Peugeot 508 RXH 2014 Handleiding (in Dutch)
Page 81 of 332
79
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Bagageruimte
F Ontgrendel de auto volledig met de afstandsbediening of de sleutel, duw op de
hendel A en open de achterklep.Vanuit het interieur
Houd deze knop ingedrukt tot u aan het geluid
hoort dat de achterklep ontgrendeld is. F
T
rek de achterklep omlaag met behulp van
de handgreep aan de binnenzijde.
Openen
Als de achterklep niet goed is gesloten bij
ingeschakeld hybridesysteem of rijdende
auto (snelheid boven de 10
km/uur), verschijnt
er gedurende enkele seconden een melding op
het display van het instumentenpaneel.
Sluiten
2
Toegang tot de auto
Page 82 of 332
80
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Elektrisch bedienbare achterklep
Openen
Auto vergrendeld/
supervergrendeld
F Druk op deze knop A van de afstandsbediening.Auto ontgrendeld
F Druk op de knop A van de afstandsbediening of op de knop B van de
achterklep.
Vanuit het interieur
F Druk op deze knop om de achterklep te ontgrendelen en open vervolgens de
achterklep.
Wanneer u de achterklep met de afstandsbediening opent, controleer
dan of niets de beweging van de achterklep kan hinderen.
Toegang tot de auto
Page 83 of 332
81
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Sluiten
F Druk op deze knop C om de achterklep elektrisch te sluiten.
Probeer de achterklep bij het sluiten niet
tegen te houden; hierdoor stopt de achterklep
met sluiten en gaat deze vervolgens enkele
centimeters omhoog.
Handmatig sluiten: beweeg de achterklep een
klein eindje omhoog en omlaag, zodat deze
ontgrendeld wordt, en sluit vervolgens de
achterklep. Zorg er voor dat tijdens het openen
of sluiten van de achterklep niemand
in de buur t staat om ver wondingen
te voorkomen. Tijdens het elektrisch openen of sluiten van
de achterklep is het op elk gewenst moment
mogelijk de beweging stil te zetten:
F
d
ruk op de knop in het interieur, op de
knop
A van de afstandsbediening of op de
knop B of C van de achterklep.
Openen of sluiten
onderbreken Instellen van de
openingshoogte
Waarschuwing "achterklep open"
Als de achterklep niet goed gesloten is, zal,
als het hybridesysteem is ingeschakeld of de
auto rijdt, een melding op het display van het
instrumentenpaneel worden weergegeven
in combinatie met een geluidssignaal (vanaf
10
km/h).
De maximale openingshoogte van de achterklep
kan worden opgeslagen (laag plafond, ...).
Deze hoogte kan in twee stappen worden
opgeslagen door meerdere keren op de knop C
te drukken:
-
a
ls tijdens het openen, op het moment dat
de achterklep de gewenste stand heeft
bereikt, de knop wordt ingedrukt, blijft de
achterklep in de desbetreffende stand staan,
-
a
ls de knop nogmaals wordt ingedrukt, wordt
de stand van de achterklep opgeslagen. Dit
wordt bevestigd door een geluidssignaal.
O
m deze opgeslagen stand te wissen moet
de knop opnieuw ingedrukt worden gehouden
tot een geluidssignaal hoorbaar is.
2
Toegang tot de auto
Page 84 of 332
82
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in het systeem van de centrale
vergrendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
F Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Toegang tot de auto
Page 85 of 332
83
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Panoramadak (SW)
U hebt de beschikking over een panoramadak
met getint glas, waardoor de lichtinval en het zicht
in het interieur worden vergroot. Het elektrisch
bedienbare zonnescherm zorgt voor een nog beter
thermisch en akoestisch comfort in het interieur.
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm
Dit is elektrisch te bedienen met behulp van
een draaiknop.
Openen
Draai de knop linksom (meerdere standen zijn
mogelijk).Als er iets bekneld raakt tijdens het
bedienen van het zonnescherm, moet u
de beweging van het scherm omkeren.
Draai hiervoor de draaiknop in de juiste
richting.
Let er bij het bedienen van het
zonnescherm op dat niets het correcte
sluiten van het scherm kan verhinderen.
Zorg ervoor dat de inzittenden het
zonnescherm correct gebruiken.
Let goed op de kinderen tijdens het
openen en sluiten van het scherm.
Sluiten
Draai de knop terug in zijn oorspronkelijke
stand.
Als de stand van het scherm niet overeenkomt
met de stand op de draaiknop, druk dan de
knop in tot het scherm wel de juiste stand heeft
bereikt.
Beveiliging tegen beknellen
Als het zonnescherm bij het sluiten tegen een
obstakel stuit, stopt het automatisch en gaat
het gedeeltelijk, tot de 2e stand, weer open.
Als het na een tweede keer nog niet lukt, moet
het systeem wellicht gereset worden.
Systeem resetten
Na het opnieuw aansluiten van de accukabels
of bij een storing in het zonnescherm tijdens het
openen of sluiten, moet u het systeem soms
resetten:
F
d
raai de draaiknop in de stand "volledig
openen",
F
w
acht tot het zonnescherm volledig is
geopend,
F
d
ruk de draaiknop direct in en houd deze
gedurende minimaal drie seconden ingedrukt.
Als het zonnescherm bij het sluiten ongewild
opengaat, voer dan, zodra het zonnescherm
ophoudt te bewegen, de volgende handelingen uit:
- draai de draaiknop in de stand "volledig sluiten",
-
d
ruk de draaiknop direct in,
-
h
oud de draaiknop ingedrukt tot het
zonnescherm volledig is gesloten.
Tijdens deze handelingen werkt de
beveiliging tegen het beknellen niet.
2
Toegang tot de auto
Page 86 of 332
84
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
BrandstoftankInhoud van de brandstoftank: ongeveer 72 liter.A ls er minder dan 5 liter brandstof getankt wordt,
wordt deze stijging van het brandstofniveau niet
weergegeven op de brandstofmeter.
Tijdens het openen van de tankdop kan een
geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn.
Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk
die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit. Dit geluid is normaal.
F
K
ies bij het tankstation de juiste brandstof
(deze staat vermeld op de sticker aan de
binnenzijde van de brandstofvulklep van uw
auto).
F
O
pen de vuldop door deze een kwart
omwenteling linksom te draaien.
F
V
er wijder de vuldop en plaats deze op de
steun (aan de klep).
Openen
Indien u per vergissing de verkeerde
brandstof voor uw auto tankt, moet
de tank beslist worden afgetapt
voordat de motor kan worden
gestart.
-
D
ruk op de toets.
D
it is gedurende enkele minuten na het
afzetten van het contact mogelijk. Zet het
contact nog een keer aan om deze functie
opnieuw te activeren (indien nodig).
Ta n k e n
F Steek het vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening en druk hierbij de metalen
klep
A in.
F
V
ul de brandstoftank. Laat het vulpistool
maximaal drie keer afslaan, aangezien er
anders storingen kunnen optreden.
F
P
laats de vuldop terug en sluit deze door
de dop een kwart omwenteling rechtsom te
draaien.
F
D
ruk de klep van de tankdop dicht.
Uw auto is voorzien van een katalysator, die de
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
De motor moet altijd
worden afgezet door
het hybridesysteem
uit te schakelen (het
verklikkerlampje Ready
moet zijn gedoofd) om
te voorkomen dat de
motor tijdens het tanken
automatisch wordt gestart.
Toegang tot de auto
Page 87 of 332
85
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Minimumbrandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveau is
bereikt, gaat dit waarschuwingslampje
branden, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij
een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer
afsluit.
Het vullen van de brandstoftank met behulp van een
jerrycan is wel mogelijk, maar doe dit met beleid.
Houd de tuit van de jerrycan recht en druk deze niet
tegen de klep van de tankbeveiliging, om ervoor
te zorgen dat de brandstof netjes in de vulopening
stroomt.
Tankbeveiliging diesel
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te tanken.
Hiermee wordt schade aan de motor, ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die in de tankopening is ingebouwd, wordt geactiveerd zodra u de brandstoftankdop verwijdert.
Wanneer u bij een dieseluitvoering een
benzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep,
waardoor het vergrendeld blijft en er dus niet
getankt kan worden.
Probeer in dat geval niet toch te tanken
maar kies een dieseltankpistool.
Werking
Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tanken van
Diesel per land kunnen verschillen, kan de
aanwezigheid van een tankbeveiliging op de
auto er toe leiden dat tanken niet mogelijk is.
Wij adviseren u daarom voordat u naar het
buitenland afreist bij het PEUGEOT-netwerk
te informeren of uw auto geschikt is om in het
desbetreffende land te kunnen tanken.
Als dit lampje gaat branden, zit er nog
ongeveer 7
liter brandstof in de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u zonder brandstof komt te staan.
2
Toegang tot de auto
Page 88 of 332
86
DIESEL
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Brandstof voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige Europese richtlijnen voldoen
(diesel die voldoet aan de richtlijn EN 590
gemengd met biobrandstof die voldoet aan de
richtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt
kunnen worden (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voor waarde dat
de bijzondere onderhoudsvoorschriften, zoals
vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje,
strikt worden nageleefd. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof
(zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie...) is nadrukkelijk verboden
(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
Toegang tot de auto
Page 89 of 332
87
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Elektrisch verstellen
Zet, om de stoelen elektrisch te verstellen, het contact aan of start de motor
als de eco-modus is ingeschakeld.
1. Zitting kantelen en in hoogte en in lengterichting verstellen
F
L
icht de schakelaar aan de voorzijde op
of druk deze neer om het zitgedeelte van
de stoel te kantelen.
F
L
icht de schakelaar aan de achterzijde
op of druk deze neer om het zitgedeelte
te verhogen of te verlagen.
F
B
eweeg de schakelaar naar voren of
naar achteren om de stoel naar voren of
naar achteren te bewegen.
2.
K
antelen van de rugleuning
B
eweeg de schakelaar naar voren of
naar achteren om de hellingshoek van de
rugleuning in te stellen.
3.
L
endensteun verstellen
D
it systeem biedt de mogelijkheid om
onafhankelijk van elkaar de hoogte en de
diepte van de lendensteun in te stellen.
Na het openen van het voorportier kan de bediening van de elektrische
verstelling van de bestuurdersstoel nog ongeveer een minuut worden
gebruikt. Ongeveer een minuut na het uitzetten van het contact en in de eco-
mode, wordt de bediening van de elektrische stoelverstelling uitgeschakeld.
Als het contact wordt aangezet, wordt de bediening van de elektrische
stoelverstelling weer ingeschakeld.
Bedien de schakelaar:
F
N aar voren of naar achteren voor meer of
minder steun in de lendenen.
F
O
mhoog of omlaag om de drukzone van de
lendensteun omhoog of omlaag te bewegen.
Vo or stoelen
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat
het schuiven van de stoel niet wordt verhinderd door personen
of hinderlijke voor werpen op de vloer achter de stoel om te
voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het
schuiven van de stoel meteen als dit het geval is.
3
Comfort
Page 90 of 332
88
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Opslaan van zitposities in
het geheugen
Dit systeem slaat de elektrische instellingen
van de bestuurdersstoel, de buitenspiegels en
het head-up display op. U kunt twee standen
opslaan met de toetsen aan de zijkant van de
bestuurdersstoel.
Opslaan van een zitpositie
met de toetsen M / 1 / 2
F Zet het contact aan.
F
Z et uw stoel, de buitenspiegels en het
head-up display in de gewenste stand.
F
D
ruk op de toets M en vervolgens binnen
4
seconden op de toets 1 of 2.
E
en geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F Druk kort op de toets 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
Een geluidssignaal geeft aan dat de opgeslagen
zitpositie is ingenomen.
U kunt de beweging onderbreken door op de
toets M , 1
of 2 te drukken of door één van de
schakelaars van de stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het
rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is
tot 45
s na het afzetten van het contact mogelijk.
In-/uitstapfunctie
Deze functie vergemakkelijkt het in- en
uitstappen.
Zo schuift de stoel automatisch naar achteren
bij het afzetten van het contact of bij het
openen van het bestuurdersportier; de stoel
blijft in deze stand staan tot u weer instapt.
Bij aanzetten van het contact schuift de stoel
weer naar voren in de geprogrammeerde
stand.
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de stoel
niet gehinderd wordt door voor werpen of
personen. Deze functie kan worden
in- of uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Comfort