheid (hevige neerslag),
normale snelheid (matige regenval),
interval (wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid),
uit,
één keer wissen (duw de hendel even
omlaag),
automatisch (omlaag duwen
en loslaten),
één keer (de hendel even
naar u toe trekken).
Zicht

Page 155 of 332

153
508RXH_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Ruitenwisser achter
Schakel de automatische werking van
de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval
of strenge vorst en bij montage van een
fietsendrager op de achterklep. Dit kan
worden uitgevoerd via het configuratiemenu
van het display van het instrumentenpaneel.
Ring voor de selectie van de ruitenwisser
achter:uit,
interval,
wissen en sproeien (gedurende
enige tijd).
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
Deze functie kan worden
geactiveerd of gedeactiveerd via het
configuratiemenu van het display van
het instrumentenpaneel.
Deze functie is standaard
geactiveerd.
Instellen
F Trek de ruitenwisserschakelaar enkele seconden naar u toe. De ruitensproeiers
treden in werking, waarna enige tijd de
ruitenwissers worden ingeschakeld om de
ruit schoon te wissen.
De koplampsproeiers worden alleen geactiveerd
als de dimlichten branden en de auto rijdt.
Ruitensproeiers vóór en
koplampsproeiers
Te laag niveau ruiten-/
koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers en het niveau van
het reservoir te laag is, verschijnt
dit pictogram op het instrumentenpaneel in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Het pictogram verschijnt als het contact wordt aangezet of
als de schakelaar wordt bediend, zolang het reservoir niet
gevuld is.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreservoir bij of laat het bijvullen.
5
Zicht

Page 156 of 332

154
508RXH_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan de
hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Duw de hendel één keer omlaag.
De ruitenwissers maken één slag om
het inschakelen te bevestigen.
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en
er verschijnt een melding. Duw de hendel nog een keer omlaag
of zet de hendel in een andere stand
(Int., 1 of 2).
Uitschakelen
Elke keer als het contact meer
dan 1 minuut is afgezet, moet u
de automatische werking van de
ruitenwissers opnieuw activeren door
de hendel één keer omlaag te duwen.
Dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
gaat uit en er verschijnt een melding.
Zicht

Page 157 of 332

155
508RXH_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Dek de regensensor, die zich
gecombineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter de
binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking van
de ruitenwissers uit als de auto wordt
gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen
van de automatische ruitenwissers tot
de voorruit ontdooid is.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in
de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Speciale stand van de
ruitenwissers voor
Deze stand maakt het mogelijk de
ruitenwissers los te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen
worden gereinigd of de ruitenwissers worden
vervangen. In de winter kan deze stand tevens
worden gebruikt om de ruitenwissers los te
zetten van de voorruit.Om een goede werking van de flat-blade
ruitenwissers te behouden, adviseren wij u:
-
v
oorzichtig met de ruitenwissers om te
gaan,
-
d

e ruitenwissers regelmatig te reinigen
met zeepsop,
-

d
e ruitenwissers niet te gebruiken om
een stuk karton tegen de voorruit te
houden,
-
d

e ruitenwissers te vervangen zodra
ze tekenen van slijtage vertonen.
F Als de ruitenwisserschakelaar binnen een minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, worden de ruitenwissers in de
verticale stand gezet.
F

Z
et het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers na de werkzaamheden weer
in de ruststand te zetten.
5
Zicht

Page 158 of 332

156
508RXH_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
1. Plafonnier vóór
2. Kaartleeslampjes vóór
3.
K

aartleeslampjes achter
4.
Sf

eerverlichting
Plafonniers
In deze stand gaat de
interieurverlichting geleidelijk branden:
Plafonnier vóór
Zorg ervoor dat er geen voor werpen in
contact zijn met de plafonniers.
In de stand "interieurverlichting permanent
ingeschakeld", blijft de interieurverlichting
afhankelijk van de omstandigheden gedurende
een bepaalde tijd branden:
-

b
ij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
-

i
n de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
-

a
ls het hybridesysteem is ingeschakeld:
onbeperkt.
- als de auto wordt ontgrendeld,
-
a ls de sleutel uit het contact wordt ver wijderd,
-

a
ls een portier wordt geopend,
-

a
ls op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de auto
te lokaliseren.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-

a
ls de auto wordt vergrendeld,
-

a
ls het contact wordt aangezet,
-

3
0 seconden na het sluiten van het laatste
portier.
Permanent uit.
Permanent aan.
Kaartleeslampjes vóór en
achter
F Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.
Als plafonnier vóór in de stand
"interieurverlichting permanent ingeschakeld"
staat, branden ook de kaartleeslampjes achter,
behalve als deze in de stand "Permanent uit"
staan.
U kunt de kaartleeslampjes achter vanaf de
zitplaatsen vóór uitschakelen om bijvoorbeeld
slapende passagiers niet te storen. De
achterpassagiers kunnen echter altijd zelf de
kaartleeslampjes inschakelen.
Zicht

Page 159 of 332

157
508RXH_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
SfeerverlichtingDe gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Als het buiten donker is, gaan de leds van de
sfeerverlichting automatisch branden als de
parkeerlichten worden ingeschakeld.De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de
parkeerlichten worden uitgeschakeld.
De sfeerverlichting kan handmatig worden
uitgeschakeld door de dimmer van de
verlichting van het instrumentenpaneel op het
zwakste niveau te zetten.
Inschakelen
Uitschakelen
5
Zicht

Page 160 of 332

158
508RXH_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2014
Algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
-
c
onform de Europese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner
dan 1,50 m in gehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd*,
-

d
e veiligste plaats voor het ver voeren
van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van uw
auto,
-

k
inderen tot 9 kg moeten zowel voor-
als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd. PEUGEOT
beveelt u aan kinderen op de
buitenste achterzitplaatsen van uw auto
te vervoeren:
-

m
et de rug in de rijrichting tot 3 jaar,
-

m
et het gezicht in de rijrichting
vanaf 3 jaar.
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
*
D
e regels voor het vervoeren van kinderen
zijn per land verschillend. Informeer hiervoor
naar de wetgeving in uw land.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 340 next >