Peugeot Boxer 2008 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2008, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2008Pages: 150, PDF Size: 2.6 MB
Page 91 of 150

109
5
VEILIGHEID
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags
(volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag
belemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, alleen het PEUGEOT-
netwerk heeft hiervoor gekwalificeerd
personeel.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen, dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Page 92 of 150

kmC I T Y
108
Airbags
Uitschakelen van de airbag aan passagierszijde
Raadpleeg in de rubriek 4 het gedeelte
"Mode" en selecteer vervolgens OFF in
het menu "Airbag passagier". In de stand
OFF werkt de airbag aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding
niet.
Als u het kinderzitje heeft verwijderd,
selecteer dan ON om de airbag opnieuw
in te schakelen en zo de veiligheid van uw
passagier te garanderen. Zij-airbags en window-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering) zijn aan
de zijde van de portieren in de rugleuningen
van de voorstoelen aangebracht.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en in de hemelbekleding bij de
voorste zitplaatsen van de cabine.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen
de voorpassagier en de zijruit.
De zij- en window-airbags worden
opgeblazen aan de zijde waar de aanrijding
plaatsvindt.
Het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
brandt zolang de airbag is
uitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de
airbag aan passagierszijde altijd uit als u
een kinderzitje met de rug in de rijrichting op
de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij
het afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken.
Plaats als de passagiersairbag van uw
auto niet kan worden uitgeschakeld geen
kinderzitje op de voorstoel. Controle uitschakeling
Als de airbag is uitgeschakeld, gaat
elke keer dat de motor wordt gestart
dit verklikkerlampje branden.
Er verschijnt bovendien
een melding op dit display
(volgens uitvoering). Controle van werking
Het goed functioneren van het
systeem wordt aangegeven door
dit verklikkerlampje.
Page 93 of 150

109
5
VEILIGHEID
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags
(volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag
belemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, alleen het PEUGEOT-
netwerk heeft hiervoor gekwalificeerd
personeel.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen, dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Page 94 of 150

110
Kinderen aan boord
KINDEREN AAN BOORD
ALGEMENE INFORMATIE MET
BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen,
is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk
van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- conform Richtlijn 2003/20 dienen kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner
dan 1,50 meter in gehomologeerde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het
vervoeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de
achterbank van de auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in de
rijrichting worden vervoerd.
PEUGEOT beveelt u aan kinderen op
de achterzitplaatsen van uw auto te
vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot 2 jaar,
- met het gezicht in de rijrichting vanaf
2 jaar.
Rubriek 4, "MODE"
BEVESTIGEN VAN EEN KINDERZITJE MET EEN DRIEPUNTS VE
ILIGHEIDSGORDEL
"Met de rug in de rijrichting"
Vergeet niet de airbag aan
passagierszijde uit te schakelen
voordat u het kind in het
kinderzitje plaatst.
Wanneer een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de passagiersstoel
voor wordt geplaatst, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Anders
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken ."Met het gezicht in de
rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het
gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel voor wordt geplaatst , mag
de airbag aan passagierszijde niet worden
uitgeschakeld.
De regels voor het vervoeren van kinderen
zijn per land verschillend. Raadpleeg
hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land
goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid
van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen
en een (uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Page 95 of 150

111
5
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
De functie van de kinderzitjes is
gelijk voor het gehele PEUGEOT-
gamma. Elk gamma heeft echter zijn eigen
bijzonderheden.ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen zijn uitgerust
met ISOFIX-bevestigingen.
De airbag aan passagierszijde (volgens
uitvoering) kan worden uitgeschakeld
met behulp van de toets MODE van de
boordcomputer.
De tweezitsbank vóór is niet in lengterichting
verstelbaar.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden. De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
betrouwbare, degelijke en snelle montage
van het kinderzitje in uw auto.
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst tussen
de rug en de zitting van de stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes
beschikken over
2 sloten die eenvoudig aan deze ringen
kunnen worden verankerd.
Page 96 of 150

111
5
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
De functie van de kinderzitjes is
gelijk voor het gehele PEUGEOT-
gamma. Elk gamma heeft echter zijn eigen
bijzonderheden.ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen zijn uitgerust
met ISOFIX-bevestigingen.
De airbag aan passagierszijde (volgens
uitvoering) kan worden uitgeschakeld
met behulp van de toets MODE van de
boordcomputer.
De tweezitsbank vóór is niet in lengterichting
verstelbaar.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden. De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
betrouwbare, degelijke en snelle montage
van het kinderzitje in uw auto.
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst tussen
de rug en de zitting van de stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes
beschikken over
2 sloten die eenvoudig aan deze ringen
kunnen worden verankerd.
Page 97 of 150

112
Kinderen aan boord
ISOFIX KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO
RÖMER Duo Plus ISOFIX
(gewichtsgroep B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het zitje kan in drie standen worden gezet: rechtop , slaapstand en
verlengd.
Verstel de voorstoel van de auto om te voorkomen da t de voeten
van het kind de rugleuning raken.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaa tsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestiginge n. Het is in dat geval verplicht het
kinderzitje met de normale veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebrui ksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
Page 98 of 150

113
5
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOTlevert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van PEUGEOT die met een veiligheidsgordel kunnen worden
vastgemaakt:
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg L2
"KIDDY Life"
Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg),
raadt PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruike n.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L3
"RECARO Start". L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg):
gebruik alleen de zitverhoging.
Page 99 of 150

114
Kinderen aan boord
BEVESTIGING KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Conform de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een
veiligheidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Plaats Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Minder dan 13 kg
(Groep 0 ( a) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg
(Groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Van 15 tot 25 kg
(Groep 2)
Van 3 tot ongeveer 6 jaar
Van 22 tot 36 kg
(Groep 3)
Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Passagiersstoel vóór ( b) U U U U
Tweezitsbank vóór met middelste en
buitenste zitplaats ( b) U U U U
Buitenste stoelen
zitrij 2 en 3 U U U U
Middelste stoel zitrij 2 en 3 U U U U
a : Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
b : raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvoren s een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
U : zitplaats geschikt voor de bevestiging van een u niverseel gehomologeerd kinderzitje met een veiligh eidsgordel, zowel met de "rug in de
rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting ".
Page 100 of 150

115
5
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar in
geval van een botsing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of
het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte
ritten, worden vastgemaakt waarbij de
speling ten opzichte van het lichaam van
het kind zoveel mogelijk moet worden
beperkt .
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje tegen de rugleuning van de stoel van
de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen
belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet worden,
berg deze dan zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet
met het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel voor worden vervoerd,
behalve als de achterzitplaatsen al bezet
zijn door andere kinderen of als de
achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of
niet aanwezig is. Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geenkinderen zonder toezicht achter in
een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk worden
geopend. Zorg er voor dat de achterzijruiten niet
verder dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.