Peugeot Boxer 2018 Handleiding (in Dutch)
Page 181 of 232
179
CHASSIS DUBBELE CABINEPLATEAU DUBBELE CABINE
L3 L4 L2 L3L4
L Totale lengte 5843620857386228 6678
A Wielbasis 40353450 4035
B Overhang vóór 948948
C Overhang achter 86012 25 13 4 0 124 51695
D Breedte (met/zonder buitenspiegels) 2508/2050-/210 0
- Opbouwbreedte --
- Maximale opbouwbreedte --
E Spoorbreedte vóór 18101810
- Spoorbreedte achter 179 0179 0
- Vergrote spoorbreedte achter 19801980
F Totale hoogte 2254215 3
- Maximale opbouwhoogte --
10
Specifieke kenmerken
Page 182 of 232
180
Kiepbak
Veiligheidsvoorschriften
De kiepinrichting van de kiepbak werkt met een
elektrohydraulische groep die wordt gevoed door de
accu van de auto.De kiepinrichting wordt bediend door de knoppen
op de afstandsbediening ingedrukt te houden. Deze
afstandsbediening is met een magneet op een
steun in de cabine geplaatst.
Het omhoogbrengen van de kiepinrichting van de
kiepbak wordt uitgevoerd door middel van de motor
in de elektrohydraulische groep.
Het laten zakken van de kiepinrichting van de
kiepbak wordt uitgevoerd door middel van een
solenoïdeklep die de olieretourleiding van de
cilinder opent.
Een valbeveiliging beveiligt de kiepbak tijdens de
bediening en als deze naar achteren is gekanteld.
•
G
a nooit rijden met een opengeklapt
schot.
•
V
erzeker u er van dat er zich geen
personen en voorwerpen (op de grond
en boven de kiepbak) op de losplaats
bevinden.
•
L
aat de kiepbak niet in de naar achteren
gekantelde stand staan als u deze niet
gebruikt.
•
B
edien de kiepinrichting uitsluitend als
het bovenste gedeelte van het achterste
schot is vastgezet.
•
N
eem het op het GV W-plaatje van de
auto vermelde laadvermogen in acht.
• C ontroleer regelmatig de staat van de
wielophanging en of de banden nog
de voorgeschreven bandenspanning
hebben.
•
V
erdeel de lading gelijkmatig over de
kiepbak.
•
V
er voer homogene producten die
gemakkelijk te lossen zijn.
•
G
a nooit rijden als de kiepbak naar
achteren is gekanteld, zelfs niet met lage
snelheid.
Kiep op een vlakke en harde
ondergrond: een hellende of
losse ondergrond kan leiden
tot een verschuiving van het
zwaartepunt, waardoor de hele
auto instabiel wordt.
Specifieke kenmerken
Page 183 of 232
181
Kenmerken
UitrustingBeschrijving
Kiepbak Bodem van de kiepbak bestaande uit 2
platen van HSS-staal met een dikte van
2,5
mm en een beschermlaag van zink, in lengterichting samengevoegd d.m.v.
laserlassen.
Kiepbak in kleur van de carrosserie.
Structuur van de
kiepbak 2
hoofddraagbalken van gegalvaniseerd HSS-staal.
1
buisvormige stalen dwarsbalk ter hoogte van de kop van de cilinder.
Dwarsbalken van gegalvaniseerd HSS-staal. De complete structuur wordt met
een poedercoating tegen roest beschermd.
Subframe 2
C-vormige draagbalken van HSS-staal met een dikte van 2,5 mm, aan de
binnenzijde begrensd door een verbreed onderste scherm.
Bevestiging op de onderzijde van de auto door middel van HSS-steunen.
1
dwarsbalk achter met scharnierpunten, van gegalvaniseerd plaatstaal.
Aanslagen op de uiteinden van de draagbalken.
Beschermingsrooster voor de achterlichten.
Antisteenslagrooster achterlamp.
Onderrijbeveiliging en schermsteunen van gegalvaniseerd plaatstaal.
Schotten Schotten van geprofileerd koud gewalst HSS-staal, dikte 15/10, samengevoegd
d.m.v. een ononderbroken laserlasverbinding.
Beschermd tegen roest met een poedercoating.
Extra verzinkte vergrendelingshaken geïntegreerd in de uitsparingen van het
schot.
Laddersteun Stijlen van gegalvaniseerd plaatstaal. Panelen en dwarsbalken van gespoten
plaatstaal met flensbouten.
Elektropompgroep 12
volt /2 kW.
Bedrijfstemperatuurbereik: -20
tot +70 °C.
Hydraulische cilinder Uitbreidingstype, nitride dwarsbalk, 3
secties, diameter: 107 mm
Max. druk: 20
bar.
Hydraulische vloeistof Mineraal type ISO HV 46
of gelijkwaardig.
Afmetingen
Als basis voor deze ombouw wordt uitsluitend
de L2-uitvoering met enkele cabine gebruikt.
Raadpleeg onderstaande tabel voor de gegevens
van de kiepbak.Kiepbak (mm)
Nuttige lengte 3200
Totale lengte 3248
Nuttige breedte 2000
Totale breedte 210 0
Hoogte van de schotten 350
Conversiegewicht (kg) 550
Raadpleeg voor de gegevens van de
Chassis Cabine in L2-uitvoering de rubriek
"Afmetingen" van de Plateau Cabine-
uitvoering.
10
Specifieke kenmerken
Page 184 of 232
182
Gewichten en
aanhangergewichten (kg)
Het geremde aanhangergewicht kan, binnen
het maximaal toegestane treingewicht, worden
verhoogd indien de belading van de auto evenredig
wordt verminderd. Let op: bij het trekken van een
aanhanger met een nauwelijks beladen auto kan de
wegligging achteruitgaan.
Het ledig gewicht rijklaar (LGR) is gelijk aan het
ledig gewicht + bestuurder (75 kg) + brandstoftank
voor 90% gevuld.
Hydraulisch systeem
Deze voorzorgsmaatregelen zijn verplicht bij
alle werkzaamheden aan het hydraulische
systeem. Controleer voordat u gaat rijden met een
aangekoppelde aanhanger of:
-
d
e kogeldruk niet hoger is dan de waarde
(S) die wordt aangegeven op het plaatje met
gewichten op de aanhanger,
-
h
et gewicht van de aanhanger lager is dan
het gewicht op het plaatje met gewichten op
de aanhanger en het gewicht van de auto
niet hoger is dan het op het GV W-plaatje
van de auto vermelde maximaal toegestane
totaalgewicht.
-
b
ij gebruik van een oplegger het maximaal
toegestane treingewicht niet hoger is dan de
op het GV W-plaatje van de auto vermelde
gewicht.
• Voer nooit werkzaamheden onder de kiepbak uit als
deze niet wordt ondersteund.
•
O
nderbreek de elektrische voeding van de
elektrohydraulische groep met een circuitonderbreker.
•
S
tilstaande auto, motor afgezet.
• Zet als u werkzaamheden onder de kiepbak
gaat uitvoeren de kiepbak in de beveiligde
stand op de veiligheidssteun (positie
aangegeven door een rode pijl aan de
onderzijde van de kiepbak).
Specifieke kenmerken
Page 185 of 232
183
Controleer regelmatig het olieniveau en vul indien
nodig bij. Ver vers de olie jaarlijks. Ver vers de olie
ook als deze water bevat.
Controleer periodiek de staat van de slang en de
afdichting van het hydraulische systeem.
Pomp en elektromotor
De pomp en elektromotor zijn onderhoudsvrij,
de pomplagers worden gesmeerd door de
rondgepompte olie en de kogellagers zijn voor de
gehele levensduur gesmeerd.
Smering
De scharnierpunten van de kiepbak en de cilinder
zijn niet voorzien van een smeerinrichting. Smeer
regelmatig de scharnieren en handgrepen van de
zijschotten en de vergrendelingshaken van het
achterschot.
Subframe en kiepbak
Voor een maximale levensduur van de kiepbak
adviseren wij u deze regelmatig te reinigen met een
hogedrukreiniger.
Werk lakbeschadigingen zo snel mogelijk bij om
roestvorming te voorkomen.
Laat nadat u
de kiepbak 8 maanden hebt
gebruikt het aantrekkoppel van de verbinding
tussen het subframe en het chassis
controleren (volgens de ombouwvoorschriften
van de fabrikant).
Reinigen van de regelschuif
F Draai de dop 244A los; let hierbij op de kogel
en vang deze indien nodig op.
F
D
raai met een grote schroevendraaier de
banjobout met de zuiger los.
F
C
ontroleer of de zuiger zonder weerstand
heen en weer schuift en verwijder eventuele
verontreinigingen. Metaalvijlsel kan met een
magneet worden verwijderd.
F
M
onteer het geheel en controleer of de zuiger
zonder weerstand heen en weer schuift. Houd
de kogel bij het monteren met een beetje vet
tegen de dop.
F
O
ntlucht de hydraulische centrale.
Ontluchten van de hydraulische
centrale
F Draai de zeskantdop 257 los.
F D raai de bout 587 aan de binnenzijde een halve
omwenteling los met een 6
mm inbussleutel.
F
L
aat de centrale even werken door op de knop
voor het naar achteren kantelen ingedrukt te
houden.
F
D
e kiepbak gaat niet of zeer langzaam
omhoog. Zodra er olie door deze opening komt,
is het systeem ontlucht.
F
D
raai de bout 587
vast, zet de dop 257
vast en
controleer of de kiepbak op de juiste manier
omlaag gaat.
Gedetailleerd schema van de
hydraulische centrale UD2386
Onderhoud
Reser voir
Het is om veiligheidsredenen ten zeerste af te
raden om werkzaamheden onder de kiepbak
uit te voeren tijdens de bediening of tijdens
handelingen bij onderhoud.
10
Specifieke kenmerken
Page 186 of 232
184
Storingsdiagnose
SymptomenElektrischHydraulisch Inspectie/Controle
De elektrohydraulische groep werkt niet. X
Voedingsdraadbundel en relais van de groep.
X Draadbundel bediening (module).
X Circuitonderbreker.
Groep lawaaiig, kiepbak gaat langzaam omhoog.XAanzuigzeef onder in het reser voir verstopt of ver vuild.
Nieuwe groep zeer lawaaiig, kiepbak gaat snel omhoog. X
Uitlijning pomp, ver vang de groep.
De cilinder gaat uit zichzelf naar beneden. XDaalklep vervuild of geblokkeerd.
De cilinder gaat niet naar beneden. X
Ja, controleer de regelschuif en ontlucht het systeem.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud".
X Nee, controleer de spoel en de elektrische aansluitingen van de klep.
X Nee, vervang de solenoïde.
X Nee, controleer de uitlijning van de cilinder.
De groep werkt, maar komt niet op druk. X
Schuif van de klep zit vast indien geen solenoïde op de groep.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud".
X Drukbegrenzer, afstellen, verontreinigd.
X Pomppakking defect.
X Koppeling motor/pomp.
X Pomp losgeraakt van de steun.
De hydraulische groep werkt niet. XSolenoïde geblokkeerd, ver vang deze of draai de moer achter de zeef vast.
De module werkt niet. XControleer de aansluiting en de contacten.
Emulsie in het reser voir. X
Retourslang onjuist aangebracht.
X Te laag olieniveau.
De olie stroomt terug via de olieafscheider. X
Te hoog olieniveau.
X Iets te grote tolerantie van het membraan van de olieafscheider, ver vang dit.
Geldt uitsluitend voor de groepen UD2386.
De zekering brandt door bij het dalen. XVer vang de spoel voor het dalen.
Specifieke kenmerken
Page 187 of 232
1
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Multimedia audiosysteem –
Bluetooth®-telefoon – GPS-
navigatie
Inhoud
De eerste stappen 1
T ermenlijst 2
St
uurkolomschakelaars
3
M
enu's
3
R
adio
4
D
AB-radio (Digital Audio Broadcasting)
5
M
edia
6
N
avigatie
9
T
elefoon
1
2
Gegevens auto
1
4
Instellingen
1
4
Gesproken commando's
1
6
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die zijn volledige aandacht
vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de motor is afgezet schakelt het systeem
zichzelf, na het inschakelen van de eco-mode,
uit om te voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
De eerste stappen
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om de
hoofdmenu's te openen en druk ver volgens op de
op het touchscreen weergegeven toetsen.Het touchscreen is een "resistief " scherm
dat voelbaar aangeraakt moet worden, met
name bij bewegingen (door een lijst bladeren,
scrollen over de kaart, enz.). Lichtjes aanraken
is niet voldoende. Als het scherm met
meerdere vingers wordt aangeraakt, worden
de commando's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend
als u
handschoenen draagt. Dankzij
deze technologie kan het scherm bij elke
temperatuur worden gebruikt.
Gebruik voor het schoonmaken van het
scherm een zacht, niet-schurend doekje
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het
geluidsvolume worden beperkt om het systeem
te beschermen. Zodra de temperatuur in het
interieur is gezakt, zal de oorspronkelijke
instelling weer worden gebruikt.
Het systeem kan ook gedurende minimaal
5
minuten overgaan in de waakstand (volledig
uitschakelen van het scherm en het geluid).
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 188 of 232
2
Indrukken: aan/uit.
Draaien: instellen van het geluidsvolume
(voor elke geluidsbron afzonderlijk).
Uitwerpen van de CD.
Uit-/inschakelen van het scherm.
Geluid onderbreken/pauzeren.
Radio, draaien: zoeken van een
radiozender.
Media, draaien: selecteren van de
vorige/volgende track.
Indrukken: bevestigen van de op het
scherm weergegeven optie.
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde opties van het systeem en
van de auto.
Ongedaan maken van de huidige
bewerking.
Omhoog gaan in een structuur (menu
of m a p).Termenlijst
Meer informatie over het systeemBetekenis/bijbehorende acties
VOLUME Het volume instellen door te draaien.
RADIO Openen van het menu van de radio.
MEDIA
Openen van het menu "Media" en toegang tot de verschillende geluidsbronnen.
N AV Openen van het menu "Navigatie".
PHONE Openen van het menu "Telefoon".
MORE Toegang tot de informatie over de auto.
BROWSE
TUNE
SCROLL Aan de knop draaien om:
-
d
oor een menu of een lijst te scrollen.
-
e
en radiozender te selecteren.
ENTER Bevestigen van een op het scherm weergegeven optie door te drukken.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 189 of 232
3
Stuurkolomschakelaars
Activeren/deactiveren van de
pauzefunctie van CD, USB/iPod en
Bluetooth
® bronnen.
Activeren/deactiveren van de functie
"Mute" van de radio.
Activeren/deactiveren van de microfoon
tijdens een telefoongesprek.
Omhoog of omlaag bewegen:
verhogen of verlagen van het volume
voor de gesproken berichten en de
geluidsbronnen, de handsfree-functie
en het oplezen van sms-berichten.
Activeren van de spraakherkenning.
Een gesproken bericht onderbreken
om een nieuw gesproken commando
te geven.
Onderbreken van de spraakherkenning.
Aannemen van een binnenkomende
oproep.
Aannemen van een tweede oproep
en in de wacht zetten van het huidige
gesprek.
Activeren van de spraakherkenning voor
de telefoonfunctie.
Onderbreken van een gesproken
bericht om een ander gesproken
commando te geven.
Onderbreken van de spraakherkenning. Radio, omhoog of omlaag bewegen:
selecteren van de volgende/vorige
zender.
Radio, omhoog of omlaag geduwd
houden: omhoog/omlaag scrollen
door de frequenties tot de toets wordt
losgelaten.
Media, omhoog of omlaag bewegen:
selecteren van het volgende/vorige
nummer.
Media, omhoog of omlaag geduwd
houden: vooruit/achteruit spoelen tot de
toets wordt losgelaten.
Weigeren van een binnenkomende
oproep.
Telefoongesprek beëindigen.
Menu's
Radio
Selecteren van de verschillende
radiobronnen.
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde opties.
Telefoon
Verbinding maken met een telefoon via
Bluetooth®.
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Page 190 of 232
4
Gegevens auto
Weergeven van de buitentemperatuur,
het klokje, de kompas en de
boordcomputer.
Navigatie
Navigatiesysteem instellen en
bestemming invoeren.
Instellingen
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde bedieningsfuncties van
het systeem en de auto.
Media
Selecteren van de verschillende
geluidsbronnen.
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde opties.
Radio
Druk op "RADIO" om de radiomenu's
weer te geven:
Druk kort op de toets 9
of
: om automatisch te
zoeken.
Houd uw vinger op de toetsen om snel te zoeken.
Drukken op voorkeuzezenders
Houd de toets lang ingedrukt om de radiozender op
te slaan waarnaar op dat moment wordt geluisterd.
De beluisterde zender wordt uitgelicht
weergegeven.
Druk op de toets "Alle" om alle voorkeuzezenders
van de geselecteerde frequentieband weer te
geven.
Scrollen
-
Z
enderlijst .
Selecteer een zender door eenmaal te drukken.
-
D
e lijst bijwerken afhankelijk van de ontvangst.
-
D
ruk op de toets 5
of 6
om door de ontvangen
zenders te scrollen.
-
D
irect naar de gewenste letter in de lijst gaan.
Radio AM/DAB
-
S
electeer de band .
Frequentieband kiezen
Audio- en telematicasysteem met touchscreen