Peugeot Boxer 2008 Handleiding (in Dutch)
Page 121 of 150
136
Lamp vervangen
- Druk de lamp iets in en draai hem linksom.
- Vervang de lamp.
ZIJKNIPPERLICHT
Type A, W 16 W F - 16 W
- Beweeg het spiegelglas van de buitenspiegel opzij om bij de bout te
komen.
- Draai de twee bouten los met de bijgeleverde schroevendraaier.
- Trek de lamphouder los uit de borgnokjes.
- Trek de lamp los en vervang hem. Voor/achter
5 - Mistlampen vóór
Type D
, H1 - 55 W
- Draai het stuurwiel linksom tot aan de aanslag.
- Verwijder de bout in de wielkuip en open het deksel.
- Verwijder de afdekplaat.
- Neem de stekker los.
- Druk op de twee haakjes en duw de borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit.
Wacht na het uitschakelen van de
verlichting enkele minuten alvorens
een halogeenlamp te vervangen (om
brandwonden te voorkomen). Raak de lamp
niet met de hand aan, maar gebruik een
droge, pluisvrije doek.
Controleer na het vervangen of de
verlichting goed werkt.
Probeer hardnekkig vuil niet van de
koplampen, achterlichten en omgeving
te verwijderen met een hogedrukreiniger,
om te voorkomen dat de vernislaag en de
afdichting beschadigd raken. PLAFONNIERS
Type C
, 12 V 10 W - 10 W
- Druk de plafonnier op de door de pijl aangegeven punten los en verwijder
hem.
- Open het beschermplaatje.
- Druk de twee contacten uit elkaar en vervang de lamp.
- Controleer of de nieuwe lamp goed tussen de contacten vastzit.
- Sluit het beschermplaatje.
- Breng de plafonnier aan en controleer of hij goed vastzit.
Page 122 of 150
1
2
3
4
137
SNEL WEER OP WEG
8
Lamp vervangen
ACHTERLICHTEN
Raadpleeg voor meer informatie over de
lampen, het overzicht "Typen lampen". - Verwijder de twee bevestigingsmoeren.
- Trek aan de buitenzijde de lampunit los.
- Draai de drie schroeven los met
debijgeleverde schroevendraaier
(onderde passagiersstoel vóór) en
neemde lamphouder los.
- Druk de defecte lamp iets in en draaihem linksom om hem te
verwijderen.
- Vervang de lamp.
1.
Remlichten/achterlichten
Type B, P 21/5 W - 5 W
DERDE REMLICHT
Type B, W 5 W - 5 W
- Draai de twee bouten los.
- Verwijder de lamp.
- Druk de twee borglippen uit elkaaren verwijder de lamphouder.
- Druk de defecte lamp iets in en draaihem linksom om hem te
verwijderen.
- Vervang de lamp.
2.
Richtingaanwijzers
Type B, PY 21 W - 21 W
3. Achteruitrijlichten
Type B, P 21 W - 21 W
4. Mistachterlicht
Type B, P 21 W - 21 W
- Bepaal de plaats van de defecte lampen open de achterdeuren.
- Neem de stekker los.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Type A, C 5 W - 5 W
- Druk het lampglas op het door de pijlaangegeven punt los en verwijder het.
- Druk de twee contacten uit elkaaren vervang de lamp. - Controleer of de nieuwe lamp goed
tussen de contacten vastzit.
- Breng het lampglas aan en druk het aan de bovenzijde vast.
Page 123 of 150
138
Zekering vervangen
De drie zekeringkasten bevinden zich in het
dashboard aan bestuurderszijde, in de stijl
aan passagierszijde en in de motorruimte.
De speciale tang bevindt zich in de
zekeringkast aan bestuurderszijde.Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient
u eerst de oorzaak van de storing op te
sporen en te (laten) verhelpen. De nummers
van de zekeringen zijn aangegeven op de
zekeringkast.
- Gebruik de speciale tang.Vervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN
PEUGEOT is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien uit
storingen veroorzaakt door het monteren
van extra accessoires die niet door
PEUGEOT aanbevolen en geleverd
worden, of door voorzieningen die niet
volgens de voorschriften van PEUGEOT
zijn gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een totaal stroomverbruik
van meer dan 10 milliampère.
Page 124 of 150
139
SNEL WEER OP WEG
8
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD (BESTUURDERSZIJDE)
- Verwijder de schroeven en kantel de zekeringkast omlaag om bij de zekeringen te komen.
Zekering A (Ampère) Functie
12 7,5 Dimlicht rechts
13 7,5 Dimlicht links - Koplampverstelling
31 7,5 Voeding relais
32 10 Interieurverlichting minibus - Alarmknipperlichten
33 15 12 V-aansluiting achter
34 - Niet gebruikt
35 7,5 Achteruitrijlichten - Sensor water in brandstof
36 20 Eenheid portiervergrendeling
37 10 Remlichtschakelaar - Derde remlicht - Instrumentenp aneel
38 10 Relais interieur
39 10 Autoradio - Diagnoseaansluiting - Sirene alarm - Be
dieningspaneel standkachel -
Bedieningspaneel airconditioning - Tachograaf
40 15 Verwarming: achterruit (links), buitenspiegel (best uurderszijde)
41 15 Verwarming: achterruit (rechts), buitenspiegel (pas sagierszijde)
42 7,5 Elektronische eenheid en sensor ABS - Sensor ESP - Remlichtschakelaar
43 30 Motor ruitenwissers vóór
44 20 Aansteker - 12 V-aansluiting vóór
45 7,5 Schakelaars ruitbediening en buitenspiegels (bestuu rderszijde) - Ruitbediening passagierszijde
46 - Niet gebruikt
47 20 Motor ruitbediening bestuurderszijde
48 20 Motor ruitbediening passagierszijde
49 7,5 Regen-/lichtsensor - Autoradio - Motor ruitbedienin
g bestuurderszijde - Alarm -
Schakelaars cockpit
50 7,5 Elektronische eenheid airbags en gordelspanners
51 7,5 Tachograaf - Snelheidsregelaar - Bediening aircondi tioning
52 7,5 Relais interieur
53 7,5 Instrumentenpaneel - Mistachterlicht
Page 125 of 150
140
Zekering vervangen
Zekering A (Ampère) Functie54 - Niet gebruikt
55 15 Stoelverwarming
56 15 12 V-aansluiting achter - Aansteker
57 10 Motor ventilatie/verwarming onder de bestuurderssto el
58 10 Richtingaanwijzers
59 - Niet gebruikt
60 - Niet gebruikt
61 - Niet gebruikt
62 - Niet gebruikt
63 10 Schakelaar standkachel
64 - Niet gebruikt
65 30 Aanjager achter
ZEKERINGEN STIJL
PASSAGIERSZIJDE
- Maak het deksel los.
Sluit het deksel na de werkzaamheden
zorgvuldig.
Page 126 of 150
141
SNEL WEER OP WEG
8
Zekering vervangen
ZEKERINGEN MOTORRUIMTE
- Verwijder de schroeven en kantel de
zekeringkast omlaag om bij de zekeringen
te komen. Zekering A (Ampère) Functie
1 40 Voeding pomp ABS/ESP
2 50 Elektronische eenheid voorgloeien (diesel)
3 30 Contactslot
4 20 Brander standkachel
5 20 Voedingsrelais standkachel
6 40/60 Motorventilateurgroep (hoge snelheid)
7 40/50 Motorventilateurgroep (lage snelheid)
8 40 Airconditioning
9 20 Pomp ruitensproeiers vóór
10 15 Claxon
11 15 Elektronische eenheid en relais voorgloeien (diesel )
14 7,5 Grootlicht rechts
15 7,5 Grootlicht links
16 7,5 Elektronische eenheid motor
17 10 Elektronische eenheid motor
18 7,5 Elektronische eenheid motor
19 7,5 Compressor airconditioning
20 30 Pomp koplampsproeiers
21 15 Voeding brandstofpomp
22 20 Elektronische eenheid motor
23 30 Voeding elektrokleppen ABS/ESP
24 - Niet gebruikt
30 15 Mistlampen vóór
Page 127 of 150
142
Ruitenwisserblad vervangen
RUITENWISSERBLAD VERVANGEN
Voor een gemakkelijke toegang tot de
ruitenwissers en de ruitensproeierkoppen
kunt u in de uitsparingen van de voorbumper
gaan staan.Vervangen van een wisserblad vóór
Til de ruitenwisserarm op.
Maak het wisserblad los door de knop in
te drukken en verwijder het door het naar
buiten te trekken.
Monteer het nieuwe wisserblad en controleer
of deze goed vastzit.
Zet de ruitenwisserarm terug.Vervangen van het wisserblad achter
Til de ruitenwisserarm op, maak de clip los
en verwijder het wisserblad.
Monteer het nieuwe wisserblad en zet de
ruitenwisserarm terug.
Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten. Controleer of de ruitensproeierkoppen niet
verstopt zitten.
Page 128 of 150
143
SNEL WEER OP WEG
8
Slepen van uw auto
SLEPEN VAN UW AUTO
Zonder takelen
(4 wielen op de grond)
Gebruik hiervoor altijd een sleepstang. Aan de achterzijde
Maak de sleepstang vast aan het vaste
sleepoog onder de bumper.
Aan de voorzijde
Het afneembare sleepoog bevindt zich in de
ruimte onder de stoel van de voorpassagier.
Maak het klepje los met behulp van
bijvoorbeeld een platte schroevendraaier.
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
Plaats de versnellingshendel in de
neutraalstand. Als dit voorschrift niet wordt
nageleefd, kan dit leiden tot schade aan
bepaalde onderdelen van het remsysteem
en het ontbreken van rembekrachtiging na
het starten van de motor. Getakeld (2 wielen op de grond)
Het professioneel takelen van de auto geniet
de voorkeur.
Bij het slepen van de auto
met stilstaande motor zijn de
rembekrachtiging en stuurbekrachtiging
uitgeschakeld.
Page 129 of 150
145
9
Milieu
TECHNISCHE GEGEVENS
MILIEU
Samen met u draagt PEUGEOT zorg voor
de bescherming van het milieu.
Raadpleeg op de site www.peugeot.com
(klik desgewenst op "English"): De schone PEUGEOT HDI Dieselmotoren
met directe common rail dieselinspuiting
combineren een laag brandstofverbruik
met een minimale CO2-uitstoot. Daarnaast
dragen deze motoren bij tot een alom
gewaardeerd comfortabel rijgedrag. - laat het onderhoud volgens het
onderhoudsschema uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk waar accu's
en afgewerkte vloeistoffen ingezameld
kunnen worden,
- gebruik geen additieven in de motorolie. Deze kunnen schade toebrengen aan de
motor en de emissieregeling.
de tab "Univers Peugeot", de
rubriek "Environnement" en bezoek de
boomkwekerij van de "Opération Carbone".
de tab "Univers Peugeot", de
rubriek "Environment" en en bezoek de
boomkwekerij van "Visit the nursery of the
Fazenda". U kunt zelf ook een bijdrage leveren aan
de bescherming van het milieu door de
volgende gebruiksadviezen op te volgen:
- hanteer een anticiperende rijstijl en
vermijd onnodig snel optrekken en
plotseling afremmen, Raadpleeg de gebruiksvoorschriften
met betrekking tot starten en stoppen
in dit instructieboekje, aan het einde van
rubriek 2.
Page 130 of 150
146
Afmetingen